NL8602250A - Automatische transmissie. - Google Patents

Automatische transmissie. Download PDF

Info

Publication number
NL8602250A
NL8602250A NL8602250A NL8602250A NL8602250A NL 8602250 A NL8602250 A NL 8602250A NL 8602250 A NL8602250 A NL 8602250A NL 8602250 A NL8602250 A NL 8602250A NL 8602250 A NL8602250 A NL 8602250A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
spring
shaft
output shaft
planetary
automatic transmission
Prior art date
Application number
NL8602250A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Erven Dr Hubertus Josephus Van
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Erven Dr Hubertus Josephus Van filed Critical Erven Dr Hubertus Josephus Van
Priority to NL8602250A priority Critical patent/NL8602250A/nl
Publication of NL8602250A publication Critical patent/NL8602250A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H47/00Combinations of mechanical gearing with fluid clutches or fluid gearing
    • F16H47/06Combinations of mechanical gearing with fluid clutches or fluid gearing the fluid gearing being of the hydrokinetic type
    • F16H47/065Combinations of mechanical gearing with fluid clutches or fluid gearing the fluid gearing being of the hydrokinetic type the mechanical gearing being of the friction or endless flexible member type
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H15/00Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by friction between rotary members
    • F16H15/48Gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio, or for reversing rotary motion, by friction between rotary members with members having orbital motion
    • F16H15/56Gearings providing a discontinuous or stepped range of gear ratios
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H3/00Toothed gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio or for reversing rotary motion
    • F16H3/44Toothed gearings for conveying rotary motion with variable gear ratio or for reversing rotary motion using gears having orbital motion
    • F16H3/62Gearings having three or more central gears
    • F16H3/66Gearings having three or more central gears composed of a number of gear trains without drive passing from one train to another
    • F16H3/663Gearings having three or more central gears composed of a number of gear trains without drive passing from one train to another with conveying rotary motion between axially spaced orbital gears, e.g. RAVIGNEAUX
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H2200/00Transmissions for multiple ratios
    • F16H2200/20Transmissions using gears with orbital motion
    • F16H2200/2002Transmissions using gears with orbital motion characterised by the number of sets of orbital gears
    • F16H2200/2005Transmissions using gears with orbital motion characterised by the number of sets of orbital gears with one sets of orbital gears

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Structure Of Transmissions (AREA)

Description

r si NW8130
Titels Automatische transmissie
De uitvinding heeft betrekking op een automatische transmissie met ondergebrachte koppeling/ een in het huis ondergebracht met de koppeling samenwerkend drijfwerk van het planetaire type met een aantal overbrengtrappen, welk drijfwerk is voorzien van coaxiaal 5 opgestelde ingaande en uitgaande assen, van een ten opzichte daarvan coaxiaal gelagerde planeetwieldrager met in hoofdzaak radiale planeetwielassen, van een stel op elke planeetwielas gelagerde, onderling verbonden planeetwielen waarvan er een met de ingaande as in verbinding staat, en van een stel coaxiaal t.o.v. de ingaande resp. uit-10 gaande as gelagerde zonnewielen die voortdurend in ingrijping verkeren met bijbehorende planeetwielen, waarbij verder een van koppelingen en vrijlopen voorziene inrichting aanwezig is, door middel waarvan bepaalde zonnewielen koppel/toerentalafhankelijk met de uit-gangsas verbindbaar zijn 15 2en dergelijke automatische transmissie is bekend uit het D.A.S. 1.750.536. Automatisch schakelen vindt hierbij plaats indien de transmissie zich in stand D bevindt. Afhankelijk van het toerental van de uitgaande as en het koppel in de ingangskoppeling in het huis wordt middels een gecompliceerde en kostbare, hydraulisch gestuurde 20 regelinrichting het schakelen tot stand gebracht.
Met de uitvinding wordt beoogd te voorzien in aanzienlijk eenvoudigere en goedkopere mechanische middelen voor het koppel/ toerentalafhankelijk, automatisch laten schakelen van de transmissie.
