NL8502937A - Inrichting en roteersamenstel voor het kalibreren van de dikte van platen of strippen van graniet, marmer en steenmaterialen in het algemeen. - Google Patents

Description

«t -1-

Inrichting en roteersamenstel voor het kalibreren van de dikte van platen of strippen van graniet, marmer en steen-materialen in het algemeen_

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het kalibreren van graniet, marmer en steenmaterialen in het algemeen.

Het is bekend, dat hoge contactdrukken vereist zijn 5 voor het snijden van steenmaterialen in het algemeen, en meer in het bijzonder voor het snijden van materialen met een hoge hardheidsgraad, zoals graniet, onder gebruikmaking van diamanten werktuigen.

Anderzijds is het eveneens bekend dat steenmateria-10 len, in het bijzonder indien tot in platen gesneden, zeer bros zijn en dat daardoor hoge drukken niet kunnen worden gebruikt gedurende de snijoperatie,opdat het bewerkte deel niet zal breken. Twee tegengestelde vereisten staan daardoor tegenover elkaar; enerzijds het verkrijgen van een 15 hoge specifieke druk en anderzijds het op een laag niveau houden van de algehele krachten die op het steenmateriaal worden uitgeoefend, dat gekalibreerd, dat wil zeggen gevlakt en gepolijst moet worden.

De manier voor het bereiken van beide doeleinden 20 bestaat in een werktuig dat een zeer klein, werkvlak heeft, zoals een slijpschijfwiel; de productiviteit van een simpel slijpwiel is echter noodzakelijkerwijs zeer klein.

Bij de bekende stand van de techniek bestaan eveneens treinen die rond een verticale hardlijn roteren, waar-25 vanuit een aantal horizontale hartlijnen radieel uitsteken; aan de einden van de horizontale hartlijnen zijn cilindrische slijpwielen van vergelijkingsgewijze grote dikte bevestigd. Het is echter niet mogelijk de cilindrische slijpwielen voor slijpschijfwielen te vervangen, teneinde de specifieke druk 30 te verhogen en de op het steenmateriaal uitgeoefende algehele kracht laag te houden: in feite zou de snijdiepte van een meer bekende inrichting na een zodanige omzetting nogal beperkt zijn, daar de groef die door een aan een horizontale as, rond een verticale as roterend slijpschijfwiel gemaakt 35 is, zo breed is als de kromming, gemeten aan de door het slijpschijfwiel beschreven horizontale omtrek, van de koorde 8502 93 7 -2- die gedefinieerd wordt aan het verticale slijpschijfwiel door het bovenvlak van het steenmateriaal dat bewerkt wordt. Dientengevolge zouden de aan de omtrek van het slijpschijfwiel gemonteerde diamanten plaques eveneens met hun zijden in 5 plaats van slechts met hun cilindrisch oppervlak werken.

De onderhavige uitvinding neemt bovengenoemde nadelen weg door een inrichting die simpel te vervaardigen is en gemakkelijk te bedienen.

De uitvinding bestaat uit een samenstel dat onder 10 een verticale hartlijn door middel van een verticale as roteert. Het samenstel bestaat uit een stel radiale assen die bij voorkeur door middel van schuine overbrengingen door de verticale as wordt aangedreven. Aan het buiteneinde van elk van de radiale assen is passend een diamanten slijpschijfwiel 15 gekoppeld/ dat zodoende is uitgerust met een rotatiebeweging rond de hartlijn van de overeenkomstige radiale as en op hetzelfde moment met een rotatiebeweging rond de hartlijn van de verticale as op een horizontaal vlak. Volgens de uitvinding zijn de hartlijnen van de radiale assen benedenwaarts geheld, 20 alsmede naar het midden van de roterende trein toe, zodat de hartlijn van elke radiale as bij de rotatie daarvan rond de verticale as een konisch oppervlak beschrijft.

Voorts hebben de slijpschijfwielen volgens de uitvinding, die aan de buiteneinden van de radiale assen zijn 25 gemonteerd,een konische vorm, waarbij de tophoek gelijk is aan de tophoek van de door de hartlijn van de radiale assen ten opzichte van de verticale hartlijn van de centrale as beschreven kegel.

Dientengevolge werken de diamanten plaques van de 30 slijpschijfwielen continu met de zijdelingse buitenoppervlakken daarvan, vanzelfsprekend opgesteld langs een konisch oppervlak.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden getoond aan de hand van 35 een tekening, waarin tonen: fig.1 een zijaanzicht van een inrichting volgens de uitvinding; 8302 93 7 « -3- fig.2 een bovenaanzicht van dezelfde inrichting, waarbij een paar onderdelen zijn verwijderd· fig.3 een vergroot aanzicht van een slijpschijfwiel volgens de uitvinding, waarbij de konische gang van de wiel-5 schijf duidelijk zichtbaar is; fig.4 een schematisch diagram van de relatieve positie van het slijpschijfwiel volgens de uitvinding en van de daaronder liggende plaat van steenmateriaal die bewerkt wordt? en 10 fig.5 stroken door de inrichting volgens de uitvin ding verwijderd materiaal.

Met bijzondere verwijzing naar de bovengenoemde figuren toont 10 de gehele geclaimde inrichting en bestaat deze uit een trein die rond een verticale as roteert, waarvan 15 de verticale hartlijn met 11 is aangegeven. De as met hartlijn 11 doet de trein 10 roteren en door middel van niet getoonde overbrengingen, maar van.een soort die op zichzelf bekend is, bijvoorbeeld schuin? tandwielen , doet deze eveneens een stel radiale assen 20 roteren, die daardoor ener-20 zijds rond hartlijn 11 samen met de trein 10 roteren en anderzijds rond een respectievelijke hartlijn roteren.

De hartlijnen van radiale assen 20 snijden elkaar in hetzelfde punt (V) als de hartlijn van de verticale as 11. Aan het buiteneind van de radiale as 20 zijn slijpschijf-25 wielen gemonteerd die zijn uitgerust met diamanten plaques 31 aan hun buitenomtrek.

Dientengevolge bestaat het pad of de groef, die door de diamanten plaques van elk slijpschijfwiel 30 wordt gevormd, uit een cirkel om een hartlijn die samenvalt met het 30 snijpunt van het werkoppervlak 40 met een hartlijn 11 van de verticale as.

Bovengenoemde blijkt waar, indien de beweging van trein 10 beperkt is tot een rotatie rond de hartlijn 11. Indien anderzijds de trein 10 eveneens een relatieve toevoerbe-35 weging ten opzichte van de plaat van steenmateriaal 40 ondergaat, zoals getoond is in fig.4, dan zal de samenstelling van rotaties rond hartlijn 11 en de relatieve dwarsbeweging leiden tot een pad 41 van de in fig.5 getoonde soort.

3=102 83 7 -4- * *

Vanzelfsprekend zal, indien de diameter van trein 10 groter is dan de breedte van de strook steenmateriaal, de relatieve toevoer van de plaat ten opzichte van de trein parallel aan de langsrichting van plaat 40 zijn. Anderzijds, in 5 het geval dat de steenmateriaalbreedte groter zou zijn dan de diameter van de trein 10, zal het noodzakelijk zijn een geschikte samengestelde beweging van trein 10 op een horizontaal vlak te verschaffen, zodat het het gehele oppervlak van de plaat van steenmateriaal zal bedekken.

10 Eveneens moet opgemerkt worden, dat volgens de voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding, de radiale assen 20 schuin staan ten opzichte van het door as 10 met elk van de radiale assen 20 gedefinieerde verticale vlak. De schuine stand is zodanig, dat de top van de kegel die door 15 elke hartlijn 20 en door de cirkelvormige directrice de door de omtrek van het slijpschijfwiel 30 wordt gevormd, gedefinieerd wordt, zich in de nabijheid van het bovenvlak van de strook steenmateriaal 40 bevindt, die gekalibreerd moet worden.

20 Dit betekent dat de generatrice van bovengenoemde kegel, die door het raakpunt tussen de omtrek van het slijpschi jfwiel 30 en het oppervlak van het stenen materiaal 40 in hoofdzaak horizontaal is.

Bovendien is elk van de schijven van slijpschijf-25 wielen 20 volgens de uitvinding konisch, en is de tophoek (B) daarvan complementair aan de tophoek (A) van de kegel die (V) als top en de omtrek van elk slijpwiel 20 als directrice heeft.

Zoals getoond is in fig.1 en 3, is de generatrice 30 van het slijpschijfwiel daardoor constant verticaal bij het contactpunt tussen het slijpschijfwiel en het bovenoppervlak van de strook steenmateriaal, terwijl de generatrice voorwaarts en achterwaarts ten opzichte van de rotatierichting leunt, getoond in fig.2, hetgeen verhinderd dat de diamanten 35 platen 31 met hun zijde tegen de door het slijpschijfwiel en de trein 10 in gelijktijdige rotatie gevormde groef werken. Daardoor werken de diamanten platen continu met hun kopopper- 8502 §37 -5- vlakken loodrecht op het konische oppervlak van het slijp-schijfwiel en bevinden deze op de zijoppervlakken van de kegel die V als top en de omtrek van het slijpschijfwiel als directrice heeft.

8502 93 7

Claims (5)

1. Roteerinrichting en roteersamenstel voor het kalibreren van de dikte van platen of stroken van graniet, marmer of steenmaterialen in het algemeen, van de soort die voorzien is van: een door middel van een verticale as rond 5 een verticale hartlijn roterende trein, middelen voor het via de verticale as roterend aandrijven van een veelvoud van rond hun assen en op hetzelfde moment rond de hartlijn van de verticale as samen met de trein waardoor deze gesteund zijn en terende radiale assen, met het kenmerk dat een van diamanten 10 plaques voorzien slijpwiel passend aan het buiteneinde van elke radiale as is gekoppeld.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de radiale assen zich binnenwaarts ten opzichte van de roterende trein en benedenwaarts zodanig schuin uitstrekken, 15 dat het snijpunt (V) tussen de hartlijn van de radiale assen en de hartlijn van de verticale as in hoofdzaak op het bovenvlak van de plaat van steenmateriaal ligt, respectievelijk enigszins daarboven.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het 20 kenmerk dat de aan de buiteneinden van de radiale assen bevestigde slijpschijfwielen een konische vorm hebben, waarbij tophoeken zodanig in hoofdzaak complementair zijn aan de hartlijn van de radiale as met het horizontale vlak gevormde hoek, dat de generatrice van het sli jpschi jfwiel, die door het 25 contactpunt van het slijpschijfwiel met het bewerkingsopper-vlak gaat,in hoofdzaak verticaal is.

4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het bewerkingsoppervlak van de diamanten plaques aan de omtrek van de slijpschijftrein zich op 30 het konische oppervlak bevindt, welk oppervlak als directrice de omtrek van het slijpschijfwiel heeft en als tophoek het snijpunt tussen de hartlijn van de verticale as en de hartlijn van de overeenkomstige radiale as.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk 35 dat het centrale deel van elk slijpschijfwiel in hoofdzaak vlak is en loodrecht op de hartlijn van de bijbehorende radiale as staat, teneinde het gemakkelijker te maken het slijpschijfwiel tot op de as passend aan te koppelen. 8502 93 7