NL8602488A

NL8602488A - Werkwijze en inrichting voor het afscheiden van trub uit hete wort.

Info

Publication number: NL8602488A
Application number: NL8602488A
Authority: NL
Original assignee: Heineken Technische Beheer Bv
Priority date: 1986-10-02
Filing date: 1986-10-02
Publication date: 1988-05-02
Also published as: JPH047670B2; EP0263557A1; US4861608A; US4995979A; JPS6391071A

Description

' m VO 8401 - 1 -

Werkwijze en inrichting vaar het afscheiden van trub uit hete wart.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze vaar het afscheiden van trub uit hete wort, waarbij de ongezuiverde, hete wort wordt toegevoerd aan een bezinkinrichting en na het bezinkpro-ces de gezuiverde wort op een niveau boven de bodem van de bezink-5 inrichting en de trub op een niveau ter hoogte van de bodem van dé bezinkinrichting wordt onttrokken, alsmede op een inrichting voor het uit voeren van een dergelijke werkwijze.

Een dergelijke werkwijze en inrichting voor het afscheiden van trub uit hete wart zijn bekend uit het Duitse Qffenlegungs-10 schrift 33 24 818. De te zuiveren wort wordt hierbij met een bepaalde snelheid tangentiaal in een zogenoemde whirlpool ingebracht.

De trub zal gaan bezinken en door de draaiende stroming in de scheidingsinrichting in het midden en op de bodem daarvan kegelvormig worden verzameld. Het in rotatie" brengen van de te zuiveren 15 wort betekent het daaraan moeten toevoeren van energie, terwijl bij het af voeren van de gezuiverde wort ervoor moet worden gewaakt, dat de trubkegel niet wordt verstoord in geval niet continu wordt gewerkt. Bij continu werken mag het afvoeren van zowel gezuiverde wort als trub de draaiende stroming niet beïnvloeden.

20 Met de uitvinding wordt beoogd te voorzien in een een voudiger uit te voeren werkwijze voor het afscheiden van trub uit hete wart.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doordat in de bezinkinrichting een natuurlijke circulatiestroming wordt ge-25 creeerd door aan het ene deel van de wortvloeistofspiegel warmte te onttrekken en het andere deel van die vloeistofspiegel af te schermen, waarbij de vloeistofkolom onder het ene deel op een smal 8602488 *, - 2 - bovenrandgebied en een onder randgebied na over zijn volle hoogte gescheiden wordt gehouden van de vloeist of kolom onder het andere deel.Door deze maatregelen wordt onder gebruikmaking van de in de hete wort aanwezige energie een circulatiestroming opgewekt. Door 5 warmte-afgifte bij de niet-afgeschermde vloeistofspiegel ontstaan dichtheids verschillen tussen de beide vloe is tof kolommen. De zwaardere, koelere wart gaat omlaag bewegen in de vloeistofkolom onder de niet-afgeschermde vloeistofspiegel, terwijl de lichtere, hetere wort in de andere vloeistofkolom omhoog gaat bewegen en via het 10 smalle bovenrandgebied bij de niet-afgeschermde vloeistofspiegel terecht komt, waarna afkoeling door verdamping plaatsvindt, hetgeen de circulatiestroming in stand houdt. De trub zal naar de bodem zinken en aldaar door de wortstroming bij elkaar worden geveegd. Verrassenderwijs is gebleken, dat bij de werkwijze volgens de 15 uitvinding aanmerkelijk grotere vlokken worden gevormd dan bij een Whirlpool, waardoor een snellere bezinking en zodoende zuivering wordt verkregen.

Teneinde de effectiviteit van de stroming zo groot mogelijk te doen zijn, verdient het overeenkomstig een verdere 20 uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de niet-afgedekte vloeistofkolom een vloeistofspiegel heeft, die groot is ten opzichte van de horizontale dwarsdoorsnede van die kolom over het grootste gedeelte van zijn hoogte. Aldus kan voorzien worden in een optimaal verdampingsoppervlak, terwijl de andere vloeistofkolom 25 over een relatief groot oppervlak kan bezinken, waardoor tevens het bijeen vegen van de trub op effectieve wijze is te realiseren.

Afhankelijk van de grootte van het verdampingsoppervlak en de temperatuur van de wort in vergelijking met die van de omgeving kan het afkoelen op natuurlijke wijze door verdampen dan wel 30 gefarceerd plaatsvinden.

8602488 a - 3 -

Een efficiënte behandeling van de te zuiveren wort is te verkrijgen, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding tijdens het bezinkingsproces gezuiverde wort en/of trub wordt af gevoerd en/of te zuiveren wart wordt taegevoerd, waarbij 5 het ook mogelijk is, dat het toe- en af voeren continu geschiedt.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het uitvaeren van de scheidingswerkwijze volgens de uitvin- 0 ding, welke inrichting is voorzien van een houder met boven-, bodem- en zijwanden alsmede vul- en aftapmiddelen. Daarbij wordt 10 overeenkomstig de uitvinding voorgesteld, dat in de houder ten minste een zich over het grootste deel van de hoogte daarvan in hoafdzaak verticaal uitstrekkend wanddeel is geplaatst, dat een eerste ruimte binnen die houder scheidt van een tweede ruimte binnen die houder, waarbij de houder ten dele is afgesloten door de 15 bovenwand, die zich uitstrekt boven de ene ruimte en de bovenzijde van de andere ruimte vrijlaat, en waarbij tussen bovenwand en wanddeel openingen aanwezig zijn middels welke de ruimten onderling in verbinding staan. Door deze maatregelen is op eenvoudige en relatief goedkope wijze een effectief werkende scheidingsinrichting 20 te verwezenlijken.

Een afdoende verdampingsoppervlak alsmede een optimale trubbezinkruimte alsmede trubbijeenveging is te verkrijgen, als overeenkomstig een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding het wanddeel in het bovengebied van de houder de 25 horizontale dwarsdoorsnede van de niet-afgedekte ruimte sterk doet verminderen, zich vervolgens over een groot deel van de hoogte van de houder in hoofdzaak verticaal uitstrekt en in het ondergebied van de houder tesamen met de bodemwand en/of zijwand van de houder een toelopend spieetvormig mondstuk vormt. Daarbij verdient het 30 verder de voorkeur, dat de vrije rand van de bovenwand de bovenrand 8602488 % - 4 - van het wanddeel overlapt, waardoor een goede scheiding tussen afge-schermd en niet-afgeschermd vloeistofoppervlak wordt verkregen. Opdat daarbij bij verlaging van het vloeistofniveau in de houder de vrije vloeistofspiegel zich zo min mogelijk vergroot, verdient het 5 overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de bovenwand van de houder zich hellend omhoog uitstrekt in de richting van de niet-af gedekte ruimte.

De scheidingsinrichting is op eenvoudige wijze te verwezenlijken, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm volgens de 10 uitvinding de houder een rechthoekige doorsnede heeft en het wanddeel, althans het verticale deel daarvan, zich evenwijdig aan en op relatief korte afstand van een der zijwanden van de houder uitstrekt. Aldus is in feite met een plaat in een rechthoekige bak het scheidingsproces uit te voeren. Uiteraard is het ook mogelijk, dat 15 de houder een cirkelvormige doorsnede heeft en het wanddeel, althans het verticale deel daarvan, zich evenwijdig aan en op relatief korte afstand van de cilindrische wand van de houder uitstrekt, terwijl verder alle moge lijke andere vor-men en combinaties van vormen mogelijk zijn.

20 Onder verwijzing naar in de tekening weergegeven uitvoe- ringsvoorbeelden zullen de scheidingswerkwijze en -inrichting volgens de uitvinding thans nader worden besproken. Daarbij toont: fig. 1 in dwarsdoorsnede een eerste uitvoeringsvorm van de scheidingsinrichting volgens de uitvinding; 25 fig. 2 een bovenaanzicht van fig. 1; fig. 3 in dwarsdoorsnede een tweede uitvoeringsvorm; fig. 4 een bovenaanzicht van fig. 3; fig. 5 in dwarsdoorsnede een derde uitvoeringsvorm; en fig. 6 een bovenaanzicht van fig. 5, 30 In fig. 1 is een scheidingsinrichting met rechthoekige 8602488 1 ? Λ - 5 - dwarsdoorsnede weergegeven, die voorzien is van zijwanden 1-4, een bademwand 5 en een bovenwand 6. De bovenwand 6 strekt zich vanaf de zijwand 1 hellend omhoog uit in de richting van de zijwand 2, die een grotere hoogte heeft dan de zijwand 1. De bovenwand 6 heeft 5 daarbij een breedte, die in de orde van grootte van de helft van die van de bademwand 5 ligt, terwijl de op de zijwanden 1, 3 en 4 aansluitende zijranden van de bovenwand 6 af dichtend zijn verbonden met de bovenranden van die zijwanden 1, 3 en 4. Binnen de aldus aan de bovenzijde ten dele afgesloten scheidingsinrichting is een wand-10 deel 7 opgesteld, waarvan de zijranden afdichtend aansluiten op de zijwanden 3 en 4. Het wanddeel 7 strekt zich over het grootste deel van zijn hoogte evenwijdig aan en op korte afstand van de zijwand 2 uit. Het onderrandgebied 7a en het bovenrandgebied 7b van het wanddeel 7 zijn van de zijwand 2 weg omgebogen. Daarbij is het boven-15 randgebied 7b zodanig bemeten, dat zijn vrije eindrand tot voorbij de vrije eindrand van de bovenwand 6 reikt en deze delen elkaar zodoende overlappen. Zowel het onderrandgebied 7a als het boven-randgebied 7b sluiten een relatief scherpe hoek in met een horizontaal vlak, waarbij het onderrandgebied 7a zich op korte afstand van 20 en in de richting van de bodemwand 5 uitstrekt, een en ander zodanig, dat bij de vrije voorrand van het onderrandgebied 7a een spieetvormig mondstuk ontstaat.

