NL8602886A - Telefoontoestel. - Google Patents

Description

*» si, HO 34.107 1 *

Telefoontoestel.

De uitvinding heeft betrekking op een telefoontoestel voorzien van een doosvormige behuizing met een in zijn algemeenheid rechthoekig 5 grondvlak, vier opstaande zijvlakken en een zodanig geprofileerd bovenvlak dat de telefoonhoorn op dit bovenvlak past in een positie evenwijdig aan en in de nabijheid van een van de zijvlakken, waarbij de hoorn-schakelaar is ingedrukt, welke behuizing verder is voorzien van een rechthoekig kiestoetsenbord dat met geschikte bevestigingsmiddelen in 10 een daartoe aanwezige uitsparing in het bovenvlak van de behuizing is bevestigd.

Dergelijke telefoontoestellen zijn algemeen bekend. Bij veel typen kan de gebruiker voorafgaand aan levering en plaatsing in overeenstemming met zijn persoonlijke voorkeur bepalen of de rijen toetsen even-15 wijdig aan de telefoonhoorn dan wel loodrecht daarop moeten verlopen.

Afhankelijk van deze keus wordt dan ofwel uit een voorraad van mogelijke varianten de gewenste configuratie gekozen ofwel tijdens het productieproces wordt het toetsenbord op corresponderende wijze in de behuizing gemonteerd.

20 In de praktijk blijkt een eenmaal gemaakte keus achteraf niet al tijd juist geweest te zijn. Ofwel de oorspronkelijke gebruiker prefereert later toch een andere opstelling, ofwel het toestel komt terecht bij een andere gebruiker met andere wensen. Aan deze gewijzigde voorkeur kan tot nu toe alleen worden voldaan door het toestel in te ruilen 25 voor een ander toestel met de gewenste configuratie.

De uitvinding heeft ten doel een telefoontoestel zodanig uit te voeren dat de gebruiker zelf indien gewenst de configuratie kan wijzigen.

In overeenstemming met dit doel wordt nu een telefoontoestel van 30 in de aanhef genoemde soort verschaft dat volgens de uitvinding het kenmerk draagt dat het kiestoetsenbord past in een vierkante uitsparing in het bovenvlak van de behuizing en dat de bevestigingsmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat het toetsenbord naar wens door de gebruiker met de rijen toetsen evenwijdig aan de telefoonhoorn dan wel loodrecht 35 daarop kan worden bevestigd.

Daarmee heeft de gebruiker de mogelijkheid om, door het lossen van de bevestigingsmiddelen het toetsenbord los te nemen, dit over een kwart slag te draaien en vervolgens weer op zijn plaats in de uitsparing in de behuizing te monteren.

40 Het is binnen het kader van de uitvinding mogelijk om tussen het 8602886 \ 2 4» kiestoetsenbord en de toestelschakeling, die in de behuizing is onder-gebracht, een vaste verbinding aan te brengen bestaande uit een soepele meeraderige kabel. Het gebruik van dergelijke vaste kabels kan echter nadelen hebben. Wordt de stand van het toetsenbord gewijzigd dan is het ij niet altijd uit te sluiten dat deze kabel sterk wordt getordeerd of dat er sterk aan wordt getrokken met alle kans op beschadiging van de kabel of zijn aansluitingen.

Deze nadelen kunnen althans gedeeltlijk worden geelimineerd door in de kabelverbinding een connector op te nemen dan wel de kabelverbin-ding aan tenminste een uiteinde te laten eindigen in een connector.

Het verdient dan ook de voorkeur dat de verbinding tussen het toetsenbord en de in de behuizing ondergebrachte toestelschakeling tot stand komt via een aan het toetsenbord bevestigde connector die kan samenwerken met tenminste twee corresponderende, onderling elektrisch ^ doorverbonden tegenconnectoren geplaatst binnen de genoemde vierkante uitsparing, op zodanige plaatsen dat een van de tegenconnectoren contact maakt met de connector.

Een soortgelijke uitvoeringsvorm heeft het kenmerk dat de verbinding tussen het toetsenbord en de in de behuizing ondergebrachte toes-2Q telschakeling tot stand komt via een in de uitsparing in de behuizing geplaatste connector die kan samenwerken met tenminste twee corresponderende, onderling elektrisch doorverbonden tegenconnectoren bevestigd aan dit toetsenbord op zodanige plaatsen dat een van de tegenconnectoren contact maakt met de connector.

