NL8600389A

NL8600389A - Vloer voor de opslag van cilindrische voorwerpen zoals gewikkelde rollen.

Info

Publication number: NL8600389A
Application number: NL8600389A
Authority: NL
Original assignee: Hoogovens Groep Bv
Priority date: 1986-02-17
Filing date: 1986-02-17
Publication date: 1987-09-16
Also published as: DE3762030D1; EP0234635B1; EP0234635A1; ES2014462B3; GR3000414T3; ATE51376T1

Description

- 1 - HO 596 NL

VLOER VOOR DE OPSLAG VAN CILINDRISCHE VOORWERPEN ZOALS GEWIKKELDE ROLLEN

Door aanvraagster worden als uitvinders genoemd:

Klaas Ignatius Johannes AKKERMAN te VELSEN-NOORD Anne HOEKSTRA te HEERHIIGOWAARD

De uitvinding heeft betrekking op een vloer voor de opslag van op hun kant liggende rollen gewikkeld bandvormig materiaal zoals koudgewalst staal.

Alhoewel niet daartoe beperkt, is de vloer volgens de uitvin-5 ding in het bijzonder bestemd voor de opslag van gewikkelde rollen onvertind, vertind of verchroomd blik en aluminiumfoelie.

Er zijn gestorte betonnen vloeren bekend met uithollingen waarin gewikkelde rollen materiaal geplaatst worden. In de praktijk blijken er afdrukken te ontstaan van het reliëf van de vloer die 10 vele wikkels diep nog waarneembaar zijn, en daarmee deze wikkels ongeschikt maken voor gebruik. Het aanbrengen van een gladde af-werklaag als een epoxyhars op het oppervlak van de uitholling geeft weliswaar een geringe verbetering, doch deze is onvoldoende.

Naast de eigen oneffenheid van een dergelijke vloer blijkt ook 15. vreemd vuil dat zich aan het oppervlak van de uitholling hecht, beschadiging van de buitenste wikkellagen te veroorzaken. Deze problemen klemmen des te meer omdat er een tendens is naar hogere rolgewichten met als gevolg hogere plaatselijke krachten op de aan-raakpunten tussen het oppervlak van de uitholling en de rol. Om 20 deze vloeren desondanks te kunnen gebruiken is duur en arbeidsintensief onderhoud nodig.

Het doel van de uitvinding is een vloer te verschaffen voor de opslag van gewikkelde rollen waarmee deze problemen voorkomen, in ieder geval sterk verminderd, worden.

25 Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt bij een vloer, welke daardoor is gekenmerkt dat de vloer een aantal vloerelementen ' 1 : 3 Λ j j -J v Q v # *9

- 2 - HO 596 NL

omvat die zijn voorzien van uithollingen waarin de rollen kunnen liggen, en de vloerelementen onder invloed van het gewicht van de in daartoe qua vorm geschikte uithollingen te plaatsen rollen elastisch vervormbaar zijn, zodanig dat de rollen over een aanzienlijk 5· deel van het buitenoppervlak in de uithollingen ondersteund kunnen worden en dat de elementen aan weerszijden van de uithollingen een vlakke strook hebben die aansluit op het aangrenzende deel van de vloer.

Door de uitholling zich over de hele lengte van het vloer-10 element te laten uitstrekken en de elementen met de uithollingen in eikaars verlengde te leggen wordt de vloer verder aangepast aan het gebruiksdoel.

Het verdient de voorkeur de elementen zo uit te voeren dat de overgang van de vlakke strook van de bovenzijde van de elementen 15 naar de uitholling ervan geleidelijk verloopt.

Bij voorkeur zijn de elementen vervaardigd uit een materiaal dat een gladde oppervlaktestructuur heeft.

Het voordeel van een vloer volgens de uitvinding is dat de uithollingen zelf geen afdruk veroorzaken op de rol, terwijl vreemd 20 vuil, door de elastische eigenschappen van het gebruikte materiaal, in het vloerelement gedrukt wordt en derhalve geen of minder afdrukken in de wikkels van de rol veroorzaakt.

Een verdere vermindering van beschadiging door vuil wordt bereikt door de uitholling van de vloerelementen volgens een ander 25 kenmerk van de uitvinding in het laagste gedeelte te voorzien van een zich in de lengterichting uitstrekkende groef waarin los vuil zich kan verzamelen zonder de rollen te beschadigen.

Rolbeschadiging door vuil wordt verder beperkt doordat vanwege de elastische vervormbaarheid van het materiaal waaruit de elemen-. 30 ten zijn gemaakt, de rol over een grotere oppervlakte ondersteund wordt waardoor plaatselijke optredende hoge krachten verminderd worden.

De betere rolondersteuning in het bijzonder bij een segmentvormige uitholling voorkomt of beperkt tevens blijvende vervorming 35 van de buitenste wikkellagen op de plaatsen waar de rol in de uitholling ondersteund wordt.

Een verder voordeel van de vloer volgens de uitvinding is de goede onderhoudbaarheid. Door het gladde oppervlak van de uitholling is dit oppervlak eenvoudig te inspecteren en te reinigen.

··** -V /·* ^ 3 d

i * J v «J

Hr- --------

- 3 - HO 596 NL

Daarnaast kunnen reparaties aan beschadigde plaatsen in de uitholling snel worden uitgevoerd doordat de uithollingen zijn aangebracht in elementen die uitwisselbaar zijn.

In de praktijk blijkt een kunststof, zoals bijvoorbeeld lage-5 dichtheids-polyethyleen, een geschikt materiaal te zijn voor de vervaardiging van de elementen. Het gebruikte materiaal hoeft geen oorspronkelijk materiaal te zijn maar kan gerecirculeerde kunststof zijn.

Onderlinge verplaatsing van de elementen ten opzichte van 10 elkaar wordt beperkt doordat de vloer is voorzien van een vlakke specielaag waarop de elementen rusten. Tevens kunnen de elementen middels pennen en gaten met elkaar gekoppeld zijn om de onderlinge verplaatsing verder te beperken.

Bij voorkeur is het vloergedeelte, grenzend aan de elementen, 15 uitgevoerd in staalvezelbeton om voldoende verband te krijgen en daarmee mechanische sterkte om de belasting van transportmiddelen voor de rollen te dragen.

De uitvinding zal aan de hand van een niet-beperkend uitvoe-ringsvoorbeeld in de tekening worden toegelicht. - 20 Fig. 1 toont een dwarsdoorsnede van de vloer volgens de uit vinding met een gewikkelde rol.

Fig. 2 geeft perspectivisch de ligging van de vloerelementen ten opzichte van elkaar weer.

Fig. 3 geeft een vooraanzicht van een vloerelement.

25 Fig. 4 geeft een zijaanzicht van een vloerelement.

In fig- 1 is 1 een betonnen draagvloer waarop een vlak afgewerkte specielaag 2 is aangebracht. Op deze laag 2 is een vloerelement 3 gelegd. Ter weerszijden van het vloerelement 3 is de draagvloer aangevuld met een opsluitband 4, vervaardigd uit staal-30 vezelbeton om de optredende belasting door de daarop rijdende hefwerktuigen op te kunnen nemen.

Het vloerelement bezit een segmentvormige uitholling 5 waarvan de begrenzende koorde in hetzelfde horizontale vlak ligt als het bovenvlak van de opsluitband 4 op de betonnen draagvloer 1. Het 35 segmentvormig uitgeholde deel gaat via een afronding 6 geleidelijk over in een horizontale strook 7 die aansluit op het bovenvlak van de opsluitband. In het laagste gedeelte is de uitholling 5 voorzien van een zich In de lengterichting uitstrekkende groef 8 waarin zich los vuil kan verzamelen. Om onderlinge verplaatsing van elementen 3 Λ ' ) S-' - *ε

- 4 - HO 596 NL

te beperken kunnen pennen en gaten als koppelelementen zijn gebruikt; de pennen 9 passen in overeenkomende gaten in het aansluitende element.

In fig. 1 is nog een tweede vloerelement 10 getekend, waarop 5 een gewikkelde rol 11 met centraal gat 12 is geplaatst. De hart-tot-hart afstand van de beide uithollingen is met a aangegeven en wordt zo gekozen dat de rollen niet tegen elkaar komen en dat een transportmiddel waarmee de rollen verplaatst kunnen worden, zoals een heftruck met hefdoorn, een rol kan plaatsen zonder de rollen in 10 naburige rijen te beschadigen.

In fig. 2 is in perspectief aangegeven hoe de elementen, in de figuur twee elementen 13 en 14, ten opzichte van elkaar geplaatst worden. De elementen kunnen uit een kunststof, zoals lage-dicht-heids-polyethyleen, vervaardigd zijn.

15 Fig. 3 toont het vooraanzicht van een vloerelement. De kromte straal r^ van de segmentvormige uitholling komt overeen met de maximale straal van de op te slane rollen. De kromtestraal r^ voorkomt scherpe kanten op de overgang van het segmentvormige deel naar het vlakke deel en is experimenteel bepaald.

20 Fig. 4 toont het zijaanzicht van een vloerelement.

In een praktische uitvoering is de hoogte h van het segment 130 mm, de breedte b 700 mm, de lengte 1 500 mm, de straal r^ 850 mm, de straal 100 mm, de diepte van de uitholling u 50 mm, de hart-op-hart a afstand tussen twee opeenvolgende uithollingen 25 1900 mm en de dikte van de specielaag 20 mm.

30 35 >; ;·ozs9

Claims

1. Vloer voor de opslag van op hun kant liggende rollen gewikkeld bandvormig materiaal, zoals koudgewalst staal, met het kenmerk, 5 dat de vloer een aantal vloerelementen omvat die zijn voorzien van uithollingen waarin de rollen kunnen liggen, en de vloerelementen onder invloed van het gewicht van de in daartoe qua vorm geschikte uithollingen te plaatsen rollen elastisch vervormbaar zijn, zodanig dat de rollen over een aanzienlijk deel 10 van het buitenoppervlak in de uithollingen ondersteund kunnen worden en dat de elementen aan weerszijden van de uithollingen een vlakke strook hebben die aansluit op het aangrenzende deel van de vloer.

2. Vloer volgens conclusie I, met het kenmerk, dat de uithollingen zich over de gehele lengte van de vloerelementen uitstrekken en dat deze elementen in de vloer met hun uithollingen in eikaars verlengde zijn gelegd.

3. Vloer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de uithol ling segmentvormig is.

4. Vloer volgens ëën van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de uitholling van de vloerelementen in het laagste gedeelte is 25 voorzien van een groef in de lengterichting.

5. Vloer volgens ëën van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de overgang van de vlakke strook van de bovenzijde van de elementen naar de uithollingen ervan met een afronding ver- 30 loopt.

5. HO 596 NL " ^

6. HO 596 NL

6. Vloer volgens ëën van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de elementen uitwisselbaar zijn.

7. Vloer volgens ëën van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de elementen zijn vervaardigd uit een materiaal dat een gladde oppervlaktestructuur heeft. ' ' ' s .*> J , J ί*· -¾

8. Vloer volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de elementen zijn vervaardigd uit een kuntstof van het type lage-dichtheids-polyethyleen.

9. Vloer volgens êën van de voorgaande conclusies, met het ken merk, dat de vloerelementen rusten op een vlakke specielaag.

10. Vloer volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vloergedeelte, grenzend aan de elementen, bestaat 10 uit staalvezelbeton.

11. Los element uit elastisch vervormbaar kunststof aan een zijde voorzien van een uitholling voor het .opnemen van een cilindrisch voorwerp en bestemd voor een vloer volgens ëën der voor- 15 gaande conclusies. 20 25 30 '* i ö ‘ 'j Q 35