Voor het zuiveren van een hoeveelheid wart wordt deze in de scheidingsinrichting gebracht, waarbij deze zover wordt ge-25 vuld, dat de vloeistof spiegel 10 wordt verkregen. Door afkoeling middels verdamping ter plaatse van de vloeistofspiegel 10 wordt de wort ter linker zijde van het wanddeel 7 in fig. 1 zwaarder dan de wort ter rechter zijde van dat wanddeel. Hierdoor komt een circula-tiestroming in de scheidingsinrichting op gang in de richting van 30 de in fig. 1 aangegeven pijlen. Deze stroming wordt in stand gehou- 8602488 «

V

- 6 - den doordat steeds weer hete wort bij de verdampingsvloeistofspie-gel 10 wordt toegevaerd via de opening tussen de bovenwand 6 en het bovenrandgebied 7a van het wanddeel 7. Tijdens dit circulatieproces zal de trub bezinken en door de stroming uit het spleet vormige 5 mondstuk tussen het onder randgebied 7b en de bodemwand 5 bijeen-geveegd worden, zoals met verwijzingscijfer 11 in fig. 1 is aangeduid. Na het klaren van de vloeistof kan de gezuiverde wort warden afgevoerd door aftappen op een niveau boven de bezonken en bijeen-geveegde trub, die op zijn beurt is te ver wijderen via een aftap-10 opening in de bodemwand 5.

Het boven omschreven proces kan ook continu of semi-contlnu worden uitgevoerd door het op geschikte wijze aftappen van gezuiverde wort en trub en toevoeren van te zuiveren wort. De hellend opgestelde bovenwand heeft daarbij het voordeel, dat bij fluc-15 tuaties in het vloeistofniveau, in het bijzonder daling daarvan, de grootte van de vloeistofspiegel slechts in geringe mate fluctueert, in het bijzonder zich niet vrij snel over het gehele oppervlak van de scheidingsinrichting zal uitstrekken.

In fig. 3 is een sche id ings inrichting met cirkelvormige 20 dwarsdoorsnede weergegeven, die voorzien is van een cilindervormige zijwand 20 en een bodemwand 21. Op soortgelijke wijze als in fig. 1 is binnen de zijwand 20 een wanddeel 22 opgesteld, dat voorzien is van zowel een binnenwaarts gebogen bovenrandgebied 22a als een binnenwaarts gebogen onderrandgebied 22b. De vrije eindrand van het 25 bovenrandgebied 22a wordt overlapt door de vrije eindrand van een bovenwand 23 met een omgekeerd kegelvormige gedaante. De werking van deze sche id ings inrichting is gelijk aan die volgens fig. 1, zij het dat bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 de kolom met koudere wort zich rondom de gehele scheidingsinrichting uitstrekt, zodat 30 hierbij zonder bezwaar ook nog enige warmteafgifte via de zijwand 8602488 •i - 7 - lewn plaatsvinden. Als gevolg van de cirkelvorm van de scheidings-inrichting zal de trub kegelvormig in het midden van. de bodemwand 21 worden bijeengeveegd.

In fig. 5 is een mengvorm van de uitvoeringsvormen 5 volgens de fig. 1, 2 en 3, 4 weergegeven. Hierbij is de trub weer in een hoek bij elkaar te vegen, terwijl door het tegen elkaar plaatsen van vier van dergelijke scheidingsinrichtingen weer een in zijn totaliteit cirkelvormige opstelling is te verkrijgen met een zich rondom uitstrekkende koelere vloeistofkolam. In fig. 5 is het 10 wanddeel 30 van een vloeiender verlopend profiel voorzien, hetgeen het bezinken en bijeenvegen van de trub kan bevorderen.

Het spreekt vanzelf, dat er binnen het kader van de uitvinding vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo zijn er allerlei andere vormen dan de getoonde mogelijk, waarbij ook ge-15 dacht kan warden aan een zich buitenwaarts ten opzichte van de zijwand van de scheidingsinrichting uitstrekkende vlaeistofspiegel alsmede een konus- of trechtervormig verlopende bodemwand. Tevens kunnen er middelen aanwezig zijn om ter plaatse van de vlaeistofspiegel te voorzien in een gefarceerde koeling van de wart. Verder 20 kan een zijwand zich in plaats van recht gekromd uitstrekken, waardoor het tesamen met het wanddeel gevormde kanaal een vloeiender circulatieverloop kan krijgen. Het wanddeel zelf kan in plaats van plaatvormig dikker zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld wanneer het de voorkeur verdient een isolatielaag aan te brengen tussen de 25 koudere en de warmere wort.

30 8602488

Claims

1. Werkwijze voor het afscheiden van trub uit hete wort, waarbij de ongezuiverde, hete wart wordt toegevoerd aan een bezink- inrichting en na het bezinkproces de gezuiverde wort op een niveau boven de bodem van de bezinkinrichting en de trub op een niveau ter 5 hoogte van de bodem van de bezinkinrichting wordt onttrokken, met * » het kenmerk, dat in de bezinkinrichting een natuurlijke circulatie-stroming wordt gecreeerd door aan het ene deel van de wortvloei-stofspiegel warmte te onttrekken en het andere deel van die vloei-stofspiegel af te schermen, waarbij de vloeistofkolom onder het ene 10 deel op een smal bovenrandgebied en een onderrandgebied na over zijn volle hoogte gescheiden wordt gehouden van de vloeistofkolom onder het andere deel.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de niet-afgedekte vloeistofkolom een vloeistofspiegel heeft, die groot 15 is ten opzichte van de horizontale dwarsdoorsnede van die kolom over het grootste gedeelte van zijn hoogte.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het het warmte onttrekken op natuurlijke wijze door verdampen plaatsvindt.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het warmte onttrekken geforceerd plaatsvindt.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tijdens het bezinkingspraces gezuiverde wart en/of trub wordt afgevoerd en/af te zuiveren wort wordt taegevoerd.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het toe- en afvaeren continu geschiedt.

7. Scheidingsinrichting voor het uitvoeren van een werk wijze volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een 1602488 - 9 - hotter met boven-, bodem- en zijwanden alsmede vul- en aftapmid-delen, met: bet kenmerk, dat in de houder ten minste een zich over het grootste deel van de hoogte daarvan in hoofdzaak verticaal uitstrekkend wanddeel is geplaatst, dat een eerste ruimte binnen 5 die houder scheidt van. een tweede ruimte binnen die houder, waarbij de houder ten dele is afgesloten door de bovenwand, die zich uitstrekt boven de ene ruimte en de bovenzijde van de andere ruimte *·β vrijlaat, en waarbij tussen bovenwand en wanddeel openingen aanwezig zijn middels welke de ruimten onderling in verbinding staan. 10 8. Scheidingsinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het wanddeel in het bovengebied van de houder de horizontale dwarsdoorsnede van de niet-afgedekte ruimte sterk doet verminderen, zich vervolgens over een groot deel van de hoogte van de houder in hoofdzaak verticaal uitstrekt en in het ondergebied 15 van de houder tesamen met de bodemwand en/of zijwand van de houder een toelopend spieetvormig mondstuk vormt. θ. Scheidingsinrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de vrije rand van de bovenwand de bovenrand van het wanddeel overlapt.

10. Scheidingsinrichting volgens een der conclusies 7-9, met het kenmerk, dat de bovenwand van de houder zich hellend omhoog uitstrekt in de richting van de niet-afgedekte ruimte.

11. Scheidingsinrichting volgens een der conclusies 7 - 10, met het kenmerk, dat de houder een rechthoekige doorsnede heeft en 25 het wanddeel, althans het verticale deel daarvan, zich evenwijdig aan en op relatief korte afstand van een der zijwanden van de houder uitstrekt.

12. Scheidingsinrichting volgens een der conclusies 7 - 10, met het kenmerk, dat de houder een cirkelvormige doorsnede heeft en 30 het wanddeel, althans het verticale deel daarvan, zich evenwijdig 8602488 4 - 10 - aan en op relatief korte afstand van de cilindrische wand van de houder uitstrekt. 8602488