NL8601516A - Envelop. - Google Patents

Description

- 1 -

Envelop.

De uitvinding heeft betrekking op een envelop verkregen door het vouwen van een uitgesneden vel papier of dergelijk materiaal en omvattende: een voorblad; een door een eerste vouwlijn daarmee verbonden achterblad; 5 een door een tweede, evenwijdig aan de eerste lopende, vouwlijn met het voorblad verbonden sluitklep, die ten minste gedeeltelijk over het achterblad heenvalt; en zijstroken, die door haaks op de eerstgenoemde vouwlijnen staande vouwlijnen met het voorblad zijn verbonden, en 10 waaraan de randen van het achterblad zijn vastgekleefd.

Dergelijke enveloppen worden op grote schaal gebruikt door de grafische industrie, die de enveloppen bedrukt voordat zij aan de afnemers en gebruikers ter hand worden gesteld.

15 Dit bedrukken vindt in hoofdzaak plaats op druk persen, die zijn voorzien van een inlegapparaat dat de bovenste envelop van een stapel invoert. Dergelijke drukpersen zijn bijvoorbeeld de Heidelberg-degelautomaat en de offset-machine Heidelberg GTO.

20 De bovenbeschreven enveloppen hebben nu het bezwaar, dat de bovenkant van een stapel, zoals deze in de machine wordt gelegd, altijd scheef ligt, wat het invoeren van de envelop in de machine bemoeilijkt. Om dit te voorkomen worden soms kleine stapels in de machine geplaatst of 25 worden onder de stapel eerst wiggen gelegd, die daartoe speciaal in de handel zijn. Zowel het een als het ander is niet voldoende en tijdrovend.

De uitvinding beoogt nu dit bezwaar op te heffen en voorziet er daartoe in, dat de zijstroken aan het einde, 30 dat zich nabij de vouwlijn tussen voor- en achterblad bevindt, zijn voorzien van een omgevouwen lip die op de strook ligt.

Op deze wijze wordt bereikt, dat nabij de vouwlijn, die zich tussen voor- en achterblad bevindt een totale 35 dikte van de envelop wordt verkregen, die vier maal de dikte van het vel bedraagt. Op elkaar liggen daar namelijk het voorblad, de zijstrook, de omgevouwen lip van de zij- 8601516 r - - 2 - strook en het achterblad. Bij de andere langsrand van de envelop liggen op elkaar: het voorblad, de zijstrook, het achterblad en de sluitklep, zijnde eveneens vier maal de dikte van het vel.

5 Gebleken is dan ook, dat een zeer groot aantal enveloppen, vervaardigd volgens de onderhavige uitvinding, op elkaar kunnen worden gestapeld, terwijl toch de bovenste envelop van de stapel nog horizontaal ligt.

Volgens de uitvinding zal er bij voorkeur in worden 10 voorzien, dat de omgevouwen lip zich tussen de zijstrook en het achterblad van de envelop bevindt.

Op deze wijze wordt bereikt, dat een in de envelop aan te brengen vel geen enkele hinder kan ondervinden van de omgevouwen lip van de zijstrook.

15 Verder zal er in worden voorzien, dat de lip zodanig is uitgesneden dat hij binnen de omtrek van het achterblad van de envelop ligt.

Hierdoor wordt bereikt, dat van buitenaf de lip in het geheel niet zichtbaar is, zodat het uiterlijk van de 20 envelop niet nadelig wordt beïnvloed.

De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de tekening, waarin: fig. 1 een aanzicht toont van een uitgesneden vel, 25 met een deel van een daarop volgend vel, uit welke vellen een envelop volgens de onderhavige uitvinding kan worden gevouwen; en fig. 2 een doorsnede toont van een gevouwen envelop,, ter plaatse van de lijn II-II van fig. 1, maar met de 30 verschillende delen van de envelop op afstand van elkaar en met een zeer vergroot weergegeven dikte van het vel.

Fig. 1 toont een vel 1, waaruit de in fig. 2 in doorsnede weergegeven envelop 2 kan worden gevouwen.

De envelop 2 omvat: het voorblad 3; het door de vouwlijn 4 35 daarmee verbonden achterblad 5; de door de vouwlijn 6 met het voorblad 3 verbonden sluitklep 7; de door de vouwlijnen 8 met het voorblad 3 verbonden zijstroken 9, die door middel van de vouwlijnen 10 zijn verbonden met uitstekende lippen 11.

40 Wanneer uit het vel 1 een envelop 2 wordt gevouwen, 860 1 5 1 6 - 3 - worden de zijstroken 9 langs de vouwlijnen 8 omgevouwen. Wanneer aangenomen wordt dat fig. 1 de binnenzijde van de te vormen envelop toont, worden de zijstroken 9 naar voren toe omgevouwen en de lip 11 van een zijstrook 9 komt 5 daarna op de zijstrook 9 te liggen, zoals dit is weergegeven in het omcirkelde deel beneden in fig. 1. Dan wordt het achterblad 5 om de vouwlijn 4 naar voren toe gevouwen, zodat het op de. lippen 11 en de zijstroken 9 komt te liggen om daaraan te worden vastgekleefd. Ten 10 slotte wordt de sluitklep 7 om de vouwlijn 6 naar voren toe gevouwen,

Fig. 2 toont de verschillende lagen van de envelop nabij een zijrand daarvan en wel volgens de lijn II-II van fig. 1, maar na het vouwen van de envelop wanneer 15 dus op het voorblad 3 de zijstrook 9 ligt met bij het ene einde daarvan de lip 11 en daarop het achterblad 5.

Bij het andere einde van de zijstrook 9 ligt het achterblad 5 direkt daarop en ligt op het achterblad de sluitklep 7. Op alle hoeken van de envelop is de dikte van de 20 envelop vier maal de dikte van het vel 1.

Het is duidelijk, dat de lip 11 direkt op de zijstrook 9 ligt en daaraan kan zijn vastgekleefd, terwijl het achterblad 5 is vastgekleefd aan de zijstrook 9 en aan de lip 11. Een in de envelop op te nemen vel papier 25 kan worden geschoven in de ruimte 12, die zich bevindt tussen de zijstroken 9 en het voorblad 3. Meer naar het midden van de lengte van de envelop toe ontbreekt uiteraard de zijstrook 9 en bevindt het in de envelop opgenomen vel zich direkt tussen het voorblad 3 en het achterblad 5.

- conclusies - 8601516

Claims (4)

1. Envelop verkregen door het vouwen van een uitgesneden vel papier of dergelijk materiaal en omvattende: een voorblad; een door een eerste vouwlijn daarmee verbonden achterblad; een door-een tweede, evenwijdig aan de 5 eerste lopende, vouwlijn met het voorblad verbonden sluitklep die ten minste gedeeltelijk over het achterblad heenvalt; en zijstroken die door haaks op de eerstgenoemde vouwlijnen staande vouwlijnen met het voorblad zijn verbonden en waaraan de randen van het achterblad zijn 10 vastgekleefd, met het kenmerk, dat de zij-stroken (9) aan het einde, dat zich nabij de vouwlijn (4) tussen voorblad (3) en achterblad (5) bevindt, zijn . voorzien van een omgevouwen lip (11) , die op de zij strook. (9) ligt.

2. Envelop volgens conclusie 1, m e t het ken merk, dat de omgevouwen lip (11) zich tussen de zij-strook (9) en het achterblad (5) van de envelop (2) bevindt.

3. Envelop volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de lip (11) zodanig is uitgesneden dat hij 30 binnen de omtrek van het achterblad (5) van de envelop (2) ligt.

4. Envelop als beschreven en/of weergegeven in de tekening. 8601516