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bij een automatische 25 transmissie van de in de aanhef bedoelde soort bereikt, doordat bij elk zonnewiel(135,139,144)van een lagere overbrengtrap een overdraagwiel(133,137, 142) is geplaatst, dat de cverdraagwielen (133,137,142)door vrijlopen met de uitgaande as (141) verbonden zijn, dat de zonnewielen (135,139, 144) via de bijbehorende cverdraagwielen (133,137,142) door koppel-30 afhankelijke, veerbelaste koppelingen (134,138,143) met de uitgaande as (141) verbindbaar zijn, en dat de inrichting in de planeetwieldrager (113) gelagerde, radiale, draaibare en radiaal tegen een veerbelasting in buitenwaarts verplaatsbare stuurassen (145,146,147) omvat, die bij overschrijding van een bepaald toerental van de 3BÖ2250 -2- 5 j- 5 < planeetwieldrager (113) door centrifugaalkracht tegen de veerbelasting in in aangrijping komen met aan het huis bevestigde stuurorganen (152) en daardoor de veerbelaste koppelingen (134,138,143) bedienen.
Door deze maatregelen wordt een automatisch schakelende transmissie 5 met evenveel trappen als er samenwerkende tandwielparen zijn, alsmede met relatief eenvoudige constructie en zodoende tevens korte bouwlengte en compacte uitvoering verkregen, waarbij bovendien de dwarsdoorsnede afmetingen binnen de voor dergelijke versnellingsbakken normale waarden kunnen worden gehouden, waardoor de automatische transmissie 10 in zijn totaliteit relatief licht in gewicht is.
Als gevolg van deze gewichts- en afmetingeneigenschappen, alsmede de mogelijke koppeloverdracht is de automatische transmissie in principe zonder meer geschikt om zonder veel problemen te worden ingebouwd in ieder voertuig dat tot nu toe voorzien was van een hand-15 geschakelde versnellingsbak.
De samenwerking tussen stuurassen en veerbelaste koppelingen is op bijzonder geschikte wijze, zowel wat betreft uitvoering als omvang, te realiseren, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij 20 de stuurassen (145,146,147) voorzien zijn van excentrische tappen (150,151) waarvan de ene tap (151) bij buitenwaartse axiale verplaatsing en contact maken met de stuurorganen (152) de stuuras (145,146,147) doet draaien en de andere tap (150) bij draaiing van de stuuras (145,146, 147) via een opsluitring (175) de veerbelaste koppeling (134,138,143) bedient.
25 Daarbij wordt er een verdere voorkeur voor uitgesproken dat de veerbelaste koppelingen (134,138,143 in de overdraagwielen (133,137,142) ondergebrachte rollen (172) omvatten, die middels de opsluitring(175) via een veer (174) en een verschuifbaar in het overdraagwiel (133,137,142) opgenomen drukring (173) axiaal in zich 30 radiaal uitstrekkende groeven (178) in het bijbehorende zonnewiel (135,139,144)drukbaar zijn, waardoor ook de koppelafhankelijke, veerbelaste koppelingen met relatief eenvoudige mechanische middelen en een minimum aan inbeslaggenomen ruimte zijn te verwezenlijken.
Een minimaliseren van de vermogensverliezen en de slijtage 35 is bij deze constructie te verwezenlijken, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de ingaande as (104) en de uitgaande as (170) door middel van een toerentalaf hankeli jke *002250 -3- Λ « • Μ koppeling (109,110,115) onderling direct koppelbaar zijn, door rechtstreekse koppeling van de ingaande as (104) en de planeetwieldrager (113). Teneinde daarbij een zogenaamd ’kick-down'-effect ten behoeve van een snelle acceleratie te kunnen bewerkstelligen, verdient het verder de voorkeur, dat een veerbelaste inrichting (121,119,116) aanwezig is, door middel waarvan de koppeling (109,110,115) tussen de ingaande as (104) en de planeetwieldrager (113) althans tijdelijk is te lossen.
Als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de planeetwieldrager (113) regelmatig over de omtrek verdeeld drie radiale assen (126) met telkens een stel planeetwielen (125,127,128,129,130)draagt, wordt een optimale benutting van het beschikbare volume alsmede een optimale vermogensdöorleiding en krachtenverdeling verkregen.
De compactheid van de totale constructie is verder nog te optimaliseren, als overeenkomstig een verdere uitvoerLngsrorm van de uitvinding de vrijlopen (132,136,140) telkens tussen naburige overdraagwielen (131,133;133,137;137,142) zijn aangebracht.
Onder verwijzing naar een in de tekening weergegeven uit-voeringsvoorbeeld zal de automatische transmissie volgens de uitvinding thans nader worden besproken en toegelicht.
Fig. 1 toont op schematische wijze in langsdoorsnede een automatische transmissie volgens de uitvinding; en
Fig. 2 geeft op vergrote schaal een detail van de uitvoerings- * S 0 2 2 i v Λ it w -4- vorm volgens fig. 1.
Bij de in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm is een aantal voor een goede werking van de constructie onmisbare, doch ter verduidelijking van de onderhavige uitvinding overbodige details 5 weggelaten. Hieronder vallen ondermeer middelen voor het lageren en borgen van een aantal onderdelen, terwijl verder een aantal onderdelen als één geheel zijn weergegeven, welke in de praktijk uit een aantal delen zullen moeten worden samengesteld, teneinde deze te kunnen monteren. Verder blijft ook de ophanging van de versnellingsbak 10 in zijn geheel buiten beschouwing, evenals een aantal - vaste - overbrengingen voor bijvoorbeeld een toerentalaanpassing van de automatische transmissie aan de ermee verbonden motor.
De in fig. 1 weergegeven automatische transmissie is voorzien van een huis 101, waarin centraal een ingaande as 102 reikt. Een primair 15 aandrijforgaan 103, bestaande uit een bus 104, een tandwiel 105 en een pomp 106 is draaibaar op de ingaandeasl02»ngebracht. Het tandwiel 105, dat zich buiten het huis 101 bevindt kan worden aangedreven door bijvoorbeeld het vliegwiel van een niet nader weergegeven motor. De pomp 106 kan een turbine 107 aandrijven, die vast is bevestigd op de ingaande as 20 102. Vast verbonden met de pomp 106 is een.koppelring 108, die kan samenwerken met een drukring 109 en daarop ten gevolge van centrifugaal-krachten een druk uitoefenende rollen 110, waarvan er regelmatig over de omtrek van de drukring 109 verdeeld bijvoorbeeld zes aanwezig kunnaizijn.
De drukring 109 wordt ondersteund door een axiale flens 111 van een kop-25 pelstuk 112, dat deel uitmaakt van een trommel 113. Door middel van kogels 114, die zich bevinden in axiale geleidingen in de drukring 109 en de axiale flens 111,is de drukring 109 ten opzichte van het koppelstuk 112 in axiale richting verschuifbaar doch tegen rotatie geborgd. Het koppelstuk 112 is verder voorzien van een leideel 115, dat de rollen 110 30 indien deze ten gevolge van een opgewekte centrifugaalkracht radiaal naar buiten toe bewegen, tevens een axiale verplaatsing oplegt teneinde de drukring 109 contact te laten maken met de koppelring 108. In het leideel 115 is een boring aanwezig, waarin zich een pen 116 bevindt, die met zijn ene einde op de rol 110 rust en waarvan het andere einde kan 35 samenwerken met een hellend vlak van een glijschoen 117. Op de koppelring
.... .... _..J
8 8 0 2 2 ï 0 -5- 108 is axiaal verschuifbaar een stuurring 118 gemonteerd welke door middel van verbindingspennen 119 gekoppeld is aan de glijschoenen 117. De stuurring 118 wordt door een veer 120 in de richting van een druk-lager 121 gedrongen.
