NL8600877A

NL8600877A - RAILWAY TRAIN, BRUSH, TRUCK AND TRAILER.

Info

Publication number: NL8600877A
Application number: NL8600877A
Authority: NL
Original assignee: Alpha Engineering Ingenieurs E
Priority date: 1986-04-07
Filing date: 1986-04-07
Publication date: 1987-11-02
Also published as: ATE49733T1; EP0241099A1; EP0241099B1; DE3761478D1

Abstract

The ends of two trailers (4) normally used for road transport, are borne on a bogie (3) of a railway train by means of a rotatable coupling table (22). A trailer can lie on two bogies in accordance with a three point bearing. The end of the trailer which lies on two supports (11) of the coupling table (22) then rotates together with the table (22) relative to the rotary table frame, while the other end, which lies on only one rotary support (10), can rotate on its one rotary support (10) relative to the bogie (3). As a result the one end can be connected firmly with the coupling table (22), while the other end grips firmly (27, 77), and especially stably, on the part-spherical shaped rotary support (10).

Description

1 ί -1- Μ Kon/mf/4 Alpha Engineering1 ί -1- Μ Kon / mf / 4 Alpha Engineering

Spoorwegtrein, draaistel, schutwagen en opleggerRailway train, bogie, lorry and trailer

Uitvinders: Frans Oudendal te HuizenInventors: Frans Oudendal in Huizen

Thomas ter Schegget te NieuwegeinThomas ter Schegget in Nieuwegein

De uitvinding betreft op de eerste plaats een draaistel voor een spoorwegtrein, dat ingericht is voor het dragen van de einden van twee normaliter voor wegtransport gebruikte opleggers.The invention primarily relates to a bogie for a railway train, which is adapted to carry the ends of two trailers normally used for road transport.

55 Een dergelijke draaistel is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 2.709.969. Daarbij kunnen twee opleggers elk ten opzichte van het draaistel draaien om een zich in het middenlangevlak van het draaistel opgestelde draaipen, opdat een trein van draaistellen en opleggers zich aan railbochten 10 kan aanpassen. De opleggers worden daarbij ondersteund door horizontale oplegvlakken. In bochten en op variërende hellingen is er veel ongecontroleerde beweging tussen draaistellen en opleggers mogelijk, hetgeen tot veel slijtage van dit spoorweg- en opleggermateriaal leidt, in het bijzonder, 15 doordat de hoge trekkrachten van een trein niet goed tussen draaistel en oplegger worden overgedragen.55 Such a bogie is known from US patent 2,709,969. Two trailers can each rotate relative to the bogie about a pivot located in the center longitudinal plane of the bogie, so that a train of bogies and trailers can adapt to rail bends. The trailers are supported by horizontal bearing surfaces. In curves and on varying slopes, a lot of uncontrolled movement is possible between bogies and trailers, which leads to a lot of wear of this railway and trailer material, in particular, because the high tensile forces of a train are not transferred properly between the bogie and trailer.

De uitvinding heeft ten doel de opleggers beter op draaistellen op te leggen.The invention has for its object to better place the trailers on bogies.

Daartoe is het draaistel volgens de uitvinding gekeh-20 merkt, zoals aangeduid in conclusie 1.For this purpose, the bogie according to the invention is characterized, as indicated in claim 1.

Een oplegger kan volgens een driepuntsoplegging op twee draaistellen liggen. Het einde van de oplegger, dat op twee steunen van de koppeltafel ligt, draait dan tezamen met de koppeltafel ten opzichte van het draaitafelfreem, terwijl het 25 andere einde, dat slechts op één draaisteun ligt, om zijn ene draaisteun ten opzichte van het draaistel kan draaien. Hierdoor is het ene einde vast en stevig met de koppeltafel te verbinden, terwijl het andere einde vast en stevig en vooral eenduidig op de boldeelvormige draaisteun aangrijpt. De con-30 figuratie van de steunen is zodanig, dat bij het berijden Ö . - 5 7 / -2- P ? van hellingen de opleggers goed op de draaistellen aangrijpen.A semi-trailer can lie on two bogies according to a three-point support. The end of the semi-trailer, which rests on two supports of the coupling table, then rotates together with the coupling table with respect to the turntable frame, while the other end, which lies only on one turning support, can rotate around its one turning support with respect to the bogie to spin. As a result, one end can be firmly and firmly connected to the coupling table, while the other end firmly and firmly and unambiguously engages the spherical swivel support. The configuration of the supports is such that when driving Ö. - 5 7 / -2- P? from slopes, the trailers engage well on the bogies.

De uitvinding betreft en verschaft tevens een oplegger, zoals aangeduid in conclusie 6.The invention also relates to and provides a semi-trailer, as indicated in claim 6.

5 Bovendien betreft en verschaft de uitvinding een schut wagen, zoals aangeduid in conclusie 4.In addition, the invention relates to and provides a protective car, as indicated in claim 4.

Een trein, die uitgerust is met twee schutwagens volgens conclusie 5, kan een serie opleggers tussen zich op-nexnen, met de opleggers naar wens in de ene of de andere van 10 beide tegenovergestelde opstellingsrichtingen gekeerd. De vrije keuze van de opstellingsrichting van de opleggers kan het aan- en/of afrijden van opleggers, vooral op nauw bemeten rangeerstations vergemakkelijken. De schutwagen kan aan het van de oplegger afgekeerde andere einde voorzien zijn van het 15 normale koppelings- en stootwerk voor aansluiting aan een normaal treindeel.A train equipped with two articulated vehicles according to claim 5 can take up a series of semitrailers between them, with the semitrailers optionally facing in either of the opposite directions of arrangement. The free choice of the installation direction of the semi-trailers can facilitate the driving in and / or driving off of semi-trailers, especially at narrowly sized marshalling yards. At the other end remote from the semi-trailer, the guard car can be provided with the normal coupling and impact work for connection to a normal train part.

De genoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen in de hierna volgende beschrijving aan de hand van een tekening worden verduidelijkt.The mentioned and other features of the invention will be elucidated in the following description with reference to a drawing.

20 In de tekening stellen schematisch voor:20 The drawing schematically shows:

Figuur 1 een gedeeltelijk weggebroken zijaanzicht van spoorwegmaterieel met opleggers volgens de uitvinding, figuur 2 op grote schaal de fractie II van figuur 1 in een andere stand, 25 figuur 3 een doorsnede over lijn III-III van figuur 2, figuur 4 op grotere schaal een gedeeltelijk weggebroken zijaanzicht van detail IV van figuur 1, figuren 5 en 6 op vergrote schaal een weggebroken zijaanzicht resp. een perspektivisch geëxplodeerd aanzicht van .30 detail V van figuur 4, figuur 7 een werkschema voor het samenstellen van een trein met schutwagen volgens de uitvinding, figuur 8 een met lijn e van figuur 7 overeenkomend schema van een in tegenovergestelde richting samengestelde 35 trein, figuren 9 en 10 op grote schaal een telkens ander opengebroken zijaanzicht van detail IX van figuur 1, ft λ *' ··> 's ^ ‘•f U' , - · * * - * Ί* -3- figuur 11 een. met figuur 10 overeenkomend zijaanzicht in een andere stand, figuur 12 en 13 op grote schaal een weggebroken zijaanzicht van detail XII resp XIII van figuur 10, 5 figuur 14 een doorsnede over lijn XIV-XIV van figuur 13, figuur 15 een doorsnede over lijn XV-XV van figuur 12, figuur 16 een doorsnede over lijn XVI-XVI van figuur 9, figuren 17 en 18 op grote schaal een gedeeltelijk 10-weggebroken, perspektivisch aanzicht van detail XVII resp.Figure 1 shows a partly broken away side view of railway equipment with trailers according to the invention, figure 2 shows the fraction II of figure 1 on a large scale in a different position, figure 3 shows a section along line III-III of figure 2, figure 4 on a larger scale partly broken away side view of detail IV of figure 1, figures 5 and 6 on an enlarged scale a broken away side view resp. a perspective exploded view of .30 detail V of figure 4, figure 7 a working diagram for assembling a train with a lorry according to the invention, figure 8 a diagram corresponding to line e of figure 7 of an train assembled in opposite direction, figures 9 and 10 show a widely broken-away side view of detail IX of figure 1, ft λ * '··>' s ^ '• f U', - * * - * Ί * -3- figure 11 a. side view corresponding with figure 10 in another position, figures 12 and 13 a large-scale side view of details XII and XIII of figure 10, 5 figure 14, a section along line XIV-XIV of figure 13, figure 15, a section along line XV -XV of figure 12, figure 16, a section along line XVI-XVI of figure 9, figures 17 and 18, on a large scale, partly broken away, perspective view of detail XVII, respectively.

XVIII in gemonteerde toestand, en figuur 19 op grote schaal een geëxplodeerd, gedeeltelijk weggebroken, perspektivisch aanzicht van detail XVII resp. XVIII in gedemonteerde toestand.XVIII in assembled condition, and figure 19 shows a large-scale exploded, partly broken away, perspective view of detail XVII and resp. XVIII in disassembled condition.

15 Het spoorwegmaterieel volgens de uitvinding, dat schematisch in figuur 1 is aangeduid, omvat een trein van twee schutwagens 1 en 2 die elk een aantal, bijvoorbeeld drie losse draaistellen 3 kunnen vervoeren, wanneer zij in de trein niet functioneren. Van de zes per trein aanwezige 20 draaistellen 3 is in figuur 1 één draaistel 3 operatief opgesteld, waarbij het twee opleggers 4 ondersteunt. Elke normaliter voor wegtransport gebruikte oplegger 4 is voorzien van een door middel van luchtveren 59 geveerd stel wielen 5 met . luchtbanden voor wegtransport, en is zelf niet voorzien van 25 railwielen. De oplegger 4 heeft een in hoogte verstelbare hulpsteun 6 en de gebruikelijke koppelpen 7 voor aankoppeling aan een trekker 8 (figuur 1), welke koppelpen 7 niet wordt gebruikt voor het eraan koppelen van spoorwegmaterieel. De oplegger 4 volgens de uitvinding (zie figuur 4) heeft aan 30 zijn achtereinde twee aan weerszijden van zijn middenlangs-vlak 52 opgestelde kommen 9 en aan zijn voorzijde één in het middenlangsvlak 52 opgestelde kom 10 voor oplegging op twee steunen 11 respectievelijk één steun 12 van een draaistel 3.The railway equipment according to the invention, which is schematically indicated in figure 1, comprises a train of two barges 1 and 2, each of which can transport a number, for instance three separate bogies 3, when they do not function in the train. Of the six bogies 3 present per train, in figure 1 one bogie 3 is arranged operatively, supporting two semi-trailers 4. Each trailer 4 normally used for road transport is provided with a set of wheels 5 with air springs 59 suspended by air springs. pneumatic tires for road transport, and is not itself equipped with 25 rail wheels. The trailer 4 has a height-adjustable auxiliary support 6 and the usual coupling pin 7 for coupling to a tractor 8 (figure 1), which coupling pin 7 is not used for coupling railway equipment. The semi-trailer 4 according to the invention (see figure 4) has at its rear end two cups 9 arranged on either side of its longitudinal median plane 52 and at its front one cup 10 arranged in the median longitudinal plane 52 for mounting on two supports 11 and one support 12 respectively. of a bogie 3.

Verder heeft de oplegger 4 volgens de uitvinding een lucht-35 leiding 13 die door middel van een flexibele leiding 14 te koppelen is met een schematisch aangegeven reminrichting 15 met een bekrachtigingscilinder 56 voor remmen 21 van de draaistellen 3. Zo is een over de lengte van een : ; · · 7 7 -4- trein doorgaande remleiding te vormen, waarin telkens luchtleidingen 13 zijn opgenomen. Het chassis van de oplegger 4 is zo stevig, dat het tussen de kommen 9 en 10 de hoge trek- en drukkrachten kan opnemen, die in een trein voorkomen.Furthermore, the trailer 4 according to the invention has an air pipe 13 which can be coupled by means of a flexible pipe 14 to a schematically indicated braking device 15 with an actuating cylinder 56 for brakes 21 of the bogies 3. Thus, a length of a : ; · 7 7 -4- train to form a continuous brake line, in which air lines 13 are included. The chassis of the semi-trailer 4 is so sturdy that it can absorb the high tensile and compressive forces that occur in a train between the cups 9 and 10.

5 Elk draaistel 3 omvat een freem 16 met twee daarin door middel van veren 17 verend gelegerde wielstellen 18, elk bestaande uit een as 19 en twee vast daaraan verbonden spoorwegwielen 20. Het freem 16 draagt een centraal om een vertikale aslijn 113 draaibaar daarop gelegerde koppeltafel 10 22. Daartoe heeft het freem 16 een stevige, opstaande bus 23, waaromheen een koker 120 van de koppeltafel 22 grijpt met tussenvoeging van legerbussen 121. De koppeltafel 22 rust door middel van oplegplaten 130 op glijplaten 131. Door middel van een opsluitplaat 133 wordt de koker 120 in axiale 15 richting op de bus 23 vastgehouden. De koppeltafel 22 omvat twee steunen 11 met halfcilindrische, dwarsliggende steun-koppen 60 en een van een halfbolvormige kop 61 voorziene steun 12. Een oplegger 4 is aldus met zijn achtereinde tezamen met de koppeltafel 22 ten opzichte van het freem 1’6 van 20 het draaistel 3 zwenkbaar, terwijl deze zelfde oplegger 4 met zijn vooreinde ten opzichte van de koppeltafel 22 van een ander draaistel 3 om de steun 12 zwenkbaar is.Each bogie 3 comprises a frame 16 with two wheel sets 18 resiliently mounted therein by means of springs 17, each consisting of an axle 19 and two railway wheels 20 fixedly connected thereto. The frame 16 carries a coupling table centrally rotatable thereon mounted on a vertical axis 113 22. For this purpose, the frame 16 has a sturdy, upright sleeve 23, around which a sleeve 120 of the coupling table 22 engages with insertion of bearing bushes 121. The coupling table 22 rests on sliding plates 131 by means of support plates 130. By means of a retaining plate 133 the sleeve 120 is held in the axial direction on the sleeve 23. The coupling table 22 comprises two supports 11 with semi-cylindrical, transverse support heads 60 and a support 12 provided with a hemispherical head 61. A trailer 4 is thus with its rear end together with the coupling table 22 with respect to the frame 1'6 of the frame. bogie 3 can be pivoted, while this same semi-trailer 4 can be pivoted about the support 12 with its front end relative to the coupling table 22 of another bogie 3.

In de kop- resp. eindbalken 29 van opleggers 4 zijn uitsparingen 28 aangebracht, waaronder zich randen 63 be-25 vinden, die aangrijpelementen voor grendelhaken 27, 77 vormen, die zwenkbaar aan de draagtafel 22 zijn aangebracht. De grendelhaken 27, 77 worden in hun met volle lijnen in fig. 5 getekende grendelstand vastgehouden door middel van een door zijn dode punt gedrongen stel schakels 64 (figuur 6). Bij het 30 terugzwenken van ‘een grendelhaak 27 in pijlrichting. 65 om aslijn 66 stuit de grendelhaak 27 tegen het korte einde 62 van een schakel 64, hetgeen verder terugzwenken blokkeert. Bij het tijdens bediening ontgrendelen van de grendelhaken 27 wordt met een sleutel 68 een aangrijpas 69 om zijn aslijn 70 35 verdraaid in pijlrichting 72, waardoor elk stel schakels 64 met de eraan verbonden grendelhaken 27 in pijlrichting 65 worden verzwenkt. Tevens verzwenkt een arm 71 met de as 69 in Λ ' · - 7 ‘ö -J < ! ] * ^ —5— pijlrichting 72, waardoor een kniehefboom 73 de grendelhaak 77 in pijlrichting 76 terugzwenkt. De grendelhaak 77 wordt tegen ongewenste ontgrendeling behoed, doordat een pen 79 van kniehefboom 73 dan tegen de arm 71 aanslaat.In the headline resp. end beams 29 of semi-trailers 4 are provided with recesses 28, under which there are edges 63, which form engagement elements for locking hooks 27, 77, which are pivotally mounted on the support table 22. The locking hooks 27, 77 are held in their locking position drawn in full lines in Figure 5 by means of a set of links 64 pushed through its dead center (Figure 6). When pivoting back "a locking hook 27 in arrow direction. 65 about axis 66, the locking hook 27 collides with the short end 62 of a link 64, which blocks further swiveling back. When the locking hooks 27 are unlocked during operation, a key 68 is rotated with its key 68 about its axis 70 in arrow direction 72, whereby each set of links 64 with the associated locking hooks 27 is pivoted in arrow direction 65. An arm 71 also pivots with the shaft 69 in Λ '· - 7 7 ö -J <! Arrow direction 72, whereby a toggle lever 73 pivots the locking hook 77 back in arrow direction 76. The locking hook 77 is protected against undesired unlocking, because a pin 79 of toggle lever 73 then strikes against the arm 71.

5 De schutwagens 1 en 2 hebben aan één van hun beide einden een axiaal buiten de carrosserie 37 uitstekende console 35 resp. 36, die bestemd is voor het dragen van het einde van een oplegger 4.The end carriages 1 and 2 have at one of their ends an console 35 protruding axially outside the body 37. 36, which is intended for carrying the end of a semi-trailer 4.

De carrosserie 37 heeft een vast met het chassis 80 van IQ de schutwagen 1, 2 verbonden carrosseriedeel 81 en een in langsrichting ten opzichte van het vaste carrosseriedeel 81 verplaatsbaar carrosseriedeel 82, dat aan weerszijden rails 83 heeft, die steunen op leidrollen 84, terwijl steunrollen 85 van carrosseriedeel 82 steunen op rails 86 van carros-15 seriedeel 81. Bovendien rollen leidrollen 87 van carrosseriedeel 82 langs de onderzijde van rolbanen 88 van carrosseriedeel 81. Wegens deze geleidingsmiddelen is carrosseriedeel 82 ten opzichte van carrosseriedeel 81 een flink stuk axiaal verplaatsbaar, opdat een draaistel 3 dat via een haak 89 aan 20 een over rails 41 van het carrosseriedeel 82 verrijdbare loopkat 42 is opgehangen en vanuit de schutwagen 1, 2 op spoorwegrails 46 is te zetten. Ter verplaatsing van het carrosseriedeel 82 zijn praktisch eindloze kettingen 91 om kettingwielen 92 van carrosseriedeel '81 geleid en bevestigd 25 aan bevestigingselementen 93 van carrosseriedeel 82. Deze kettingen 91 worden hetzij met de hand, hetzij motorisch aangedreven. De verplaatsing van carrosseriedeel 82 is te vergrendelen met grendelmiddelen 90, omvattende aan tenminste één zijde een zwenkhandvat 94, dat door een grendelhaak 95 30 kan worden vastgehouden en dat een nok 96 heeft, die samenwerkt met een schuifstand 97, die in haar grendelstand in uitsparingen 98 en 99 van carrosseriedeel 81 resp. 82 grijpt (figuur 13).The body 37 has a body part 81 fixedly connected to the chassis 80 of IQ, the protective car 1, 2 and a body part movable in the longitudinal direction relative to the fixed body part 81, which has rails 83 on either side, which bear on guide rollers 84, while supporting rollers 85 of the body part 82 are supported on rails 86 of the body part 15 of the body part 81. In addition, guide rollers 87 of the body part 82 roll along the underside of the roller tracks 88 of the body part 81. Because of these guiding means, the body part 82 can move a great deal axially relative to the body part 81, so that a bogie 3 which is suspended via a hook 89 on a trolley 42 which is movable over rails 41 of the body part 82 and which can be put from rail car 1, 2 on railway rails 46. For displacement of the body part 82, practically endless chains 91 are guided around sprockets 92 of body part '81 and attached to fasteners 93 of body part 82. These chains 91 are driven either by hand or by motor. The displacement of body part 82 is lockable with locking means 90, comprising on at least one side a pivot handle 94, which can be held by a locking hook 95 and which has a cam 96, which cooperates with a sliding position 97, which is in its locking position in recesses 98 and 99 of body part 81 resp. 82 (Figure 13).

De consolen 35 en 36 zijn op dezelfde wijze ingericht en voorzien van twee draaginrichtingen 101 en 102, zodat 35 slechts console 35 aan de hand van figuur 19 wordt beschreven.The consoles 35 and 36 are similarly arranged and provided with two carrying devices 101 and 102, so that only console 35 is described with reference to Figure 19.

·**» λ x ** » —* -6-· ** »λ x **» - * -6-

Console 35 heeft een draaibom 103, waarin een draaibus 104 van draaginrichting 101, 102 draaibaar kan worden opgenomen en tegen axiale verschuiving kan worden geborgd door middel van een borgring 105 met bouten 106. Draaginrichting 5 101, 102 heeft een freem 107, 108, dat door middel van opleg-lagen 109, 110 kan steunen op oplegblokken 111. Draaginrichting 101 heeft twee steunen 11, die dezelfde configuratie en dezelfde opstelling ten opzichte van de vertikale draaiaslijn 112 van de draaginrichting 101 ten opzichte van de console 35 10' heeft als de steunen 11 van de draaistellen 3 ten opzichte van de vertikale draaiingsas 113 van de draagtafel 22. De draaginrichting 102 heeft een steun 10 met een boldeelvormige kop 61.Console 35 has a rotary bomb 103, in which a rotary sleeve 104 of support device 101, 102 can be rotatably received and secured against axial displacement by means of a locking ring 105 with bolts 106. Support device 5 101, 102 has a frame 107, 108, which can rest on bearing blocks 111 by means of bearing layers 109, 110. Support device 101 has two supports 11, which has the same configuration and the same arrangement with respect to the vertical axis of rotation 112 of the support device 101 with respect to the bracket 35 10 'as the supports 11 of the bogies 3 with respect to the vertical axis of rotation 113 of the support table 22. The support device 102 has a support 10 with a spherical head 61.

Evenals de draaistellen 3 hebben de draaginrichtingen 15 101, 102 grendelhaken 27, 77 met bijbehorende stellen schakels 64. Al naar gelang men de opleggers 4 met hun vooreinden naar de schutwagen 1 of 2 gekeerd wil opstellen, zal de schutwagen 1 een draaginrichting 102 resp. 101 en de schutwagen 2 een draaginrichting 101 resp. 102 dragen (figuur 20 7e resp. fig. 8)Like the bogies 3, the support devices 15 have 101, 102 locking hooks 27, 77 with associated sets of links 64. Depending on whether it is desired to position the trailers 4 with their front ends facing the protection car 1 or 2, the protection car 1 will carry a support device 102 and 102 respectively. 101 and the protective carriage 2 have a carrying device 101 and. 102 (figure 20 7e and fig. 8)

Ter plaatse van een opleggertreinformeerstation kan men gebruik maken van een hefinrichting voor het op de draaistellen 3 zetten van de oplegger 4. In plaats van een hef-richting kan men volstaan met een stel hellingen 48 die door 25 middel van een vorkheftruc 100 verplaatsbaar zijn. Daartoe zijn zij voorzien van uitsparingen 49. De in hoogte verstelbare hellingen 48 hebben een aanslag, waarmee zij tegen een draaistel 3 stuiten, een demonteerbare aanslag 50, waarmee zij tegen de steunen 11 van een schutwagen stuiten en aan-30 .slagen 51, waartegen opleggerwielen 5 kunnen stuiten, teneinde de kommen 9 van een achterwaarts de hellingen 48 opgereden oplegger 4 voldoende nauwkeurig boven de steunen 11 te brengen. Vervolgens wordt de luchtdruk van de luchtveren 59 afgenomen. De oplegger 4 zakt door eigen massa op de rubber 35 veerstuitingen in de luchtveren, waarna de assen met luchtbanden 5 mechanisch worden vergrendeld. De hefinrichting van de hellingen 48 wordt nu in de stand zakken gezet, waardoor Öj 7 7 5 ^ -7- eerst de oplegger 4 op de steunpunten 11 gaat rusten en daarna de luchtbanden 5 vrijkomen van de hellingen 48. Nadat de hulpsteun 6 is uitgezet en het vooreinde van de oplegger 4 is opgeheven, wordt de trekker 8 weggereden. Door onderdruk in 5 de luchtveren 59 van de oplegger 4 aan te brengen wordt de oplegger 4 aan een onder het vooreinde van de oplegger 4 gereden draaistel 3 gekoppeld. Daarna worden de hellingen 48 met een vorkheftruc 100, die in uitsparingen 49 daarvan grijpt, verplaatst tot draaistel 3 om een volgende oplegger 4 10 aan de trein 45 toe te voegen. De hellingen 48 kunnen in een schutwagen 1, 2 worden meegenomen, zodat er ter plaatse van een opleggertreinformeerstation - afgezien van een voor andere doeleinden bruikbare vorkheftruc - geen laad- en losmiddelen achter hoeven te blijven. Een opleggertreinformeer-15 station vergt slechts de in een rijweg 47 verzonken rails 46. Hierdoor is het mogelijk met weinig kosten een groot aantal opleggertreinformeerstations in een spoorwegnet op te nemen.At the location of a semi-trailer train forming station, a lifting device can be used for placing the semi-trailer 4 on the bogies 3. Instead of a lifting direction, a set of ramps 48 which are movable by means of a fork lift 100 can suffice. For this purpose they are provided with recesses 49. The height-adjustable ramps 48 have a stop, with which they bump against a bogie 3, a detachable stop 50, with which they bump against the supports 11 of a carrier car, and stops 51, against which trailer wheels 5 can bounce in order to bring the cups 9 of a trailer 4 driven backwards on the slopes 48 with sufficient precision above the supports 11. The air pressure of the air springs 59 is then decreased. The trailer 4 sinks by its own mass on the rubber spring bounces in the air springs, after which the axles are mechanically locked with pneumatic tires 5. The lifting device of the ramps 48 is now lowered into the position, so that the trailer 4 first rests on the support points 11 and then the pneumatic tires 5 are released from the ramps 48. After the auxiliary support 6 has been expanded and the front end of the trailer 4 is lifted, the tractor 8 is driven away. By applying negative pressure in the air springs 59 of the trailer 4, the trailer 4 is coupled to a bogie 3 driven under the front end of the trailer 4. Then, the ramps 48 are moved with a fork lift 100, which engages recesses 49 thereof, to bogie 3 to add another trailer 4 to train 45. The ramps 48 can be carried in a guard car 1, 2, so that no loading and unloading means have to remain at the location of a semi-trailer train forming station - apart from a fork lift that can be used for other purposes. A semitrailer train forming station requires only the rails 46 recessed in a roadway 47. This makes it possible to include a large number of semitrailer train forming stations in a railway network at low cost.

De oplegger 4 volgens de uitvinding is van een opklap-20 bare bumper 53 voorzien, die tijdens railtransport is opgeklapt (zie figuur 4), teneinde de koppeling van de oplegger 4 aan een draaistel 3 niet te hinderen.The trailer 4 according to the invention is provided with a folding bumper 53, which is folded up during rail transport (see figure 4), so as not to hinder the coupling of the trailer 4 to a bogie 3.

De oplegsteunen 11, 12 en kommen 9, 10 worden zodanig stevig geconstrueerd, dat deze een langskracht in de trein 25 van bijvoorbeeld 800 kN kunnen weerstaan.The support supports 11, 12 and bowls 9, 10 are constructed in such a way that they can withstand a longitudinal force in the train 25 of, for example, 800 kN.

De schutwagéns 1 en 2 zijn aan hun van de opleggers 4 afgekeerde einden 54 van conventionele trek- en buffermidde— len 58 voorzien ter aankoppeling aan conventionele spoorweg-materieel.The end carriages 1 and 2 are provided at their ends 54 facing away from the trailers 4 with conventional pulling and buffering means 58 for coupling to conventional railway equipment.

30 Bij het in figuur 7 getoonde rangeerschema voor het samenstellen van een trein met vijf opleggers 4t worden uit de schutwagéns 1, 2 vier van de zes draai-stellen 3 uitgeladen (regel a)? wordt een helling 48 bij de console 36 geplaatst, 35 wordt een oplegger 4 met een trekker 8 tot op de hel ling 48 en aldus tot boven een op de console 36 van schutwagen 2 gemonteerde draaginrichting 101 gereden (regel b); 8 ' ' ' - 'In the shunting scheme shown in figure 7 for assembling a train with five semi-trailers 4t, four of the six bogies 3 are unloaded from the wagons 1, 2 (line a)? a ramp 48 is placed at the console 36, a trailer 4 with a tractor 8 is driven up to slope 48 and thus driven above a support device 101 mounted on the console 36 of carrier car 2 (rule b); 8 '' '-'

=* V V= * V V

/* ^ -8- wordt de oplegger 4 op de steunen 11 van de draag-inrichting 102 neergelaten door de wielen 5 van de optrekker 4 op te trekken, wordt de oplegger 4 op zijn steun 6 gezet en wordt de ontkoppelde trekker 8 weggereden (regel c); en 5 wordt een draaistel 3 tot onder de oplegger 4 opge steld en wordt de oplegger 4 tot op het draaistel 3 neergelaten en eraan vergrendeld, waarna de kom 10 op de steun 12 van dit draaistel 3 aangrijpt (regel d).The trailer 4 is lowered onto the supports 11 of the carrying device 102 by pulling up the wheels 5 of the tractor 4, the trailer 4 is put on its support 6 and the uncoupled tractor 8 is driven away ( line c); and 5, a bogie 3 is arranged below the trailer 4 and the trailer 4 is lowered and locked onto the bogie 3, after which the cup 10 engages the support 12 of this bogie 3 (line d).

Dergelijke handelingen worden herhaald voor het samen— 10; stellen van een trein 45 volgens regel e, waarbij tenslotte de console 35 met een draaginrichting 101 van schutwagen 1 onder de laatste oplegger 4 wordt aangebracht en er mee wordt vergrendeld.Such operations are repeated before assembling; arranging a train 45 according to rule e, in which the console 35 is finally fitted with a support device 101 of guard car 1 under the last trailer 4 and locked with it.

Het ontleden van een trein geschiedt in principe in 15 tegengestelde volgorde. Het samenstellen van een trein 45 kan zogewenst ook vanaf het andere einde geschieden volgens figuur 8. De schutwagens 1 en 2 kunnen voorzien zijn van een luchtaggregaat 38 voor remlucht.In principle, a train is dissected in the opposite order. If desired, the assembly of a train 45 can also take place from the other end according to figure 8. The protection vehicles 1 and 2 can be provided with an air aggregate 38 for brake air.

Vplgens de uitvinding is het mogelijk een oplegger 4 20 aan een treindeel toe te voegen of er selectief een oplegger 4 tussenuit te nemen.According to the invention it is possible to add a trailer 4 to a train part or to selectively remove a trailer 4 from it.

Het is mogelijk een en dezelfde oplegger 4 op consolen 35 en 36 van schutwagens 101 en 102 te plaatsen, wanneer er slechts één oplegger 4 te vervoeren is.It is possible to place one and the same trailer 4 on consoles 35 and 36 of barges 101 and 102 when only one trailer 4 can be transported.

82 0 0 'i 7 782 0 0 'i 7 7

Claims

3 St M Kon / mf / 4 Alpha Engineering -9- CONCLUS IES

Bogie (3), comprising a frame with carriers for carrying semi-trailers normally used for road transport, characterized by a coupling table (22) rotatable with respect to the frame about a vertical axis with two to 5 transverse directions of travel - spaced supports (11) for supporting one end of a semi-trailer (4) and by a support 12 disposed in the central longitudinal plane (52) of the bogie (3) for rotatably supporting the end of another semi-trailer ( 4), wherein the support (11) arranged in the center longitudinal plane is spherical and the two spaced supports are formed such that they allow the trailer to pivot relative to the coupling table (22) in the vertical longitudinal plane.

2. Bogie (3) according to claim 1, characterized in that the supports (11, 12) each engage in an adapted cavity of a trailer (4) such that a considerable pulling force can be obtained between the support (11) and the cavity transferred.

Bogie (3) according to claim 1, characterized in that the coupling table (22) is provided with locking members (27, 20 77), each of which can engage on a locking element of a trailer (4) and which are engaged in their locking position held by means of a set of links pushed through its dead center

Barrier (1, 2) provided with carrying means (35, 25 36) for carrying an end of a semi-trailer (4), characterized by a console, which is provided with at least one of two carrying devices, one of which is rotatable in order to couple a vertical axle to the console, it comprises two brackets (11) spaced transversely to the direction of travel for supporting one end of a trailer (4), the other of which is located in the median longitudinal plane (52 ) mounted support (12) for supporting the other end of such a trailer (4). Barrier (1, 2) according to claim 4, characterized in that the console is provided with both carrying devices which can be interchangeably connected thereto.

Barrier (1, 2) according to claim 4 or 5, characterized in that the body (37) has at least one fixed body part (81) connected to the chassis (80) and at least one longitudinal to the fixed body part movable body part provided with lifting means.

Semi-trailer arranged to be supported on railway bogies, characterized by - a spherical cup at one end arranged in the central longitudinal plane; two spaced apart transverse to the direction of travel permitting pivot in the vertical longitudinal plane of the trailer relative to a coupling table of a bogie at its other end; and locking elements arranged at the supports for locking engagement with locking members of a bogie. Λ f '/' J * '. * XJ Ί J