NL8601806A

NL8601806A - Werkwijze voor het bevorderen van de gezondheid en de groei van biggen.

Info

Publication number: NL8601806A
Application number: NL8601806A
Authority: NL
Original assignee: Weiproduktenfabriek Borculo W
Priority date: 1986-07-10
Filing date: 1986-07-10
Publication date: 1988-02-01
Also published as: EP0317668A1; CA1326159C; US4857338A; IE63423B1; DK354087A; DE3722764A1; DK354087D0; IE871851L

Description

VO 3233

WERKWIJZE VOOR HET BEVORDEREN VAN DE GEZONDHEID EN DE GROEI VAN BIGGEN

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bevorderen van de gezondheid en de groei van biggen.

In de varkensfokkerij is sterfte onder zeer jonge biggen ten gevolge van microbiële infecties, in het bijzonder coli-infecties, dikwijls een 5 ernstig probleem. Gedurende de eerste 4 1 6 dagen na de geboorte worden de biggen uitsluitend gevoed door zogen. Zij nemen dan nog geen ander voer, vloeibaar of vast, op dan de zeugemelk. Het natuurlijke afweersysteem van de biggen tegen microbiële infecties is in deze eerste dagen nog niet volledig tot ontwikkeling gekomen. Derhalve zijn zij erg vat-^ baar voor dergelijke Infecties.

Een symptoom van dergelijke infecties is doorgaans hevige diarree. De biggen drogen uit en verzwakken. De kans op sterfte is hierdoor zeer groot. Als de biggen niet bezwijken aan de diarree lopen ze toch minstens een groeiachterstand op.

3_5 Zowel door de sterfte als door de groeiachterstand lijdt de boer aanzienlijke schade. Het optreden van hevige diarree gedurende de eerste levensdagen van de biggen wordt door de boer doorgaans gediagnostiseerd als coli-infectie. Ter bestrijding hiervan worden veelal de biggen dagelijks ingespoten met geneesmiddelen. In de regel worden in stallen 20 waar coli-diarree is geconstateerd niet alleen de aangetaste biggen doch ook de nog gezonde biggen preventief ingespoten met deze geneesmiddelen. Het is duidelijk dat deze werkwijze bij wat grotere aantallen biggen zeer arbeidsintensief en kostbaar is. Bovendien is deze werkwijze voor de dieren stress-bevorderend.

25 Na de zoogperiode of ten minste 4 a 6 dagen na de geboorte gaan de jonge biggen over op droogvoeding. Van belang bij de opfok van biggen is dat behalve het voorkomen van genoemde problemen tevens tegen zo laag mogelijke kosten een optimaal resultaat wordt bereikt. Dit betekent dat. gestreefd wordt naar een zo kort mogelijke opfokduur, terwijl toch het 20 vereiste minimumaflevergewicht wordt bereikt.

SS 018 0 6 % 2

Gevonden is nu dat de hierboven beschreven problemen kunnen worden opgelost en het doel van de groeibevordering kan worden gerealiseerd door aan jonge biggen een droog mengsel toe te dienen bestaande uit: 1 tot 4 delen vocht 5 3 tot 5 " calciumformiaat 1 tot 25 " vet tot 28 " eiwit 13 tot 20 " mineralen 3 tot 5 " citraat 10 30 tot 50 " lactose

Zoals boven uiteengezet, nemen biggen op dergelijk jonge leeftijd uit zich zelf nog geen ander voer op dan de melk verstrekt door de zeug. Bij het toedienen van het droogmengsel wordt daarom gebruik gemaakt van de instinctieve neiging tot wroeten in de grond, welke de biggen reeds on-^ middellijk na de geboorte vertonen. Het droogmengsel wordt daartoe gemengd met een geschikte drager, zoals bijvoorbeeld aarde of compost. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt, betrokken op de totale massa 10 tot 60% droogmengsel aan de aanwezige massa, bestaande uit aarde of compost toegevoegd. Uit nieuwsgierigheid gaan de jonge biggen wroeten in 2q de wroetlaag waarbij zij onopzettelijk doch spelenderwijs het droogmengsel tot zich nemen. Wanneer de biggen de leeftijd van 4 a 6 dagen hebben bereikt, begint de periode waarin zij met droogvoer bijgevoederd worden.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt een droogyoeder bereid dat naast de gebruikelijke bestanddelen van 25 biggenvoer 5 tot 25% van het droogmengsel bevat.

Gebleken is nu dat bij tomen biggen die het droogmengsel verstrekt kregen diarree in zeer veel mindere mate voorkwam dan bij tomen die het droogmengsel ^versterktkregen. Vroegtijdige sterfte ten gevolge van diarree is daarmee tevens vrijwel uitgebannen. Doordat de biggen ge-3Q zonder zijn, ontwikkelen zij zich normaal in hun groei.

Als bijkomend voordeel van de beschreven werkwijze kan het positieve effect op het geestelijke welzijn van de dieren worden genoemd. Het 86Ö1806 3 ito· φ wroeten geeft afleiding, waardoor minder stressbelasting optreedt. Hierdoor brengen de dieren elkaar minder verwondingen toe, hetgeen weer resulteert in een betere lichamelijke conditie.

Het is duidelijk dat de hier beschreven werkwijze ter bestrijding van 5 diarree grote voordelen biedt vergeleken met de tot nu toe bekende werkwijze. De werkwijze is in het geheel niet arbeidsintensief en is goedkoop.

Bovendien blijkt toediening van biggenvoer dat het droogmengsel volgens de uitvinding bevat gedurende de gehele opfokperiode een snellere groei £q van de biggen tot gevolg te hebben.

Aan de hand van de volgende tabellen wordt het effect van de werkwijze volgens de uitvinding nader toegelicht.

Proef 1

Biggensterfte in % van levend,geborenen tot aflevering i5 Gebruikelijk biggenvoer Biggenvoer volgens de uitvinding

Bedrijf A 26 10

Bedrijf B 20 13

Bedrijf C 21 12 2Q Bedrijf D 18 12

Bedrijf E 15 7

Bedrijf F 13 7 8601806 4

Proef 2

Vergelijking biggenvoer volgens de uitvinding met bekend biggenvoer Groep 1: voer (gebruikelijke samenstelling)

Groep 2: voer volgens de uitvinding (voer gebruikelijke samenstelling dat droogmengsel zoals eerder omschreven bevat) 5

................i ........ ._ι.ί..ι·_——^β.^Im—mMB

Groep 1 2

Aantal biggen 40 42

Leeftijd in dagen 71,0 68,6

Afleveringsgewicht biggen in kg 22,2 24,8 10 Groei in grammen per dag vanaf geboorte 291 340

Voederconversie 1,18 0,94

Gevoederd (kg) (oude samenstelling) 24,5

Gevoederd (kg) (voer vlgs uitvinding) 22,0

Resultaat 15 Het voer volgens uitvinding gaf een betere groei per dag, met als resultaat een verkorte opfokperiode en een lager voederverbruik.

De uitvinding wordt aan de hand van de navolgende voorbeelden nader toegelicht.

Voorbeeld 1 20 · Alle in dit voorbeeld genoemde gehaltes zijn uitgedrukt in gewichts-percentages (% w/w).

Zoete kaaswei werd in een meertrapsvacuümvalstroomverdamper geconcentreerd tot een drogestofgehalte van 58%. De verkregen vloeistof werd 8601805 5 door langzaam afkoelen tot 13°C tot kristalliseren gebracht. De gevormde melksuikerkristallen werden door centrifugeren verwijderd. De drogestof van de resterende moederloog bevatte 25% eiwit, 16% mineralen, 4% ci-traat en 55% melksuiker. Deze moederloog werd in een vacuümvalstroom-5 verdamper bij 55°C geconcentreerd tot een drogestofgehalte van 40%.

Aan 10.000 kg van dit concentraat werd 450 kg geraffineerd rundvet bij 60°C toegevoegd. In het rundvet was 0,5% antioxidant en 1% emulgator (glycerolmonostearaat) aanwezig.

Het mengsel werd vervolgens gehomogeniseerd bij een druk van 100 bar, IQ waarna aan het homogenisaat 250 liter zoutzuur (30%) onder intensief roeren werd toegevoegd. Deze zure vloeistof werd gedroogd in een verstuivingsdroogtoren met hete lucht. Tijdens de pneumatische afvoer van het droge poeder werd poedervormig calciumformiaat in de poeder-stroom gedoseerd in een verhouding 1 : 25.

15 Aldus werd een poeder verkregen van de volgende samenstelling: 3,0% vocht 9,3% vet 20,6% eiwit 14,9% mineralen 2q 3,3% citraat 3,7% calciumformiaat 45,2% melksuiker 10 kg van het aldus bereide droge poeder werd gemengd met 90 kg van een droog biggenvoer, bestaande uit 35 kg gerst, 34,1 kg ontsloten mais, 25 10 kg mager melkpoeder, 4,5 kg aardappeleiwit, 4 kg vismeel, 2,4 kg van een gebruikelijk mineralen+vitaminen+aminozurenmengsel.

Voorbeeld 2 25 kg van het droge poeder als beschreven in voorbeeld 1 werd gemengd met 75 kg compost, in de handel gebracht door TRIO BV onder de merknaam 2Q TRIO-BEBI» Het aldus verkregen mengsel werd op de. vloer van biggen- stallen aangebracht.

8601306

Claims

1. Werkwijze voor het bevorderen van de groei van biggen met het kenmerk dat aan de biggen wordt toegediend een droogmengsel bestaande uit: 1 tot 4 delen vocht 1 tot 25 " vet -18 tot 28 " eiwit 13 tot '20 “ mineralen 3 tot 5 ” citraat 3 tot 5 " calciumformiaat 30 tot 50 " melksuiker 10

2* Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk dat aan de in de biggenstal als wroetlaag aanwezige massa bestaande uit compost, aarde of dergelijke wordt toegevoegd 10 tot 60% betrokken op de totale massa van een droogmengsel bestaande uit: 1 tot 4 delen vocht 1 tot 25 " vet _ 18tot 28 " eiwit 13 tot 20 " mineralen 3 tot 5 " citraat 3 tot 5 " calciumformiaat 30 tot 50 " melksuiker 2Q

3* Werkwijze voor de bereiding van een, de groei van biggen bevorderend mengsel geschikt voor toepassing bij de werkwijze volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat een mengsel wordt bereid bestaande uit compost, aarde of dergelijke waaraan is toegevoegd 10 tot 60% betrokken op de totale massa vein een droogmengsel bestaande uit: 88 0 1 sg 0 6 V 7 1 tot 4 delen vocht 1 tot 25 " vet 18 tot 28 " eiwit 13 tot _ * mineralen 2. tot 5 " citraat 3 tot 5 " calciumformiaat 30 tot 50 " melksuiker

4« Werkwijze voor de bereiding van een biggenvoer geschikt voor toepassing bij de werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk dat een droogvoer wordt bereid dat naast de gebruikelijke bestanddelen van biggenvoer 5 tot 25% van het droogmengsel bevat bestaande uit; 1 tot 4 delen vocht 1 tot 25 " vet 18 tot 28 ” eiwit 13 tot 20 " mineralen 3 tot 5 " -citraat 3 tot 5 " calciumformiaat 30 tot 50 " melksuiker S 6 Ö1 8 0S