5 De trommel 113 is draaibaar op de ingaande as 102 gelagerd, die aan sijn binnen de trommel 113 gelegen uiteinde voorzien is van een tandwiel 122 en via een tap 123 draaibaar is gelagerd in een trommelas 124. Het tandwiel 122 werkt samen met een tandwiel 125, dat tegen rotatie geborgd bevestigd is op een radiale as 126, die 10 enerzijds in de trommelas 124 en anderzijds in de trommel 113 draaibaar is gelagerd. Op de radiale as 126 zijn een viertal verdere tandwielen 127, 128, 129 en 130 tegen draaiing geborgd bevestigd. Het tandwiel 130 werkt samen met een om de centrale hartlijn van de trommel draaibaar tandwiel 131, dat via slechts in één richting een draaiing toestaande 15 vrijloopkoppeling 132 gelagerd is op een steundeel 133, dat via een , momentafhnakelijke koppeling 134 verbonden is met een tandwiel 135, dat samenwerkt met het tandwiel 129. Het steundeel 133 is via een vrijloopkoppeling 136 gelagerd op een steundeel 137 dat via een momentafhankelijke koppeling 138 verbonden is met een tandwiel 139 20 dat samenwerkt met tandwiel 128. Het steundeel 137 is op zijn beurt wederom via een vrijloopkoppeling 140 gelagerd op een van een naafdeel 141 deel uitmakend steundeel 142, dat wederom via een momentafhankelijke koppeling 143 verbonden is met een tandwiel 144, dat kan samenwerken met het tandwiel 127. Achter elk steundeel 133, 137 en 142 is telkens 25 een stuuras 145, 146 en 147 opgesteld. De stuuras 145 is schuifbaar opgenomen in een trommelnaaf 148, waarbij een drukveer 149 de stuuras 145 in de richting van het steundeel 133 drukt. Aan beide uiteinden is de stuuras 145 voorzien van een nok 150 respectievelijk 151. De nok 150 is excentrisch op de stuuras 145 geplaatst en grijpt achter het 30 steundeel 133. De nok 151 is eveneens excentrisch op de stuuras 145 geplaatst en kan samenwerken met een schroefvormige groef aangebracht in een aan het huis 101 bevestigd stuurorgaan 152. De stuuras 145 zorgt voor een toerenafhankelijke inschakeling van de momentafhankelijke koppeling 134, hetgeen verderop onder verwijzing naar fig. 3 nader 35 zal worden toegelicht. De stuurassen 146 en 147 zijn op dezelfde wijze uitgevoerd en hebben dezelfde functie als de stuuras 145. Een nadere §3022-ü -6- , S v uitwerking van die assen en hun geleiding is uit duidelijkheids-overwegingen weggelaten.
Het naafdeel 141 omvat naast het steundeel 142 verder nog een bus 153 en een tandwiel 154. Op de bus 153 is draaibaar de trommel 113 5 gelagerd, op welke trommel wederom het huis 101 draaibaar is gelagerd.
Het huis 101 is voorzien van een naafdeel 155, waarin een vrijloopkop-peling 156 is gelagerd. De vrijloopkoppeling 156 is voorzien van een tandkrans 157, die kan samenwerken met een tandkrans 158 op een huls 159, die deel uitmaakt van een schuifstuk 160. De huls 159 is verder voorzien 10 van een inwendige tandkrans 161 die kan samenwerken met het tandwiel 154 van het naafdeel 141. Het naafdeel 155 is voorzien van een inwendige tandkrans 162 die zich. op eenzelfde diameter bevindt als de tandkrans 157 van de vrijloopkoppeling 156. De trommel 113 is voorzien van een tandkrans 163, die zich op eenzelfde diameter bevindt als de tandkrans 15 van het tandwiel 154; De tandkransen 162 en 163 hebben daarbij eenzelfde axiale opstelling als de tandkransen 157 en 154, zodat de huls 159 met zijn tandkransen 158 en 161 gekoppeld kan worden met het huis 101 en de trommel 113 met hun respectievelijke tandkransen 162 en 163. De huls 159 is door middel van kogels 164 draaibaar doch tegen axiale verschuiving 20 geborgd, gelagerd op een eveneens van het schuifstuk 160 deel uitmakende ring 165, die voorzien is van een zich axiaal uitstrekkende flens 166 met een tandkrans 167, die kan samenwerken met een vast op de trommelas 124 bevestigd tandwiel 168. De tandkrans 167 bevindt zich op eenzelfde diameter als de tandkrans 161 van de huls 159, zodat de tandkrans 167 25 in staat is samen te werken met het tandwiel 154. De ring 165 is door middel van kogels 169 in axiale richting verschuifbaar, doch tegen draaiing geborgd gelagerd op een uitgaande as 170, waarin via een tap 171 de trommelas 124 is gelagerd.
In fig. 2 is de momentafhankelijke koppeling 134 uit fig. 1 op 30 vergrote schaal weergegeven. De momentafhankelijke koppeling 134 bestaat uit een tweetal rollen 172, een drukring 173, een schotelveer 174, een opsluitring 175 en een kogel 176. De rollen 172 bevinden zich in een doorgang 177 in het steundeel 133 en kunnen grijpen in een zich in radiale richting uitstrekkende V-vormige groef 178 in het tandwiel 135. De rollen 35 172 kunnen worden belast door de schotelveer 174 via de drukring 173. De met de schotelveer 174 samenwerkende opsluitring 175 is stuurbaar door
0 O " Q
-7- de nok 150 van de stuuras 145. In het steundeel 133 is een groefvormige uitsparing 179 aanwezig, die de kogel 176, die in een boring 180 in de dmkring 173 ligt, kan opnemen.
De werking van de inrichting is als volgt; 5 Bij het in rotatie brengen van het primaire aandrijf orgaan 103 zal de daarvan deel uitmakende pomp 106 vanaf een bepaald toerental de turbine 107 aandrijven welke de ingaande as 102 in rotatie brengt en zodoende via het tandwiel 122 de tandwielen 125, 127, 128, 129 en 130. De tandwielen 127 t/m 130 zouden op hun beurt de tandwielen 144, 10 139, 135 en 131 in rotatie willen brengen. Daar evenwel tandwiel 144 via het naafdeel 141 en de huls 159 in verbinding staat met de vrijloopkoppeling 156, welke zodanig is gemonteerd dat rotatie in de betreffende richting niet mogeLi jk is, zal aandrijving van het tandwiel 144 niet mogelijk zijn. Daar de tandwielen 131,135 en 139 elk 15 via een vrijloopkoppeling 132, 136 en 140, welke zodanig gemonteerd zijn dat draaiing in de betreffende richting niet mogelijk is, op het naaf deel 141 zijn gelagerd, zullen ook de tandwielen 131,135 en 139 niet kunnen worden aangedreven. Het gevolg hiervan is dat de tandwielen 127, 128, 129 én 130 zich zullen gaan afwikkelen op de tandwielen 144, 139, 135 20 en 131. Door deze afwikkeling zal via de radiale as 126 de trommel 113 » en de trommelas 124 in rotatie worden gebracht. Via tandwiel 168, de tandkrans 167, de axiale flens 166, de ring 165 en de kogels 169 zal de uitgaande as 170 in rotatie worden gebracht.
Opgemerkt wordt, dat de trommel 113 drie assen 126 met daarop 25 gemonteerde tandwielen kan bevatten, welke assen 126 dan regelmatig verdeeld over de omtrek, dat wil zeggen om de 120° zijn aangebracht.
Een dergelijke symmetrische opstelling verdient de voorkeur in verband met een regelmatig verdeelde belasting op de as 124. Uit duidelijkheids-overwegingen is in fig. 1 slechts rekening gehouden met de aanwezigheid 30 van êén van dergelijke assen 126 met bijbehorende tandwielen.
Bij de uitgaande as 170 zal een bepaald koppel worden gevraagd, wil deze as in rotatie komen. Dit betekent dat veelal het door de motor geleverd koppel zal moeten worden vergroot, hetgeen geschiedt door het reduceren van het toerental met behulp van de transmissie.
35 Wordt nu eerst de snelst draaiende overbrenging bekeken, dat wil zeggen de samenwerkende tandwielen 127 en 144, dan zal het hieruit 86022- -8- voortvloeiende koppel, aangezien dit de kleinste overbrenging is, kleiner zijn dan het gevraagde koppel.Bevindt de momentafhankelijke koppeling zich in de ingeschakelde stand, dat wil zeggen de voorste rol 172 grijpt in de groef 178 en de borgkogel 176 ligt in de uitsparing 5 179, dan zal de voorste rol 172 uit de groef 178 worden gedrukt tegen de werking van de schotelveer 174 in, zodat het tandwiel 144 vrij gaat lopen. Wat de moment,afhankelijke koppeling 143 betreft, kan nog worden opgemerkt, dat door het verplaatsen van de rollen 172 de drukring 173 wordt verschoven, waarbij deze de grendelkogel 176 uit de uitsparing 179 10 drukt. Hierbij zal ook de opsluitring 175 verplaatsen, hetgeen een verdraaiing van de stuuras 147 tot gevolg heeft. De momentafhankelijke koppeling 143 bevindt zich dan in de in fig. 2 weergegeven stand.
Achtereenvolgens kunnen op de hierboven weergegeven wijze de momentafhankelijke koppelingen 138 en 134 worden uitgeschakeld, 15 zodat ook de tandwielen 139 en 135 vrij kunnen roteren. Het tandwiel 131, dat samen met het tandwiel 130 de grootste overbrenging heeft, is niet voorzien van een momentafhankelijke koppeling en kan derhalve niet worden uitgeschakeld. Bij deze overbrengverhouding dient derhalve de uitgaande as 170 te gaan roteren.
