NL8503229A

NL8503229A - Werktuig en werkwijze voor het opstellen van bouwplaten.

Info

Publication number: NL8503229A
Application number: NL8503229A
Authority: NL
Original assignee: Durox Gasbeton Bv
Priority date: 1985-11-22
Filing date: 1985-11-22
Publication date: 1987-06-16
Also published as: EP0223314A2; DE3679033D1; EP0223314A3; EP0223314B1

Description

* ....... % M Kon/mf/98 Durox -1-

Werktuig en. werkwijze voor het opstellen van bouwplaten

De uitvinding betreft een werkwijze voor het opstellen van bouwplaten, zoals aangeduid in de aanhef van conclusie 8.

Het opstellen van bouwplaten is zwaar werk, dat voor bouwplaten van licht beton met de afmetingen in de orde-5 grootte van 10 x 60 x 270 cm bij een gewicht van bijvoorbeeld 130 kg met twee personen moet geschieden. Dan nog is dit een zwaar en lastig karwei, dat tot vele rugklachten leidt.

De uitvinding heeft ten doel dit karwei gemakkelijker uitvoerbaar te maken.

10 Daartoe stelt de uitvinding voor een bijzonder werktuig te bezigen, dat in conclusie 1 is aangeduid.

Kenmerken en voorkeursuitvoeringsvormen van het uitgevonden werktuig en de uitgevonden werkwijze zijn in de conclusies aangeduid en zijn in de hierna volgende beschrijving 15 aan de hand van een tekening verduidelijkt.

In de tekening stellen schematisch voor:

Fig. 1 een geëxplodeerd perspektivisch aanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een gedemonteerd werktuig volgens de uitvinding, met bij voorkeur te bezigen hulpgereed-20 schap, fig. 2 en 3 een gedeeltelijk weggebroken, perspektivisch aanzicht van het werktuig van fig. 1 in gemonteerde situatie in de twee uiterste kantelstanden van de draagtafel ten opzichte van het onderstel, 25 fig. 4 een zijaanzicht van het werktuig van fig. 3, fig. 5-10 perspektivische aanzichten van op elkaar volgende stappen bij uitvoering vein de werkwijze volgens de uitvinding met het werktuig van fig. 2, en fig. 11 een vooraanzicht van een ander werktuig voor 30 het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.

Het werktuig 1 volgens de uitvinding, dat getoond is in fig. 2, is samengesteld uit een onderstel 2 en een draagtafel 3, die onderling losmaakbaar zijn bevestigd door middel van ·. · . ,* -* » r" : ~

** --- -V i* fJt J

* */V

-2- een scharnierstang 4. Het onderstel 2 bestaat uit een niet-draaiende as 5, die aan beide einden een vrij draaibaar daaraan gelegerd wiel 6 met een luchtband 7 heeft. Dichtbij het 5 ene wiel 6 aan de as 5 is, loodrecht daarop gericht, een scharnierligger 8 gelast, die twee scharnieroren 19 aan weerszijden van de as 5 heeft. Dichtbij het andere wiel 6 is een steun 10 aanwezig, waaraan het einde van een ketting 11 is bevestigd.

De draagtafel 3 is opgebouwd uit twee langsliggers 13 10 en 18 met drie dwarsgerichte hoekprofielen 14, waaraan aan de bovenzijde uitstekende houten balken 15 zijn bevestigd, waarop een bouwplaat 9 kan rusten met weinig kans op beschadiging. Een rechthoekig klein raam 16 met langsliggers 27 en 28 is met schuin opwaarts gerichte staanders 17 met de langs-15 liggers 13 en hoekprofielen 14 star verbonden. Het raam 16 heeft bij de langsligger 27, dat wil zeggen dichtbij de oren 19, scharniergaten 20, opdat de van een handvat voorziene scharnierstang 4 door deze scharniergaten 20 en" de oren 19 kan worden gestoken, waarmee de los van elkaar met handkracht 20 te vervoeren, op zich lichte onderdelen 2 en 3 gemakkelijk zijn samen te voegen tot een werktuig 1 volgens de uitvinding. Bij die montage wordt het vrije einde van de ketting 11 vastgehaakt aan een haak 24, die bevestigd is aan de langsligger 28, een en ander zoals in de tekening te zien is. De 25 langsligger 27 heeft een opstaand, U-vormig daaraan gelast aangrijporgaan 30.

Bij het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding worden bouwplaten 9 als een pakket 33 van bouwplaten 9, die met hun lange zijde 34 op twee flink uit elkaar liggende 30 houten steunen 35 tegen elkaar aan staan (fig. 6), in een bouwskelet 36 gezet. Deze bouwplaten 9 moeten dan rechtop worden opgesteld (zie fig. 10). De werkwijze volgens de uitvinding kan gemakkelijk en snel met behulp van het werktuig 1 door één persoon geschieden.

35 Daartoe wordt eerst de draagtafel 3 ten opzichte van het onderstel 2 vanuit de stand van fig. 2 tot in de enigszins hellende, neerwaartse stand van fig. 3 gekanteld. De * -? λ /¾ a .fa u ·,) i, 4 ' 4, -3- ketting 11 bepaalt de maximale kantelstand. Daarbij steken aan de onderste langsligger 13 bevestigde tanden buiten het oplegvlak 38 zijwaarts uit. De tanden 37 bevinden zich op flinke onderling afstand a symmetrisch aan weerszijden van de 5 as 5. De tanden 37 bevinden zich op een laag niveau onder de lange zijde 34 van de vooraan staande bouwplaat 9, wanneer het werktuig 1 iets schuin manoevrerend tegen deze bouwplaat 9 is gereden. Bij aankomst van dit werktuig 1 zal het wellicht met een einde van de draagtafel 3 tegen deze bouwplaat 10 9 aan komen, terwijl het andere einde van de draagtafel 3 zich er een stukje vanaf bevindt. Dan wordt deze bouwplaat 9 met de haak 40 volgens pijl 41 op deze plaats wat naar het werktuig 1 toe getrokken, opdat deze evenwijdig met de onderrand van de draagtafel 3 komt.

15 Vervolgens wordt volgens fig. 6 een losse hefboom 42, bijvoorbeeld stalen pijp, in het aangrijporgaan 30 gestoken, wordt de haak 40 om een staander 17 dichtbij de bovenste langsligger 13 gehaakt en wordt door middel van de hefboom 42 de draagtafel 3 tezamen met de bouwplaat 9 gekanteld om de 20 scharnierstang 4 volgens pijl 44. Bij dit kantelen is door een goede keuze van de opstelling van de scharnierstang 4, dat wil zeggen op een hoogte van bijvoorbeeld 30 ê. 40 cm boven de grond, weinig kracht nodig. Het laatste stuk vein de kantelbeweging wordt met dezelfde hefboom 42 wat afgeremd.

25 Bij deze kantelbeweging wordt desnoods naar behoefte eerst met de haak 40 wat getrokken om de kantelbeweging op gang te brengen en wordt de beweging eventueel aan het einde daarmee wat opgevangen. De hefboom 42 wordt weggetrokken (zie fig.

7).

30 Eventueel wordt dan een stuk van de bouwplaat 9 afge zaagd, waarbij dan een einde 46 op een tafeltje 47 wordt gelegd. Het werktuig 1 doet dan tevens dienst als zaagtafel.

Vervolgens rijdt men de bouwplaat 9 met het werktuig 1 naar de opstelplaats 48, waarbij de onderzijde 49 van de 35 bouwplaat 9 ongeveer wordt afgezet op de opstelplaats 48, waarbij de draagtafel om de as 5 wordt gekanteld. Vervolgens wordt volgens fig. 9 de bouwplaat 9 van het werktuig 1 afge- • · · " : ' ·/ 9 * c -4- licht, waarbij de bouwplaat 9 om zijn onderrand 49 wordt gekanteld om volgens pijl 50 rechtop te worden gericht. Hierbij loopt de persoon 51 om het werktuig heen, waarbij de bouwplaat 9 tevens om de hoek 52 in pijlrichting 53 wordt ver-5 draaid, zodat de hoek 54 ongeveer tegen de reeds opgestelde, naburige bouwplaat 9 aan komt. Eventueel wordt hierbij de te behandelen bouwplaat 9 met zwenkstapjes wat verplaatst, hetgeen niet een zware handeling is. Wanneer de bouwplaat 9 op zijn plaats staat, wordt deze met een soort koevoet 56 iets 10 opgeheven, opdat zijn bovenrand 57 in een tegen het plafond 58 van het skelet 36 bevestigd ü-profiel 59 terecht komt. In die opgeheven positie worden wiggen 60 onder de rand 49 geslagen, waarmee het opstellen van deze bouwplaat 9 is voltooid .

