NL8501246A - Deelbaar kettingwiel. - Google Patents

Deelbaar kettingwiel. Download PDF

Info

Publication number
NL8501246A
NL8501246A NL8501246A NL8501246A NL8501246A NL 8501246 A NL8501246 A NL 8501246A NL 8501246 A NL8501246 A NL 8501246A NL 8501246 A NL8501246 A NL 8501246A NL 8501246 A NL8501246 A NL 8501246A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wheel
hub piece
halves
hub
sprocket
Prior art date
Application number
NL8501246A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Mcc Nederland
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mcc Nederland filed Critical Mcc Nederland
Priority to NL8501246A priority Critical patent/NL8501246A/nl
Publication of NL8501246A publication Critical patent/NL8501246A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H55/00Elements with teeth or friction surfaces for conveying motion; Worms, pulleys or sheaves for gearing mechanisms
    • F16H55/02Toothed members; Worms
    • F16H55/30Chain-wheels
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H55/00Elements with teeth or friction surfaces for conveying motion; Worms, pulleys or sheaves for gearing mechanisms
    • F16H55/02Toothed members; Worms
    • F16H55/12Toothed members; Worms with body or rim assembled out of detachable parts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Gears, Cams (AREA)

Description

IA 4 VO 7180 -1-
Deelbaar kettingwiel.
De uitvinding heeft betrekking op een deelbaar kettingwiel omvattende een eerste wielhelft, een tweede wielhelft, een naafstuk en organen voor het bevestigen van de eerste en de tweede wielhelft aan het naafstuk.
5 Bij kettingstransporteurs is voor het doen voortbewegen van transportkettingen voorzien in kettingwie-len waarvan er dikwijls een aantal, b.v. tien, naast elkaar op één gemeenschappelijke as zijn bevestigd. Om het bij het doen voortbewegen van de kettingen geproduceerde 10 lawaai zo veel mogelijk te beperken zijn de kettingwielen bij voorkeur tenminste gedeeltelijk uit kunststof vervaardigd, waarbij b.v. een kunststof tandkrans rond een metalen naafstuk is aangebracht. Tijdens het gebruik zal de kunststof tandkrans door slijtage meestal eerder aan vervanging 15 toe zijn dan het metalen naafstuk. Om te voorkomen dat bij het vervangen van de kunststof tandkrans van één kettingwiel van een aantal aangrenzend aan elkaar bevestigde wielen tenminste een aantal van de wielen gedemonteerd moet worden, is reeds voorgesteld het kunststofgedeelte 20 met de tandkrans van het kettingwiel uit twee helften op te bouwen, waarbij beide helften door middel van bouten bevestigd kunnen worden aan het naafstuk. Deze bouten verlopen daarbij in axiale richting ten opzichte van het kettingwiel en zijn gelegen rond de centrale opening 25 in het naafstuk, waarbij het naafstuk gelegen is tegen een binnensegment van zowel de eerste als de tweede wielhelft en het naafstuk en de wielhelften zijn voorzien van corresponderende axiale openingen voor het opnemen van de bouten.
30 De bekende constructie heeft als bezwaar dat voor het monteren en demonteren van de wielhelften de bouten vanaf de zijkant van het kettingwiel met een gereedschap bereikt moeten kunnen worden, hetgeen enige ruimte tussen de aangrenzende kettingwielen noodzakelijk maakt, r- 3 a i 2 4 0
I ; C
A
-2- welke ruimte echter dikwijls niet aanwezig is. Zeker in het geval dat extra brede kettingen worden toegepast en een ketting wordt voortbewogen door twee aangrenzende kettingwielen, is de benodigde tussenruimte niet aanwezig.
5 De uitvinding beoogt te voorzien in een deelbaar kettingwiel, waarbij de mogelijkheid bestaat om de wielhelf-ten van het naafstuk los te nemen zonder dat aan de zijkant van het kettingwiel ruimte voor het manipuleren van een gereedschap aanwezig behoeft te zijn. Bovendien beoogt 10 de uitvinding te voorzien in een deelbaar kettingwiel waarbij ook het naafstuk deelbaar is, zodat ook dit vervangen kan worden zonder demontage van alle op een as aanwezige kettingwielen en zonder dat een tussenruimte tussen aangrenzende kettingwielen voor het manipuleren van een gereedschap 15 aanwezig behoeft te zijn. Het vervangen van een naafstuk is weliswaar minder vaak nodig dan het vervangen van de kunststof wielhelften, maar vormt zeker geen uitzondering. Bij het bekende kettingwiel vormt het naafstuk één geheel en is ook niet uit twee delen op te bouwen.
20 De uitvinding voorziet voor het beoogde doel in een kettingwiel van voornoemde soort waarbij het naafstuk . tenminste twee tegenover gelegen evenwijdige zijden bezit en iedere wielhelft is voorzien van een insnijding en een uitstulping, waarbij de insnijding is bepaald door 25 één helft van het naafstuk, welke helft is bepaald door een evenwijdige zijde en de hartlijn van het naafstuk tussen beide evenwijdige zijden, en door een vlak dat in het verlengde van de evenwijdige zijde van het naafstuk verloopt tot aan de buitenomtrek van de wielhelft en 30 waarbij de uitstulping is bepaald door vlakken welke verlopen langs één zijde van de andere helft van het naafstuk, de hartlijn van het kettingwiel, de buitenomtrek van het kettingwiel, en langs een lijn die in het verlengde van de andere evenwijdige zijde van het naafstuk verloopt 35 tot aan de buitenomtrek van de wielhelft, terwijl verder voorzien is in koppelorganen voor het koppelen van de 6501245 -3- 3 , 4 evenwijdige zijden van het naafstuk met de aangrenzende vlakken van de insnijdingen van de resp. wielhelften en voor het koppelen van de tussen de omtrek van het kettingwiel en het naafstuk gelegen zijde van steeds 5 de uitstulping van een wielhelft met de aangrenzende zijde van de insnijding van de andere wielhelft en waarbij iedere wielhelft voorzien is van tenminste een doorgaande opening voor het door middel van het bevestigingsorgaan bevestigen van de wielhelft aan het naafstuk, welke opening 10 vanaf de buitenomtrek van de wielhelft gericht is naar het naafstuk.
De middelen voor het koppelen van de evenwijdige zijden van het naafstuk met de resp. wielhelften en voor het onderling koppelen van de wielhelften zijn bij voorkeur 15 gevormd door zwaluwstaartverbindingen.
Het naafstuk is, indien dit is gewenst, langs een diagonaal in twee symmetrische helften gedeeld, welke helften zijn voorzien van radiale openingen voor het onderling verbinden van de naafhelften. Bij voorkeur 20 is het naafstuk rechthoekig, in het bijzonder vierkant.
De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld onder verwijzing naar de tekening, hierin toont: fig. 1 een aanzicht van het kettingwiel volgens 25 de uitvinding in samengebouwde toestand; fig. 2 een aanzicht van een kettingwielhelft van het kettingwiel volgens fig. 1; fig. 3 een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, langs de lijn III-III in fig. 2; 30 fig. 4 een aanzicht van een deelbaar naafstuk voor het kettingwiel volgens fig. 1; en fig. 5 een rechter zijaanzicht van het naafstuk volgens fig. 4.
Fig. 1 toont een aanzicht van een kettingwiel 35 volgens de uitvinding in samengebouwde toestand, langs de omtrek van welk kettingwiel terwille van de duidelijk- 5501246 -4- heid slechts een aantal tanden, die aan kunnen grijpen op een voort te bewegen ketting, getoond zijn. Het ketting-wiel volgens fig. 1 bestaat uit een eerste wielhelft • 1, een tweede wielhelft 2, die in wezen identiek is aan 5 de eerste wielhelft en een naafstuk 3.
De fign. 2 en 3 tonen de eerste wielhelft 1 meer gedetailleerd, waarbij fig. 3 een zijaanzicht langs de lijn III-III in fig. 2 geeft. De eerste wielhelft omvat een insnijding en een uitstulping, waarbij de insnij-10 ding is bepaald door één helft van het naafstuk 3, welke helft één evenwijdige zijde van het naafstuk en de in fig. 4, dat het naafstuk 3 op vergrote schaal toont, getekende hartlijn omvat en door een vlak dat in het verlengde van de evenwijdige zijde van het naafstuk tot 15 aan de buitenomtrek van de wielhelft verloopt. Langs het door de evenwijdige zijde van het naafstuk bepaalde vlak van de insnijding is de wielhelft 1 voorzien van een veer 11 van een zwaluwstaartverbinding, welke veer zich over in wezen de gehele lengte van het vlak uitstrekt. 20 De uitstulping van de wielhelft 1 wordt begrensd door vlakken die verlopen langs de hartlijn van het ketting-wiel, die in fig. 2 in een streep-stippellijn is getoond, langs de buitenomtrek van het kettingwiel, langs één zijde van de andere helft van het naafstuk 3 en langs 25 een lijn die in het verlengde van de andere evenwijdige zijde van het naafstuk verloopt, vanaf het naafstuk tot aan de buitenomtrek van het kettingwiel. In het laatstgenoemde vlak, dat gelegen is in het verlengde van de evenwijdige zijde van de andere helft van het naafstuk 3, is 30 een groef 10' gevormd, die deel uitmaakt van een zwaluwstaartverbinding, welke groef zich over de gehele lengte van het genoemde vlak uitstrekt.
Fig. 4 toont het naafstuk 3 op vergrote schaal en fig. 5 geeft een zijaanzicht van fig. 4. Zoals de 35 fign. 4 en 5 tonen zijn in de twee tegenover gelegen evenwijdige zijden van het naafstuk resp. groeven 9 en 3501246 -5- 10 gevormd die deel uitmaken van zwaluwstaartverbindingen.
In het naafstuk 3 zijn verder van schroefdraad voorziene openingen 6 en 7 gevormd, waarbij opening 6 samen kan werken met een corresponderende opening in de niet gedetail-5 leerd getoonde tweede wielhelft 2 en opening 7 kan samenwerken met een opening 7' in wielhelft 1, waarbij via opening 7' met b.v. een inbusbout de wielhelft 1 aan het naafstuk bevestigd kan worden. Het naafstuk 3 kan aan wielhelft 1 bevestigd worden door het naafstuk, gezien in fig.
10 2, vanaf de rechter zijde op de wielhelft 1 te schuiven, waarbij de groef 9 over de veer 11 schuift om een zwaluw-staartverbinding te vormen, totdat het naafstuk aanstoot tegen de zijde van de uitstulping waarin opening 7' is gevormd, waarna het naafstuk en de wielhelft door middel 15 van de inbusbout zeer stevig met elkaar verbonden kunnen worden.
Wanneer het naafstuk bevestigd is aan de eerste wielhelft kan de tweede wielhelft aan dit samenstel worden bevestigd door de veer ervan, die overeenkomt met de 20 veer 11 van de eerste wielhelft 1 te schuiven in de groef 10 van het naafstuk en vervolgens in de groef 10' van de eerste wielhelft, welke groef in het verlengde gelegen is van groef 10. Tegelijkertijd grijpt dan de groef in de uitstulping van de tweede wielhelft ineen met de veer 25 11 van de eerste wielhelft. Vervolgens kan de tweede wielhelft, via de daarin gevormde opening met een inbusbout worden bevestigd aan het naafstuk, waarbij de inbusbout wordt vastgeschroefd in opening 6.
In de eerste wielhelft en het naafstuk zijn 30 nog, na samenbouw van het kettingwiel in eikaars verlengde gelegen, opening 8 en 8' gevormd voor het opnemen van een borgschroef waarmee het kettingwiel ten opzichte van een as kan worden geborgd. De tweede wielhelft zal in het algemeen niet voorzien zijn van een dergelijke 35 opening 8, maar voor het overige zijn de eerste en de tweede wielhelft volledig gelijk aan elkaar.
3531246 ; w -6-
Het naafstuk 3 is in de tekening als een vierkant getoond, maar dit is niet noodzakelijk. Slechts de zijden waarin de groeven 9 en 10 gevormd zijn dienen evenwijdig aan elkaar te verlopen. De zijden waarin de openingen 5 6 en 7 zijn gevormd kunnen in wezen iedere willekeurige vorm hebben, zolang de wielhelften maar door middel van bouten aan het naafstuk bevestigd kunnen worden op zodanige wijze dat de bouten vanaf het van tanden voorziene omtreks-vlak van het kettingwiel kunnen worden gemonteerd en 10 gedemonteerd.
Het kan gewenst zijn om ook het naafstuk deelbaar uit te voeren, opdat dit van de as genomen kan worden zonder dat aangrenzende kettingwielen op die as behoeven te worden losgenomen en zonder dat er een tussenruimte 15 tussen het te demonteren naafstuk en de aangrenzende kettingwielen aanwezig behoeft te zijn voor het in die ruimte manipuleren van een gereedschap.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 4 is het naafstuk langs een diagonaal 12 gedeeld, waarbij één 20 deel is voorzien van resp. een opening 4 en een schroefbus 5' en het andere deel van een opening 5 en een schroefbus 4', op zodanige wijze dat de openingen 4 en 5 bij het tegen elkaar plaatsen van de helften van het naafstuk in één lijn gelegen zijn met resp. de schroefbussen 4' 25 en 5', opdat beide naafstukhelften door middel van b.v. inbusbouten aan elkaar kunnen worden bevestigd.
Voor een goede werking van het kettingwiel volgens fig. 1 is het noodzakelijk dat dit kettingwiel slechts in een tevoren bepaalde richting wordt belast, 30 omdat anders het risico bestaat dat de wielhelften uit elkaar getrokken worden. Indien het kettingwiel in de in fig. 1 met een pijl aangegeven richting draait hebben de op het kettingwiel uitgeoefende krachten geen nadelige invloed op de bevestiging van de wielhelften aan het 35 naafstuk. Bij het draaien in de tegengestelde richting daarentegen bestaat het risico dat de wielhelft 1, gezien S 0 ν 1 £ 4 δ f > -7- in fig. 1 naar links, en/of de wielhelft 2, gezien in fig. 1 naar rechts, langs de zwaluwstaartverbinding verschuift, waardoor een ruimte kan ontstaan tussen het naafstuk en de niet van een zwaluwstaartverbinding voorziene 5 zijde van de insnijding van de wielhelften, hetgeen vanzelfsprekend hoogst ongewenst is.
Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding een kettingwiel verschaft dat op zeer eenvoudige wijze op een as gemonteerd en van die as gedemonteerd kan worden, 10 zonder dat aangrenzende kettingwielen op die as behoeven te worden losgenomen en zonder dat tussen aangrenzende kettingwielen een tussenruimte aanwezig behoeft te zijn.
Binnen het kader van de uitvinding zijn vanzelfsprekend een groot aantal wijzigingen mogelijk. Zo kan, zoals 15 bovenstaand besproken, het naafstuk binnen bepaalde grenzen verschillende vormen hebben, terwijl ook gebruik gemaakt kan worden van meer bevestigingsorganen voor de wielhelften dan bij het uitvoeringsvoorbeeld, welke extra bevestigingsorganen niet noodzakelijk zijn omdat bij de beschreven 20 uitvoeringsvorm van het kettingwiel de wielhelften en het naafstuk onderling reeds zo stevig met elkaar verbonden zijn, dat een kettingwiel wordt verkregen dat grote belastingen kan weerstaan, dat goed is uitgebalanceerd en dat ook spanningen, die optreden door verschillende uitzet-25 tingscoëfficienten van het naafstuk en de wielhelft, goed kan opvangen. Tenslotte kan de veer voor de zwaluw-staartverbindingen tussen het naafstuk en de wielhelften aan het naafstuk zijn gevormd, terwijl de wielhelften zijn voorzien van de bijbehorende groef. Ook zijn andere 30 middelen mogelijk om het naafstuk aan de wielhelften en de wielhelften onderling te koppelen.
qs Π 1 *) /, .2 V*· t*·· » Urn it/

Claims (7)

  1. 2. Kettingwiel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het koppelen van de evenwijdige zijden van het naafstuk met de resp. wielhelften en voor het onderling koppelen van de wielhelften zwaluwstaartver- 8501246 -9- bindingen omvatten, waarbij iedere zwaluwstaartverbinding een groef en een veer omvat.
  2. 3. Kettingwiel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat in de evenwijdige zijden van het naafstuk groeven 5 gevormd zijn, aan de corresponderende zijden van de insnijdingen van de resp. wielhelften veren gevormd zijn en in de uitstulping van iedere wielhelft een groef gevormd is die bij het kettingwiel in samengebouwde toestand in één lijn ligt met de groef in één van de evenwijdige 10 zijden van het naafstuk.
  3. 4. Kettingwiel volgens tenminste één der conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk, dat het naafstuk deelbaar is.
  4. 5. Kettingwiel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het naafstuk uit twee symmetrische delen bestaat, 15 waarbij de deellijn verloopt langs een diagonaal van het naafstuk en waarbij voorzien is in middelen voor het met elkaar verbinden van de delen van het naafstuk.
  5. 6. Kettingwiel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het naafstuk rechthoekig is.
  6. 7. Naafstuk kennelijk bestemd om gebruikt te worden bij een kettingwiel volgens één der conclusies 1-6.
  7. 8. Wielhelft kennelijk bestemd om gebruikt te worden bij een kettingwiel volgens één der conclusies 1-6. 85012&8
NL8501246A 1985-05-02 1985-05-02 Deelbaar kettingwiel. NL8501246A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8501246A NL8501246A (nl) 1985-05-02 1985-05-02 Deelbaar kettingwiel.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8501246 1985-05-02
NL8501246A NL8501246A (nl) 1985-05-02 1985-05-02 Deelbaar kettingwiel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8501246A true NL8501246A (nl) 1986-12-01

Family

ID=19845915

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8501246A NL8501246A (nl) 1985-05-02 1985-05-02 Deelbaar kettingwiel.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8501246A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0561478A1 (en) * 1992-03-20 1993-09-22 MCC Nederland B.V. Divisible sprocket wheel
EP1719718A2 (en) 2005-05-04 2006-11-08 Plastomeccanica S.p.A. Sprocket particularly for conveyor belts or chains

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0561478A1 (en) * 1992-03-20 1993-09-22 MCC Nederland B.V. Divisible sprocket wheel
US5322478A (en) * 1992-03-20 1994-06-21 Mcc Nederland B.V. Divisible sprocket wheel
EP1719718A2 (en) 2005-05-04 2006-11-08 Plastomeccanica S.p.A. Sprocket particularly for conveyor belts or chains
EP1719718A3 (en) * 2005-05-04 2008-02-20 Plastomeccanica S.p.A. Sprocket particularly for conveyor belts or chains

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5316522A (en) Axially-engaged, abrasion-resistant split sprocket assembly
US6086495A (en) Split sprocket assembly
EP1719718B1 (en) Sprocket particularly for conveyor belts or chains
US5295917A (en) Split sprocket with quick locking mechanism
DE2733224A1 (de) Bremsscheibe mit austauschbaren verschleissteilen fuer scheibenbremse
US5702316A (en) Modular split sprocket assembly
EP0561478A1 (en) Divisible sprocket wheel
CA2271711C (en) Split drive sprocket for a conveyor belt
NL8501246A (nl) Deelbaar kettingwiel.
IE50489B1 (en) Flexible couplings
US10981612B2 (en) Flanged master track pin with retaining ring
US4131381A (en) Means and method for mounting a structure on a shaft
US5186694A (en) Differential assembly
WO1987001954A1 (en) Coupler for assembling segmented skis
FR2654783A1 (fr) Dispositif d'accouplement d'arbres elastique, notamment pour entrainements de moteurs diesel.
EP0502482B1 (de) Zusammengesetzte Bremsscheibe für eine Teilbelagscheibenbremse
GB2093148A (en) Toothed rotary drive- transmitting members with replaceable teeth
US6050397A (en) Conveyor chain unit and conveyor chain
US2580786A (en) Conveyer flight
EP0406922B1 (de) Radblock
FI64707C (fi) Kedjekonstruktion
EP0890533A1 (en) Disassemblable wheel for a conveyor chain
US4906124A (en) Multi-piece eccentric assembly
EP0945635B1 (de) Elastische Kupplung
RU2097629C1 (ru) Шестерня со сменными зубьями

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed