NL8600846A - Oefentoestel, bestaande uit een werkeenheid en een gewichtseenheid. - Google Patents

Oefentoestel, bestaande uit een werkeenheid en een gewichtseenheid. Download PDF

Info

Publication number
NL8600846A
NL8600846A NL8600846A NL8600846A NL8600846A NL 8600846 A NL8600846 A NL 8600846A NL 8600846 A NL8600846 A NL 8600846A NL 8600846 A NL8600846 A NL 8600846A NL 8600846 A NL8600846 A NL 8600846A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
unit
weight
working unit
working
weight unit
Prior art date
Application number
NL8600846A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Jaap Albert Johan Hesselink
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jaap Albert Johan Hesselink filed Critical Jaap Albert Johan Hesselink
Priority to NL8600846A priority Critical patent/NL8600846A/nl
Priority to EP87200612A priority patent/EP0240087A1/en
Publication of NL8600846A publication Critical patent/NL8600846A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B23/00Exercising apparatus specially adapted for particular parts of the body
    • A63B23/035Exercising apparatus specially adapted for particular parts of the body for limbs, i.e. upper or lower limbs, e.g. simultaneously
    • A63B23/04Exercising apparatus specially adapted for particular parts of the body for limbs, i.e. upper or lower limbs, e.g. simultaneously for lower limbs
    • A63B23/0494Exercising apparatus specially adapted for particular parts of the body for limbs, i.e. upper or lower limbs, e.g. simultaneously for lower limbs primarily by articulating the knee joints
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B21/00Exercising apparatus for developing or strengthening the muscles or joints of the body by working against a counterforce, with or without measuring devices
    • A63B21/06User-manipulated weights
    • A63B21/062User-manipulated weights including guide for vertical or non-vertical weights or array of weights to move against gravity forces
    • A63B21/0626User-manipulated weights including guide for vertical or non-vertical weights or array of weights to move against gravity forces with substantially vertical guiding means
    • A63B21/0628User-manipulated weights including guide for vertical or non-vertical weights or array of weights to move against gravity forces with substantially vertical guiding means for vertical array of weights
    • A63B21/0632User-manipulated weights including guide for vertical or non-vertical weights or array of weights to move against gravity forces with substantially vertical guiding means for vertical array of weights the weights being lifted by rigid means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B23/00Exercising apparatus specially adapted for particular parts of the body

Description

I * Êv it
Oefentoestel, bestaande uit een werkeenheid en een gewichtseenheid.
De uitvinding heeft betrekking op een toestel voor het oefenen van één of meer spieren of andere lichaamsorganen, bestaande uit een werkeenheid met ten minste twee tijdens het oefenen door een gebruiker ten opzichte van elkaar te ver-5 plaatsen organen en uit een gewichtseenheid met een naar keuze activeerbaar aantal gewichten, waarbij de werkeenheid en de gewichtseenheid door middel van respectieve verbin-dingsorganen, zoals kabels of kettingen, voor samenwerking met elkaar zijn verbonden.
10 Dergelijke toestellen zijn algemeen bekend en worden zowel in voor gelijktijdige oefening door een aantal personen geschikte, betrekkelijk grote zalen met een betrekkelijk groot aantal dergelijke toestellen als in voor oefening door slechts één of enkele personen geschikte vertrekken met 15 slechts één of enkele dergelijke toestellen gebruikt. Een-voudigheidshalve zullen deze beide vormen van gebruik hierna, onafhankelijk van de werkelijk voor de toestellen of de desbetreffende ruimten geldende, eventueel van geval tot geval verschillende eigendomsverhoudingen en organisatievorm, 20 veelal respectievelijk als "collectief gebruik" en “privé-gebruik" worden aangeduid. Voor collectief gebruik kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een tot een sportschool, een opleidingsinstituut, een zwembad of een revalidatiecentrum behorende zaal, waarin zowel van een toestel voor het oefenen 25 van kuitspieren, als van een toestel voor het oefenen van dijspieren, een toestel voor het oefenen van armspieren en nog één of meer andere enigszins daarmee vergelijkbare oefentoestellen steeds ten minste één exemplaar aanwezig is. Afhankelijk van de behoefte en de gebruiksfrequentie kunnen van 30 sommige of alle toestellen ook meerdere exemplaren aanwezig zijn. In vele gevallen zal het aantal oefentoestellen in de zaal het aantal op eenzelfde tijdstip oefenende personen overtreffen. Het genoemde privégebruik doet zich bijvoorbeeld voor, wanneer in een vertrek van een woning hoogstens slechts 35 van enige dergelijke oefentoestellen steeds één exemplaar
Λ . -V
J , ' it - ^ 1 P t φ - 2 - aanwezig is en van gebruik door slechts één persoon tegelijk van één van de desbetreffende toestellen sprake is. Ook in dat geval is het aantal oefentoestellen op ieder ogenblik groter dan de gebruiksbehoefte.
5 Zoals reeds is opgemerkt, bestaan dergelijke oefen toestellen in hoofdzaak uit een werkeenheid met door de gebruiker te verplaatsen organen, zoals handvatten en pedalen, en uit een gewichtseenheid met een naar keuze activeerbaar aantal gewichten, welke de reactiekracht leveren voor de door 10; een gebruiker ontwikkelde spierkracht. Bij de tot nog toe bekende oefentoestellen van dit type vormen de genoemde eenheden steeds één geheel, dat wil zeggen het desbetreffende oefentoestel. Gesteld kan echter worden, dat de gewichtseenheden van twee verschillende, op het oefenen van verschil-15 lende spieren gerichte toestellen wat betreft hun uitvoering en functie geheel met elkaar overeenstemmen. Wanneer zich nu bij collectief gebruik of bij privêgebruik de situatie voordoet, waarin het aantal aanwezige oefentoestellen het aantal daarmee oefenende gebruikers overtreft, hetgeen een betrekke-20 lijk vaak voorkomende situatie is, treedt als het ware een overschot aan gewichtseenheden op. Daar een dergelijke gewichtseenheid als gevolg van de daaraan te stellen eisen van betrouwbaarheid en dergelijke een betrekkelijk kostbaar en wat betreft de in beslag genomen ruimte niet te verwaarlozen 25 gedeelte van een oefentoestel vormt, heeft de in deze alinea genoemde, betrekkelijk vaak voorkomende situatie van onderbezetting van oefentoestellen zowel in financiëel als in ruimtelijk opzicht bepaalde nadelen.
De uitvinding stelt zich ten doel, deze nadelen zoveel 30 mogelijk weg te nemen, respectievelijk te verminderen, en een oefentoestel van het hier beschouwde type zodanig uit te voeren, dat een zowel wat de investeringsomvang als wat de benodigde ruimte betreft optimaal gebruik van een gewichtseenheid wordt verkregen.
35 Daartoe stelt de uitvinding bij een oefentoestel van het in de aanhef genoemde type voor, dat de werkeenheid en de gewichtseenheid van elkaar scheidbare eenheden vormen, welke *" - ' Λ ~ » "> • . si J · «> * *< - 3 - door middel van respectieve koppelorganen losmaakbaar met elkaar zijn gekoppeld en waarvan de respectieve verbindings-organen losmaakbaar met elkaar zijn verbonden. Deze maatregel volgens de uitvinding verschaft zowel voor collectief gebruik 5 als voor privégebruik de mogelijkheid om met een geringer aantal gewichtseenheden dan het aantal beschikbare werkeenheden te volstaan, hetgeen zowel financiële als ruimtelijke voordelen biedt.
Als een nieuwe component voor een dergelijk oefen-1Q toestel verschaft de uitvinding een afzonderlijke gewichtseenheid met een naar keuze activeerbaar aantal gewichten, ten minste êên verbindingsorgaan, zoals een kabel of ketting, voor losmaakbare verbinding en samenwerking met een bijpassend verbindingsorgaan van een werkeenheid, en ten minste 15 één koppelorgaan voor losmaakbare koppeling van de gewichtseenheid met die werkeenheid. Een dergelijke gewichtseenheid kan met werkeenheden van verschillend type tot steeds een ander type oefentoestel worden gecombineerd.
Voorts verschaft de uitvinding als complementaire com-20 ponent een werkeenheid met ten minste twee tijdens het oefenen door een gebruiker ten opzichte van elkaar te verplaatsen organen, ten minste één verbindingsorgaaan, zoals een kabel of ketting, voor losmaakbare verbinding en samenwerking met een bijpassend verbindingsorgaan van een gewichtseenheid, en 25 ten minste één koppelorgaan voor losmaakbare koppeling van de werkeenheid met die gewichtseenheid. Een dergelijke werkeenheid, welke aanzienlijk minder kostbaar is en aanzienlijk minder ruimte in beslag neemt dan een volledig oefentoestel van het tot nog toe gebruikelijke type, kan op ieder gewenst 2q ogenblik met een gewichtseenheid tot een oefentoestel worden gecombineerd.
Duidelijk zal zijn, dat de door de uitvinding voorgestelde maatregel, volgens welke een oefentoestel van het hier beschouwde type uit een afzonderlijke gewichtseenheid en een 25 afzonderlijke werkeenheid bestaat, zowel voor collectief gebruik als voor privégebruik de mogelijkheid verschaft tot vermindering van investeringskosten en van voor opstelling van oefentoestellen benodigde ruimte.
Γ ί - 4 -
Uitgaande van een oefentoestel/ dat op gebruikelijke wijze is voorzien van middelen/ zoals rollen, voor verplaatsing van het toestel over een vloer, en/of is voorzien van middelen voor bevestiging van het toestel op een vloer en/of 5 tegen een wand, verdient het volgens de uitvinding aanbeveling, dat slechts de ene eenheid van verplaatsingsmiddelen is voorzien en/of slechts de andere eenheid van bevestigingsmiddelen is voorzien. Hoewel ook andere combinaties mogelijk zijn, zal het volgens de uitvinding in de praktijk veelal IQ aanbeveling verdienen, dat de gewichtseenheid wordt gekenmerkt door middelen voor bevestiging van de eenheid op een vloer en/of tegen een wand en dat de werkeenheid wordt gekenmerkt door middelen, zoals rollen, voor verplaatsing van de eenheid over een vloer. Afhankelijk van de situatie en de gets bruiksbehoefte, worden dan één of meer dergelijke gewichtseenheden op daartoe geschikte, voldoende ruimte overlatende plaats(en) vast tegen een wand bevestigd, zodanig, dat verschillende bijpassende werkeenheden met eigen verplaatsingsmiddelen naar keuze van de gebruiker(s) door middel van die 20 verplaatsingsmiddelen naar de vast gemonteerde gewichtseenheid of -eenheden kunnen worden verplaatst en vervolgens door middel van de respectieve koppelorganen en verbindings-organen daarmee tot één of meer oefentoestellen van gewenst type kunnen worden verenigd.
25 Volgens de uitvinding verdient het ter verkrijging, van een stabiele bedrijfstoestand van het oefentoestel aanbeveling, dat van de respectieve koppelorganen van de twee eenheden het ene teleskopisch in het andere past, bijvoorbeeld zodanig, dat bij de gewichtseenheid het ten minste ene 30 koppelorgaan een naar een aan te koppelen werkeenheid toe open profielstaaf is, en dat bij iedere dergelijke aan te koppelen werkeenheid het ten minste ene koppelorgaan een naar een aan te koppelen gewichtseenheid uitstekende staaf is.
Uit veiligheidsoverwegingen verdient het volgens de 35 uitvinding aanbeveling, dat het oefentoestel is voorzien van ontgrendelbare middelen voor vergrendeling van de respectieve koppelorganen in hun gekoppelde stand. Daartoe is bijvoor-
Ό - J
jr "i - 5 - beeld de toegepaste gewichtseenheid en/o£ de daarbij behorende werkeenheid voorzien van ontgrendelbare middelen voor vergrendeling van een eigen koppelorgaan met een koppelorgaan van de werkeenheid, respectievelijk de gewichtseenheid, in de 5 gekoppelde stand van die organen.
Zoals uit het voorgaande blijkt, verschaft de uitvinding een aantal eenvoudige maatregelen, waarvan de toepassing echter leidt tot een aanzienlijke rendementsverbetering bij zowel collectief gebruik als privégebruik van oefentoe-10 stellen. Een dergelijke rendementsverbetering kan in het kort worden weergegeven als de mogelijkheid om te volstaan met investering in en plaatsing van een geringer aantal gewichtseenheden dan het totale aantal over een bepaalde tijdsperiode benodigde aantal oefentoestellen.
»*.-···.· • ‘s ir » 'i - 6 -
De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonenr 5 fig. 1 en fig. 2, schematisch en in perspectief, twee verschillende uitvoeringsvormen van een een oefentoestel volgens de uitvinding met twee verschillende werkeenheden doch eenzelfde gewichtseenheid, en fig. 3, op soortgelijke wijze als de fig. 1 en 2 doch 10 op enigszins grotere schaal, een gewichtseenheid volgens de uitvinding en het bijbehorende gedeelte van een bijpassende werkeenheid van willekeurig oefentype.
In de hierna volgende beschrijving zal aan de hand van de fig. 1 en 2 op de respectievelijk daarin weergegeven 15 werkeenheden 10 en 20 worden ingegaan, terwijl aan de hand van fig. 3 de daarin weergegeven gewichtseenheid 30 meer in details zal worden beschreven.
De beide werkeenheden 10 en 20 volgens de respectieve figuren 1 en 2 tonen een in principe ü-vormig onderstel met 20 benen 1 en 2, welke aan hun respectieve vrije uiteinden 3 en 4 zijn afgeschuind? nabij hun vrije uiteinden vertonen de benen 1 en 2 respectieve openingen 5 en 6 voor opname van nog aan de hand van fig. 3 te beschrijven grendelpennen van de gewichtseenheid 30 in de bedrijfstoestand van het oefen-25'· toestel.
Aan de onderzijde van de benen 1 en 2 bevinden zich enige wieltjes of rollen 7 voor verplaatsing van de werkeenheid 10 of 20 over een niet in de tekening weergegeven vloer. Op de beide benen 1 en 2 rust een daarmee tot een 30 stijf geheel verbonden dwarsbalk 8.
Bij het in fig. 1 als twee nog niet met elkaar gekoppelde eenheden 10 en 30 weergegeven oefentoestel bevindt zich op de dwarsbalk 8 een staander 9, welke de achterzijde ondersteunt van een stoel 11 met eveneens op het XJ-vormige onder-35 stel rustende voorpoten 12. In fig. 1 is een speciaal mechanisme voor wijziging van de stand van de stoel 11 ten opzich-te van de staander 9 en de voorpoten 12 niet afzonderlijk f>, o > Λ s 1 - 7 - weergegeven, doch een dergelijk mechanisme kan op een voor oefentoestellen gebruikelijke wijze worden uitgevoerd. Aan de voorzijde van de stoel 11 kan een hefboom 13 van instelbare lengte scharnieren, welke aan zijn uiteinde twee zijdelings 5 uitstekende rollen 14 en 15 draagt en aan zijn achterzijde is gekoppeld met een kabel 16, welke bij de hier beschreven uitvoeringsvorm over een aan de onderzijde van de dwarsbalk 8 aangebrachte kabelschijf 17 loopt en in een U-vormig verbin-dingsorgaan 18 eindigt.
1 o Op. verdere uitvoeringsdetails van de werkeenheid 10 en mogelijke varianten wordt hier niet ingegaan. Voor een deskundige zal het duidelijk zijn, dat de werkeenheid 10 na samenvoeging met een gewichtseenheid 30 tot een volledig oefentoestel dient voor oefening van de dijbeenspieren van 15 een gebruiker.
Bij het in fig. 2 als twee nog niet met elkaar gekoppelde eenheden 20 en 30 weergegeven oefentoestel bevindt zich op de dwarsbalk 8 een staander 19, welke meer naar boven een aantal zijdelings gerichte doorboringen 21 vertoont. In één 20 van deze doorboringen 21, te kiezen in afhankelijkheid van de lengte van een gebruiker, steekt een scharnieras waarvan in fig. 2 slechts een uitwendige knop 22 zichtbaar is. Om de desbetreffende scharnieras kan een aan zijn voorzijde vorkvormig tuimellichaam 23 scharnieren, waarvan de naar voren 25 gerichte vorkbenen 24 een aan zijn beide uiteinden in voorwaartse richting omgezette en daar van handvatten 25 voorziene duwstaaf 26 dragen? de duwstaaf 26 is op niet in de tekening weergegeven wijze tegen rotatie ten opzichte van de vorkbenen 24 geborgd. Een verplaatsing in bovenwaartse rich-30 ting van de handgrepen 25 (zie de bovenwaarts gerichte pijlen in fig. 2), resulteert in een zodanige kanteling van het tuimellichaam 23 om de scharnieras met de knop 22, dat een naar de achterzijde, dat wil zeggen naar de gewichtseenheid 30 in fig. 2, gericht uitsteeksel 27 van het tuimellichaam 23 35 een hoofdzakelijk benedenwaarts gerichte beweging uitvoert (zie de enigszins gekromde, benedenwaarts gerichte pijl in fig. 2). Het uitsteeksel 27 vertoont aan zijn vrije uiteinde een als verbindingsorgaan dienend, verdund gedeelte 28.
- > -s * . * it, - 8 -
Op verdere uitvoeringsdetails van de werkeenheid 20 en mogelijke varianten wordt hier niet ingegaan. Voor een deskundige zal het duidelijk zijn, dat de werkeenheid 20 na samenvoeging met een gewichtseenheid 30 tot een volledig 5 oefentoestel· dient voor oefening van de schouderspieren (delta) van een gebruiker; bij het oefentoestel volgens fig.
2 staat de gebruiker daarbij op een op de voorzijde van de benen 1 en 2 vast aangebrachte grondplaat 29.
Hoewel in het voorgaande aan de hand vein de fig. 1 en 2 10: slechts twee verschillende uitvoeringsvormen 10 en 20 van een werkeenheid voor een oefentoestel volgens de uitvinding zijn beschreven, beperkt de uitvinding zich niet tot de toepassing van dergelijke werkeenheden. Andere dergelijke werkeenheden kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd en bestemd voor het oefe-15 nen van andere spieren van een gebruiker, zoals de biceps, de triceps, de buikspieren, enz. Meer algemeen kan worden gesteld, dat de uitvinding zich leent voor toepassing bij ieder oefentoestel met een werkeenheid, waarvan het gebruik tevens de aanwezigheid van een voor het leveren van een reactie-20 kracht bestemde gewichtseenheid vereist.
Fig. 3 toont een dergelijke gewichtseenheid 30 op enigszins grotere schaal. Links in fig. 3 is nog een gedeelte met de reeds beschreven elementen 1-8 van het onderstel van een willekeurig geschikte werkeenheid, zoals 10 of 20, weer-25 gegeven. Behalve deze organen zijn in fig. 3 bovendien een in een U-vormig verbindingsorgaan 18 eindigende verbindingskabel 16 van de werkeenheid 10 volgens fig. 1 en een (het verdunde uiteinde van het uitsteeksel 27 vormende) verbindingsorgaan 28 van de werkeenheid 20 volgens fig. 2 weergegeven. Deze 30 verbindingsorganen 18 en 28 vormen slechts voorbeelden van een tot een werkeenheid behorend verbindingsorgaan, dat met een bijpassend verbindingsorgaan van een gewichtseenheid dient te worden verbonden.
De gewichtseenheid 30 in fig. 3 vertoont een gestel met 35 twee liggers 31 en 32, welke rusten op de niet in de tekening weergegeven vloer van een vertrek of zaal, waar het oefentoestel dient te worden gebruikt. Hoewel dit in fig. 3 niet Λ -ï, 1 Λ 0 ' 'j Ί Λ- -¾ - 9 - is weergegeven, kunnen de liggers 31 en 32 doorboringen vertonen, via welke de liggers door middel van bouten op de vloer kunnen worden bevestigd. De beide liggers zijn stijf met elkaar gekoppeld door een dwarsligger 33 en dragen res-5 pectieve staanders 35 en 36. De staanders 35 en 36 zijn nabij hun boveneinden stijf met elkaar gekoppeld door een tweede dwarsligger 34. Aan hun respectieve boveneinden gaan de dwarsliggers 35 en 36 over in respectieve muursteunen 37 en 38, welke bij de hier beschreven uitvoeringsvorm horizontaal Ί q verlopen en in een zelfde verticaal vlak als de onderliggers 31 en 32 eindigen. Aan hun uiteinden vertonen de muursteunen 37 en 38 respectieve oogplaten 39 en 40 voor bevestiging van de gewichtseenheid door middel van bouten tegen een niet in fig. 3 getekende wand of muur. Vanuit de muursteunen 37 en 38 15 strekken zich respectieve dwarsliggergedeelten 41 en 42 naar elkaar toe uit; tussen de uiteinden van deze dwarsliggergedeelten 41 en 42 is een daarmee één geheel vormende kettingwielsteun 43 opgenomen, welke een vrij roteerbaar kettingwiel 44 draagt.
20 De staanders 35 en 36 dragen op enige hoogte boven het gemeenschappelijke benedenvlak van de liggers 31-33 respectieve naar de voorzijde toe open, holle koppelprofielen 45 en 46? de zojuist genoemde hoogte is daarbij zodanig gekozen, dat de benen 1 en 2 van een zich op een zelfde vloer als de 25 gewichtseenheid 30 bevindende werkeenheid, zoals 10 of 20, respectievelijk tegenover en in het verlengde van de koppelprofielen 45 en 46 kunnen worden gebracht. De holle koppelprofielen 45 en 46 kunnen de benen 1 en 2 met een glijdende passing opnemen voor telescopische koppeling van een werkeen-30 heid met de gewichtseenheid 30. Aan hun achtereinde zijn de koppelprofielen 45 en 46 stijf met elkaar gekoppeld door een op de liggers 31 en 32 rustende dwarsbalk 47, welke aan zijn voorzijde een kettingwielsteun 48 met een vrij roteerbaar kettingwiel 49 draagt. Dit kettingwiel 49 werkt, evenals het 35 reeds genoemde kettingwiel 44 en een door middel van een aan de tweede dwarsligger 34 bevestigde kettingwielsteun 50 vrij roteerbaar aangebracht kettingwiel 51, samen met een rollen-
^ ·> / N
* \ - 10 - ketting 52, waarvan de functie nog nader zal worden toegelicht.
De dwarsbalk 47 strekt zich evenwijdig aan en juist onder de reeds genoemde dwarsliggergedeelten 41 en 42 van de 5 muursteunen 37 en 38 uit. Tussen de dwarsliggergedeelten 41 en 42 enerzijds en de dwarsbalk 47 anderzijds zijn twee verticale staven 53 en 54 opgenomen, welke dienen als geleiders voor een aantal (17 in fig. 3) gewichtsplaten 55 met in fig.
3 niet met afzonderlijke verwijzingsgetallen aangeduide door-TO; boringen, waardoor de staven 53 en 54 steken. In zijn midden vertoont iedere gewichtsschijf 55 een soortgelijke doorboring 56 voor opname van een door alle gewichtsplaten 55 heengaande buis 57, welke aan zijn boveneinde met de reeds genoemde ketting 52 is gekoppeld. De gewichtsplaten 55 zijn bovendien 15 voorzien van horizontale boringen 58, welke zich steeds vanaf de in fig, 3 zichtbare voorzijde van een gewichtsplaat ten minste tot aan de doorboring 56 daarvan uitstrekken. De buis 57 is voorzien van een ten minste met het aantal toegepaste gewichtsplaten overeenkomend aantal perforaties, welke in 20 fig. 3 niet zichtbaar zijn, doch zich in de in fig. 3 getekende positie van de gewichtsplaten 55 juist tegenover de respectieve doorboringen 58 daarvan·bevinden. Door middel van een geschikte pen, waarvan in fig. 3 slechts de naar de voorzijde uitstekende, verdikte kop 59 zichtbaar is, kan naar 2'5* keuze van een gebruiker een in aanmerking komend aantal van de gewichtsplaten 55 met de buis 57 en via deze met de kabel 52 worden gekoppeld. Indien de desbetreffende pen bijvoorbeeld in de vijfde doorboring 58 van bovenaf en de daarachter gelegen perforaties van de buis 57 wordt gestoken, worden de 30 vijf bovenste gewichtsplaten 55 met de buis 57 en via deze met de ketting 52 gekoppeld. Daar een dergelijk gewichts-instelmechanisme voor oefentoestellen gebruikelijk is, wordt hier niet verder op ingegaan. De onderste gewichtsplaat 55 rust op steuncilinders 60, welke de leistaven 53 en 54 boven 35 de dwarsbalk 47 omringen.
Zoals in het voorgaande is beschreven, loopt de ketting 52 vanaf de buis 57 met de door middel van de hiervoor ge- s*\ n ^ ; **v - ’ · 5 " :} * - 11 - noemde pen (kop 59) daarmee gekoppelde een of meer gewichts-platen 55 eerst naar het kettingwiel 44 en vervolgens via het kettingwiel 51 naar het kettingwiel 49. Opgemerkt wordt, dat in plaats van een rollenketting, zoals 52 in fig. 3, ook een 5 andere ketting of een kabel zou kunnen worden toegepast. Bovendien zal het duidelijk zijn, dat het aantal toegepaste kettingwielen, zoals 44, 49 en 51 in fig. 3, of het aantal daarmee overeenkomende kabelschijven, evenals de respectieve plaatsen van dergelijke kettingwielen of kabelschijven wille-10 keurig kan worden gekozen en in wezen slechts bepaald wordt door de plaats, waar het verbindingsorgaan, zoals 18 van de werkeenheid 10 en 28 van de werkeenheid 20, met de gewichtseenheid dient te worden verbonden.
Zoals fig. 3 laat zien, eindigt de ketting 52 aan de 15 voorzijde van de kettingwielsteun 48 in een geperforeerde strook 61 voor verbinding op geringe hoogte boven de vloer met een U-vormig verbindingsorgaan 18 van een werkeenheid 10 volgens fig. 1 of dergelijke? in laatstgenoemde figuur is een daartoe dienende, los getekende verbindingspen met het ver-20 wijzingsgetal 62 aangeduid. Uiteraard kunnen ook willekeurig andere, geschikte verbindingsorganen dan het U-vormige verbindingsorgaan 18 van de kabel 16 en de geperforeerde strook 61 met de verbindingspen 62 voor onderlinge verbinding van de in aanmerking komende verbindingsorganen van de beide een-25. heden'worden toegepast.
Zoals fig. 3 eveneens laat zien, is het ook mogelijk, dat een verbindingsorgaan van een werkeenheid, zoals het verbindingsorgaan 28 van de werkeenheid volgens fig. 2, op aanzienlijk hoger niveau met de ketting 52 wordt gekoppeld.
30 Daartoe worden bijvoorbeeld enige schakels van de ketting 52 op het in aanmerking komende niveau van de ketting voorzien van of uitgerust met geschikte bekken 63, waarin een verbindingsorgaan 28 vein een werkeenheid volgens fig. 2 met behulp van een geschikte pen, zoals bijvoorbeeld de verbindingspen 35 62 in fig. 1, kan worden vergrendeld. Ook andere verbindings organen dan het verdunde gedeelte 28 van het uitsteeksel 27 van de werkeenheid 20 en de kabelbekken 63 van de gewichts— r*; r* * \ } * 3· - 12 - eenheid volgens fig. 3 kunnen uiteraard voor het tot stand brengen van een geschikte verbinding tussen de beide eenheden worden toegepast.
Zoals fig. 3 laat zien, bevinden de benen 1 en 2 van 5 een verder in fig. 3 niet getekende werkeenheid zich respectievelijk tegenover de koppelprofielen 45 en 46 van de gewichtseenheid 3Ó. Duidelijk zal zijn, dat de bijbehorende werkeenheid met behulp van de rollen 7 of andere geschikte verplaatsingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld onder de benen 1 en 10 2 aangebrachte glij-organen, naar de gewichtseenheid 30 toe kan. worden verplaatst, waarbij de afgeschuinde uiteinden 3 en 4 van de benen het binnendringen daarvan in de koppelprofielen 45 en 46 vergemakkelijken. Zoals reeds is opgemerkt, zijn de benen 1 en 2 van het onderstel van een werk-15 eenheid voorzien van respectieve openingen 5 en 6 voor opname van grendelpennen. Deze pennen behoren bij de hier beschreven uitvoeringsvorm van de uitvinding tot de gewichtseenheid 30 en zijn in fig. 3 respectievelijk met 65 en 66 aangeduid. De pennen 65 en 66 worden door respectieve op de koppelprofielen 20 45 en 46 aangebrachte veermechanismen 67 en 68, waarvan het laatstgenoemde in fig. 3 enigszins opengewerkt is weergegeven, in benedenwaartse richting gedreven, waarbij zij in de respectieve openingen 5 en 6 van in de koppelprofielen gevoerde benen 1 en 2 binnendringen en op die wijze de tot 25 stand gebrachte koppeling tussen een werkeenheid en een gewichtseenheid vergrendelen. De pennen 65 en 66 strekken zich verticaal uit aan de beide uiteinden van een draagarm 64, welke voor ontgrendeling door middel van een bij de hier beschreven uitvoeringsvorm scharnierend aan de staander 36 aan-30 gebracht pedaal 69 voor ontgrendeling van de koppeling kan worden geheven. Uiteraard kunnen ook andere ontgrendelbare middelen voor vergrendeling van de respectieve koppelorganen van twee eenheden, zoals 10 en 30, of 20 en 30, in hun gekoppelde stand worden toegepast.
35 Duidelijk zal zijn, dat uit de gekoppelde stand van een werkeenheid en een gewichtseenheid volgens de uitvinding na onderlinge verbinding van de in aanmerking komende verbin- * "> 7 - J -·> i τ -5 - 13 - dingsorganen van de beide eenheden een oefentoestel resulteert, dat in practisch opzicht niet verschilt van uit één geheel bestaande oefentoestellen van bekend type. Ten opzichte van dergelijke bekende oefentoestellen heeft het oefen-2 toestel volgens de uitvinding echter het voordeel, dat het uit twee van elkaar scheidbare eenheden bestaat, dat wil zeggen een werkeenheid en een gewichtseenheid, waarvan de laatstgenoemde eenheid bij verschillende werkeenheden van onderling verschillend oefentype kan worden toegepast* Dit 1 q verschaft zowel in geval van collectief gebruik als in geval van privêgebruik, zoals deze soorten van gebruik in de inleiding zijn gedefiniëerd, de mogelijkheid tot toepassing van een kleiner aantal gewichtseenheden dan het aantal beschikbare werkeenheden. Aangezien bij een dergelijke "toepassing" -J2 zowel aspecten van aanschaffing, c.q. investering, als aspecten van opslag (benodigde ruimte) een belangrijke rol spelen, vormt dit een aanzienlijk voordeel, dat zowel in geval van collectief gebruik als in geval van privêgebruik goed tot zijn recht kan komen.
2q Zoals in het voorgaande is uiteengezet, verschaft de uitvinding daartoe een in twee eenheden scheidbaar oefentoestel, een afzonderlijke werkeenheid voor een dergelijk oefentoestel en een afzonderlijke gewichtseenheid voor een dergelijk toestel als nieuwe componenten.
·· . * *·. «, * Λ •s* * .* ^

Claims (12)

1. Toestel voor het oefenen van één of meer spieren of andere lichaamsorganen, bestaande uit een werkeenheid met ten minste twee tijdens het oefenen door een gebruiker ten opzichte van elkaar te verplaatsen organen en uit een gewichts- 5 eenheid met een naar keuze activeerbaar aantal gewichten, waarbij de werkeenheid en de gewichtseenheid door middel van respectieve verbindingsorganen, zoals kabels of kettingen, voor samenwerking met elkaar zijn verbonden, met het kenmerk, dat de werkeenheid (10?20) en de gewichtseenheid (30) van 10 elkaar scheidbare eenheden vormen, welke door middel van respectieve koppelorganen (1-4,45,46) losraaakbaar met elkaar zijn gekoppeld en waarvan de respectieve verbindingsorganen (16,52728,52) losmaakbaar met elkaar zijn verbonden.
2. Gewichtseenheid voor een oefentoestel volgens con-15 clusie 1, met een naar keuze activeerbaar aantal gewichten (55), ten minste één verbindingsorgaan (52), zoals een kabel of ketting, voor losmaakbare verbinding en samenwerking met een bijpassend verbindingsorgaan van een werkeenheid, en ten minste één koppelorgaan (45,46) voor losmaakbare koppeling 20 van de gewichtseenheid (30) met die werkeenheid.
3. Werkeenheid voor een oefentoestel volgens conclusie 1, met ten minste twee tijdens het oefenen door een gebruiker ten opzichte van elkaar te verplaatsen organen (11,14,15? 25,29), ten minste één verbindingsorgaan (16?28), zoals een 2-5· kabel of ketting, voor losmaakbare verbinding en samenwerking met een bijpassend verbindingsorgaan van een gewichtseenheid, en ten. minste één koppelorgaan (1-4) voor losmaakbare koppeling van de werkeenheid (10720) met die gewichtseenheid.
4. Oefentoestel volgens conclusie 1, voorzien van 30 middelen, zoals rollen, voor verplaatsing van het toestel over een vloer en/of voorzien van middelen voor bevestiging van het toestel op een vloer en/of tegen een wand, met het kenmerk, dat slechts de ene eenheid (10720) van verplaat-singsmiddelen (7) is voorzien en/of slechts de andere eenheid 35 (30) van bevestigingsmiddelen (39,40) is voorzien. » -15-.
5. Gewichtseenheid volgens conclusie 2, gekenmerkt door middelen (39/40) voor bevestiging van de eenheid (30) op een vloer en/of tegen een wand.
6. Werkeenheid volgens conclusie 3, gekenmerkt door 5 middelen, zoals rollen (7), voor verplaatsing van de eenheid (10*20) over een vloer.
7. Oefentoestel volgens conclusie 1 of conclusie 4, met het kenmerk, dat van de respectieve koppelorganen van de twee eenheden (10,30?20,30) het ene (1-4) telescopisch in het 10. andere (45,46) past.
8. Gewichtseenheid volgens conclusie 2 of conclusie 5, met het kenmerk, dat het ten minste ene koppelorgaan een naar een aan te koppelen werkeenheid (10T20) toe open profielstuk (45,46) is.
9. Werkeenheid volgens conclusie 3 of conclusie 6, met het kenmerk, dat het ten minste ene koppelorgaan een naar een aan te koppelen gewichtseenheid (30) uitstekende staaf (1-4) is.
10. Oefentoestel volgens conclusie 1, conclusie 4 of 20 conclusie 7, gekenmerkt door ontgrendelbare middelen (5,6, 64-69) voor vergrendeling van de respectieve koppelorganen (1-4,45,46) in hun gekoppelde stand.
11. Gewichtseenheid volgens conclusie 1, conclusie 5 of conclusie 7, gekenmerkt door ontgrendelbare middelen (64-69) 25 voor vergrendeling van een eigen koppelorgaan (45,46) met een koppelorgaan van de werkeenheid in de gekoppelde stand van die organen.
12. Werkeenheid volgens conclusie 3, conclusie 6 of conclusie 9, gekenmerkt door ontgrendelbare middelen (5,6) voor 30 vergrendeling van een eigen koppelorgaan (1-4) met een koppelorgaan van de gewichtseenheid in de gekoppelde stand van die organen. —. "'•y ._· ^ *
NL8600846A 1986-04-02 1986-04-02 Oefentoestel, bestaande uit een werkeenheid en een gewichtseenheid. NL8600846A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8600846A NL8600846A (nl) 1986-04-02 1986-04-02 Oefentoestel, bestaande uit een werkeenheid en een gewichtseenheid.
EP87200612A EP0240087A1 (en) 1986-04-02 1987-04-02 Exercising apparatus consisting of a weight unit and at least one work unit

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8600846A NL8600846A (nl) 1986-04-02 1986-04-02 Oefentoestel, bestaande uit een werkeenheid en een gewichtseenheid.
NL8600846 1986-04-02

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8600846A true NL8600846A (nl) 1987-11-02

Family

ID=19847816

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8600846A NL8600846A (nl) 1986-04-02 1986-04-02 Oefentoestel, bestaande uit een werkeenheid en een gewichtseenheid.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0240087A1 (nl)
NL (1) NL8600846A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4964632A (en) * 1989-09-06 1990-10-23 Diversified Products Corporation Compact multi-function weight-training exerciser
US5263914A (en) * 1990-04-04 1993-11-23 Loredan Biomedical, Inc. Weight machine
US5256122A (en) * 1990-07-17 1993-10-26 Deden Michael J Resistance engagement system
US6595905B2 (en) * 2000-12-18 2003-07-22 Stamina Products, Inc. Exerciser with multiple bungee cord resistance and enhanced bench movements
CN113209564A (zh) * 2021-05-07 2021-08-06 连云港市第一人民医院 一种用于腿部的骨科康复装置
CN113457081B (zh) * 2021-07-16 2022-06-24 山东体育学院 一种股四头肌训练的体育锻炼器材

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3290044A (en) * 1963-07-08 1966-12-06 John K Krodsen Mobile exercise bar
US3743282A (en) * 1971-10-22 1973-07-03 Whittaker Corp Weight training device
US3917262A (en) * 1974-01-31 1975-11-04 Larry A Salkeld Leg exercising apparatus
US4390179A (en) * 1981-07-01 1983-06-28 Szkalak Kalman Z Multi-station exercising apparatus
GB2162434A (en) * 1984-07-30 1986-02-05 York Barbell Co Ltd Exercise apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
EP0240087A1 (en) 1987-10-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1309738C (en) Exercise machine with multiple exercise stations
US10486009B2 (en) Exercise machine having elastic exercise resistance cables
CA2023972C (en) Multi-station exercise machine with multi-exercise press station
US4964632A (en) Compact multi-function weight-training exerciser
US7070546B1 (en) Exercise apparatus including multiple function aspects and small footprint
US4900018A (en) Exercise machine with multiple exercise stations
US5554083A (en) Multipurpose exercise machine having an arm drilling device
US4911435A (en) Exercise machinery convertible for use by wheelchair-seated exercisers
US5779601A (en) Compact multi-station exercise machine
AU653117B2 (en) Squat exercise apparatus
US3918710A (en) Rowing lever exercise apparatus
US4666152A (en) Lower back exercising machine
US5080351A (en) Compact multi-function weight-training exerciser
EP1125599A2 (en) Exercise Machine
US20020091043A1 (en) Space efficient multi-use exercise apparatus
SE455047B (sv) Flyttbart, vid en vegg anbragt treningsredskap
US20130331239A1 (en) Weight Lifting Machines and Methods
US7112162B2 (en) Exercise machine
US5507711A (en) Leg stretcher
US20060063649A1 (en) Adjustable load dynamic active resistance training system
NL8600846A (nl) Oefentoestel, bestaande uit een werkeenheid en een gewichtseenheid.
US5004230A (en) Method and apparatus for exercising or testing rotary torso muscles
EP0239632B1 (en) Multiple exercise device
FR2561528A1 (fr) Appareil modulaire polyvalent de reeducation fonctionnelle et d&#39;entrainement athletique
US5098088A (en) Exercise machine for handicapped or disabled persons

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed