NL8502577A - Inrichting voor het richten en geordend verderleiden van garnalen. - Google Patents

Description

- 1 - i--«

Inrichting voor het richten en geordend verderleiden van garnalen.

' De uitvinding betreft een inrichting voor het richten en geordend verderleiden van gekookte garnalen, die uit een ongeordende voorraad zijn genomen, met een voorraadhouder met een uitlaatopening, aan welke 5 voorraadhouder een draaiende schommeling kan worden gegeven en die is voorzien van ten minste een schroefvormige transportbaan, en met een transportgoot, die is voorzien van een toevoereind en een afvoereind en als een schommeltransporteur is uitgevoerd, voor het richten 10 en transporteren van garnalen.

Bij de pogingen om voor de menselijke consumptie geschikt vlees machinaal te verkrijgen uit het staartdeel van garnalen door middel van mechanische pelinrichtingen voor het verwijderen van het exoskelet in dit gebied, 15 blijkt zeer duidelijk, dat het succes van dergelijke pogingen in belangrijke mate ervan afhangt, in hoeverre het gelukt de te bewerken garnalen in een nauwkeurige ligging te leiden naar het pelproces. Terwijl de praktijk de geschiktheid van het merendeel der uit de stand van 20 de techniek bekende pelsystemen toont, blijken geregeld gebreken met betrekking tot de toevoer in nauwkeurige ligging en/of het produktievermogen van de toevoersystemen.

Uit de Duitse octrooischrift 3.244.359 is o.a. een toevoerinrichting bekend, die de opbouw toont, 25 die in de korte aanduiding van de uitvinding is beschreven.

Dit systeem, dat bij de toevoer van afzonderlijke garnalen naar de transportgoot zeer betrouwbaar werkt, verliest aan werkzaamheid zodra de transportgoot wordt gevuld met een ononderbroken stroom garnalen uit de voorraadhouder.

30 Dit resultaat heeft als oorzaak het feit, dat de afzonderlijke garnalen in het richt- en keerstation elkaar onderling hinderen, zodat een betrekkelijk groot deel niet juist gerichte garnalen aan het eind van de toevoerinrichting wordt gereedgezet. Daarbij kan worden waar-35 genomen, dat daarvoor in het bijzonder het keerstation verantwoordelijk is, dat een bepaald stuweffekt oproept, die de tot dan toe verkregen afstand van de afzonderlijke V >*. / y'

w V. V ~ O ' J J

i, - 2 - garnalen onderling weer doet verdwijnen.

Aan de uitvinding ligt daarom het probleem ten grondslag de bekende toevoerinrichting zodanig uit te rusten, dat de funktie die aan de afzonderlijke bouwelemen-5 ten zijn toegedacht, aan iedere afzonderlijke garnaal optimaal tot ontwikkeling kunnen komen.

Dit probleem wordt volgens de uitvinding opgelost, doordat tussen de uitlaatopening van de voorraad-houder en het toevoereind van de transportgoot een 10 transportschijf is aangebracht, die in het gebied van zijn omtrek is voorzien van zuigopeningen, die onder onderdruk kunnen worden gebracht, en in een loodrecht of nagenoeg loodrecht vlak draaiend is aangedreven.

De daarmede verkrijgbare voordelen bestaan in 15 het bijzonder daarin, dat met zekerheid slechts afzonderlijke individuen uit de garnalenvoorraad worden genomen en in een beïnvloedbaar ritme worden afgegeven aan de transportgoot.

Daarbij vindt het draaien van de transportschijf 20 bij voorkeur om een as plaats, die in hoofdzaak is aangebracht in het verbindingsvlak tussen de uitlaatopening van de voorraadhouder en het toevoereind van de transportgoot.

Het blijkt bijzonder voordelig,wanneer de zuig-25 openingen aan één van de kopvlakken in de nabijheid van de omtrek van de transportschijf zijn aangebracht en de transportschijf zodanig is gemonteerd, dat het van de zuigopeningen voorziene gebied van het kopvlak aan de ene zijde van de as van de transportschijf een sluiting 30 zonder aanraking van het uitlaatkanaal van de voorraadhouder, dat uitmondt in een zijdelingse uitlaatopening, en aan de andere zijde van de as een dergelijke sluiting bewerkt van de transportgoot, die is voorzien van een aan de kopzijde gelegen opening. Daardoor is gewaarborgd, 35 dat de garnalen, die zijn gepakt door onderdruk aan de zuigmondstukken, worden vrijgemaakt uit de nadringende ÏÏ13.SS3. ·

Een bepaald overgeven van de zo aan de massa onttrokken garnalen wordt verkregen, doordat de bediening 40 van de zuigopeningen met onderdruk is begrensd tot een n . λ λ - - 'Is " J * · ' - / y * - - 3 - stationaire sector van de transportschijf, die zich nitstrekt ongeveer van het tegenover de uitlaatopening van de voorraadhouder liggende gebied over een middelpuntshoek van circa 90° tot 150° naar boven in de draairichting 5 van de transportschijf. Daarbij is voordelig gebleken in de zin van de zekerheid, dat telkens slechts één garnaal door een zuigopening wordt gepakt, dat de zuigopeningen ten opzichte van het kopvlak van de transportschijf verheven zijn aangebracht* 10 Doordat direkt onder de zuigopening, die telkens de sector verlaat, een overbrengglijgoot is aangebracht, die eindigt op een geringe afstand boven de transportgoot, en de overbrenggoot in de transportrichting van de transportgoot uitmondt, wordt bereikt, dat de garnalen, 15 die zijn vrijgegeven voor het ovememen door de transportgoot, door hun druppelvorm reeds door het omlaag glijden op de overbrenggoot vooraf gericht op de transportgoot terechtkomen.

Ten slotte is aan een inrichting met een 20 horizontale of nagenoeg horizontale transportgoot met dwarshellend bodemvlak en loodrecht of nagenoeg loodrecht daarop lopende zijdelingse begrenzingsschouder alsmede met een keerzone voor het richten van de garnalen in uniforme staart-rug-ligging er in voorzien, dat binnen 25 de keerzone met het laagst gelegen gebied van het bodemvlak ten minste een luchtmondstuk is aangebracht, dat bewerkt, dat de staart-rug-kering zonder hinder en daarmede onder verregaande handhaving van een afstand van de garnalen onderling plaatsvindt.

30 De inrichting volgens de uitvinding wordt hier onder nader beschreven aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld.

De enige figuur toont een axonometrische afbeelding, die de constructieve toevoeging van de transport-35 schijf weergeeft.

De inrichting volgens de uitvinding, waarvan het draagframe niet nader is weergegeven, heeft een voorraadhouder 1, waarin de te bewerken garnalen los worden gestort.

De voorraadhouder 1 is aan zijn binnenomtrek voorzien van 40 een schroefvormig stijgende transportbaan 2 met ongeveer 8532 577 - 4 - de breedte van een garnaal, zodat de garnalen slechts achter elkaar plaats vinden. De transportbeweging wordt verkregen, doordat aan de voorraadhouder 1 een ten opzichte van zijn centrum concentrische draaiende schom-5 meling met microwerpeffekt wordt gegeven. De transportbaan 2 mondt in de nabijheid van de bovenrand van de voorraadhouder 1 in een zijdelingse uitlaatopening 3 uit, die wordt bedekt door het kopvlak 5 van een transport-schijf 4. De transportschijf is om een horizontale of 10 nagenoeg horizontale as 6 draaiend aangebracht en wordt op geschikte wijze aangedreven. Het kopvlak 5 is in de nabijheid van de omtrek van de transportschijf 4 voorzien van een aantal over de omtrek gelijkmatig verdeeld aangebrachte zuigopeningen 7, bijvoorbeeld acht stuks, 15 die ten gevolge van het draaien van de transportschijf 4 de uitlaatopening 3 opeenvolgend passeren. De zuigopeningen 7 staan via een door de as 6 geleide aansluitleiding 8 in verbinding met een geschikte onderdrukbron. Daarbij zorgt een niet weergegeven draaischijf-diafragma er voor, 20 dat de bediening van de zuigopeningen 7 met onderdruk slechts in een zich van de uitlaatopening 3 in de draairichting uitstrekkende sektor 9 plaatsvindt, die zich naar boven uitstrekt over een middelpuntshoek van circa 135°. Direkt onder de plaats, waarop de zuigopeningen 7 25 de met onderdruk bediende sektor 9 telkens verlaten, bevindt zich een overbrengglijgoot 10, die op een geringe afstand boven een transportgoot 11 uitmondt, die horizontaal of nagenoeg horizontaal is aangebracht en ten opzichte van het kopvlak 5 van de transportschijf 4 onge-30 veer loodrecht loopt. De transportgoot wordt door niet weergegeven veerarmen gedragen en hij wordt op geschikte wijze in langsschommeling gebracht, waardoor een transportbeweging volgens het microwerpeffekt tot stand komt. De transportgoot 11 heeft een dwarshellend bodem-35 vlak 12, langs de lage zijde waarvan een met het bodem-vlak 12 een stompe hoek vormende begrenzingsschouder 13 naar boven steekt. De transportgoot 11 omvat een richt-zone 14 en een keerzone 15 met een geschikte geometrische vorm, waarbij in het bijzonder aan de richtzone 14 niet 40 weergegeven uitwendige middelen zijn toegevoegd voor het 8502577 - 5 - geleiden van luchtstromen van geschikte richting en intensiteit.

De werkingswijze van de inrichting is als volgt: De inhoud van de voorraadhouder, die bestaat 5 uit een ongeordende hoeveelheid garnalen, wordt door de draaiing in een roterende beweging gebracht, die een naar boven bewegen van de garnalen, die zich in de nabijheid van de binnenwand bevinden, op de schroefvormige transportbaan 2 naar de uitlaatopening 3 toe bewerkt.

10 De garnalen dringen daarbij tegen het kopvlak 5 van de transportschijf 4 en daarmede tegen de opeenvolgend passerende zuigopeningen 7, waarbij de verheven aanbrenging daarvan een terugdringing veroorzaakt, die een betrouwbaar aangrijpen van de onderdruk op de gereedstaande 15 garnalen tot gevolg heeft. De op deze wijze uit de nadringende garnalenstroom geheven garnalen worden na het doorlopen van de zich onder onderdruk bevindende sektor 9 boven de overbrengglijgoot 10 vrijgegeven, waarop zij naar omlaag glijden. Door de wrijvingsomstandig-20 heden en de ligging van het zwaartepunt vindt daarbij een voorafgaand richten van de afzonderlijke garnaal zodanig plaats, dat hij in hoofdzaak met de kromming vooruit eerst de richtzone 14 van de transportgoot 11 bereikt. Tijdens het door de schommeling daarvan tot stand 25 komende transport wordt nu door middel van de zijde en van boven inwerkende luchtstromen bewerkt, dat de garnalen de richtzone 14 met de kromming vooruit verlaten. Zij komen zo in de keerzone 15, waar de met hun staarten naar de begrenzingsschouder gekeerde garnalen door 30 geometrische voorzieningen worden gekeerd, zodat na het passeren van de keerzone 15 ook de uniforme staart-rug-ligging is bereikt.

- conclusies - 8502 577

Claims (9)

1. Inrichting voor het richten en geordend verder-leiden van gekookte garnalen, die uit een ongeordende voorraad zijn genomen, met een voorraadhouder met een uitlaatopening, aan welke voorraadhouder een draaiende 5 schommeling kan worden gegeven en die ten minste is voorzien van één schroefvormige transportbaan, en met een als schommeltransporteur uitgevoerde transportgoot, die is voorzien van een toevoereind en een afvoereind, voor het richten en transporteren van de garnalen, met 10 het k e n m e\r k, dat tussen de uitlaatopening (3) van de voorraadhouder (1) en het toevoereind van de transportgoot (11) een transportschijf (4) is aangebracht, die in het gebied van zijn omtrek is voorzien van zuig-openingen (7), die onder onderdruk kunnen worden gebracht, 15 welke transportschijf in een loodrecht of nagenoeg loodrecht vlak draaiend is aangedreven.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de draaiing van de transportschijf (4) om een as (6) plaatsvindt, die in hoofdzaak is aange-20 bracht in het verbindingsvlak tussen de uitlaatopening (3) van de voorraadhouder (1) en het toevoereind van de transportgoot (11).

3. Inrichting volgens conclusies 1 en 2, m e t het kenmerk, dat de transportschijf (4) een 25 vrij kopvlak (5) heeft, in het gebied waarvan, dat zich bevindt in de nabijheid van de omtrek., de zuigopeningen (7) zijn aangebracht.

4. Inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, 30 dat de voorraadhouder (1) een zijdelingse uitlaatopening (3) en het toevoereind van de transportgoot (11) een aan de kopzijde gelegen opening hebben en voor de transportschijf (4) een voorziening is getroffen, dat het van de zuigopeningen (7) voorziene gebied van het 35 kopvlak (5) aan de ene zijde van de as (6) een sluiting 8502 577 - 7 - zonder aanraking van de uitlaatopening (3) van de voorraad-houder en aan de tegenover liggende zijde van de as (6) een dergelijke sluiting van de aan de kopzijde gelegen opening van de transportgoot (11) bewerkt.

5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de bediening van de zuigopeningen (7) met onderdruk is begrensd tot een stationaire sektor (9) van de transportschijf (4), die zich ongeveer uiatrekt van het tegenover de uitlaatopening (3) van de voorraadhouder 10 (1) zich bevindend gebied over een middelpuntshoek van ongeveer 90° tot 150° naar boven in de draairichting van de transportschijf (4).

6. Inrichting volgens de conclusies 1 en 3, met het kenmerk, dat de zuigopeningen (7) 15 tegenover het kopvlak (5) van de transportschijf (4) verheven zijn aangebracht.

7. Inrichting volgens conclusie 5,met het kenmerk, dat direkt onder de zuigopening (7), die de sektor (9) telkens verlaat, een overbrengglijgoot 20 (10) is aangebracht, die op een geringe afstand boven de transportgoot (11) eindigt.

8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de overbrengglijgoot (10) in de transportrichting van de transportgoot (11) uit-25 mondt.

9. Inrichting volgens conclusie 1, met een horizontale of nagenoeg horizontale transportgoot (11) met dwarshellend bodemvlak en een loodrecht of nagenoeg loodrecht daarop lopende zijdelingse begrenzingsschouder 30 (13) alsmede met de keerzone (15) voor het richten van de garnalen in een uniforme staart-rug-ligging, met het kenmerk, dat binnen de keerzone (15) en het laagst gelegen gebied van het bodemvlak (12) ten minste een luchtmondstuk (16) is aangebracht. 8502 577