15 Het werktuig 61 van fig 11 komt met het werktuig 1 overeen, met dien verstande, dat het onderstel 62 daarvan een op de as 5 verschuifbare bus 63 heeft, waaraan de scharnier-ligger 8 is vastgelast.' Hierdoor kan de neergekante1de draag-tafel 3 wat gemakkelijker tegen de vooraan staande bouwplaat 20 9 worden gezet, zodat de eerste handeling van het evenwijdig aan de bouwplaat 9 zetten van de draagtafel 3 overbodig is.

Er zijn diverse varianten van het werktuig 1 denkbaar. Zo kan het onderstel 2 in plaats van één wielas met twee wielen, bijvoorbeeld drie of vier wielen hebben, waarvan er 25 tenminste één een zwenkwiel is. Om de draagtafel 3 dan toch te kunnen zwenken om een as, die loodrecht op de kantel-scharnierstang 4 staat, kan het derde met eventueel het vierde wiel bij het kantelen om de steunpunten van de andere twee wielen worden opgeheven. Ook denkbaar is dat bijvoor-30 beeld een der beide einden van de draagtafel 3 een vaste steun heeft, die als de poten van een kruiwagen fungeert om de draagtafel neer te zetten tijdens het zagen, zonder dat een tafeltje 47 nodig is.

::)1223

K

Claims

1. Werktuig (1) voor het opstellen van bouwplaten (9), gekenmerkt door een om tenminste twee dwars op elkaar staande aslijnen (5) kantelbare draagtafel (3) en door een deze draagtafel (3) ondersteunend onderstel (2).

2. Werktuig (1) volgens conclusie lf met het kenmerk, dat de draagtafel (3) twee uitstekende tanden (37) heeft.

3. Werktuig (1) volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door een onderstel (2) met tenminste twee om een horizontale as (5) draaibare wielen 6), dat voorzien is van tenminste aan 10 weerszijden van de horizontale as (5) opgestelde scharnier-middelen (19,20) met een gemeenschappelijke scharnieraslijn, waarom de draagtafel (3) kantelbaar is.

4. Werktuig (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draagtafel (3) door middel van 15 de scharniermiddelen, bij voorkeur door middel van een uit-trekstang (4), losmaakbaar aan het onderstel (2) bevestigd, is.

5. Werktuig (1) volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een bij voorkeur losse hefboom (42), 20 die aangrijpt op tenminste één aan de draagtafel (3) bevestigd aangrijporgaan (30).

6. Werktuig (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een opneemstand voor het opnemen van een bouwplaat (9) wordt bepaald door een tussen een 25 onderstel (2) en de draagtafel (3) aangebracht flexibel orgaan, bijvoorbeeld een ketting (11).

7. Werktuig (1) volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het flexibele orgaan (11) losmaakbaar aan het onderstel (2) en/of de draagtafel (3) is bevestigd.

8. Werkwijze voor het opstellen van bouwplaten (9) in een bouwskelet (36), waarbij een pakket van op hun lange randen naast elkaar staande bouwplaten (9) in een compartiment van een bouwskelet (36) wordt opgesteld, waarbij het pakket met zijn einden op twee uit elkaar gelegde steunen (10) rust 35 en waarbij telkens een bouwplaat (9) van het pakket wordt afgenomen en op zijn plaats in het bouwskelet (36) met zijn -o -i ti -6- * -> beide zijden rechtop wordt opgesteld, met het kenmerk, dat daarbij gebruik wordt gemaakt van een werktuig (1) volgens één van de voorgaande conclusies.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat men bij het omkantelen van de draagtafel (3) een losse hef- 5 boom (42) gebruikt.

10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat bij het omkantelen van de draagtafel (3) tevens een haak wordt gebezigd.

11. Werkwijze volgens conclusie 8, 9 of 10, met het 10 kenmerk, dat het werktuig (1) tevens wordt gebruikt als zaag-tafel. ^ ^ " Λ fl ? -Λ '.j ./ /