20 Door de rotatie van de trommel zullen de daardoor opgewekte centrifugaalkrachten trachten de stuurassen 145, 146 en 147 naar buiten toe te drukken. Bij het bereiken van een vooraf vast te stellen toerental zal de centrifugaalkracht zo groot zijn dat de stuuras 145 naar buiten toe wordt gedrukt tegen de werking van de veer 149 in, 25 waarbij de nok 151 in de schroefvormige groef van het stuurorgaan 152 terecht komt, hetgeen een terugdraaien van de stuuras 145 tot gevolg heeft, derhalve een terugschuiven van de opsluitring 175 tegen de werking van de schotelveer 174 in. Deze verplaatsing heeft tevens een verschuiving van de drukring 173 en de rollen 172 tot gevolg, waarbij 30 de voorste rol 172 in de groef 178 zal gaan grijpen bij het passeren daarvan. Indien het over te brengen vermogen dit toelaat heeft een eerste automatische wijziging van de overbrengingverhouding plaatsgevonden.Het tandwiel 129 zal zich nu gaan ‘afwikkelen op het tandwiel 135 en de aandrijving van de trommel overnemen van de tandwielen 130 en 131, 35 hetgeen tevens een sneller gaan draaien van de trommel 113 met zich mee 060 2 2¾ >j -9- zal brengen.. Deze toerental verhoging van de trommel 113 kan door het tandwiel 130 niet meer werden gevolgd, hetgeen resulteert in het geleidelijkaan meenemen van het tandwiel 131 in dezelfde rotatierichting als die van de trommel 113, welk meenemen niet wordt belemmerd door de 5 vrijloopkoppeling 132, die in deze draairichting rotatie toelaat.
Bij verdere, vooraf vast te stellen toerentallen zullen achtereenvolgens de tandwielen 128 en 133 en daarna de tandwielen 127 en 144 de aandrijving van de trommel 113 gaan verzorgen. Als deze laatste overbrenging is verwezenlijkt en het toerental wordt nog verder opge-10 voerd, dan zal met behulp van het koppelstuk 112 een rechtstreekse verbinding tussen de ingaande as 102 en de uitgaande as' 170 worden verwezenlij kt.
Deze rechtstreekse verbinding wordt tot stand gebracht door het ten gevolge van de daarop uitgeoefende centrifugaalkracht radiaal 15 naar buiten toe uitwijken van de rollen 110, welke daarbij door het leideel 115 tevens een axiale verplaatsing krijgen opgelegd. De rollen 11Q zullen hierbij de drukring 109' contact laten maken met de koppel-ring 108 die aan de pomp 106 van het primaire aandrijforgaan 103 is bevestigd. Door deze rechtstreekse verbinding zullen de ingaande as 20 102 en de uitgaande as 170 met hetzelfde toerental roteren. Daar ook via de trommel 113 en de as 126 de trommelas 124 hetzëlfde toerental heeft als de assen 102 en 170, zullen de onderling samenwerkende tandwielen 122-125, 127-124, 128-139, 129-135 en 130-131 tot stilstand komen. De trommel 113 met zijn totale inhoud draait dan met hetzelfde 25 toerental als de motor.
Ingeval met een voertuig, waarin de inrichting is ingebouwd, snel moet worden geaccelereerd, kan dit geschieden door de recht-* streekse koppeling tussen in- en uitgaande as te verbreken met behulp van een zogenaamde "kick-down"-schakeling. Deze bestaat uit de pen 116, 30 de glijschoen 117, de stuurring 118, de verbindingspen 119, de veer 120, en het druklager 121. Door het verschuiven van het druklager 121 in de richting van de stuurring 118, waardoor deze wordt verplaatst tegen de werking van de veer 120 in, zal het hellende vlak van de glijschoen 117 tegen de pen 116 aan gaan drukken, waardoor deze laatste omlaag wordt 35 bewogen, hetgeen een radiaal naar binnen toe verplaatsen van de rol 110 betekent. Door deze verplaatsing van de rol 110 zal de drukring 109 zijn i3 S 0 2 „ .
^ V
-10- contact met de koppelring 108 verbreken, waardoor de rechtstreekse verbinding tussen in- en uitgaande as is qpgeheven. Turbine 107 zal nu weer zorg dragen voor de aandrijving. De motor zal de pomp 106 nu met het maximale toerental laten draaien, het toerental wordt door-5 gegeven aan de turbine 107, die op zijn beurt weer via de ingaande as 102 de diverse tandwielen zal gaan aandrijven. Het voertuig zal thans in een lagere overbrengverhouding snel kunnen accelereren.
Om de uitgaande as 170 tegengesteld te laten draaien aan de ingaande as 102 dient het schuifstuk 160 met behulp van een niet 10 nader weergegeven bedieningshefboom zodanig te worden verschoven over de as 170, dat respectievelijk de tandkransen 158, 161 en 167 daarvan gaan samenwerken met respectievelijk de tandkransen 162 en 163 en het tandwiel 154. Door deze schakeling is de trommel 113 door de koppeling daarvan met het huis 101 tegen draaiing geborgd.
15 Aandrijving van het tandwiel 105 van het primaire aandrijf- orgaan zal wederom via de pomp 106, de turbine 107, het tandwiel 122 en het tandwiel 126 het in rotatie brengen van de tandwielen 127 tot 130 tot gevilg hebben. Daar thans de koppeling tussen het naaf-deel 141 en de vrijloopkoppeling 156 is verbroken, kunnen de tand-20 wielen 127 tot 130 de tandwielen 144, 139, 135 en 131 in rotatie brengen. De momentafhankelijke koppelingen 143, 138 en 134 kunnen op dezelfde wijze worden uitgeschakeld zoals hierboven reeds is beschreven. De overbrenging zal dan geschieden via de tandwielen 130 en 131, welk laatste tandwiel via de vrijloopkoppeling 132, het 25 steundeel 133, de vrijloopkoppeling 136, het steundeel 137, het naafdeel 141 met tandwiel 154, de ring 165 met de axiale flens 166 en de tandkrans 167, en de kogels 169 de uitgaande as 170 in rotatie brengen en wel tegengesteld aan de draairichting van de ingaande as 102.
3Q Doordat thans de trommel 113 stilstaat, kunnen de stuurassen 145, 146 en 147 niet meer zorg dragen voor het achtereenvolgens inschakelen van de andere overbrengingen.
Het spreekt vanzelf, dat binnen het kader van de uitvinding vele wijzigingen en varianten kunnen worden aangebracht. Zo kan bijvoorbeeld 35 de momentafhankelijke koppeling op andere wijze worden uitgevoerd, bijvoorbeeld elektro-magnetisch, waarbij het dan ook mogelijk kan worden 88021.
-11- geraaakt, dat de moraentafhankelijke koppelingen ook weer kunnen worden ingeschakeld indien de uitgaande as tegengesteld draait aan de ingaande as.
2 X Λ 3 Ö 0 v i i

Claims (7)

1. Automatische transmissie met een huis, een in het huis ondergebrachte koppeling, een in het huis ondergebracht met de koppeling samenwerkend drijfwerk van het planetaire type met een aantal overbrengtrappen, welk drijfwerk is voorzien van coaxiaal opgestelde ingaande en uitgaande assen, van een ten opzichte daarvan coaxiaal gelagerde planeetwieldrager met in hoofdzaak radiale planeetwielassen, van een stel op elke planeetwielas gelagerde, onderling verbonden planeetwielen waarvan er een met de ingaande as in verbinding staat, en van een stel coaxiaal t.o.v. de ingaande resp. uit- f gaande as qelagerde zonnewielen die voortdurend in ingrijping verkeren met bijbehorende planeetwielen, waarbij verder een van koppelingen en vrijlopen voorziene inrichting aanwezig is, door middel waarvan bepaalde zonnewielen koppel/toerentalafhankelijk met de uit-gangsas verbindbaar zijn, met het kenmerk, dat bij elk zonnewiel (135,139,144) van een lagere overbrengtrap een overdraagwiel (133,137, 142) is geplaatst, dat de overdraagwielen (133,137,142)door vrijlopen met de uitgaande as (141) verbonden zijn, dat de zonnewielen (135,139, 144) via de bijbehorende overdraagwielen (133,137,142) door koppel-afhankelijke, veerbelaste koppelingen (134,138,143) met de uitgaande as (141) verbindbaar zijn, en dat de. inrichting in de planeetwieldrager (113) gelagerde, radiale, draaibare en radiaal tegen een veerbelasting in buitenwaarts verplaatsbare stuurassen (145,146,147) omvat, die bij overschrijding van een bepaald toerental van de planeetwieldrager (113) door centrifugaalkracht tegen de veerbelasting in in aangrijping komen met aan het huis bevestigde stuurorganen (152) en daardoor de veerbelaste koppelingen (134,138,143) bedienen.
2. Automatische transmissie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stuurassen (145,146,147) voorzien zijn van excentrische tappen (150,151) waarvan de ene tap (151) bij buitenwaartse axiale verplaatsing en contact maken met de stuurorganen (152) de stuuras (145,146,147) doet draaien en de andere tap (150) bij draaiing van de stuuras (145,146, 147) via een opsluitring (175) de veerbelaste koppeling (134,138,143) bedient.
3. Automatische transmissie volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de veerbelaste koppelingen (134,138,143 in de overdraagwielen (133,137,142) ondergebrachte rollen (172) omvatten, die middels de 860.2 250 -is- opsluitring(175) via een veer (174) en een verschuifbaar in het overdraagwiel (133,137,142) opgenomen drukring (173) axiaal in zich radiaal uitstrekkende groeven (178) in het bijbehorende zonnewiel (135,139,144) drukbaar zijn.
4. Automatische transmissie volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk dat de ingaande as (104) en de uitgaande as (170) door middel van een toerentalafhankelijke koppeling (109,110,115) onderling direct koppelbaar zijn, door rechtstreekse koppeling van de ingaande as (104) en de planeetwieldrager(113).
5. Automatische transmissie volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een veerbelaste inrichting (121,119,116) aanwezig is, door middel waarvan de koppeling (109,110,115) tussen de ingaande as (104) en de planeetwieldrager (113) althans tijdelijk is te lossen.
6. Automatische transmissie volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de planeetwieldrager (113) regelmatig over de omtrek verdeeld drie radiale assen (126) met telkens een stel planeetwielen (125,127,121,129,130) draagt.
7. Automatische transmissie volgens een der conclusies 1-6. met het kenmerk dat de vrijlopen (132, 136,140) telkens tussen naburige overdraagwielen (131,133?133,137;137,142) zijn aangebracht. $ 3 0 2 2 3 0
NL8602250A 1986-09-05 1986-09-05 Automatische transmissie. NL8602250A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8602250A NL8602250A (nl) 1986-09-05 1986-09-05 Automatische transmissie.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8602250A NL8602250A (nl) 1986-09-05 1986-09-05 Automatische transmissie.
NL8602250 1986-09-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8602250A true NL8602250A (nl) 1986-12-01

Family

ID=19848507

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8602250A NL8602250A (nl) 1986-09-05 1986-09-05 Automatische transmissie.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8602250A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1045999B1 (en) A continuously variable transmission device
EP1969256B1 (en) Continuously variable transmission and control method thereof
US6440035B2 (en) Continuously variable transmission for motor vehicles
JPH0672656B2 (ja) トロイダル無段変速機のローディングカム装置
CA2648320C (en) Continuously variable transmission
EP0582307A1 (en) Continuous V-belt transmission
US6689000B1 (en) Pulley set for a continuously variable transmission unit
US6494806B2 (en) Lubricating oil supply system for infinitely variable transmission
EP0851149B1 (en) A planetary gear mechanism
NL8001480A (nl) Automatische transmissie.
US2927480A (en) Differential drive
NL8602250A (nl) Automatische transmissie.
EP1420195B1 (en) Continuously variable ratio drive
KR100483939B1 (ko) 무단 변속기 부착 동력 전달장치
BE1025951A1 (nl) Eindaandrijf-subsysteem, transmissiesysteem, motorvoertuig, en werkwijze voor aandrijven van een motorvoertuig
GB2394519A (en) A continuously variable transmission device
CA1161277A (en) Automatic transmission
GB2339863A (en) A continuously-variable transmission device
US2849885A (en) Friction transmission in two ranges
US4464954A (en) Automatic transmission
GB2130314A (en) Variable-ratio friction planetary gear
JPH0833170B2 (ja) ベルト式無段変速装置
EP3768585B1 (en) Transmission group for motor vehicles comprising a reverse gear and related motor vehicle
SU1614944A1 (ru) Бесступенчата трансмисси транспортного средства
GB2106198A (en) Automatic transmission

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed