NL8600950A - Wegwerpluier. - Google Patents

Description

b.s «ï VO 8146

Wegwerpluier.

De uitvinding heeft betrekking op een wegwerpluier en meer in het bijzonder op een luier met een bepaalde contour voorzien van kruisafsluitingen en/of middelafsluitingen.

Tot nu toe zijn elastisch uitgevoerde van een bepaalde 5 contour voorziene luiers verschaft, zoals die, beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.860.003, waarbij aan de kruisgedeelten van de luier elastische stroken zijn bevestigd en deze stroken zich op een afstand van tenminste 19 mm van het absorberende kussen bevinden voor het vormen van elastisch gemaakte kruisafsluitingen ter bevestiging over 10 de benen van het kind teneinde liet weglekken van fluïdum uit het inwendige van de luier langs de benen van het kind te beletten. De elastisch gemaakte stroken zijn op een afstand van meer dan 19 mm van het absorberende kussen opgesteld voor het verschaffen van een brede samentrekbare zijlip voor een beter vasthouden.

15 In het Amerikaanse octrooischrift 4.050.462 zijn in het kruisgebied van de luier elastische stroken aanwezig, waarbij een aantal grove dwarsrimpels over de breedteafmeting van het kruisgedeelte is gevormd om het absorberende vermogen in het kruisgebied te verbeteren.

Het is evenwel gebleken, dat deze plooien kunnen werken als een kanaal, 20 hetgeen leidt tot een sterke lek uit de luier en dat de plooien in het kruisgebied onaangenaam zijn voor het zitvlak van het kind wanneer dit zit, meer in het bijzonder wanneer de luier niet is verzadigd.

In het Britse octrooischrift 2.023.431 is een van een bepaalde contour voorziene wegwerpluier beschreven, welke is voorzien 25 van elastisch gemaakte middelbanden en kruisafsluitingen.

Geen van deze octrooischriften toont een wegwerpluier, . waarbij de elastische onderdelen van de kruis- en middelband elkaar fysisch bij de oren van een luier met een bepaalde contour snijden om de oren vóórdat de luier bij een kind wordt aangebracht in een opgerichte 30 positie te houden.

Elastisch gemaakte middelafsluitingen bestaan reeds lang en zijn bekend voor verschillende kledingsstukken waaronder luiers. De- 2 β 4 - ' Cr ze middelafsluitingen dienen om het kledingsstuk op zijn plaats te houden en niet voor de twee extra doeleinden van de uitvinding nl. het verschaffen van een fluïdumbarrière en het verschaffen van een samenwer-kingseffect in combinatie met de kruisafsluitingen, waarbij de kruis-5 afsluitingen een directe initiële belasting op de fysisch snijdende middelafsluitingen verschaffen en de middelafsluitingen een initiële belasting voor de kruisafsluitingen verschaffen. Bovendien kunnen de elastische middelafsluitingen zodanig worden uitgevoerd, dat zij ook dienen als een middel voor het bevestigen van de luier. De oren worden ook 10 in een opgerichte positie gehouden.

De uitvinding elimineert de bezwaren van de bekende luiers doordat langs de tegenover elkaar gelegen zijden van de luier en langs het middelgedeelte van de luier elastische onderdelen zijn, waardoor kruisaflsuitingen en middelafsluitingen worden gevormd, die 15 elkaar fysisch snijden en met elkaar samenwerken voor het uitoefenen van een directe initiële belasting op elkaar in verband met de directe trekkracht, welke zij op het snijdende elastische onderdeel uitoefenen.

Volgens de uitvinding wordt een luier met een in hoofdzaak zandlopervormige configuratie verschaft, welke is voorzien van 20 een stuenvel, een absorberend kussen op het steunvel en een bovenvel, dat zich op het absorberende lichaam bevindt. Tegenover elkaar gelegen elastische zijonderdelen zijn zowel aan het steunvel als aan een tegenovergelegen elastisch middelonderdeel bevestigd, waardoor respectievelijk kruisafsluitingen en een middelafsluiting worden gevormd, die elkaar 25 fysisch snijden bij de oren en met elkaar samenwerken om een directe initiële belasting en rek bij de middelafsluiting respectievelijk de kruisafsluiting te verschaffen, waarbij de oren op een positieve wijze opgericht worden gehouden in plaats van dat men deze achterwaarts laat omklappen hetgeen het geval is, wanneer de elastische onderdelen elkaar 30 niet bij de oren snijden. De elastische kruis- en middelafsluitingen kunnen meer in het bijzonder als fluldumbarrières dienen wanneer zij zich boven het absorberende kussen bevinden. De middelafsluiting Of -afsluitingen kunnen zich ook voorbij de zijranden van de luier uitstrekken voor het verschaffen van integrale organen in plaats van de conven-35 tionele afzonderlijke uit een band bestaande liporganen om de luier om het kind te bevestigen.

In de figuur vindt men een bovenaanzicht van een weg- i?'* .

3 werpluier volgens de uitvinding.

In deze figuur is met 10 in het algemeen een elastisch gemaakte en een bepaalde contour bezitten luier volgens de uitvinding aangegeven. De luier 10 heeft een zandloperconfiguratie voor een kruis-5 gebied 12 en vier gedeelten met grotere breedte, welke oren 14, 16, 18 en 20 bepalen. De luier omvat een steunvel 22 van ondoorlaatbare poly-etheen of polypropeen of dergelijke. Een bovenvel 24, bij voorkeur uit niet-geweven polyetheen- of polypropeenvezels of een combinatie daarvan is langs de omtreksranden van de luier 10 aan het steunvel 22 10 bevestigd en wel bij voorkeur met een hechtmiddel, hetzij een hecht-middel met hoog smeltpunt hetzij een drukgevoelig hechtmiddel, of door een thermische afdichting. Tussen het bovenvel 24 en het steunvel 22 bevindt zich een absorberend kussen 26, dat uit houtdons of dergelijke kan bestaan. Indien gewenst kunnen opvulvellen aanwezig zijn.

15 Er is een eerste paar elastisch gemaakte stroken 34 en 36 aanwezig. Het steunvel 22 wordt aan het bovenvlak daarvan bekleed met hechtlijnen of -punten 25 en de stroken 34 en 36 worden derhalve, in gerekte toestand, over de gehele lengte van de luier en in het algemeen in conformiteit met de contour van de luier met het steunvel 22 verbonden, 20 waarbij een gedeelte van elke strook 34 en 36 zich boven het kussen 26 bevindt en zich optioneel geheel over het kussen bij de oren 14, 16, 18 en 20 bevindt. De stroken 34 en 36 worden door het hechtmiddel bij voorkeur in het kruisgebied met de uiteinden, die zich boven de oren 14, 16, 18 en 20 bevinden, aan de einden van de luier bevestigd.

25 Een tweede paar elastisch gemaakte onderdelen wordt, in gerekte toestan , aangegeven bij 38 en 40, met het steunvel 22 verbonden en deze onderdelen zijn voor water ondoorlaatbaar waardoor zij fluidumbarrières vormen en worden tussen het steunvel 22 en het bovenvel 24 bevestigd hetzij door een hechtmiddel hetzij thermisch afdichten, 30 en dienen voor het vormen van middelafsluitingen. De elastische onderdelen 38 en 40 snijden elkaar fysisch, bevinden zich boven elkaar en zijn door een hechtmiddel met de elastische onderdelen 34 en 36 verbonden.

De elastische stroken 38 en 40 strekken zich onder een bijna rechte hoek ten opzichte van de elastisch gemaakte stroken 34 of 35 36 uit en zijn met het steunvel 22 met een geringe initiële trekkracht 4 - r\ï

W' V

daarop uitgeoefend verbonden. Derhalve werken de stroken 38 en 40 en de stroken 34 en 36 met elkaar samen om op de respectieve daardoor gevormde kruisafsluitingen en middelafsluitingen een directe initiële belasting en rek uit te oefenen en verzekeren zij derhalve een meer com-5 fortabele en betere passing, terwijl de oren 14, 16, 18 en 20 in een opgerichte positie worden gehouden, waardoor deze gemakkelijk toegankelijk zijn wanneer de luier bij een kind wordt aangebracht. De stroken 38 en 40 en de stroken 34 en 36 worden bij voorkeur vervaardigd uit een waterdicht materiaal, waardoor verder fluïdumafdichtingen worden verzekerd.

10 De wenselijkheid van de oren 14, 16, 18 en 20 om te zijn opgericht, wordt versterkt door het feit, dat de elastische onderdelen 38 en 40 van het middel zich voorbij de zijranden van de luier, zoals bij 50, kunnen uitstrekken en kunnen worden bekleed met een drukgevoelig hechtmiddel, dat is beschermd door een weg te trekken vrijgeefvel. Dit maakt het moge-15 lijk, dat de uitsteeksels 50 als geschikte aangehechte elastisch gemaakte bevestigingsorganen voor het op een instelbare wijze aanbrengen van de luier op het kind dienen.

De luier neemt in de initiële toestand daarvan, in verband met de voorgerekte toestand van de onderdelen, een bootvormige con-20 figuratie aan. Bij de bekende, een bepaalde contour bezittende weg-werpluiers worden de oren niet ondersteund en zullen deze de neiging hebben naar achteren om te klappen, waardoor het minder geschikt is om bandvormige bevestigingsorganen te gebruiken om de luier op het kind aan te brengen. Omdat de voorgerekte elastische onderdelen 34, 36 en 25 38, 40 elkaar bij de oren snijden, worden de oren opgericht en kunnen de uitsteeksels 50 op een eenvoudige wijze worden vastgenomen en gebruikt om de luier op het kind aan te brengen. Indien gebruik werd gemaakt van conventionele bandvormige bevestigingsorganen en geen uitsteeksels 50 aanwezig waren, vereenvoudigt de opgerichte positie van de oren het aan-30 brengen van de luier bij een kind.

Claims (11)

1. Wegwerpluier, gekenmerkt door een steunvel, een absor berend kussen op dit steunvel, een bovenvel, dat zich boven het absorberende lichaam bevindt, welk bovenvel aan het steunvel bij de tegenover elkaar gelegen omtreksranden daarvan is bevestigd, een eerste paar tegen-5 over elkaar gelegen elastische zijonderdelen, die aan het steunvel langs twee tegenover elkaar gelegen zijranden daarvan zijn bevestigd voor het bepalen van kruisafsluitingen, en een tweede paar elastische onderdelen, die aan het steunvel langs de eindranden zijn bevestigd voor het vormen van middelafsluitingen, waarbij het tweede paar elastische onderdelen 10 het eerste paar elastische onderdelen snijdt, en de kruisafsluitingen en de middelafsluitingen met elkaar samenwerken om op de middelafsluitingen respectievelijk de kruisafsluitingen een initiële belasting en rek uit te oefenen teneinde een verbeterde passing en aanpassing aan het lichaam tijdens het gebruik te effectuéren en te vereenvoudigen. 15 2. . Wegwerpluier volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het absorberende lichaam een zandloperconfiguratie heeft, welke oren bepaalt, die zich op een afstand van het kruisgebied bevinden, waarbij de paren elastische onderdelen elkaar bij deze oren snijden.

3. Wegwerpluier volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 de zijonderdelen en de middelonderdelen waterdicht zijn en fluïdumbarriè- res vormen.

4. Wegwerpluier volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het absorberende lichaam een zandloperconfiguratie heeft, welke oren bepaalt, die op een afstand van het kruisgebied zijn gelegen, waarbij de 25 elastische zijonderdelen zich boven de oren bevinden en zich over de volle afmeting van de luier uitstrekken.

5. Wegwerpluier volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het absorberende lichaam een zandlopervozm heeft, welke oren bepaalt, die op eenafstand van het kruisgebied zijn gelegen, waarbij het tweede 30 paar elastische onderdelen zich ten opzichte van deze oren en de rest van de luier naar buiten uitstrekt voor het vormen van uitsteeksels, welke uitsteeksels met een drukgevoelig hechtmiddel zijn bekleed.

6. Wegwerpluier, gekenmerkt door een steunvel, een absorbe- i * ¾ rend kussen op het steunvel, welk absorberend kussen een zandloperconfi-guratie heeft, welke paren oren bepaalt, die op een afstand van het kruisgebied zijn gelegen, een bovenvel, dat zich boven het absorberende kussen bevindt, welk bovenvel aan het steunvel is bevestigd bij ten-5 minste twee tegenover elkaar gelegen omtreksranden daarvan, een eerste paar elastische onderdelen, hechtorganen, welke het eerste paar elastische onderdelen aan het steunvel langs twee tegenover elkaar gelegen zijranden daarvan bevestigen voor het bepalen van kruisafsluitingen, waarbij de elastische zijonderdelen zich boven de oren bevinden, en een twee-10 de paar elastische onderdelen, dat aan het steunvel langs de eindranden daarvan is bevestigd teneinde middelafsluitingen te bepalen, waarbij het tweede paar elastische on-erdelen zich boven de oren bevindt en het eerste paar elastische onderdelen fysisch snijdt en daarmede samenwerkt om op de middelafsluitingen respectievelijk kruisafsluitingen een 15 directe initiële belasting en rek uit te oefenen en de oren in een opgerichte positie te houden.

7. Wegwerpluier volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het bovenvel thermisch afdichtend met het steunvel is verbonden.

8. Wegwerpluier volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat 20 de paren elastische onderdelen waterdicht zijn en fluxdumbarrières vormen.

9. Wegwerpluier volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het tweede paar elastische onderdelen uiteinden bezit, die zich voorbij de luier uitstrekken en uitsteeksels vormen, die in een opgerichte 25 positie worden gehouden, welke uitsteeksels zijn bekleed met een druk-gevoelig hechtmiddel en zijn voorzien van vrijgeefvellen daarop.

10. Wegwerpluier, gekenmerkt door een steunvel, een absorberend kussen op het steunvel, welk absorberend kussen een zandloper-configuratie heeft, welke paren oren bepaalt, die op een afstand van het 30 kruisgebied zijn gelegen, een bovenvel, dat zich boven het absorberende kussen bevindt en aan het steunvel is bevestigd, tegenover elkaar gelegen elastische zijonderdelen, hechtorganen, welke de elastische zijonderdelen aan het steunvel langs twee tegenover elkaar gelegen zijranden daarvan bevestigen teneinde kruisafsluitingen te bepalen, waarbij 35 de elastische zijonderdelen zich boven de oren bevinden, en elastische middelonderdelen, die aan het steunvel langs eindranden zijn bevestigd *> - 5 teneinde middelafsluitingen te bepalen, waarbij de elastische middelonder-delen zich boven de oren en boven de elastische zijonderdelen bevinden, waarbij de kruisafsluitingen en de middelafsluitingen met elkaar samenwerken om op respectievelijk de middelafsluitingen en kruisafslui-5 tingen een directe initiële belasting en rek uit te oefenen en de oren in een opgerichte positie te houden, waarbij de zijonderdelen en de middelonderdelen waterdicht zijn en fluidumafdichtingen vormen, en de hechtorganen zich in hoofdzaak over de volle lengte van het steun-vel uitstrekken teneinde een uiteentrekken van de luier en een verschui-10 ving van de vulling van het absorberende kussen te beletten.

11. Wegwerpluier volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de elastische middelonderdelen zich voorbij de zijranden van de luier uitstrekken en uitsteeksels vormen om de luier bij een kind aan te brengen, waarbij deze uitsteeksels zijn voorzien van hechtorganen ter be- 15 vestiging aan de luier.

12. Wegwerpluier volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de elastische middelonderdelen met de elastische zijonderdelen zijn verbonden.