NL8502231A - Kringlooplift. - Google Patents

Description

*' , ί 0 -1- 24800/CV/tl

Korte Aanduiding: Kringlooplift.

De uitvinding heeft betrekking op een kringlooplift,voorzien van twee evenwijdige paren om kettingwielen gevoerde eindloze transport-5 kettingen,waarbij elk paar bestaat uit een binnenste en een buitenste ketting,welke buitenste kettingen op een grotere afstand van elkaar zijn geplaatst dan de binnenste kettingen en de dalende parten van alle kettingen in hoofdzaak dezelfde baan doorlopen en de stijgende parten zich op een afstand van elkaar bevinden tussen welke paren transport-10 kettingen in een richting door buigbare, door scharnierende organen ge-J vormde platformen scharnierbaar zijn bevestigd met behulp van een tussen de buitenste kettingen en een tussen de binnenste kettingen aangebrachte stang,een en ander zodanig,dat de platformen bij het stijgen zich in de horizontale stand bevinden.

15 Een dergelijke inrichting is bekend uit het Nederlandse octrooi 131.896.

Bij de gebruikelijke kringloopliften van deze soort strekken stijgende parten en de dalende parten van de kettingen zich verticaal uit.

Een nadeel van een dergelijke constructie is,dat de hoogte van de te 20 transporteren goederen wordt bepaald door de verticale afstand tussen de opeenvolgende platformen. Verder kan het aanbrengen van de te transporteren goederen op een bepaald platform nabij het ondereinde van de kringlooplift,indien de hoogte van deze goederen de afstand tussen twee opeenvolgende platformen benadert,slechts plaatsvinden,indien de afstand 25 tussen de opeenvolgende platformen zo groot mogelijk is,dat wil zeggen indien het onderste pLatform zich geheel onder het daar bovenliggende platform bevindt en juist voordat dit onderste platform mee omhoog wordt genomen. Dit werktVertragend op het transport van de goederen met behulp van de kringlooplift en kan in vele gevallen slechts worden uitgevoerd 30 door gebruikmaking van een intermitterende aandrijving van de kringlooplift.Met de uitvinding wordt beoogd een kringlooplift van bovengenoemde soort te verkrijgen,waarbij aan bovengeschetde nadelen kan worden tegemoet gekomen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de stijgende 35 parten van de kettingen zich onder een scherpe hoek met de horizontaal schuin omhoog uitstrekken.

£ % " -) $ ï -l O <— 0 * i % -2- 24800/CV/tl «

Door toepassing van een dergelijke constructie kan worden bewerkstelligd dat,in bovenaanzicht gezien,de omhoog bewegende platformen althans gedeeltelijk naast elkaar zijn gelegen,zodat de hoogte van de op deze platformen staande goederen niet begrensd behoit te zijn door 5 de verticale afstand tussen de omhoog bewegende platformen. Verder is het ook mogelijk om reeds met het laden van een onderste platform te beginnen voordat de afstand tussen dit onderste platform en het daarboven gelegen naar omhoog bewegende platform zijn maximale waarde heeft bereikt zodat ook een snel beladen van de lift te bewerkstelligen 10 is.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoor-beeld van een kringlooplift volgensde uitvinding.

Fig. 1 toont een doorsnede over een uitvoeringsvoorbeeld van een 15 kringlooplift volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een doorsnede over fig.1,gezien volgens de lijn II- II in fig.T.

Fig. 3 toont op grotere schaal een gedeelte van een platform.

Fig. 4 toont een aanzicht op fig.3,gezien volgens de pijl IV in 20 fig.3.

Fig. 5 toont een detail van het platform bij de omleiding om een omleidwiel.

De inrichting omvat een gestel 1 in het onderste gedeelte waarvan een tweetal horizontaal opgestelde en zich evenwijdig aan elkaar uitstrek-25 kende assen 2 en 3 zijn gelegerd. In zijaanzicht gezien tussen de assen 2 en 3 maar op een enigszins hoger niveau zijn in het gestel zich evenwijdig aan de assen 2 en 3 uitstrekkende assen A en 5 gelegerd.

Nabij de bovenzijde van het gestel zijn zich evenwijdig aan de assen 2 -5 uitstrekkende assen 6 en 7 in het gestel gelegerd.

30 Een tweetal buitenste kettingen 8 en 9 zijn geleid om aan de as 2 bevestigde kettingwielen 10,om op de as 4 aangebrachte kettingwielen 11, om op de as 6 aangebrachte kettingwielen 12,om op de as 7 aangebrachte kettingwielen 13,en om op de as 3 aangebrachte kettingwielen 14.

Een tweetal binnenste kettingen 15 en 16 is geleid om aan de as 2 35 bevestigde kettingwielen 17,om op de as 5 aangebrachte kettingwielen 18, om op de as 7 tussen de kettingwielen 13 aangebrachte kettingwielen en 5302231 *: λ- -3- 24800/CV/tl om op de as 3 aangebrachte kettingwielen 19.

Zoals uit fig.1 duidelijk zal zijn strekken de parten van de kettingen 8, 9 >15 en 16 zich tussen de nabij de onderzijde van het gestel 1 opgestelde assen 3, 4 en 5 schuin omhoog uit in de richting van de assen 6 5 en 7 en in dit uitvoeringsvoorbeeld onder een hoek van 60°. Daarbij liggen de zich tussen de assen 4 en 6 uitstrekkende parten van de buitenste ketting 8 en 9 in horizontale richting gemeten op enige afstand van de zich tussen de assen 5 en 7 uitstrekkende parten van de beide binnenste kettingen 15 en 16,terwijl de zich tussen de assen 3 en 7 uitstrekkende 10 parten van de kettingen 8 , 9,15 en 16 zijn gelegen in een zich evenwijdig aan de hartlijnen van deze assen uitstrekkend vlak.

De inrichting is voorzien van een aantal pInformen ,die ieder zijn opgebouwd door een aantal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende staven of dragers 20. Zoals in het bijzonder uit fig.3 en 4 blijkt worden in 15 het hier weergegeven uitvoeringsvoorbeeld de staven of dragers 20 gevormd door in doorsnede rechthoekige kokerbalken aan de uiteinden waarvan uitstekende oren 21 zijn bevestigd. Deze oren 21 zijn met behulp van bouten 22 bevestigd aan platen 23,die zijn gekoppeld met de pennen 24 van een schalmketting 25. Aan de van deketting afgekeerde uiteinden 20 van de balken 20 zijn aan de zijkanten van de balken 20 strippen 26 bevestigd.

Zoals in fig. 3 is weergegeven is daarbij de uitvoerig zodanig getroffen, dat in gestrekte stand van de schalmketting 25 een aan een balk 20 bevestigde strip 26 met zijn van de desbetreffende balk afgekeerde zijvlak 25 aanligt tegen een daaropvolgende balk 20. Bij deze uitvoering kan,zoals is weergegeven in fig.5,bij het bewegen van de schalmketting 25 om een oraleidwiel 27 een verbuiging van het platform in een richting plaatsvinden, waarbij de onderlinge afstand tussen de van de schalmketting 25 afgekeerde uiteinden van de opeenvolgende balken toeneemt. Een verbuiging 30 van het platform in een richting tegengesteld aan de richting waarin het platform in fig.5 verbogen is is echter niet raogelijk vanuit de in fig.3 weergegeven gestrekte stand.

De aan de uiteinden van de platform gelegen balken 28 en 29 zijn langer uitgevoerd dan de daartussen gelegen balken 20 van het platform.

35 Daarbij is de balk 28 bevestigd aan de beide binnenste kettingen 15 en 16 en aan zijn vrije uiteinde voorzien van geleidingsrollen 30. De balk 29 3 3 0 2 2 3 i -4- 24800/CV/tl 4

V

is bevestigd aan de buitenste kettingen 8 en 9 en aan zijn uiteinden voorzien van geleidingsrollen 31.De geleidingsrollen 30 en 31 worden tijdens verplaatsing van de platformen met behulp van de kettingen 8 en 9 en 15 en 16 geleid in deel van het gestel vormende geleidingsbalken.

5 Zoals verder nog in fig.2 is weergegeven is de as 2 met behulp van een kettingoverbrenging 33 gekoppeld met een aandrijfmotor 34 met behulp waarvan de kettingen in bewegjhg kunnen worden gebracht in de richting volgens pijl A. Daarbij worden de platformen in een horizontale stand omhoog bewogen met behulp van de zich omhoog uitstrekkende parten van 10 de kettingen,die zich uitstrekken tussen de assen 4 en 6 resp.5 en 7.

Na het bereiken van hun hoogste stand worden de platformen omgeleid en bewegen zij in een stand evenwijdig aan de zich tussen de assen 3 en 7 uitstrekkende kettingparten met deze kettingparten mee naar beneden.

Zoals uit fig.1 duidelijk zal zijn kan de hellingshoek waaronder 15 de zich omhoog uitstrekkende parten van de kettingen van de kringlöoplift en de onderlinge afstand tussen de opeenvolgende platformen in het schuin omhoog verlopende gedeelte van de kringlooplift zodanig worden gekozen,dat in bovenaanzicht gezien de opeenvolgende omhoog bewegende platformen elkaar niet overlappen. Dientengevolge wordt het mogelijk om op een 20 platform verhoudingsgewijs grote hoogtes bezittende voorwerpen te plaatsen zonder dat men daarbij in conflikt komt met een hoger liggend platform.

Ook kan men een voorwerp 35 reeds op het platform plaatsen,terwijl dit platform in horizontale richting beweegt vanaf de as 2 in de richting van de as 5 zonder dat men daarbij gevaar loopt dat men in conflikt komt met 25 een voorlopend omhoog bewegend platform.

Het zal dan ook duidelijk zijn,dat door het onder een scherpe hoek ten opzichte van de horizontaal opstellen van de de platformen omhoog bewegende kettingparten aanzienlijke,de gebruiksmogelijkheden van de kringlooplift vergrotende voordelen worden verkregen ten opzichte van de 30 gebruikelijke kringloopliften,waarbij de de platformen omhoog bewegende kettingparten zich verticaal uitstrekken.

Het zal duidelijk zijn dat de lift ook kan worden gebruikt met een bewegingsrichting van de kettingen tegengesteld aan pijl A. In dat geval zullen de in de conclusies vermelde dalende parten stijgende parten en de 35 in de conclusies vermelde dijgende parten dalende parten zijn.Het is beoogd dat ook een dergelijke uitvoeringsvorm ondefde bescheimings omvang van de uitvinding valt.

8502231

Claims (3)

1. Xringlooplift voorzienTan twee evenwijdige paren om kettingwielen gevoerde eindloze transportkettingen,waarbij elk paar bestaat uit een binnenste en een buitenste ketting,welke buitenste kettingen op een grotere afstand van elkaar zijn geplaatst dan de binnenste kettingen en 5 de dalende parten van alle kettingen in hoofdzaak dezelfde baan doorlopen en de stijgende parten zich op een afstand van elkaar bevinden,tussen welke paren transportkettingen in een richting doorbuigbare door scharnierende organen gevormde platformen scharnierend zijn bevestigd met behulp van een tussen de buitenste kettingen en een tussen de binnenste 10 kettingen aangebrachte stang,een en ander zodanig,dat de platformen bij het stijgen zich in een horizontale stand bevinden,met het kenmerk, dat de stijgende parten van de kettingen zich onder een scherpe hoek met de horizontaal schuin omhoog uitstrekken.

2. Kringlooplift volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat de stijgende 15 parten van de kettingen zich onder een hoek van ongeveer 60° met de horizontaal schuin omhoog uitstrekken.

3. Kringlooplift volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat op de ondereinden van de stijgende parten van de ketting horizontaal verlopende parten van zowel de binnenste als de buitenste kettingen aan- 20 sluiten,waarbij de lengte van deze horizontaal verlopende parten ongeveer gelijk is aan de afstand tussen de schuin omhoog lopende parten van de binnenste en de buitenste transportkettingen. '> ; 0 :: 2 3 1