NL8602796A - Schaats. - Google Patents

Description

NL 33.819-Vo/hp *

Schaats

De uitvinding heeft betrekking op een schaats, bestaande uit een schaats-schoencombinatie met een schoen en een onder deze schoen aangebracht glij-ijzer.

Een bekende schaats van dit type, bijvoorbeeld de 5 hoge Noor, is verre van ideaal voor met name ongeoefende als ook voor een gedeelte van geoefende schaatsenrijders. De schoen van de schaats is vrij laag teneinde het enkelgewricht de vereiste bewegingsvrijheid te verschaffen voor het uitvoeren van een schaatsbeweging, waarbij het glij-ijzer een zo 10 lang mogelijke tijd vlak op het ijs blijft. Dit betekent echter dat de gehele schaatsbeweging uit de enkels moet komen, hetgeen bij beginnende schaatsenrijders met ongeoefende enkelbanden of bij schaatsenrijders met zwakke enkelbanden tot ernstige problemen kan leiden. Deze problemen doen zich in 15 ernstigere mate gelden wanneer de schaats hoger wordt en de afstand van het enkelgewricht boven het ijs toeneemt.

Ter ondersteuning van de enkelgewrichten is het mogelijk om de schoen te verhogen, zodat deze de enkels omringt en ondersteunt. Een nadeel hierbij is echter, dat de bewe-20 gingsvrijheid op deze wijze drastisch wordt beperkt en het uitvoeren van een volledige en correcte schaatsbeweging, waarbij de glij-ijzers vlak en met een constante druk over het ijs glijden, onmogelijk wordt.

De uitvinding beoogt derhalve een schaats te ver-25 schaffen, waarbij deze nadelen op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze zijn opgeheven.

Hiertoe heeft de schaats volgens de uitvinding het kenmerk, dat de schoen en het glij-ijzer om een dwarsas van de schaats scharnierbaar met elkaar zijn verbonden, waarbij 30 de scharnieras zich tussen de schoenpunt en de schoenhak bevindt, terwijl ter plaatse van de schoenpunt een eerste, en ter plaatse van de schoenhak een tweede, zich tussen het glij-ijzer en de schoen uitstrekkend cilinder-zuigersamenstel is aangebracht, welke cilinder-zuigersamenstellen door ten-35 minste éën leiding zodanig zijn verbonden, dat het samendrukken van het eerste cilinder-zuigersamenstel leidt tot het uitschuiven van het tweede cilinder-zuigersamenstel en omgekeerd.

Door deze vormgeving kan de voet ten opzichte van 8602796 * -2- v het glij-ijzer een kantelbeweging uitvoeren; met name kan tijdens het afzetten de hak van de schoen ten opzichte van de schoenpunt omhoog worden bewogen, hetgeen een natuurlijkere voetbeweging mogelijk maakt dan bij de bekende schaats. Hier-5 bij blijft de druk op de voorpunt en de achterpunt van het glij-ijzer nagenoeg gelijk ten gevolge van de drukvereffening via de leiding tussen de cilinder-zuigersamenstellen. Aangezien de enkelbeweging op deze wijze aanzienlijk wordt gereduceerd, is het thans mogelijk om de schaats te voorzien van 10 een hoge schoen, die de enkelgewrichten omringt en ondersteunt, zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de schaatbeweging. Tevens draagt deze enkelondersteuning bij aan een verhoogde zijwaartse stabiliteit, waardoor de kans op en-kelverzwikkingen en blessures in belangrijke mate afneemt.

15 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de schaats volgens de uitvinding bezit de schoenzool een scharnierbare deling in de nabijheid van de scharnieras.

Op deze wijze kan een natuurlijke afrolbeweging van de voet ten opzichte van het glij-ijzer worden uitgevoerd, 20 terwijl het glij-ijzer desondanks vlak op het ijs blijft staan.

Volgens een verdere, met voorkeur toe te passen, uitvoeringsvorm van de schaats volgens de uitvinding, is deze voorzien van middelen voor het althans nagenoeg blokkeren van 25 het tweede cilinder-zuigersamenstel tijdens het laatste gedeelte van het samendrukken van het eerste cilinder-zuigersamenstel .

Op deze wijze kan een samenpersing van het in de leiding aanwezige medium worden verkregen waardoor als het 30 ware een inwendige spanning wordt opgebouwd, die resulteert in een veerkracht, die wordt afgegeven op het moment van afzetten, waardoor de afzetkracht en -beweging worden bekrachtigd.

Hiertoe is het mogelijk dat het tweede cilinder-35 zuigersamenstel een dubbelwerkende zuiger bezit met aan de· onderzijde een groter werkzaam oppervlak dan aan de bovenzijde, waarbij de aan de bovenzijde van de zuiger gelegen ruimte via een retourleiding is verbonden met de ruimte onder de 8602796 -3- w 2uiger van het eerste cilinder-zuigersamenstel, welke retour-leiding tijdens het laatste gedeelte van het samendrukken van het eerste cilinder-zuigersamenstel wordt afgesloten.

Verder geniet het hierbij de voorkeur, dat het 5 eerste cilinder-zuigersamenstel een cilinderruimte bezit met een bovenste wijde ruimte en een onderste nauwe ruimte, waarbij zich in de bovenste ruimte een zwevende primaire zuiger bevindt alsmede een concentrisch hiermee aangebrachte secundaire zuiger, waarvan het benedeneinde zich in een bo-10 venste stand van deze secundaire zuiger in de bovenste ruimte bevindt en tijdens het samendrukken werkzaam opneembaar is in de onderste ruimte en op het boveneinde waarvan de schoenpunt aangrijpt, welke secundaire zuiger verder een, de primaire zuiger in samendrukrichting belastend, veerorgaan draagt en 15 waarbij de retourleiding uitmondt in de onderste ruimte en voor het althans nagenoeg blokkeren van het tweede cilinder-zuigersamenstel afsluitbaar is door de secundaire zuiger.

Tijdens het eerste gedeelte van het samendrukken van het eerste cilinder-zuigersamenstel bewegen de primaire en 20 secundaire zuiger samen omlaag, waarbij de zuiger van het tweede cilinder-zuigersamenstel omhoog wordt bewogen. Het uit de aan de bovenzijde van deze zuiger gelegen ruimte verdrongen medium bereikt via de retourleiding de onderste nauwe ruimte. Bij een verdere verhoging van de door de schoenpunt 25 op de secundaire zuiger uitgeoefende kracht wordt de veerkracht van het veerorgaan overschreden? dit treedt bijvoorbeeld op bij het afzetten van de schaats. De secundaire zuiger beweegt nu alleen verder omlaag en sluit de retourleiding af. Bij een verdere omlaaggerichte beweging van de 30 secundaire zuiger vindt nu een samenpersing van het medium plaats, aangezien de zuiger van het tweede cilinder-zuigersamenstel door de afsluiting van de retourleiding althans nagenoeg is geblokkeerd. Op het moment van het voltooien van de afzetbeweging veroorzaakt de samenpersing van het medium 35 een extra afzetkracht, waardoor de afzetbeweging krachtiger en sneller wordt uitgevoerd.

Het karakteristieke gedrag van de schaats volgens 8602796 4 -4- de uitvinding kan worden gevarieerd door diverse maatregelen.

Zo is het mogelijk, dat bij een schaats, waarvan tenminste één cilinder-zuigersamenstel is voorzien van een terugstelveer, die de zuiger(s) hiervan in de richting van 5 de uitgangspositie tracht te bewegen, de veerkracht van de terugstelveer instelbaar is.

Tevens kan er voor worden gezorgd, dat de druk in de leiding tussen het eerste en het tweede cilinder-zuigersamenstel instelbaar is.

10 Wanneer volgens een handige uitvoeringsvorm van de uitvinding de verbindingen tussen schoenhak en het tweede cilinder-zuigersamenstel en ter plaatse van de scharnieras zijn uitgevoerd als losneembare snelkoppelingen, kan de schoen snel van het glij-ijzer worden losgenomen, zodat het passeren 15 van locaties zonder ijs eenvoudig is.

De uitvinding heeft verder tevens betrekking op een combinatie van een schoen en een onder deze aangebracht onderdeel, zoals een skeeler, langlaufski of hulpzool voor een berg-, wandel- of orthopedische schoen of dergelijke, waarbij 20 tussen de schoen en het onderdeel dezelfde technische maatregelen zijn getroffen als tussen de schoen en het glij-ijzer bij de schaats volgens de uitvinding.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin twee verschillende uitvoerings-25 vormen van de schaats volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Fig. 1 toont een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een schaats volgens de uitvinding.

fig. 2 toont een langsdoorsnede door het eerste cilinder-zuigersamenstel van de schaats volgens fig. 1; 30 fig. 3 toont een langsdoorsnede door het tweede ci linder-zuigersamenstel van de schaats volgens fig. 1; fig. 4 toont een tweede uitvoeringsvorm van een schaats volgens de uitvinding in langsdoorsnede, en fig. 5 toont een langsdoorsnede door het eerste 35 cilinder-zuigersamenstel van de schaats volgens fig. 4 in een samengedrukte stand.

Fig. 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van de 8602706 -5- schaats volgens de uitvinding, welke in hoofdzaak bestaat uit een schoen 1 en een glij-ijzer of schenkel 2, dat onder de schoen 1 is aangebracht. De schoen 1 en het glij-ijzer 2 zijn om een dwarsas van de schaats scharnierbaar met elkaar verbon-5 den, waarbij de scharnieras 3 zich tussen de schoenpunt 4 en de schoenhak 5 bevindt.

Ter plaatse van de schoenpunt 4 is een eerste cilinder-zuigersamenstel 6 aangebracht, terwijl ter plaatse van de schoenhak 5 een tweede cilinder-zuigersamenstel 7 is 10 geplaatst. De cilinder-zuigersamenstellen 6, 7 strekken zich uit tussen het glij-ijzer 2 en de schoen 1.

De schoenpunt 4 rust los op het eerste cilinder-zuigersamenstel 6, waarbij ter plaatse van deze schoenpunt 4 verder een aanslag 8 op het glij-ijzer 2 is geplaatst, welke 15 aanslag 8 de hoogste stand van de schoenpunt 4 ten opzichte van het glij-ijzer 2 begrenst door samenwerking met een op de schoenpunt 4 aangebrachte tegenaanslag 9.

De verbinding tussen de schoenhak 5 en het tweede cilinder-zuigersamenstel 7 is voorzien van een, in fig. 1 20 slechts schematisch weergegeven, zelfinstellende krukasverbinding 10. Een dergelijke zelfinstellende verbinding is noodzakelijk, omdat de schoenhak 5 een rotatiebeweging uitvoert, terwijl het cilinder-zuigersamenstel 7 een rechtlijnige beweging uitvoert.

25 De verbindingen tussen de schoenhak 5 en het tweede cilinder-zuigersamenstel 7 alsmede tussen de schoen 1 en het glij-ijzer 2 ter plaatse van de scharnieras 3 zijn uitgevoerd als losneembare snelkoppelingen. Door het losnemen van deze snelkoppelingen kan het glij-ijzer 2 op eenvoudige wijze 30 worden verwijderd van onder de schoen, waarna op comfortabele wijze op deze schoen kan worden gelopen. Om het loopgemak te bevorderen, met name op bevroren ondergrond, bezit de schoen aan de onderzijde spikes 11 of dergelijke.

De cilinder-zuigersamenstellen 6, 7 zijn onderling 35 verbonden door een leiding 12 (zie fig. 2 en 3), zodat het samendrukken van het eerste cilinder-zuigersamenstel 6 leidt tot het uitschuiven van het tweede cilinder-zuigersamenstel 7 86 0 2 7 9 6 -6- 4 en omgekeerd.

De werking van de schaats volgens fig. 1 wordt met behulp van de fig. 2 en 3 nader beschreven.

In fig. 2 is zichtbaar, dat het eerste cilinder-5 zuigersamenstel 6 een cilinderruimte 13 bezit, waarin een zuiger 14 is geplaatst. Het huis 15 van het cilinder-zuigersamenstel 6 bezit aan de bovenzijde een centrale opening door welke een verlengstuk 16 van de zuiger 14 naar buiten steekt. De schoenpunt 4 van de schoen 1 grijpt aan op dit verleng-10 stuk 16.

Aan de onderzijde van de zuiger 14 is een drukveer 17 geplaatst, die ligt opgesloten tussen het glij-ijzer 2, de zuiger 14 en een op het glij-ijzer 2 bevestigde schroefstomp 18, op welke het huis 15 kan worden geschroefd. De drukveer 15 17 houdt de zuiger 14 in de onbelaste stand in de in fig. 2 getoonde positie. Hierbij bevindt de schoenpunt 4 zich in zijn bovenste stand, welke in fig. 1 gestippeld is weergegeven.

De schroefstomp 18 omringt een opening 19, die de 20 toegang vormt tot de leiding 12, welke de verbinding vormt met het cilinder-zuigersamenstel 7, dat in fig. 3 is weergegeven .

Het cilinder-zuigersamenstel 7,bezit aan de bovenzijde een oog 20, met behulp waarvan de krukasverbinding 10 25 (fig. 1) wordt gevormd. In de, in fig. 3 weergegeven, laagste stand van de hak 5 (die in fig. 1 gestippeld is weergegeven), is het bovenste gedeelte van het cilinder-zuigersamenstel 7 opgenomen in een uitsparing 21 in de hak 5 van de schoen 1.

Het cilinder-zuigersamenstel 7 is bevestigd aan een 30 schroefstomp 22, die op het glij-ijzer 2 is aangebracht. Deze schroefstomp 22 bezit aan de bovenzijde een aanslagvlak 23, dat kan samenwerken met de onderzijde van de hak 5.

Het cilinder-zuigersamenstel 7 is verder voorzien van een huis 24, een zuiger 25, een aan de zuiger 25 beves-35 tigde zuigerstang 26, die in verbinding staat met het oog 20, en een op het huis 24 bevestigde aanslagring 27, die de maximale slag van de zuiger 25 bepaalt. Tenslotte is een 8602796 » -7- trekveer 28 toegepast, die de zuigerstang 26 naar de in fig. 3 getoonde positie tracht te bewegen.

Op niet nader getoonde wijze is de schoen 1 op diverse plaatsen voorzien van verstevigingen, waarbij met name 5 een stevige, onbuigzame zool van belang is. Deze kan zijn vervaardigd uit hout, kunststof of een ander materiaal, en zijn voorzien van een voorgevormde inlegzool.

Ter plaatse van de scharnieras 3 bezit de schoenzool een scharnierbare deling, waardoor de schoen ondanks de 10 onbuigzame zool bewegingsvrijheid verkrijgt. Dit is met name van belang voor het verschaffen van de mogelijkheid, dat de schoenhak 5 en de schoenpunt 4 over verschillende hoeken roteren ten opzichte van het scharnierpunt 3, zoals hierna zal worden toegelicht. Tevens heeft de scharnierbare deling 15 voordelen, wanneer de schoen 1 is losgekoppeld van het glij-ijzer 2 en met deze schoen 1 normaal wordt gelopen.

Tenslotte is de schaats voorzien van een, in fig. 1 weergegeven, vulnippel 29 en een drukregelateurschroef 30, waarmee de druk in de leiding 12 instelbaar is. De werking 20 van deze drukregelateurschroef 30 zal nader worden toegelicht aan de hand van fig. 4.

In de beginstand heeft de schoen 1 de in fig. 1 gestippeld weergegeven positie. Hierbij bevinden de cilinder-zuigersamenstellen 6, 7 zich in de in fig. 2 respectievelijk 25 fig. 3 weergegeven standen.

In deze positie van de schoen 1 rust het grootste gedeelte van het lichaamsgewicht op het aanslagvlak 23 van de schroefstomp 22. De schaats wordt nu op het ijs gezet terwijl met de andere schaats een afzetbeweging wordt uitgevoerd.

30 Tijdens de nu ontstane glijbeweging van de schaats wordt de hiel, en derhalve de hak 5 van de schoen 1, langzaam opgetild en wordt het lichaamsgewicht voor een groot deel verplaatst naar de schoenpunt 4. Hierbij wordt het verlengstuk 16 en de zuiger 14 van het eerste cilinder-zuigersamenstel 6 omlaag 35 gedrukt, waardoor het medium uit de cilinderruimte 13 in de leiding 12 wordt geperst. Overeenkomstig het verplaatste volume van het medium wordt de zuiger 25 omhoog bewogen, 8602786 « -8- totdat de door de aanslagring 27 bepaalde eindstand wordt bereikt.

Door het drukevenwicht, dat zich instelt tussen de cilinder-zuigersamenstellen 6, 7 blijft de druk aan de 5 voorzijde van het glij-ijzer en de druk aan de achterzijde van het glij-ijzer nagenoeg constant, waardoor het glij-ijzer een vlakke stand ten opzichte van het ijs handhaaft.

Het volume van de cilinderruimte 13 is zodanig gekozen, dat de zuiger 25 van het tweede cilinder-zuigersamen-10 stel zijn bovenste eindstand bereikt voordat de zuiger 14 zijn onderste eindstand bereikt. Hierdoor kan tijdens het afzetten met de schaats het medium in de leiding 12 enigszins worden samengeperst, waardoor een veerkracht wordt opgewekt. Deze veerkracht verhoogt de afzetkracht, en helpt bij 15 het terugtrekken van het afzetbeen. Hierdoor vindt dit afzetten tevens sneller plaats.

Voor het regelen van de snelheid, waarmee de zuigers 14 en 25 opnieuw hun respectievelijke uitgangsposities bereiken, is het mogelijk, dat de veerkracht van de drukveer 20 17 en de trekveer 28 instelbaar zijn.

Door de plaatsing van de scharnieras 3 ten opzichte van de cilinder-zuigersamenstellen 6, 7 brengt deze nagenoeg geen verticale krachten over van de schoen 1 op het glij-ijzer 2. Deze scharnieras 3 is echter wel van belang voor de 25 zijwaartse stabiliteit van het glij-ijzer 2 ten opzichte van de schoen 1, waardoor hoge constructieve eisen aan deze scharnierverbinding worden gesteld.

Het is mogelijk, dat in de leiding 12 een drukmeter is aangebracht, waardoor metingen kunnen worden verricht aan 30 de afzetkracht, welke metingen van voordeel kunnen zijn bij trainingen en dergelijke.

Fig. 4 toont een tweede uitvoeringsvorm van de schaats volgens de uitvinding, waarbij eveneens twee cilinder-zuigersamenstellen 31, 32 zijn toegepast.

35 De schoen 1 bezit thans een deling 33, die op korte afstand voor de scharnieras 3 is gelegen. Hierdoor wordt de slag van het eerste cilinder-zuigersamenstel 31 vergroot, 8602796 « -9- terwijl het op deze wijze tevens mogelijk is, om de scharnieren op een meer comfortabele wijze in de schoen 1 aan te brengen.

De scharnieras 3 is bevestigd aan een omgezet 5 plaatdeel 34, dat door een drukveer 35 en een bevestigings-bout 36 met enige bewegingsvrijheid aan het glij-ijzer 2 is bevestigd. Op deze wijze kan het glij-ijzer ten opzichte van de schoen beperkt verzwenken om een langsas van de schaats.

Dit kan van voordeel zijn, wanneer de schaats bijvoorbeeld in 10 langsspleten in het ijs blijft vasthaken.

Het kenmerk van de in fig. 4 getoonde tweede uitvoeringsvorm van de schaats is, dat deze is voorzien van middelen voor het althans nagenoeg blokkeren van het tweede cilinder-zuigersamenstel 32 tijdens het laatste gedeelte van 15 het samendrukken van het eerste cilinder-zuigersamenstel 31, zodat op deze wijze, de reeds eerder genoemde, veerkracht kan worden opgebouwd.

Hiertoe bezit het tweede cilinder-zuigersamenstel 32 een dubbel werkende zuiger 37 met aan de onderzijde een 20 groter werkzaam oppervlak dan aan de bovenzijde. De aan de bovenzijde van deze zuiger 37 gelegen ruimte 38 is via een retourleiding 39 verbonden met de ruimte onder de zuiger van het eerste cilinder-zuigersamenstel 31.

Het eerste cilinder-zuigersamenstel 31 bezit een 25 cilinderruimte, die een bovenste wijde ruimte 40 en een onderste nauwe ruimte 41 omvat. In de bovenste ruimte 40 bevindt zich een zwevende primaire zuiger 42 alsmede een concentrisch hiermee aangebrachte secundaire zuiger 43. Het benedeneinde van de secundaire zuiger 43 bevindt zich in de in fig. 4 30 getoonde uitgangspositie in de bovenste ruimte 40, terwijl dit benedeneinde tijdens het samendrukken werkzaam opneembaar is in de onderste ruimte 41.

Op het boveneinde van de secundaire zuiger 43 grijpt de schoenpunt 4 aan, waarbij de hierdoor veroorzaakte belas-35 ting door een drukveer 44, die zich uitstrekt tussen een verbrede kop 45 van de secundaire zuiger 43 en de primaire zuiger 42, op de primaire zuiger 42 wordt overgebracht.

8602796 -10-

Verder blijkt, dat de retourleiding 39 uitmondt in de onderste ruimte 41 van het eerste cilinder-zuigersamen-stel 31, en in de in fig. 4 weergegeven stand niet is afgesloten. Hierbij bevindt de zuiger 37 van het tweede cilinder-5 zuigersamenstel 32 zich in de onderste beginstand.

Tijdens het uitvoeren van de schaatsbeweging, die aan de hand van fig. 1 reeds nader is toegelicht, wordt de secundaire zuiger 43 omlaag bewogen, waardoor via de drukveer 44 een kracht wordt uitgeoefend op de primaire zuiger 42, 10 welke eveneens omlaag beweegt en het medium uit de bovenste ruimte in de leiding 12 perst. Ten gevolge van de hogere druk in de leiding 12 wordt zuiger 37 omhoog geperst, waarbij het medium uit de ruimte 38 boven deze zuiger 37 via de retourleiding 39 wordt afgevoerd.

15 Tijdens het laatste gedeelte van de afzetbeweging van de schaats wordt de veerkracht van de drukveer 44 overschreden, en beweegt alleen de secundaire zuiger 43 omlaag.

In deze situatie, die in fig. 5 is weergegeven, is het ondereinde van de secundaire zuiger 43 aangebracht in de onderste 20 ruimte 41 en sluit de opening van de retourleiding 39 af.

Hierdoor zal de zuiger 37 van het tweede cilinder-zuigersamen-stel 32 nagenoeg niet verder omhoog bewegen, terwijl door het omlaag bewegen van de secundaire zuiger 43 de druk in de leiding 12 verder toeneemt.

25 De aldus gecreëerde verhoogde druk in de leiding 12 werkt als een veerkracht, die op de in het voorgaande beschreven wijze kan worden gebruikt voor het verbeteren van de afzetkracht en de afzetbeweging.

Fig. 4 toont verder de werking van de drukregela-30 teurschroef 30, die via een schroefspindel 46 een zuigeror-gaan 47 kan verplaatsen. Op deze wijze kan de druk in de leiding 12 worden aangepast. De vulnippel 29 bevindt zich hierbij in de nabijheid van deze drukregelateurschroef, zodat het zuigerorgaan 47 een extra afdichting vormt, wanneer dit 35 zuigerorgaan 47 zich in fig. 4 links voorbij de vulnippel 29 bevindt.

Het in de leidingen en de cilinder-zuigersamenstel- 8 6 0 2 7 ö $ -11- len toegepaste medium kan een hydraulisch of pneumatisch medium omvatten, zoals olie of gas.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die binnen het 5 kader der uitvinding op velerlei wijzen kunnen worden gevarieerd. Zo is het mogelijk, dat het glij-ijzer wordt vervangen door een langlaufski, of een skeeler. Tevens is het mogelijk, dat het glij-ijzer wordt vervangen door een hulp-zool bij een berg- of wandelschoen of bij een orthopedische 10 schoen.

8602796

Claims (21)

1. Schaats, bestaande uit een schaats-schoencombina-tie met een schoen en een onder deze schoen aangebracht glij-ijzer, met het kenmerk, dat de schoen en het glij-ijzer om een dwarsas van de schaats scharnierbaar met el- 5 kaar zijn verbonden, waarbij de scharnieras zich tussen de schoenpunt en de schoenhak bevindt, terwijl ter plaatse van de schoenpunt een eerste, en ter plaatse van de schoenhak een tweede, zich tussen het glij-ijzer en de schoen uitstrekkend cilinder-zuigersamenstel is aangebracht, welke cilinder-zui-10 gersamenstellen door tenminste één leiding zodanig zijn verbonden, dat het samendrukken van het eerste cilinder-zuigersamenstel leidt tot het uitschuiven van het tweede cilinder-zuigersamenstel en omgekeerd.

2. Schaats volgens conclusie 1, m e t h e t 15 kenmerk, dat de schoenzool een scharnierbare deling bezit in de nabijheid van de scharnieras.

3. Schaats volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de deling en de scharnieras samenvallen.

4. Schaats volgens conclusie 2, met het 20 kenmerk, dat de deling op korte afstand vöör de scharnieras is gelegen.

5. Schaats volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat deze is voorzien van middelen voor het althans nagenoeg blokkeren van het tweede cilinder-zuiger- 25 samenstel tijdens het laatste gedeelte van het samendrukken van het eerste cilinder-zuigersamenstel.

6. Schaats volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het tweede cilinder-zuigersamenstel een dubbelwerkende zuiger bezit met aan de onderzijde een groter 30 werkzaam oppervlak dan aan de bovenzijde, waarbij de aan de bovenzijde van de zuiger gelegen ruimte via een retourleiding is verbonden met de ruimte onder de zuiger van het eerste cilinder-zuigersamenstel, welke retourleiding tijdens het laatste gedeelte van het samendrukken van het eerste cilinder-35 zuigersamenstel wordt afgesloten.

7. Schaats volgens conclusie 6, met het 5 w ü 2 7 9 6 -13- kenmerk, dat het eerste cilinder-zuigersamenstel een cilinderruimte bezit met een bovenste wijde ruimte en een onderste nauwe ruimte, waarbij zich in de bovenste ruimte een zwevende primaire zuiger bevindt alsmede een concentrisch 5 hiermee aangebrachte secundaire zuiger, waarvan het benedeneinde zich in een bovenste stand van deze secundaire zuiger in de bovenste ruimte bevindt en tijdens het samendrukken werkzaam opneembaar is in de onderste ruimte en op het boveneinde waarvan de schoenpunt aangrijpt, welke secundaire zuiger 10 verder een, de primaire zuiger in samendrukrichting belastend, veerorgaan draagt en waarbij de retourleiding uitmondt in de onderste ruimte en voor het althans nagenoeg blokkeren van het tweede cilinder-zuigersamenstel afsluitbaar is door de secundaire zuiger.

8. Schaats volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het veerorgaan bestaat uit een, op de bovenzijde van de primaire zuiger aangrijpende, drukveer, die is bevestigd aan het boveneinde van de secundaire zuiger.

9. Schaats volgens een der conclusies 1-8, met 20 het kenmerk, dat tenminste één cilinder-zuigersamenstel is voorzien van een terugstelveer, die de zuiger(s) hiervan in de richting van de uitgangspositie tracht te bewegen.

10. Schaats volgens conclusie 9, met het 25 kenmerk, dat de veerkracht van de terugstelveer instelbaar is.

11. Schaats volgens een der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de druk in leiding tussen het eerste en het tweede cilinder-zuigersamenstel instelbaar is.

12. Schaats volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat in de leiding een met de hand bedienbare drukregelateurschroef is toegepast.

13. Schaats volgens een der conclusies 1-12, met het kenmerk, dat in de leiding een afsluitbare 35 vulopening is aangebracht.

14. Schaats volgens een der conclusies 1-13, met het kenmerk, dat in de leiding een drukmeter is 8602796 -14- aangebracht.

15. Schaats volgens een der conclusies 1-14, met het kenmerk, dat de schoenpunt los op het eerste cilinder-zuigersamenstel rust, terwijl de verbinding tussen de 5 schoenhak en het tweede cilinder-zuigersamenstel een zelfin-stellende krukasverbinding omvat.

16. Schaats volgens een der conclusies 1-15, met het kenmerk, dat de verbindingen tussen schoenhak en het tweede cilinder-zuigersamenstel en ter plaatse van de 10 scharnieras zijn uitgevoerd als losneembare snelkoppelingen.

17. Schaats volgens een der conclusies 1-16, met het kenmerk, dat deze een aanslag bezit voor het begrenzen van de hoogste stand van de schoenpunt ten opzichte van het glij-ijzer.

18. Schaats volgens een der conclusies 1-17, met het kenmerk, dat deze een aanslag bezit voor het begrenzen van de laagste stand van de schoenhak ten opzichte van het glij-ijzer.

19. Schaats volgens een der conclusies 1—18, met 20 het kenmerk, dat het glij-ijzer ten opzichte van de schoen beperkt verzwenkbaar is om een langsas van de schaats.

20. Schaats volgens een der conclusies 1-19, met het kenmerk, dat de leidingen een hydraulisch of pneumatisch medium bevatten.

21. Combinatie van een schoen en een onder deze aangebracht onderdeel, zoals een skeeler, langlaufski of hulp-zool voor een berg-, wandel- of orthopedische schoen of dergelijke, gekenmerkt door de maatregelen volgens een der voorgaande conclusies. c;' 8602796