NL8601821A

NL8601821A - Werkwijze om energie op te wekken door middel van een inrichting die gebruik maakt van de gyroscopische krachten -ontstaan door de rotatie van de aarde- van een roterende massa.

Info

Publication number: NL8601821A
Application number: NL8601821A
Authority: NL
Original assignee: Marten Johannes De Velde
Priority date: 1986-07-11
Filing date: 1986-07-11
Publication date: 1988-02-01

Description

• r ^ * - 1 -

Werkwijze om energie op te wekken door middel van een inrichting die gebruik maakt van de gyroscopische krachten -ontstaan door de rotatie van de aarde- van een roterende massa.

De uitvinding betreft een werkwijze om energie op te wekken door middel van een inrichting die gebruik maakt van de gyroscopische krachten -ontstaan door de rotatie van de aarde- van een roterende massa 5 waarbij de energie wordt onttrokken aan de rotatie-energie van de aarde.

Bekende werkwijzen om energie op te wekken zijn bijvoorbeeld gas-, olie- en kolenverbranding, alsmede kernsplitsing. De nadelen, die deze werkwij-10 zen hebben, bijvoorbeeld de milieuverontreiniging, alsmede· de gevaren die bijvoorbeeld in het bijzonder bij kernsplitsing aanwezig zijn, zijn zo algemeen bekend dat deze hier geen nader betoog hoeven.

Het doel van de uitvinding is een werkwijze om 15 energie op te wekken die deze nadelen en/of gevaren niet heeft. Dit wordt bereikt, door een roterende massa, welke massa in het vervolg van deze beschrijving ,,vliegwiel,, genoemd zal worden, zodanig op te stellen, dat de as door het middelpunt van het vlieg-20 wiel kan kantelen in het vlak, welk vlak bepaald wordt door 1) een loodrechte lijn op de denkbeeldige Noord-Zuid-as van de aarde en 2) een lijn in de richting Oost-West. Daardoor wordt de richting van de opstelling (de ophanging van het vliegwiel) bepaald 25 door de breedtegraad. Wordt de inrichting bijvoorbeeld op 50° Noorderbreedte geplaatst dan zal de hoek van de richting van de opstelling eveneens 50° bedragen ten opzichte van een waterpas oppervlak terwijl de punt van deze hoek naar het Zuiden wijst.

30 Stelt men zich deze inrichting voor op de Noordpool 8601821 - 2 - voor, dan zal de as door het middelpunt van het vliegwiel loodrecht staan op de denkbeeldige Noord-Zuid-as van de aarde. Met de Noord-Zuid-as van de aarde wordt steeds bedoeld de Noord-Zuid-rotatie-as 5 en niet de magnetische. Indien deze opstelling op de Noordpool nader beschouwd wordt, dan blijkt dat, indien de as van het vliegwiel onbelemmerd kan kantelen in het aangegeven vlak, dat per 24 uur, het vliegwiel ten opzichte van de aarde éénmaal 360“ zal kantelen 10 omdat tengevolge van de gyroscopische krachten, het vliegwiel in zijn normaalvlak zal blijven draaien. Deze 360° kanteling zal ook optreden op iedere andere breedtegraad mits aan de voornoemde voorwaarden van kantelvlak en daarmee richting van opstelling wordt 15 voldaan. Indien het kantelen van het vliegwiel tegengehouden wordt (door middel van bijvoorbeeld een tandwielconstructie, aan te brengen op de ophanging, of bijvoorbeeld door een gewicht op te tillen, door een aan de ophanging bevestigde constructie), zodanig 20 dat de kanteling tot bijvoorbeeld 180° per 24 uur wordt beperkt, dan zullen de voornoemde als voorbeeld gegeven constructies arbeidsvermogen ontlenen aan de gyroscopische krachten die door het tegenhouden van de kanteling van het vliegwiel ten opzichte van de 215 aarde ontstaan, welk arbeidsvermogen dus feitelijk wordt onttrokken aan de rotatie-energie van de aarde. Hierbij dient het vliegwiel een zodanig grote omwen-telingssnelheid en massa te hebben, dat de opgeleverde energie meer is dan de energie die vereist is om 30 bijvoorbeeld de lagerweerstand en de luchtweerstand van het vliegwiel te overwinnen.

8601821

Claims

1. Werkwijze om energie op te wekken, met het kenmerk, dat de energie wordt opgewekt door middel van een inrichting die gebruik maakt van de gyrosco-pische krachten -ontstaan door de rotatie van de 5 aarde- van een roterende massa, waarbij dus energie wordt onttrokken aan de rotatie-energie van de aarde.

2. Werkwijze om energie op te wekken volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat, om optimale rasul- 10 taten te verkrijgen, de in conclusie 1 genoemde roterende massa geen willekeurig c.q. onregelmatig gevormde massa dient te zijn, maar een zo zuiver mogelijk cirkelvormig vliegwiel, dat een zodanig glad oppervlak heeft, dat zo weinig mogelijk luchtweer-15 stand optreedt, en tevens een vorm bezit, zodanig dat de meeste massa geconcentreerd is zo dicht mogelijk bij de buitendiameter van het vliegwiel, welk vliegwiel onderdeel is van de inrichting, genoemd in conclusie 1.

3. Werkwijze om energie op te wekken volgens één of meer van de vorige conclusies, met het kenmerk, dat de hoeveelheid opgewekte energie ondermeer samenhangt met het vlak waarin de roterende massa kan kantelen en daarmee tevens van de richting van 25 de eveneens gelagerde ophanging van de constructie waarop de lagers van de roterende massa zijn gebouwd. De meest optimale richting wordt bepaald door de de breedtegraad waar de inrichting is opgesteld.

4. Werkwijze om energie op te wekken volgens 30 één of meer van de vorige conclusies, met het kenmerk, dat de resultaten optimaal zullen zijn indien de inrichting zo is geconstrueerd, dat het vlak waarin de as van de roterende massa kan kantelen, bepaald wordt door twee richtingen; 1: de richting, 35 voorgesteld door een loodrechte lijn op de denkbeel- 8601821 - 4 - dige Noord-Zuid-as van de aarde; en 2: de richting voorgesteld door de lijn in de richting Oost-West.

5. Werkwijze om energie op te wekken volgens één of meer van de vorige conclusies, met het 5 kenmerk, dat de resultaten optimaal zullen zijn in-dien de inrichting zo is geconstrueerd dat de richting van de constructie waarop de lagers van de roterende massa zijn gebouwd evenwijdig, parallel is met de denkbeeldige Noord-Zuid-as van de aarde. De 10 hoek van de lijn die deze richting voorstelt ten opzichte van een waterpas oppervlak zal gelijk of nagenoeg gelijk zijn aan de breedtegraad.

6. Werkwijze om energie op te wekken volgens één of meer van de vorige conclusies, met het 15 kenmerk, dat, uitgaande van het feit dat 1) bij vastzetten van de mogelijkheid tot kantelen van de as van de roterende massa ten opzichte van de aarde, zowel als bij 2) het onbelemmerd laten kantelen van da as van de roterende massa ten opzichte van de aarde, 20 geen energie opgewekt wordt, de roterende massa in zijn kanteling uit zijn normaalvlak dient te worden tegengehouden, welke tegenhouding in feite de ener-gieopwekkingveroorzaakt, waarbij de hoeveelheid opgewekte, c.q. van de aardrotatie-energie onttrokken 25 energie samenhangt met de mate waarmee de kanteling van de roterende massa wordt tegengehouden. 860 1 821·'