NL8600410A

NL8600410A - Locating improperly positioned or bent rolls - in roll rack of continuous casting machine

Info

Publication number: NL8600410A
Application number: NL8600410A
Authority: NL
Original assignee: Uss Eng & Consult
Priority date: 1974-09-04
Filing date: 1986-02-18
Publication date: 1986-06-02
Also published as: NL184458B; NL184458C

Abstract

Improperly positioned rolls are located by an appts. comprising a housing which is movable along the path of travel of the workpiece. Fixed runers about the work-engaging faces and fuide the housing. Gap sensors include heads supported for relative movement normal to the direction of movement of the housing along the path of travel and contact the work-engaging faces of individual roll pairs at a no. of locations along the length of the rolls. Transducers are operatively connected with the heads to transmit signals representative of the gaps between the work-engaging faces of each roll pair contacted by the heads.

Description

* ** N.0. 33.542 1* ** N.0. 33,542 1

Inrichting voor het bepalen van de plaats van rollen van een rol- lenstel, waarvan de werkzame vlakken een loopbaan voor een werkstuk bepalen.Device for determining the location of rolls of a roller set, the working surfaces of which determine a raceway for a workpiece.

55

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het lokaliseren van onjuist geplaatste rollen bij een gebogen rollenrek, waarbij de rollen zijn opgesteld volgens tegenover elkaar gelegen paren en werkzame vlakken bezitten, die liggen op bogen met vooraf bepaalde 10 straal, voorzien van een huis, dat door het rollenrek kan worden verplaatst en van geleidemiddelen voor het huis tussen de rollen.The invention relates to a device for locating incorrectly placed rollers on a curved roll rack, the rollers being arranged according to opposite pairs and having active surfaces lying on curves of predetermined radius, provided with a housing, which can be moved through the roller rack and of housing guide means between the rollers.

Een dergelijke inrichting is bekend uit het Duitse "Auslege-schrift" 2.253.794.Such a device is known from the German "Auslege script" 2,253,794.

Rollen die een begrensde loopbaan voor een werkstuk vormen, bij-· 15 voorbeeld een gietstuk bij een kontinu-gietmachine, kunnen na verloop van tijd van een gewenste positie afwijken. Hierdoor zal de spleet tussen de met het werkstuk in werkzame aanraking zijnde oppervlakken van twee rollen van een paar tegenover elkaar gelegen rollen niet de juiste afmeting bezitten, danwel zullen genoemde vlakken niet meer op een be-20 doelde boog liggen.Rollers that form a defined workpiece trajectory, for example, a casting in a continuous casting machine, can deviate from a desired position over time. As a result, the gap between the surfaces in active contact with the workpiece of two rollers of a pair of opposing rollers will not be the correct size, or said surfaces will no longer lie on an intended arc.

Alhoewel niet daartoe beperkt, is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding bijzonder geschikt voor het bepalen van de plaats van onjuist aangebrachte of verbogen rollen bij een rollenrek van een kontinu-gietmachine. Een gebruikelijk gebogen of recht rollenrek omvat een 25 freem en een groot aantal tegenover elkaar gelegen paren in het freem verstelbaar aangebrachte rollen voor het geleiden en begrenzen van een gietstuk gedurende het kontinu verharden van de kern daarvan. Een gebogen rollenrek omvat boven- en benedenrollen, die een gietstuk geleiden bij wijziging van zijn looprichting van nagenoeg vertikaal naar nage-30 noeg horizontaal. Een gebogen rollenrek begrenst meestal een gebogen loopbaan met een straal van ten minste ongeveer 915 cm (30 feet). De spleet tussen de met het werkstuk in aanraking zijnde vlakken van de paren rollen hangt af van de dikte van het gietstuk, maar is zelden kleiner dan 152 mm (6 inch).. Dientengevolge is een gebogen rollenrek 35 een massieve konstruktie, maar het is van belang dat alle rollen daarvan recht zijn en nauwkeurig zijn geplaatst. De met het werkstuk in aanraking komende vlakken van de boven— en benedenrollen van elk paar rollen moeten nauwkeurig op twee vooraf bepaalde bogen liggen. In zowel een recht rollenrek als een gebogen rollenrek moeten de spleten tussen 40 de met het werkstuk in aanraking komende vlakken van elk paar rollen λ i 2 binnen kleine toleranties gelijk zijn. Rollen die gebogen zijn of niet nauwkeurig geplaatst zijn worden hetzij overbelast, waarbij zij een snellere dan normale slijtage ondergaan, danwel begrenzen, dat wil zeggen vervormen, zij het gietstuk op niet doelmatige wijze.Although not limited thereto, the device of the present invention is particularly suitable for determining the location of improperly mounted or bent rollers on a roller rack of a continuous casting machine. A conventional curved or straight roller rack comprises a frame and a plurality of opposed pairs of roller-adjustable rollers arranged in the frame for guiding and limiting a casting during continuous hardening of its core. A curved roller rack includes top and bottom rollers that guide a casting when its running direction changes from substantially vertical to substantially horizontal. A curved roller rack usually defines a curved track with a radius of at least about 915 cm (30 feet). The gap between the workpiece contact surfaces of the pairs of rolls depends on the thickness of the casting, but is rarely less than 152 mm (6 inches). As a result, a curved roll rack 35 is a massive construction, but it is important that all rolls thereof are straight and accurately positioned. The surfaces of the top and bottom rollers of each pair of rollers in contact with the workpiece must lie precisely on two predetermined arcs. In both a straight roll rack and a curved roll rack, the gaps between 40 surfaces of each pair of rollers λ i 2 in contact with the workpiece must be equal within small tolerances. Rollers that are bent or not accurately positioned are either overloaded, undergoing faster than normal wear, or limiting, i.e. deforming, albeit ineffectively the casting.

5 Bij de meeste kontinu-gietinstallaties worden de spleten tussen de rolvlakken met de hand gemeten en worden de rollen alleen wanneer de gietmachine gedemonteerd is voor het voorgeschreven onderhoud, meestal eenmaal per week, met plaatjes opnieuw ingesteld. Het met de hand meten en instellen van de spleten tussen de rollen is een lastige handeling, 10 die veelal onnauwkeurig wordt uitgevoerd. Een rollenpaar met een onjuist gedimensioneerde spleet kan bovendien onopgemerkt blijven tot het eerstvolgende voorgeschreven onderhoud, tenzij een werkelijke storing optreedt. Zoals tot nu toe is gebleken bestaat er geen doelmatige wijze van bepaling van de plaats van gebogen rollen, noch om te bepalen of de 15 met het werkstuk in werkzame aanraking komende vlakken van een gebogen rollenrek wel of niet nauwkeurig op bogen met bepaalde stralen liggen.5 In most continuous casting plants, the gaps between the rolling surfaces are measured by hand and the rolls are reset with plates only when the casting machine has been disassembled for the prescribed maintenance, usually once a week. Measuring and adjusting the gaps between the rollers by hand is a difficult operation, which is often carried out inaccurately. Moreover, a pair of rollers with an incorrectly dimensioned gap can go unnoticed until the next prescribed maintenance, unless an actual failure occurs. As has hitherto been found, there is no effective way of determining the location of curved rollers, nor to determine whether or not the surfaces of a curved roller rack which come into active contact with the workpiece lie precisely on curves with certain radii.

Uit het Duitse "Auslegeschrift" 2.253.794 is weliswaar een inrichting voor het bepalen van afwijkingen van posities van rollen bekend, maar hierbij wordt deze inrichting tussen de rollen verplaatst door ge-20 leiderails, die onafhankelijk van de rollen zijn gemonteerd. De meting van de posities van de rollen geschiedt dan ook ten opzichte van deze geleiderails. Bij een afwijking van deze rails kan een afwijking worden aangetoond, die in feite niet fout is. In het bijzonder kan met een dergelijke door rails geleide inrichting ook niet duidelijk worden 25 onderzocht of de rollenvlakken alle op de genoemde gebogen loopbaan liggen met de bovenvermelde gewenste straal.Although a device for determining deviations of roller positions is known from German "Auslegeschrift" 2,253,794, this device is hereby displaced between the rollers by guide rails mounted independently of the rollers. The positions of the rollers are therefore measured with respect to these guide rails. In the event of a deviation from these rails, a deviation can be demonstrated, which in fact is not incorrect. In particular, with such a rail-guided device, it is also not possible to clearly examine whether the roller surfaces are all on the said curved track with the above-mentioned desired radius.

De uitvinding beoogt derhalve een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die nauwkeuriger de rollenposities kan meten dan de inrichting volgens het bovengenoemde Duitse "Auslege-30 schrift'1. De inrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de geleidemiddelen zodanig zijn uitgevoerd, dat zij met twee aan elkaar grenzende rollen in aanraking kunnen komen en op een tangentiaal van de werkzame vlakken daarvan zijn gelegen, en dat hoekmeetmiddelen in het huis aanwezig zijn voor het aantonen van de hoek waaronder genoemde ge-35 leidemiddelen zijn gelegen en waardoor wordt aangetoond of het werkzame vlak van elke rol op een boog met voorafbepaalde straal is gelegen.The object of the invention is therefore to provide a device of the type mentioned in the preamble, which can measure the roller positions more accurately than the device according to the above-mentioned German "Auslege-30". The device according to the invention is characterized in that the guide means are They are designed to come into contact with two adjacent rollers and to be located on a tangential to their active surfaces, and to have angle measuring means in the housing for detecting the angle at which said guiding means are located, and demonstrating whether the effective face of each roll is on an arc of predetermined radius.

De inrichting volgens de uitvinding is bijzonder geschikt voor kontinu-gietinstallaties voor het snel onderzoeken of bepalen of rollen, die een begrensde loopbaan voor een werkstuk vormen, juist zijn 40 opgesteld en om snel eventueel onjuist aangebrachte of gebogen rollen 3 % » aan te geven. Bij toepassing van een gebogen rollenrek kan met de inrichting volgens de uitvinding worden bepaald of de met het werkstuk in aanraking komende vlakken van de paren rollen op de bogen met de voorgeschreven stralen liggen.The device according to the invention is particularly suitable for continuous casting installations for quickly examining or determining whether rolls, which form a limited runway for a workpiece, are correctly positioned and for quickly indicating 3% if incorrectly applied or bent rolls. When a curved roller rack is used, it can be determined with the device according to the invention whether the surfaces of the pairs of rollers that come into contact with the workpiece lie on the arcs with the prescribed radii.

5 In het bijzonder omvatten de genoemde hoekmeetmiddelen een slin- gertoestel en een werkzaam op genoemd slingertoestel aangesloten omzetter voor het overdragen van signalen die representatief zijn voor de genoemde hoek.In particular, said angle measuring means comprise a wobble device and a converter operatively connected to said wobble device for transmitting signals representative of said angle.

De uitvinding zal hieronder nader verduidelijkt worden aan de hand 10 van de tekening, waarin:.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, in which:

figuur 1 een zij-aanzicht geeft van een kontinu-gietmachine, waarbij de Inrichting volgens voorstel is aangebracht; figuur 2 geeft een vooraanzicht van de inrichting, waarbij delen zijn weggelaten; 15 figuur 3 geeft een zij-aanzicht van de inrichting, waarbij delen zijn weggelaten; figuur 4 geeft op grotere schaal een horizontale doorsnede volgens de lijn IV-IV volgens figuur 3; figuur 5 geeft een vereenvoudigd schakelschema van de spleet-meet-20 keten van de inrichting; figuur 6 geeft een voorbeeld van een geregistreerde spleet-meting verkregen met de inrichting; figuur 7 geeft een vereenvoudigd schakelschema van de keten van de inrichting voor het meten van de hoeken van de tangentenlijnen van de 25 met het werkstuk in werkzame aanraking komende vlakken van de rollen, waarbij bepaald wordt of genoemde vlakken op de bogen van de voorgeschreven stralen liggen; en figuur 8 toont vergroot de geometrische principes, die toegepast worden bij de hoekmeting voor het onderzoek van de straal van een 30 boog.Figure 1 shows a side view of a continuous casting machine, wherein the device is arranged according to a proposal; Figure 2 shows a front view of the device, with parts omitted; Figure 3 shows a side view of the device, with parts omitted; Figure 4 is a larger-scale horizontal section taken on the line IV-IV of Figure 3; Figure 5 shows a simplified circuit diagram of the slit measuring circuit of the device; Figure 6 gives an example of a registered gap measurement obtained with the device; Fig. 7 shows a simplified circuit diagram of the circuit of the device for measuring the angles of the tangent lines of the surfaces of the rollers that come into contact with the workpiece, wherein it is determined whether said surfaces lie on the arcs of the prescribed radii ; and Figure 8 shows enlarged the geometrical principles used in the angle measurement for examining the radius of an arc.

De principes volgens de uitvinding kunnen in het algemeen toegepast worden bij het bepalen van de plaats van onjuist geplaatste of gebogen rollen in een stel rollen, die een begrensde loopbaan voor een werkstuk bepalen. Slechts ter verduidelijking is de inrichting toege-35 past bij een gebogen rolrek van een kontinu-gietmachine.The principles of the invention can generally be used in determining the location of improperly positioned or bent rollers in a set of rollers defining a defined workpiece trajectory. For purposes of clarification, the device has been used with a curved roll rack of a continuous casting machine.

Zoals uit figuur 1 blijkt omvat de getekende gietmachine een water gekoelde en van open uiteinden voorziene vertikaal oscillerende gietvorm 10, een leirolrek 12, een buigroleenheid 13, een gebogen rolrek 14, een rechttrek-orgaan 15 en een uitgangstransporteur 16. Vanuit een 40 gietpan 17 wordt vloeibaar metaal in de vorm gegoten en aan de onder- X ï 4 kant van de vorm komt kontinu een niet-getekend ten dele verhard giet-stuk te voorschijn, dat vervolgens door de bovengenoemde onderdelen loopt. De machine is uitgerust met een flexibele aanvangsstaaf 18. Het gietstuk en genoemde aanvangsstaaf worden door snelheid-regelende aan-5 drijfrollen 20 en 20a in het rechttrek-orgaan voortgedreven en door in de sekties 1, 2 en 3 door energie aangedreven klemrollen-hulpaandrij-vingen 21, 22 en 23, die tussen het lei-rolrek 12 en het rechttrek-orgaan 15 op onderlinge afstand zijn aangebracht en die omkeerbaar zijn. De andere rollen zijn geen aandrijfrollen.As shown in Figure 1, the drawn molding machine includes a water-cooled and open-ended vertically oscillating mold 10, a guide roller rack 12, a bending roller unit 13, a curved roller rack 14, a straightening member 15, and an exit conveyor 16. From a 40 ladle 17 liquid metal is poured into the mold and a non-drawn partially hardened casting continuously emerges at the bottom of the mold, which then passes through the above parts. The machine is equipped with a flexible starting rod 18. The casting and said starting rod are driven by speed-controlling drive rollers 20 and 20a into the straightening member and by energy-driven pinch roller auxiliary drive in sections 1, 2 and 3. 21, 22 and 23 spaced between the guide roller rack 12 and the straightening member 15 and are reversible. The other rollers are not drive rollers.

10 De rollen van de voorbuig-rolleneenheid 13, het gebogen rolrek 14 en de hulp-aandrijvingen 21, 22 en 23 zijn opgesteld in boven- en be-nedengroepen 24 en 25 van telkens twee rollen per groep. De met het werkstuk in werkzame aanraking komende vlakken van de rollen van de be-neden-groepen 25 moeten op een cirkelboog liggen, waarvan het middel-15 punt is voorzien van het verwijzingsteken 0 en waarvan de konstante straal R is. De spleet tussen de met het werkstuk in aanraking komende vlakken van de boven- en benedenparen rollen is aangegeven met het verwijzingsteken G. Slechts ter verduidelijking wordt aangenomen dat de straal R 914,40 cm (30 feet) lang is en de spleet G 184,15 mm (7,25 20 inch) groot is, waarbij alle rollen van het gebogen rolrek een diameter hebben van 304,8 mm (12 inch), terwijl de lengte van het koord tussen de assen van twee aan elkaar grenzende rollen van de beneden-groepen 355,6 mm is. De lengte van het koord tussen de werkvlakken van de genoemde rollen is vanzelfsprekend een fraktie van 25,4 mm kleiner.The rollers of the pre-bend roll unit 13, the curved roll rack 14 and the auxiliary drives 21, 22 and 23 are arranged in top and bottom groups 24 and 25, each of two rolls per group. The surfaces of the rollers of the lower groups 25 which come into active contact with the workpiece must lie on a circular arc, the center of which is provided with the reference sign 0 and the constant radius of which is R. The gap between the surfaces of the upper and lower pairs of rollers that come into contact with the workpiece is indicated by the reference mark G. For clarity only, the radius R is assumed to be 914.40 cm (30 feet) long and the gap G 184, Is 15 mm (7.25 by 20 inches), with all rolls of the curved roll rack having a diameter of 304.8 mm (12 inches), while the length of the cord between the axes of two adjacent rollers is from the bottom groups is 355.6 mm. The length of the cord between the working surfaces of the said rollers is, of course, a fraction of 25.4 mm smaller.

25 Zoals uit de figuren 2 en 3 blijk omvat de voorgestelde inrichting voor het bepalen van de plaats van onjuist aangebrachte of gebogen rollen een huis 26, opgebouwd uit metalen platen en in wezen uitgevoerd in de vorm van een rechthoekig parallellepipedum. Genoemd huis draagt een paar rechte onderling evenwijdig lopende relatief vaste loopsleden of 30 lopers 27 met glad oppervlak die aan de achterkant buitenwaarts uitsteken. Het huis bevat een paar aan de binnenkant van de achterwand vastgezette steunelementen 30. Elk steunelement draagt een bijbehorend paar bij hun middendeel bevestigde scharnieroren 31 en een bijbehorend paar bij hun tegengestelde einddelen vastgezette fluidum-drukcilinders 32. 35 Bijbehorende rechte onderling evenwijdig lopende vlakke uitschuifbare loopsleden of lopers 33 worden gedragen door elk paar scharnieroren. Genoemde lopers 33 zijn voorzien van gleuven 34 voor het opnemen van in de oren aangebrachte pinnen 35, waardoor de lopers ten opzichte van de oren kunnen scharnieren of in en uit geplaatst kunnen worden. Cilinders 40 32 zijn voorzien van drukknoppen 36, die in samenwerking zijn met de y * 5 lopers 33 en die de lopers uit het huis drukken. Tussen de einddelen van de lopers 33 en steunelementen 30 zijn spanveren 37 aangebracht om de lopers in aanraking met de drukknoppen 36 te houden. Op de boven-eindwand van het huis 26 zijn geschikte verbindingen 38 aangebracht 5 voor het inbrengen van fluidum in de cilinders 32. De voorwand van het huis heeft een paar gleuven 39 waaruit de lopers 33 steken.As shown in Figures 2 and 3, the proposed device for determining the location of improperly applied or bent rollers includes a housing 26 constructed of metal plates and constructed essentially in the form of a rectangular parallelepiped. Said housing carries a pair of straight, relatively parallel running relatively fixed runners or 30 smooth surface runners 27 projecting outwardly at the rear. The housing includes a pair of support members 30 secured to the interior of the rear wall. Each support member carries an associated pair of pivot ears 31 secured at their center section and an associated pair of fluid pressure cylinders 32 secured at their opposite end sections. 35 Associated straight parallel parallel flat extendable runners or runners 33 are carried by each pair of hinge ears. Said runners 33 are provided with slots 34 for receiving pins 35 mounted in the ears, whereby the runners can pivot relative to the ears or be placed in and out. Cylinders 40 32 are provided with push buttons 36, which cooperate with the y * 5 runners 33 and which push the runners out of the house. Tension springs 37 are arranged between the end parts of the runners 33 and support elements 30 to keep the runners in contact with the push buttons 36. Suitable connections 38 are provided on the upper end wall of the housing 26 for the introduction of fluid into the cylinders 32. The front wall of the housing has a pair of slots 39 from which the runners 33 protrude.

De beneden-eindwand van het huis 26 draagt een aantal omlaag gerichte haken 42 voor de samenwerking met een spaak 43 aan de bovenkant van de startstaaf 18. Dit is de spaak, die bij de aanvang van een giet-10 proces gebruikt wordt voor het bevestigen van een koude plaat aan de aanvangsstaaf. Bij voorkeur worden aan genoemde haken 42 wegneembaar door middel van bouten grendelplaten 44 aangebracht teneinde te voorkomen dat de haken buiten samenwerking komen met de spaak, waarbij echter een begrensde bewegingsvrijheid aanwezig is. Het bovenuiteinde 15 van het huis 26 is voorzien van een paar hefogen 45,The lower end wall of the housing 26 carries a number of downwardly directed hooks 42 for engagement with a spoke 43 at the top of the starter bar 18. This is the spoke used at the start of a casting process to secure from a cold plate to the starting bar. Preferably, said hooks 42 are removably bolted with locking plates 44 to prevent the hooks from interfering with the spoke, but with limited freedom of movement. The top end 15 of the housing 26 is provided with a pair of lifting eyes 45,

Wordt deze inrichting toegepast bij een kontinu-gietmachine van de in figuur 1 aangegeven konstruktie, dan wordt het huis 26 aan de bovenkant van de aanvangsstaaf 18 aangebracht. Hierna worden de verschillende aandrijf rollen van de gietmachine aangezet om het huis 26 door de, 20 door de rollen van zowel het gebogen rolrek 14 als het rechte leirolrek 12 bepaalde loopbaan eerst omhoog en daarna omlaag te verplaatsen in verband met het onderzoeken van de posities van de rollen. De vaste lopers 27 komen tegen de werkzame vlakken van de beneden-rollen van het gebogen rolrek en de werkzame vlakken van de rollen aan de linker kant 25 van het leirol-rek aan, terwijl de lopers 33, die uitschuifbaar zijn, gedwongen worden tot aanraking met de werkzame vlakken van de bovenrollen en rollen aan de rechterkant. De lopers dienen om het huis tijdens de verplaatsing langs de door de rollen bepaalde baan te geleiden. De rechte lengten van de lopers is zodanig klein dat als het huis zich 30 door het gebogen rolrek verplaatst de runners niet tegelijkertijd in aanraking komen met de werkzame vlakken van meer dan twee boven-rollen en twee beneden-rollen. Bij het getekende uitvoeringsvoorbeeld is de betreffende lengte ongeveer 581,9 mm. In het geval de lopers in aanraking zijn met twee rollen, elk van het gebogen rolrek, dan liggen de 35 lopers dus op de koorde van de boog, waarop de werkzame vlakken van de rollen liggen.When this device is used with a continuous casting machine of the construction shown in Figure 1, the housing 26 is mounted at the top of the starting bar 18. After this, the various driving rollers of the casting machine are turned to first move the housing 26 upward and then downward through the runway defined by the rollers of both the curved roller rack 14 and the straight guide roller rack 12 in connection with examining the positions of the roles. The fixed runners 27 abut the active surfaces of the lower rollers of the curved roll rack and the active surfaces of the rollers on the left side 25 of the guide roll rack, while the runners 33, which are extendable, are forced to touch with the working faces of the top rollers and rollers on the right. The runners serve to guide the house along the path defined by the rollers during the movement. The straight lengths of the runners are so small that as the housing moves through the curved roll rack, the runners do not simultaneously contact the operating surfaces of more than two top rollers and two bottom rollers. In the illustrated exemplary embodiment, the respective length is approximately 581.9 mm. In case the runners are in contact with two rollers, each of the curved roller rack, the 35 runners thus lie on the chord of the arc, on which the working surfaces of the rollers lie.

Zoals uit de figuren 2 en 4 blijkt omvat het huis 26 een paar nabij het boven-uiteinde nabij de bijbehorende zijwanden geplaatste spleetaftasters 48 voor het meten van de spleet nabij elk uiteinde van 40 elk paar rollen. Is het nodig om de spleten bij elke plaats langs de • ? 6 lengte van de rollen, bijvoorbeeld bij de middelpunten daarvan te meten, dan kunnen meer dan twee spleetaftasters toegepast worden. Alle spleetaftasters zijn van dezelfde konstruktie; daarom zal slechts een enkele spleetaftaster beschreven worden. De spleetaftaster 48 omvat een 5 pijp 49, die aan het huis 26 is bevestigd en zich in dwarsrichting van het huis uitstrekt. Binnen het huis 48 zijn achter- en voor-koppen 50 en 51 aangebracht voor de relatieve axiale verplaatsing van de pijp of voor de verplaatsing loodrecht op de transportrichting door de, door de rollen bepaalde baan. Genoemde pijp is voorzien van aanslagen 52 en 53 10 nabij de tegengestelde uiteinden voor de samenwerking met schouders 54 en 55 op de koppen 50 en 51 voor het begrenzen van de buitenwaartse verplaatsing van de koppen. De achterkop 50 heeft een boring 56, waarin een cilindervormige armatuur 57 is aangebracht. Een de armatuur 57 omgevende drukveer 58 drukt tegen de armatuur en tegen de voorkop 51 ten-15 einde de twee koppen over de door de aanslagen 52 en 53 begrensde afstand uit elkaar te houden. Liggen de koppen 50 en 51 op de grootst mogelijke afstand dan steken zij enigszins buiten de vaste en meegevende lopers 27 en 33 uit.As shown in Figures 2 and 4, housing 26 includes a pair of slit scanners 48 located near the top end adjacent the associated sidewalls for measuring the slit near each end of each pair of rollers. Is it necessary to fit the crevices at any place along the •? 6 to measure the length of the rollers, for example at their centers, more than two slit scanners can be used. All slit scanners are of the same construction; therefore, only a single slit scanner will be described. The slit scanner 48 includes a pipe 49 which is attached to the housing 26 and extends transversely of the housing. Inside the housing 48, rear and front heads 50 and 51 are provided for the relative axial displacement of the pipe or for the displacement perpendicular to the conveying direction through the path defined by the rollers. Said pipe is provided with stops 52 and 53 near the opposite ends for cooperation with shoulders 54 and 55 on the heads 50 and 51 to limit the outward displacement of the heads. The rear head 50 has a bore 56 in which a cylindrical armature 57 is arranged. A compression spring 58 surrounding the fixture 57 presses against the fixture and against the front head 51 to separate the two heads by the distance bounded by the stops 52 and 53. If the heads 50 and 51 are at the greatest possible distance, they protrude somewhat beyond the fixed and yielding runners 27 and 33.

Binnen de boring van de armatuur 57 bevindt zich een omzetter 61. 20 Een samenwerkborstel 62, die op het uiteinde van de voorkop 51 is aangebracht, strekt zich uit tot in de omzetter. Zowel de omzetter als de borstel zijn op zichzelf bekende en op de markt verkrijgbare onderdelen; deze onderdelen zullen derhalve niet nader in detail worden beschreven. Elektrische geleiders 63 lopen vanaf de omzetter naar het 25 bovenuiteinde van het huis 26 via een doorvoering 64 naar een slechts in figuur 5 schematisch aangegeven geschikt registreertoestel 65. De signalen kunnen ook toegevoerd worden aan een rekeninrichting voor opslag en verdere behandeling.Within the bore of the armature 57 is a transducer 61. A cooperating brush 62 mounted on the end of the front head 51 extends into the transducer. Both the converter and the brush are known per se and commercially available parts; these parts will therefore not be described in further detail. Electric conductors 63 run from the converter to the top end of the housing 26 through a lead-through 64 to a suitable recorder 65 schematically shown only in Figure 5. The signals may also be fed to a calculator for storage and further processing.

Zoals uit het schakelschema volgens figuur 5 blijkt omvat een 30 spleetmeetketen potentiometer 66, aangebracht in de omzettere 61 en tussen de geleiders 68 en 69 parallel daaraan geschakelde nul-potentio-meters 67 voor de omzetters. De verschillende potentiometers zijn op de aangegeven wijze aangesloten op bovengenoemd registreertoestel 65. De nul-potentiometers worden zodanig ingesteld, dat de uitgang van het 35 registreertoestel "nul" is wanneer de koppen 50 en 51 van elke spleetaftaster op een voorafbepaalde onderlinge afstand liggen, die betrekkelijk dicht bij de voorgeschreven spleetgrootte ligt. Bij het getekende uitvoeringsvoorbeeld kan de "nul" bij 177,8 mm liggen. Genoemde nul-instelling is nodig om het registreertoestel in de juiste schaal te 40 brengen. Wordt de inrichting toegepast voor het meten van spleten dan * . * 7 zijn de door de omzetter-potentiometers naar het registreertoestel 65 overgedragen signalen een indikatie van de verschillen tussen de werkelijke spleet-meting en de nul-instelling.As can be seen from the circuit diagram of Figure 5, a slit measuring circuit comprises potentiometer 66 disposed in converter 61 and zero potentiometers 67 connected in parallel between conductors 68 and 69 for the transducers. The various potentiometers are connected to the above-mentioned recorder 65 in the manner indicated. The zero potentiometers are adjusted such that the output of the recorder is "zero" when the heads 50 and 51 of each slit scanner are at a predetermined mutual distance. is relatively close to the prescribed gap size. In the illustrated exemplary embodiment, the "zero" may be 177.8 mm. The aforementioned zero setting is necessary to bring the recorder into the correct scale. If the device is used for measuring gaps then *. * 7, the signals transferred from the transducer potentiometers to the recorder 65 are an indication of the differences between the actual gap measurement and the zero setting.

Bij de verplaatsing van de inrichting door de, door de rollen be-5 paalde baan komen de koppen 50 en 51 van de spleetaftasters 48 achtereenvolgens in aanraking met de werkvlakken van elk paar rollen. Zijn de aftasters telkens een paar werkvlakken gepasseerd dan verplaatsen de koppen zich onder de invloed van de veren 58 buitenwaarts. De span-ningssignalen van de omzettere nemen in grootte toe wanneer de koppen 10 dichter bij elkaar komen. Het signaal is minimaal als de aftasters zich buiten aanraking met de rollen bevinden en maximaal wanneer de koppen met de werkvlakken van de rollen in aanraking zijn. Het maximale signaal van elk paar rollen is representatief voor de spleet. Figuur 6 toont de vorm van de registraties, die verkregen worden. Figuur 6 geeft 15 een registratie, verkregen met de betreffende inriching uitgerust met drie spleetaftasters (één in het midden en bovendien twee nabij tegengestelde zijden volgens de figuren 2 en 3).As the device moves through the path defined by the rollers, the heads 50 and 51 of the slit scanners 48 successively contact the working surfaces of each pair of rollers. Once the scanners have passed a pair of working surfaces, the heads move outwards under the influence of the springs 58. The voltage signals from the converter increase in size as the heads 10 come closer together. The signal is minimal when the scanners are out of contact with the rollers and maximal when the heads are in contact with the working surfaces of the rollers. The maximum signal of each pair of rollers is representative of the slit. Figure 6 shows the shape of the records that are obtained. Figure 6 gives a registration obtained with the respective device equipped with three slit scanners (one in the center and in addition two near opposite sides according to Figures 2 and 3).

Zoals uit figuur 2 blijkt omvat de inrichting eên paar hoekaftas-ters 70 geplaatst binnen de tegenover elkaar liggende zijwanden van het 20 huis 26 ter hoogte van het midden van het huis. Genoemde hoekaftasters zijn bij voorkeur aangebracht op afzonderlijke platen 71, die onder de bijbehorende zijwanden van het huis liggen en die vanaf het achtervlak van het huis uitsteken. Veren 72 drukken de platen 71 over de door aanslagen 73 (figuur 4) toegestane afstand buitenwaarts. De platen dienen 25 derhalve als hulp-lopers die door een veer zijn belast. De hoekaf tasters op zichzelf zijn bekende soort slingerorganen, die in de handel verkrijgbaar zijn. Een uitvoeringsvorm van een geschikt slingerorgaan wordt geleverd door Humphrey, Inc., San Diego, Californië, onder het merk "CP 49-Precision Pendulum Potentiometric Transducer". Een slinger-30 orgaan is in figuur 7 aangegeven. De aftaster omvat een slinger 74 en een potentiometer 75 die aangesloten is op de geleiders 76 en 77.As can be seen from Figure 2, the device comprises a pair of corner scanners 70 disposed within the opposing side walls of the housing 26 at the center of the housing. Said corner scanners are preferably mounted on separate plates 71, which lie below the associated side walls of the housing and which project from the rear surface of the housing. Springs 72 push out plates 71 outwardly by the distance allowed by stops 73 (Figure 4). The plates therefore serve as auxiliary runners that are spring loaded. The angle scanners per se are known type of crank members which are commercially available. An embodiment of a suitable crank is provided by Humphrey, Inc., San Diego, California under the trademark "CP 49-Precision Pendulum Potentiometric Transducer". A pendulum 30 is shown in Figure 7. The scanner includes a crank 74 and a potentiometer 75 connected to conductors 76 and 77.

Bij de verplaatsing van het huis 26 door het rolrek 14 liggen de met de rollen in aanraking zijnde randen van de door een veer belaste lopers 71 altijd onder een zelfde hoek ten opzichte van de horizontaal 35 in de vorm van een lijn, die tangentiaal ligt ten opzichte van de twee beneden-rollen, waar deze lopers tegen aan liggen. De slinger 74 neemt altijd de vertikale stand in. Een hoek X tussen de tangentiaal en de slinger is dus het komplement van de hoek, die de tangentiaal maakt met de horizontaal. De slingerondersteuning dient als een borstel voor de 40 potentiometer 75, die de spanningssignalen aan een digitaal registreer- • ï 8 toestel 78 overdraagt. De keten omvat een nul-potentiometer 79, die bij het aangegeven uitvoeringsvoorbeeld op nul is ingesteld. Gekalibreerd kan worden in beide richtingen; de grootte van het signaal varieert direkt met de grootte van de hoek X. Het digitale registreertoestel is 5 op zichzelf een bekend toestel, dat in de handel verkrijgbaar is. Een uitvoeringsvorm van een geschikt digitaal registreertoestel word geleverd door Practical Automation, Inc., Shelton, Connecticut, onder het merk "PDM-711 21 19,999 NDC Printing DVMn. Aangezien de hoekmetingen zeer klein zijn is nodig een registreertoestel, dat vier cijfer-oplos-10 sing geeft of een rekeninrichting.When the housing 26 is displaced by the roller rack 14, the edges of the spring-loaded runners 71 in contact with the rollers are always at the same angle with respect to the horizontal 35 in the form of a line tangential to in relation to the two bottom rollers, against which these runners are resting. The crank 74 always assumes the vertical position. Thus, an angle X between the tangential and the pendulum is the complement of the angle making the tangential to the horizontal. The crank support serves as a brush for the 40 potentiometer 75, which transfers the voltage signals to a digital recorder 78. The circuit comprises a zero potentiometer 79, which is set to zero in the indicated exemplary embodiment. Can be calibrated in both directions; the magnitude of the signal varies directly with the magnitude of the angle X. The digital recorder is a known device per se, which is commercially available. An embodiment of a suitable digital recorder is supplied by Practical Automation, Inc., Shelton, Connecticut, under the trademark "PDM-711 21 19.999 NDC Printing DVMn. Since the angular measurements are very small, a recorder having four digit resolution is required. 10 gives either a calculator.

Vooraf wordt berekend de grootte van de hoek, die de tangentiaal met elk paar aan elkaar grenzende rollen met de hoizontaal moet maken. Bij het aangegeven uitvoeringsvoorbeeld liggen de werkvlakken van de rollen op bogen van konstante straal en neemt elke groep een boog in 15 van 4° 22 min. 50 sek. Is elke beneden-rol op de juiste wijze geplaatst dan is de hoek, die elke tangentiaal met de horizontaal maakt over een uniforme hoekwaarde groter dan de hoek, die de volgende beneden-tangen-tiaal met de horizontaal maakt. Wordt de inrichting volgens de uitvinding vanaf het beneden-uiteinde omhoog door het gebogen rolrek ver-20 plaatst dan zal elke volgende meting van de hoek ten opzichte van de horizontaal toenemen van 0 tot 90*. Precies halverwege een gebogen rolrek van konstante straal moet de hoek 45* zijn. Bij sommige gebogen rolrekken variëren de stralen van de bogen, waarop de werkzame vlakken liggen over de lengte van het rek, doch de juiste hoek tussen de tan-25 genten van genoemde vlakken en de horizontaal kan immer worden bepaald.The magnitude of the angle, which the tangential with each pair of adjacent rollers must make with the horizontal, is calculated in advance. In the exemplary embodiment shown, the working surfaces of the rollers lie on arcs of constant radius and each group takes an arc of 4 ° 22 min. 50 sec. When each bottom roll is properly positioned, the angle that each tangential to the horizontal makes by a uniform angle value is greater than the angle that the next bottom tangential makes to the horizontal. When the device according to the invention is moved upwards from the lower end by the curved roller rack, each subsequent measurement of the angle relative to the horizontal will increase from 0 to 90 *. The angle should be 45 * exactly halfway along a curved constant-radius roll rack. In some curved roller racks, the radii of the arcs on which the active surfaces lie extend over the length of the rack, but the correct angle between the tents of said surfaces and the horizontal can always be determined.

Figuur 8 toont het principe bij de meting van de hoek teneinde te bepalen of de werkzame vlakken van de benedenrollen op een boog van de bestemde straal liggen. Deze figuur is aanzienlijk vergroot getekend. 30 Figuur 8 toont twee op elkaar volgende rollen 80 en 81, waarvan de werkzame vlakken moeten liggen op een boog A met een straal R. Eenvou-digheidshalve wordt aangenomen dat de tangentiaal van de werkzame vlakken van genoemde rollen met de horizontaal een hoek maakt van 45° en dat de rol 80 op de juiste wijze is geplaatst. Ligt de rol 81 op on-35 juiste wijze te dicht bij het middelpunt 0, zoals dit in figuur 8 met stippellijnen is aangegeven, dan is de afstand tussen het middelpunt 0 en het werkzame vlak gelijk aan de korte straal R^. De tangentiaal maakt met de horizontaal een grotere hoek dan de gewenste tangentiaal T; het komplement van deze hoek is te klein, namelijk 35° volgens 40 figuur 8.Figure 8 shows the principle of angle measurement to determine whether the active surfaces of the lower rollers are on an arc of the intended radius. This figure is drawn considerably enlarged. Figure 8 shows two successive rollers 80 and 81, the working surfaces of which must lie on an arc A with a radius R. For the sake of simplicity, it is assumed that the tangential of the active surfaces of said rollers is at an angle with the horizontal of 45 ° and that the roller 80 is correctly positioned. If the roller 81 is incorrectly too close to the center point 0, as indicated by dotted lines in Figure 8, the distance between the center point 0 and the active plane is equal to the short radius R 1. The tangential makes a greater angle with the horizontal than the desired tangential T; the complement of this angle is too small, namely 35 ° according to figure 40.

A £ 9A £ 9

Bij toepassing van bovengenoemd principe is bet bekend, dat de tangentiaal van twee rollen bij het uitgangsuiteinde van het gebogen rolrek horizontaal moet lopen. Deze laagste beneden-rollen liggen dus op een horizontaal vlak. Vervolgens wordt deze inrichting gebruikt om 5 te bepalen of de volgende hoger liggende benedenrollen zich in de juiste stand bevinden; zonodig wordt hun stand door het toevoegen of wegnemen van plaatjes gekorrigeerd. Op overeenkomstige wijze wordt de stand van elke benedenrol van het rek gekorrigeerd, telkens ten opzichte van de volgende benedenrol met de reeds juiste positie. Bij het 10 voorbeeld wordt de hoek bepaald wanneer de hoekaftaster een positie juist in het midden tussen telkens twee groepen bereikt en nog eens wanneer de taster een positie nauwkeurig in het midden van elke groep bereikt. Bevinden de benedenrollen zich in de juiste stand en hebben de spleten de juiste grootte dan worden de bovenrollen automatisch in de 15 juiste stand gebracht.When using the above principle, it is known that the tangential of two rollers at the exit end of the curved roll rack must run horizontally. These lowest down rolls therefore lie on a horizontal plane. This device is then used to determine whether the next higher down rollers are in the correct position; if necessary, their position is corrected by adding or removing pictures. Correspondingly, the position of each lower roll of the rack is corrected, each time relative to the next lower roll with the already correct position. In the example, the angle is determined when the angle scanner reaches a position just in the middle between two groups, and again when the probe reaches a position exactly in the middle of each group. If the lower rollers are in the correct position and the slits have the correct size, the upper rollers are automatically brought into the correct position.

Voor het bepalen van de plaats van verbogen rollen wordt de inrichting eerst in de ene richting door de door de rollen bepaalde baan verplaatst en daarna in tegengestelde richting. Bij de afgebeelde kon-tinu-giet-machine wordt de inrichting normaliter eerst omhoog ver-20 plaatst en daarna omlaag. Verwacht kan worden dat de koppen 50 en 51 van de spleet-aftaster 48 telkens bij het passeren elke rol op een andere plaats van zijn omtrek raken. Verbogen rollen worden derhalve aangegeven wanneer de spleetmetingen bij het passeren in neerwaartse richting verschillen van de metingen bij het passeren in opwaartse 25 richting. De inrichting heeft een derde spleetaftaster bij zijn middelpunt; een verbogen rol kan zonder een tweede passeren aangegeven worden door een voldoende verschil tussen de spleetmeting bij het middelpunt en bij de uiteinden.To determine the location of bent rolls, the device is first moved in one direction through the path defined by the rollers and then in the opposite direction. In the illustrated continuous casting machine, the apparatus is normally first moved up and then down. It can be expected that the heads 50 and 51 of the slit scanner 48 touch each roller at a different location from its circumference each time it passes. Deflected rollers are therefore indicated when the slit measurements on passing down differ from the measurements on passing in upward direction. The device has a third slit scanner at its center; a bent roll can be indicated without a second pass by a sufficient difference between the gap measurement at the center and at the ends.

Samenvattend kan ten opzichte van de werking van deze inrichting 30 opgemerkt worden, dat het huis 26 langs een begrensde en door een aantal paren rollen bepaalde baan verplaatst wordt. Zijn de paren rollen toegepast in een rolrek van een kontinu-giet-machine, waarbij een flexibele aanvangsstaaf 18 wordt toegepast, dan wordt het huis door samenwerking van de haken 42 met de spaak 43 van de staaf verbonden met 35 het boven-uiteinde van de staaf. Bij een andere machine (bijvoorbeeld een kontinu-giet-machine, uitgerust met een stijve aanvangsstaaf) kunnen de lift-ogen 45 in samenwerking gebracht worden met een geschikt hef-mechanisme en wordt het huis langs het pad omhoog getrokken. Het huis wordt bij voorkeur langs het pad omhoog verplaatst en daarna om-40 laag, waarbij de spleten en de hoeken gemeten worden als het huis zich 10 in beide richtingen verplaatst teneinde verbogen rollen te lokaliseren en dus voor een onderzoek. De op het registreertoestel 65 geregistreerde metingen tonen de spleet bij elk paar rollen. De op het digitale registreertoestel 78 verkregen hoekmetingen geven aan of de werkzame 5 vlakken van de benedenrollen bij het als voorbeeld gegeven gebogen rol~ rek op een boog van voorgeschreven straal liggen.In summary, with respect to the operation of this device 30, it can be noted that the housing 26 is moved along a bounded path defined by a number of pairs of rollers. If the pairs of rollers are used in a roll rack of a continuous casting machine, in which a flexible starting bar 18 is used, the housing is connected to the top end of the bar by cooperation of the hooks 42 with the spoke 43 of the bar. rod. In another machine (e.g., a continuous casting machine equipped with a rigid starting bar), the lift eyes 45 can be brought together with a suitable lifting mechanism and the housing is pulled up along the path. Preferably, the housing is moved up the path and then down, measuring the gaps and angles as the housing moves in both directions to locate bent rollers and thus for an examination. The measurements recorded on the recorder 65 show the slit at each pair of rolls. The angular measurements obtained on digital recorder 78 indicate whether the active surfaces of the lower rolls are on an arc of prescribed radius in the exemplary curved roll rack.

Claims

1. Device for locating improperly positioned rollers on a curved roller rack, the rollers being arranged according to 5 opposite pairs and having active surfaces lying on arcs of predetermined radius, provided with a housing which can pass through the roller rack displaced and from housing guiding means between the rollers, characterized in that the guiding means are designed such that they can come into contact with two adjacent rollers and are located at a tangential to their active surfaces, and that angle measuring means are provided in the housing for detecting the angle at which said guide means are located and thereby demonstrating whether the effective face of each roller is on an arc of predetermined radius. 15

Apparatus according to claim 1, characterized in that said angle measuring means comprises a pendulum device and a converter operatively connected to said pendulum device for transmitting signals representative of said angle. *****