NL8600061A

NL8600061A - Werkwijze voor het afdichten van een zak alsmede volgens deze werkwijze verkregen zak.

Info

Publication number: NL8600061A
Application number: NL8600061A
Authority: NL
Original assignee: Bates Cepro Bv
Priority date: 1986-01-14
Filing date: 1986-01-14
Publication date: 1987-08-03
Also published as: EP0232928A1; DE3761893D1; EP0232928B1

Description

]/

Werkwijze voor het afdichten van een zak alsmede volgens deze werkwijze verkregen zak.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het met een naainaald afdichten van een naainaad van een zak van flexibel materiaal zoals een weefsel, waarbij aan weerszijden van de zak in de richting van de te maken naad een strook wordt gelegd die 5 met het door een naaidraad maken van de naad wordt opgestikt, welke naad door een kleefstof wordt afgedicht.

Een dergelijke werkwijze en zak zijn bekend uit het in 1930 verleende Nederlandse octrooischrift 20571. Bij deze bekende werkwijze geschiedt het afdichten van de naainaad door deze 10 onder te dompelen in een bak met vloeibare lijm die dan ook enigszins de gaten opvult die door het maken van de naainaad zijn ontstaan. Volgens het vijf jaar laten verleende Nederlandse octrooischrift 32904 bleek het beter te zijn om de kleefstroken te verwarmen alvorens deze in de naainaad werden opgenomen.

15 Het algemene probleem bij het maken van een naai naad in een zak, te weten dat het stiksel niet al te strak mag worden aangebracht om inscheuren van het zakmateriaal te voorkomen, is echter nog steeds niet opgelost.

De uitvinding beoogt in het voorgaande verbetering 20 te brengen.

Volgens de uitvinding is dit bereikt, doordat de strook bestaat uit een rondgeweven buis met een vulling van een gesponnen polymeer, en doordat de naainaald spits en rond is, zodat de naainaald en de naaidraad door de opgewerkte wrijvingswarmte een 25 zodanige temperatuur krijgen dat de vulling aan de naald kleeft en door het af te dichten weefsel heen wordt meegenomen.

Opgemerkt wordt hierbij, dat in normale gevallen een vierkante en stompe naainaald wordt gebruikt.

In een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding 30 bestaat de strook uit een rondgeweven katoenen buis met een vulling van polyamide die tot 200 °C vormbestendig is en verder voldoet aan: -soortelijke massa tussen 1 en 1,4, - - - 'j i - 2 - 2 -maximum smelttemperatuur ongeveer 200°C, -maximum werktemperatuur 80°C bij voortdurende -belasting, en -specifieke warmte 1,4 kJ/kgK.

5 De zak zelf bestaat bij voorkeur uit een kunststof weefsel.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding is weergegeven.

10 In de tekening toont; fig. 1 een dwarsdoorsnede door een zakbodem tijdens de eerste fase van de werkwijze volgens de uitvinding, figuren 2-4 dwarsdoorsneden zoals in fig. 1 doch tijdens de tweede t/m vierde fase van de.werkwijze volgens de uitvin-15 ding, en fig. 5 op grotere schaal een langsaanzicht van een naainaald.

Twee banen kunststof weefsel 1, 2 die de voor- en achterwanden van een zak moeten gaan vormen, worden op elkaar gelegd 20 en gezamelijk zodanig tot een zakbodem omgevouwen, dat zowel tussen de banen 1 en 2 een smalle luchtspleet 3 ontstaat, als tussen de tegenover elkaar liggende banen 2,2 een bredere luchtspleet 4 ontstaat .

Op de van elkaar afgekeerde banen 1, 1 worden even-25 wijdige stroken 5 aangebracht en door die stroken alsmede de er tussen gelegen dubbelgevouwen banen 1 en 2 wordt in de tweede fase van de werkwijze een naaidraad 6 gestoken.

De naainaald en de naaidraad 6 verkrijgen door de opgewekte wri jvingswarmte, die door de vorm van de naald wordt 30 beïnvloed, een zodanige aanvangstemperatuur dat de vulling van het koord aan gaat kleven. De vulling wordt dan meegenomen door het te naaien kunststof weefsel van de bovenste baan 1 en verkrijgt daarbij de gedaante 5’. Nadat de naald door de onderste baan 1 van fig. 2 is gestoken, krijgt de onderste strook 5 op die plaats de gedaante 35 5". Intussen is de temperatuur gestegen tot het smeltpunt van de « 5 " Π 6 1 V J v -J 1 .-3- -·% vulling, terwijl tegelijkertijd, doordat de naald ook een kanaal vormt, het materiaal van de vulling na het doors teken weer een vaste gedaante aanneemt- De meegenomen onderdraad heeft door de wrijvings-warmte hetzelfde effect ondergaan als de draad aan de bovenzijde, 5 zodat de situatie van fig. 3 ontstaat. Door het krachtig aantrekken van boven- en onderdraad, ontstaat (zie fig. 4) een gedaante 5"1, waarbij de beide weke polyamide doorvoeringen in elkaar worden geperst. Hiermede wordt dan de stuifdichtheid van de zak verkregen. Deze werkwijze houdt in, dat de naaidraad zijn vorm en sterkte moet kunnen 10 houden bij een temperatuur die boven de 200°C ligt.

De in fig. 5 weergegeven naainaald 7 bestaat uit een cilindrische schacht 8 met een draadgat 9 dat op bekende wijze uitmondt in een draadgroef 10. Een gewone naainaald heeft een punt met snijkanten zoals deze door gestreepte lijnen in fig. 5 zijn 15 aangeduid. De in de uitgevonden werkwijze te gebruiken naainaald is daarentegen spits en rond, hij heeft met andere woorden een kegelvormige punt, zodat het door de naald in de banen 1 en 2 gevormde gat niet uit kerven doch uit vervormingen bestaat.

Binnen het kader van de conclusies vallen ook 20 andere uitvoeringsvormen dan degene die hierboven is beschreven. 1 ; "ΐ ?

V ·} J J

Claims

1. Werkwijze voor het met een naainaald afdichten van een naainaad van een zak van flexibel materiaal zoals een weefsel, waarbij aan weerszijden van de zak in de richting van de te maken naad een strook wordt gelegd die met het door een naaidraad maken van de 5 naad wordt opgestikt, welke naad door een kleefstof wordt afgedicht, met het kenmerk, dat de strook bestaat uit een rondgeweven buis (5) met een vulling van een gesponnen polymeer, en dat de naainaald ( 7) spits en rond is, zodat de naainaald (7) en de naaidraad (6) door de opgewekte wrijvingswarmte een zodanige temperatuur krijgen dat de 10 vulling aan de naald gaat kleven en door het af te dichten weefsel heen wordt meegenomen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de strook bestaat uit een rondgeweven katoenen buis met een vulling van polyamide dat tot 200°C vornvbestendig is en verder vol- 15 doet aan: -soortelijke massa tussen 1 en 1,4, -maximum smelttemperatuur ongeveer 200°C, -maximum werktemperatuur 80°C bij voortdurende belasting, en 20 -specifieke warmte 1,4 kJ/kgK.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de zak zelf is vervaardigd van een kunststofweefsel.

4. Zak verkregen met de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies. 25

5. Werkwijze zoals hierboven beschreven en/of toegelicht aan de hand van de tekening. ·"> -· j -j Q I