NL8503025A - Inrichting voor automatische helderheidsregeling. - Google Patents

Description

-1- ‘'"'Sé VO 7441

Inrichting voor automatische helderheidsregeling.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor automatische helderheidsregeling, in het bijzonder de regeling van de helderheid van een richtmerk dat gevormd is in het beeld van een helderheidsversterkerbuis, zoals b.v. aanwezig 5 in een nachtkijker.

In zgn. nachtkijkers wordt door een objectief een beeld gevormd op de fotokathode van een helderheidsversterkerbuis.

Het versterkte beeld op de anode van de buis wordt dan via een oculair waargenomen, hetzij via één oculair met één 10 oog, hetzij via twee oculairen met beide ogen, waarbij in het laatste geval middelen aanwezig zijn om het anodebeeld zowel naar het ene als naar het andere oculair te spiegelen. Tussen de anode en het oculair of, indien het oculair een samengesteld optisch stelsel is, tussen de elementen van 15 het oculair kan een halfdoorlatende spiegel aangebracht zijn met behulp waarvan verlichte kruisdraden als richtmerk in het beeld kunnen worden gespiegeld.

Een dergelijk stelsel voor het projecteren van een richtmerk op het anodebeeld van een helderheidsversterkerbuis 20 is beschreven in het Britse octrooischrift 2.140.933. Dit octrooischrift beschrijft tevens dat het mogelijk is de mate van verlichting van het richtmerk te regelen en dat dit eventueel automatisch, evenredig aan de helderheid van het anodebeeld, kan geschieden. Het octrooischrift beschrijft 25 echter niet op welke wijze een dergelijke automatische regeling gerealiseerd zou kunnen worden.

De uitvinding beoogt te voorzien in een inrichting voor automatische helderheidsregeling, in het bijzonder de automatische helderheidsregeling van een richtmerk, waarbij 30 de helderheid in wezen evenredig is aan die van het anodebeeld van de helderheidsversterkerbuis en waarbij de inrichting bijzonder eenvoudig van opbouw is.

350 3 02 0 Λ, ^ -2-

De uitvinding voorziet hiertoe in een inrichting van voornoemde soort voorzien van middelen voor het aftasten van de anodestroom van de helderheidsversterkerbuis, middelen voor het versterken van deze stroom en middelen die een 5 lichtsterkte opwekken die evenredig is aan de versterkte stroom.

De uitvinding zal in het hierna volgende nader worden beschreven aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld onder verwijzing naar de tekening, waarvan de enkele figuur een 10 blokschema toont van de inrichting volgens de uitvinding voor toepassing in een nachtkijker.

Bij nachtkijkers en dergelijke apparatuur die verplaatsbaar moet zijn, vindt de voeding van de elektronische ketens plaats uit een batterij 1, waarvan de gelijkspanning in 15 een DC/AC omzetter 2 wordt omgezet in een wisselspanning met een geschikte waarde. Deze wisselspanning wordt in een transformator 3 getransformeerd naar een hogere waarde en vervolgens in een op zich bekende, uit een cascodeschakeling van diodes en condensatoren opgebouwde keten 4 omhoog getrans-20 formeerd tot een spanning 1¾ van enkele kV met een geschikte waarde om gebruikt te worden als anodespanning voor de anode a van een helderheidsversterkerbuis 5.

De anodestroom van de helderheidsversterkerbuis 5 vloeit via de kathode K daarvan en via een weerstand 6, die de in-25 gangsweerstand vormt van een stroomversterkingsketen 7, terug naar de keten 4. De helderheid van het anodebeeld van de helderheidsversterkerbuis 5 is evenredig met de anodestroom die door de buis vloeit. Deze anodestroom, die enkele nA bedraagt, wordt in de stroomversterkingsketen 7 b.v. met 30 een faktor 10^ versterkt en toegevoerd aan de anode van een lichtemitterende diode, LED, 8. De kathode van deze LED is geaard. Het door de LED uitgestraalde licht wordt gebruikt voor het verlichten van een richtmerk, b.v. op de wijze die beschreven is in het Britse octrooischrift 35 2.140.933. Aangezien de helderheid van een LED recht evenredig is met de door die LED vloeiende stroom, is de helderheid van het richtmerk recht evenredig met die van de LED en dus met de anodestroom die door de helderheidsversterkerbuis 3 o ö ΰ 0 2 3 ' I ·.

-3- vloeit, welke anodestroora weer evenredig is met de helderheid van het anodebeeld.

Dankzij de maatregelen volgens de uitvinding wordt een zeer eenvoudige inrichting verkregen voor het automatisch 5 regelen van de helderheid van een richtmerk in evenredigheid met de helderheid van het anodebeeld van een helderheidsver-sterkerbuis.

Alhoewel de weerstand 6 en de stroomversterker 7 aangebracht zijn aan de zijde van de kathode van de helderheids-10 versterkerbuis 5, is het ook mogelijk om deze weerstand op te nemen in de leiding welke de keten 4 verbindt met de anode van de helderheidsversterkerbuis. Een dergelijke oplossing heeft echter als bezwaar dat de ingangsklemmen van de stroomversterker een zeer hoge spanning voeren, hetgeen 15 diverse extra isolatiemaatregelen eist.

Bij voorkeur is de anode van de LED ook nog gekoppeld met de uitgang van een stroombron 9, welke tot doel heeft om bij afwezigheid van een anodestroom, d.w.z. bij een donker beeld, toch enige verlichting van het richtwerk te verschaffen 20 door altijd een kleine stroom door de LED 8 te laten vloeien.

Het zal duidelijk zijn dat het bovenstaand beschreven uitvoeringsvoorbeeld een groot aantal voor deskundige voor de hand liggende wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (5)

1. Inrichting voor automatische helderheidsregeling van het richtmerk dat is gevormd in het anodebeeld van een helder-heidsversterkerbuis, met het kenmerk, dat voorzien is in middelen voor het aftasten van de anodestroom van de helder-5 heidsversterkerbuis, in middelen voor het versterken van deze stroom en in middelen die een lichtsterkte opwekken die evenredig is met deze versterkte stroom.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het aftasten van de anodestroom een weerstand 10 omvatten die enerzijds gekoppeld is met de kathode van de helderheidsversterkerbuis en anderzijds met één uitgangsklem van een hoogspanningsvoedingsbron, die de anodespanning voor de helderheidsversterkerbuis verschaft.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 15 de weerstand de ingangsweerstand van een stroomversterker is.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de middelen voor het opwekken van een lichtsterkte die evenredig is met de versterkte anodestroom bestaan uit ten minste 20 één lichtemitterende diode, waarvan de anode gekoppeld is met de uitgang van de stroomversterker en de kathode met een referentiepotentiaal.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat met de anode van de lichtemitterende diode een hulpstroombron 25 is gekoppeld. 3303023 .