In beide voorkeursuitvoeringsvormen kan het toetsenbord over 90° worden gedraaid, met andere woorden ofwel worden bevestigd in een stand waarin de rijen toetsen evenwijdig aan de telefoonhoorn lopen, ofwel in een stand waarin de rijen toetsen loodrecht op de telefoonhoorn verlopen.

Een volledig universeel karakter wordt verkregen indien het telefoontoestel wordt gekenmerkt doordat de verbinding tussen het toetsenbord en de in de behuizing ondergebrachte toestelschakeling tot stand komt via twee nabij twee diametraal tegenover staande hoeken van het toetsenbord geplaatste onderling elektrisch doorverbonden connectoren die kunnen samenwerken met twee corresponderende onderling elektrisch doorverbonden tegenconnectoren geplaatst nabij de twee aan- grenzende hoeken van de genoemde vierkante uitsparing.

Een soortgelijke uitvoeringsvorm draagt het kenmerk, dat de verbinding tussen het toetsenbord en de in de behuizing ondergebrachte toestelschakeling tot stand komt via twee nabij twee diametraal tegen- 8602886 3 * overstaande hoeken van de vierkante uitsparing geplaatste onderling elektrisch doorverbonden connectoren, die kunnen samenwerken met twee corresponderende onderling elektrisch doorverbonden tegenconnectoren geplaatst nabij de twee aangrenzende hoeken van het toetsenbord, g In beide laatstgenoemde uitvoeringsvormen is het mogelijk om het toetsenbord in willekeurig een van de vier mogelijke standen in het toestel te plaatsen, waardoor het toestel zowel voor linkshandigen als voor rechtshandigen in elke gewenste configuratie van de persoonlijke smaak is aan te passen.

jq De uitvinding zal in het volgende aan de hand van in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden beschreven.

Fig. 1 toont een telefoontoestel met druktoetsenbord, waarbij de rijen toetsen loodrecht staan op de telefoonhoorn.

Fig. 2 toont een telefoontoestel met druktoetsenbord, waarbij de rijen toetsen evenwijdig aan de telefoonhoorn verlopen.

Fig. 3 toont een telefoontoestel zonder hoorn, zodat de hoornscha-kelaar zichtbaar wordt.

Fig. 4 toont schematisch het telefoontoestel met het daaruit genomen toetsenbord ter illustratie van de wijze waarop de verbinding tus-2q sen het toetsenbord en het telefoontoestel wordt gerealiseerd.

Fig. 5 toont een doorsnede door Fig. 4.

Fig. 6 toont een onderaanzicht van het telefoontoestel.

Fig. 1 toont een telefoontoestel voorzien van een in zijn algemeenheid doosvoroige behuizing 1 met daarin gemonteerd 25 kiestoetsenbord en een telefoonhoorn 2, die via een niet getoonde kabel met de telefoonschakeling in de behuizing 1 is verbonden. In de getoonde configuratie verlopen de rijen toetsen van het toetsenbord loodrecht op de aan de rechterzijde van het toestel (gezien vanuit de positie van de gebruiker) geplaatste telefoonhoorn.

2Q In Fig. 2 is een soortgelijk telefoontoestel getoond, voorzien van dezelfde behuizing 1 en dezelfde met de schakeling in de behuizing verbonden telefoonhoorn 2, nu echter met een toestenbord waarvan de rijen toetsen evenwijdig verlopen aan de telefoonhoorn. Gezien vanuit de positie van de gebruiker bevindt de telefoonhoorn zich in deze configura-25 tie achterop het toestel.

Bij toepassing van de tot nu toe bekende produktiemethoden moeten beide configuraties telefoontoestellen getoond in de figuren 1 en 2 elk afzonderlijk worden vervaardigd met dien verstande, dat ten minste het toetsenbord naar wens in de ene of in de andere stand tijdens het fa-4q brikageproces moet worden gemonteerd. Naderhand is het wijzigen van de 8602886

V

4 stand van het toetsenbord bij dergelijke telefoontoestellen onmogelijk. Anderzijds komt in de praktijk vaak de wens naar voren om de stand van bet toetsenbord te kunnen veranderen.

Fig. 4 toont nu op welke wijze en met welke middelen het toetsen-5 bord in de behuizing kan worden gemonteerd om het naderhand voor de gebruiker op eenvoudige wijze mogelijk te maken de stand van het toetsenbord te veranderen zonder dat daarbij een verregaande ingreep in de constructie van het toestel of de elektrische bedrading noodzakelijk is.

10 Zoals getoond is in Fig. 4 is het toetsenbord vervaardigd als een afzonderlijke component, in Fig. 4 aangeduid met het referentiecijfer 3, die past binnen een uitsparing 4 in de behuizing 1. In Fig. 4 zijn ter wille van de overzichtelijkheid de toetsen van het toetsenbord 3 niet afzonderlijk getekend. Wel is aangegeven dat het toetsenbord 3 is 15 voorzien van een connector 5 met een voldoend aantal connectorpennen om alle toetsen op de juiste wijze met de toestelschakeling in de behuizing te kunnen verbinden. De behuizing 1 is binnen de uitsparing 4 voorzien van twee tegenconnectoren 6 en 7, bestemd om te kunnen samenwerken met de connector 5.

20 Wordt het toetsenbord 3 in de stand, geïllustreerd in Fig. 4, in de behuizing 1 ingestoken dan zal de connector 5 worden gekoppeld met de tegenconnector 6, waardoor de verbinding tussen de toetsen van het toetsenbord 3 en de toestelschakeling in de behuizing 1 tot stand komt. De rijen toetsen staan daarbij bijvoorbeeld loodrecht op de telefoon-25 hoorn op de wijze als geïllustreerd is in Fig. 1.

Wordt echter, gezien in Fig. 4, het toetsenbord 3 tegen de klok-wijzerrichting over 90° verdraaid en wordt daarna het toetsenbord 3 in de uitsparing 4 van de behuizing 1 ingestoken dan zal de connector 5 samenwerken met de tegenconnector 7, waarmee de verbinding tussen de 30 toetsen van het toetsenbord 3 en toestelschakeling binnen de behuizing 1 wordt gerealiseerd. In deze configuratie zullen de rijen toetsen van het toetsenbord 3 evenwijdig lopen aan de hoorn 2 op de wijze als geïllustreerd is in Fig. 2.

Alhoewel met deze twee configuraties aan de meeste wensen kan 35 worden voldaan komt het ook voor, bijvoorbeeld bij linkshandigen, dat men de plaats van de telefoonhoorn aan de rechterzijde van het toestel wenst in plaats van aan de linkerzijde, zoals in Fig. 1. Een dergelijke mogelijkheid kan worden geboden door het toevoegen van de connector 8 aan het toetsenbord 3, welke connector 8 parallel is geschakeld met de 40 connector 5. Door het toetsenbord 3 over 180o te verdraaien ten op- 8602886 ♦ 5 * zichte van de situatie geïllustreerd in Fig. 3 en vervolgens het toetsenbord in te steken in de uitsparing 4 in de behuizing 1, zal de connector 8 worden gekoppeld met de tegenconnector 6. Daardoor wordt de verbinding gerealiseerd tussen de toetsen van het toetsenbord 3 en de 5 telefoonschakeling in de behuizing 1, waarbij de rijen toetsen loodrecht staan op de telefoonhoorn 2 maar in een configuratie die een spiegelbeeld is van die uit Fig. 1. In de uiteindelijke configuratie zal de telefoonhoorn 2 zich bevinden aan de rechterzijde van het toetsenbord gezien vanuit de positie van de gebruiker.

10 Met behulp van deze extra connector 8 is bovendien nog een, zij het waarschijnlijk minder gevraagde, mogelijkheid te realiseren, namelijk een configuratie vergelijkbaar met die van Fig. 2, waarbij echter gezien vanaf de gebruiker de telefoonhoorn zich bevindt aan de voorzijde van het toestel.

15 Wordt het gebruik van een groter aantal connectoren, waarvan er slechts twee worden gebruikt, als nadeel beschouwd dan kan natuurlijk ook een flexibele kabelverbinding worden toegepast tussen het toetsenbord 3 en de schakeling in de behuizing 1. Om de assemblage te vergemakkelijken en het optreden van een te sterke belasting in de kabel te 20 voorkomen verdient het de voorkeur dat in de kabelverbinding een connector is opgenomen. Geschikt is een kabel die vast met het toetsenbord is verbonden en via een connector wordt verbonden met de toestelschake-ling in de behuizing 1.

Alhoewel in Fig. 3 een configuratie is getoond met een enkele con-25 nector (5) aangebracht nabij een hoekpunt van het toetsenbord en twee tegenconnectoren, aangebracht nabij twee aangrenzende hoekpunten van de uitsparing 4 in de behuizing 1, zal het duidelijk zijn dat ook de inverse oplossing, namelijk met een connector nabij een hoek van de uitsparing 4 in de behuizing 1 en twee tegenconnectoren nabij twee aan-30 grenzende hoeken van het toetsenbord 3, leidt tot eenzelfde scala aan mogelijkheden. Hetzelfde geldt voor toetsenborden, waarbij twee connectoren (5 en 8) op diametraal tegenover liggende posities zijn gebruikt, die samenwerken met twee op aangrenzende hoekpunten aangebrachte tegenconnectoren. Ook voor een dergelijke situatie geldt dat twee connecto-35 ren nabij tegenover liggende hoekpunten van de uitsparing 4 kunnen samenwerken met twee tegenconnectoren nabij aan- grenzende hoekpunten van het toetsenbord 3.

Overigens is de positionering van de connectoren niet beperkt tot een plaats nabij een van de hoekpunten van het toetsenbord 3 respectie-40 velijk van de uitsparing 4. Het zal duidelijk zijn dat een willekeurige 8602886 * 6 plaats langs de betreffende zijkant kan worden gekozen, mits de tegen-connectoren zich maar op een corresponderende plaats bevinden. De configuratie nabij de hoekpunten is echter met opzet gekozen in verband met de voorkeursuitvoeringsvorm van de middelen, waarmee het toetsen-5 bord 3 in de uitsparing 4 in de behuizing 1 wordt vastgezet.

Een mogelijke uitvoeringsvorm van de bevestigingsmiddelen zal in het volgende met verwijzing naar de figuren 3 en 5 worden besproken. De zijrand van het toetsenbord 3 is voorzien van een rondlopende groef 9. Aan de behuizing 1 zijn binnen de uitsparing 4 twee ribben gerealiseerd 10 van zodanige afmetingen dat ze passen in de groef 9. De ribbe 10 is rechtstreeks geïntegreerd aan de kast 1, terwijl de ribbe 11 gepositioneerd is aan een component 12, die weliswaar deel uitmaakt van de behuizing 1, maar ten opzichte van de eigenlijke kast kan bewegen en wel in de richting van de pijl 13, getoond in Fig. 3.

15 Tijdens het inbrengen van het toetsenbord 3 wordt allereerst, uit gaande van de situatie getoond in Fig. 3, dat deel van de groef 9 aan de rechterzijrand van het toetsenbord 3 opgestoken op de ribbe 10 van de behuizing 1. Het toetsenbord bevindt zich dan schuin ingestoken in de uitsparing 4 en kan dankzij de ribbe 10, die ingestoken is in een 20 deel van de groef 9, als het ware rond deze ribbe 10 scharnieren. Vervolgens wordt het linker gedeelte van het toetsenbord in deze scharnierende beweging naar beneden gedrukt, waarbij de connector 5 contact maakt met ofwel de tegenconnector 6 ofwel de tegenconnector 7. Opgemerkt wordt dat op het moment, waarop de genoemde connectoren contact 25 maken, het toetsenbord 3 zich al in een nagenoeg horizontale stand bevindt, zodat de connectoren zonder wringen in elkaar passen. In de laatste fase van deze montagebeweging wordt het grendelelement 12 met de ribbe 11 naar links verplaatst, het toetsenbord 3 wordt geheel in de uitsparing 4 ingedrukt en door het loslaten van het grendelelement 12 30 zal dit onder inwerking van de veer 14 naar rechts bewegen, waarbij de ribbe 11 ingrijpt in het tegenover liggende deel van de groef 9, zodat het toetsenbord 3 is vergrendeld op de wijze als geïllustreerd in Fig.

5.

Het zal duidelijk zijn, dat het toetsenbord 3 in willekeurig een 35 van de vier mogelijke posities met behulp van deze grendelmiddelen in de uitsparing 4 kan worden ingebracht.

Alhoewel in Fig. 5 een los grendelelement 12 met een afzonderlijke drukveer 14 is getoond, zal het duidelijk zijn dat het grendelelement 12 ook via een buigzaam verbindingselement vast verbonden kan zijn met 40 de rest van de behuizing 1, waarbij dit verende verbindingselement het 8602886 7 mogelijk maakt om het grendelelement 12 op de gewenste wijze enigszins naar links en naar rechts te bewegen. Bij toepassing van kunststof voor de behuizing 1 zal een dergelijke constructie aan de gemiddelde ontwerper bekend zijn. De bovenbeschreven bevestigingsmiddelen zijn slechts 5 beschreven bij wijze van voorbeeld. Het zal duidelijk zijn dat er allerlei andere mogelijke bevestigingsmiddelen toegepast kunnen worden die allemaal binnen het kader van de uitvinding vallen.

Fig. 6 ten slotte stelt een onderaanzicht van de behuizing 1 van het telefoontoestel voor. Zoals te zien is zijn in de bodemplaat vier 10 gaten of uitsparingen 15, 16, 17, 18 aangebracht. Bij het toestel worden twee pootjes geleverd, waarvan de maat aan de getoonde gaten is aangepast. Door de pootjes in te steken in twee aangrenzende openingen, kan, zoals duidelijk zal zijn, het toestel naar wens in een vooraf bepaalde schuine stand worden geplaatst.

8602886

Claims (9)

1. Telefoontoestel voorzien van een doosvormige behuizing met een in zijn algemeenheid rechthoekig grondvlak, vier opstaande zijvlakken en een zodanig geprofileerd bovenvlak dat de telefoonhoorn op dit 5 bovenvlak past in een positie evenwijdig aan en in de nabijheid van een van de zijvlakken waarbij de hoornschakelaar is ingedrukt, welke behuizing verder is voorzien van een rechthoekig kiestoetsenbord dat met geschikte bevestigingsmiddelen in een daartoe aanwezige uitsparing in het bovenvlak van de behuizing is bevestigd, met het kenmerk, dat het kies-10 toetsenbord past in een vierkante uitsparing in het bovenvlak van de behuizing en dat de bevestigingsmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat het toetsenbord naar wens door de gebruiker met de rijen toetsen evenwijdig aan de telefoonhoorn dan wel loodrecht daarop kan worden bevestigd.

2. Telefoontoestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbinding tussen het toetsenbord en de in de behuizing ondergebrachte toestelschakeling tot stand komt via een aan het toetsenbord bevestigde connector die kan samenwerken met tenminste twee corresponderende, onderling elektrisch doorverbonden tegenconnectoren geplaatst binnen de 20 genoemde vierkante uitsparing op zodanige plaatsen dat een van de tegenconnectoren contact maakt met de connector.

3. Telefoontoestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbinding tussen het toetsenbord en de in de behuizing ondergebrachte toestelschakeling tot stand komt via een in de uitsparing in de behui- 25 zing geplaatste connector die kan samenwerken met tenminste twee corresponderende, onderling elektrisch doorverbonden tegenconnectoren bevestigd aan dit toetsenbord op zodanige plaatsen dat een van de tegenconnectoren contact maakt met de connector.

4. Telefoontoestel volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat 30 de connector zich bevindt nabij een hoek van het toetsenbord, respectievelijk de uitsparing in de tegenconnectoren zich bevindt nabij ten minste twee aangrenzende hoeken van de uitsparing respectievelijk het toetsenbord.

5. Telefoontoestel volgens conclusies 2 en 4, met het kenmerk, dat 35 de verbinding tussen het toetsenbord en de in de behuizing ondergebrachte toestelschakeling tot stand komt via twee nabij twee diametraal tegenover staande hoeken van het toetsenbord geplaatste onderling elektrisch doorverbonden connectoren die kunnen samenwerken met twee corresponderende onderling elektrisch doorverbonden tegenconnectoren ge- 40 plaatst nabij de twee aangrenzende hoeken van de genoemde vierkante 8 6 0 2 8 8 <3 uitsparing.

6. Telefoontoestel volgens conclusies 3 en 4, met het kenmerk, dat de verbinding tussen het toetsenbord en de in de behuizing ondergebrachte toestelschakeling tot stand komt via twee nabij twee diametraal 5 tegenover staande hoeken van de vierkante uitsparing geplaatste onderling elektrisch doorverbonden connectoren die kunnen samenwerken met twee corresponderende onderling elektrisch doorverbonden tegenconnec-toren geplaatst nabij de twee aangrenzende hoeken van het toetsenbord.

7. Telefoontoestel volgens een der voorgaande conclusies 2 t/m 6, 10 met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen bestaan uit een insteek- rand langs een zijkant van het toetsenbord, welke rand past in een groef langs de genoemde uitsparing van de behuizing zodanig dat rand en groef een tijdelijk scharniermechanisme vormen, en bestaan uit een rand langs de tegenover liggende zijkant van het toetsenbord die door middel 15 van een snapmechanisme wordt vastgezet aan de behuizing.

8. Telefoontoestel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het grondvlak van de behuizing vier uitsparingen zijn aangebracht op de hoekpunten van een denkbeeldige rechthoek waarvan de zijden evenwijdig lopen langs de zijden van het grondvlak, waarbij in 20 twee aangrenzende geselecteerde opening pootjes van vooraf bepaalde uitstekende lengte gestoken kunnen worden om het toestel in een gewenste schuine stand te plaatsen.

9. Telefoontoestel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de behuizing is voorzien van bevestigingsmiddelen voor bevestiging tegen een vertikaal vlak. ******** 8602886