NL8501085A - Inrichting voor het tegen tocht afsluiten van een doorlaatopening in een wand of vloer voor een transportsysteem. - Google Patents

Description

r ,· NL 32746-dV/kvn

Inrichting voor het tegen tocht afsluiten van een doorlaat-opening in een wand of vloer voor een transportsysteem.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het tegen tocht afsluiten van een doorlaatopening in een wand of vloer voor een transportsysteem, dat bestaat uit een transportbaan en langs deze transportbaan beweegbare trans-5 portelementen.

Bij de gebruikelijke inrichting van deze soort is de doorlaatopening afgesloten door één of meer loshangende flappen, die bij het passeren van een transportelement worden weggeduwd en na het passeren weer in hun uitgangsstand terug-10 vallen. Dit heeft het bezwaar, dat bij het openduwen van de flappen door het transportelement gemakkelijk beschadigingen kunnen optreden, terwijl tijdens het passeren slijtage aan het transportelement en het oppervlak van de flappen wordt veroorzaakt.

15 De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij deze bezwaren zijn ondervangen.

Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door een draaibaar in een de doorlaatopening be-20 grenzend frame gelegerde klep, die onder besturing van zich langs de transportbaan bewegende transportelementen door middel van een motor verdraaibaar is tussen een gesloten stand, waarin de doorlaatopening althans nagenoeg tochtvrij is afgesloten, en een geopende stand, waarin de transportelementen de 25 doorlaatopening vrij kunnen passeren, en omgekeerd, waarbij de motor via een veer met de klep is gekoppeld.

Op deze wijze wordt een inrichting verkregen, waarbij geen beschadigingen of slijtage van de transportelementen en de klep meer kunnen voorkomen. Wanneer een transportelement 30 de inrichting nadert, wordt de klep door de motor geopend en kan het transportelement de doorlaatopening vrij passeren,waarna de klep weer wordt gesloten, tenzij een volgend transportelement nadert. Indien door omstandigheden de klep te vroeg wordt gesloten of bij het naderen van een transportelement niet 35 wordt geopend, zullen geen calamiteiten optreden, doordat in dergelijke gevallen de veer de mogelijkheid verschaft de klep 8501035 o i - 2 - ten opzichte van de motor te verdraaien. Bovendien treden door toepassing van de veer bij het openen en sluiten van de klep geen schokbelastingen van de motor op.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm bezit de klep 5 een holle as, die aan de beide uiteinden draaibaar op in de as stekende naven is gelegerd, waarbij de eerste naaf enerzijds vast met de motor is gekoppeld en anderzijds via een in de as opgenomen bladveer is gekoppeld met een in de as bevestigde meenemer. Hierdoor wordt een eenvoudige compacte constructie 10 verkregen, die nagenoeg onderhoudsvrij is.

Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de tweede naaf door middel van een in de as opgenomen trekveer verbonden met de meenemer, waarbij de tweede naaf ten opzichte van het frame draaibaar en vastzetbaar is. Op deze 15 wijze kan door het verdraaien van de tweede naaf een instelbare kracht op de klep in de gesloten stand worden uitgeoefend, zodat de klep ondanks bijvoorbeeld drukverschillen tussen door de doorlaatopening van elkaar gescheiden ruimten in de gesloten stand blijft. Bovendien is het door deze uitvoering 20 mogelijk de inrichting in elke gewenste stand te monteren, waarbij de klep door de instelbare, door de trekveer uitgeoefende tegendruk in de gesloten stand wordt gehouden.

Volgens de uitvinding kan het frame een eerste gedeelte omvatten, dat de motor en de klep draagt en dat los-25 neembaar is verbonden met een tweede framegedeelte, dat is uitgerust met koppelstukken, waarmee het tweede framegedeelte in de transportbaan kan worden opgenomen. Hierdoor is het mogelijk de transportbaan los van het eerste gedeelte van de inrichting op te bouwen, terwijl bij eventuele storingen dit 30 eerste gedeelte gemakkelijk kan worden gedemonteerd zonder het functioneren van het transportsysteem te onderbreken.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven.

35 Fig. 1 is een vooraanzicht van een uitvoerings vorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een zijaanzicht van de inrichting uit f ig. 1.

Fig. 3 is een doorsnede van de as van de klep van 8501085 « ' - 3 - de inrichting uit fig. 1 op grotere schaal.

In fig. 1 is een inrichting voor het tegen tocht afsluiten van een doorlaatopening 1 in een wand of vloer voor een transportsysteem weergegeven. Dit transportsysteem 5 bestaat uit een transportbaan, waarvan in fig. 1 slechts de rails 2 zichtbaar zijn, en langs deze transportbaan beweegbare transportelementen.

De inrichting is voorzien van een frame 3, dat de doorlaatopening begrenst en op de betreffende wand of vloer 10 monteerbaar is. Het frame 3 bestaat uit een eerste gedeelte 4 en een tweede gedeelte 5, dat met koppelstukken 6 is uitgerust, waarmee het tweede framegedeelte 5 in de transportbaan kan worden opgenomen.

In het eerste framegedeelte 4 is een klep 7 15 draaibaar gelegerd, welke klep 7 door een motor 8 verdraaibaar is tussen een in fig. 1 getekende gesloten stand, waarin de doorlaatopening 1 althans nagenoeg tochtvrij is afgesloten, en een niet-weergegeven geopende stand, waarin de transportelementen de doorlaatopening 1 vrij kunnen passe-20 ren, en omgekeerd.

De klep 7 is voorzien van een holle as 9, die in fig. 3 op grotere schaal in doorsnede is weergegeven. De as 9 is aan beide uiteinden draaibaar gelegerd op naven 10 en 11, die in de holle as 9 uitsteken. De eerste naaf 10 is 25 enerzijds vast met de aandrijvende as van de motor 8 gekoppeld en anderzijds via een in de as 9 opgenomen bladveer 12 gekoppeld met een in de as bevestigde meenemer 13. De meene-mer 13 is door middel van een pen 14 onverdraaibaar met de as 9 gekoppeld.

30 Doordat de motor 8 via de bladveer 12 met de klep 7 is gekoppeld, treden bij het openen en sluiten van de klep geen schokbelastingen van de motor op, hetgeen gunstig is voor de levensduur van de inrichting. Bovendien wordt door de koppeling tussen de motor 8 en de klep 7 door de bladveer 35 12 bereikt, dat, wanneer de klep 7 door onjuist functioneren niet wordt geopend, het over de transportbaan naderende transportelement de klep 7 tegen de werking van de bladveer', 12 in kan openen, terwijl, anderzijds, wanneer de motor 8 de klep 7 opent en een obstakel aanwezig is, geen beschadiging W > 0 -J J V ύ 3 - 4 - % van de motor of klep kan optreden.

Het openen en sluiten van de klep 7 door de motor 8 vindt plaats onder besturing van de zich langs de transportbaan bewegende transportelementen. Hiertoe is in trans-5 portrichting gezien voor en achter de klep langs de transportbaan een detectie-element aangebracht/ dat een passerend transportelement detecteert en via een geschikte besturings-schakeling voor het openen resp. sluiten van de klep 7 zorgdraagt.

10 Het eerste framegedeelte 4, dat de motor 8 en de klep 7 draagt is losneembaar verbonden met het tweede framegedeelte 5. Hierdoor kan dit tweede framegedeelte gemakkelijk in de transportbaan worden opgenomen, terwijl wanneer de transportbaan gereed is het eerste framegedeelte kan worden 15 gemonteerd. Bij eventuele storingen kan het eerste framegedeelte 4 gemakkelijk voor servicedoeleinden worden verwijderd.

De tweede naaf 11 is door middel van een in de as opgenomen trekveer 15 verbonden met de meenemer 13. De tweede 20 naaf 11 is door middel van een bedieningsbout 16 draaibaar ten opzichte van het frame 3 en kan door middel van moeren 17 op het frame 3 worden vastgezet. Hierdoor kan de door de trekveer 15 uitgeoefende kracht op de meenemer 13 en bijgevolg op de klep 7 worden ingesteld, ten einde de klep ondanks van 25 buitenaf werkende krachten op de juiste wijze in de gesloten stand te houden. Dit is bijvoorbeeld van voordeel, indien tussen de ruimten, die door de doorlaatopening 1 van elkaar zijn gescheiden, een drukverschil bestaat, of indien de inrichting niet in een verticale stand wordt gemonteerd.

30 Tussen de meenemer 13 en de tweede naaf 11 zijn nog een opvulstuk 18 en een rolelement 19 gelegen, ten einde knikken van de trekveer 15 te voorkomen.

De eerste naaf 10 draagt een contactbrug 20, die samenwerkt met geleidende banen (niet zichtbaar in de teke-35 ning) van een vast opgestelde contactschijf 21. De voeding van de motor 8 voor het verdraaien van de klep 7 van de gesloten naar de geopende stand en omgekeerd vindt plaats via van elkaar gescheiden geleidende banen, die door de contactbrug 20 in de gesloten resp. geopende stand met elkaar zijn 8501085 - 5 - verbonden. Deze verbinding wordt bij het bereiken van de geopende resp. gesloten stand verbroken, waardoor een foutieve werking is uitgesloten.

Zoals in fig. 1 is weergegeven, is het tweede 5 framegedeelte 5 nog voorzien van een doorvoeropening 22, voor het doorvoeren van eventuele voedingskabels en dergelijke.

De uitvinding is niet beperkt tot het in het voorgaande beschreven uitvoerinsvoorbeeld, dat binnen het 10 kader der uitvinding op verschillende manieren kan worden gevarieerd.

85 0 ïL· o c

Claims (7)

1. Inrichting voor het tegen tocht afsluiten van een doorlaatopening in een wand of vloer voor een transportsysteem/ dat bestaat uit een transportbaan en langs deze transportbaan beweegbare transportelementen, g e k e n - 5 merkt door een draaibaar in. een de doorlaatopening begrenzend frame gelegerde klep, die onder besturing van zich langs de transportbaan bewegende transportelementen door middel van een motor verdraaibaar is tussen een gesloten stand, waarin de doorlaatopening althans nagenoeg tochtvrij 10 is afgesloten, en een geopende stand, waarin de transportelementen de doorlaatopening vrij kunnen passeren,en omgekeerd, waarbij de motor, via een veer met de klep is gekoppeld.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het 15. e n m e r k, dat de klep een holle as bezit, die aan de beide uiteinden draaibaar op in de as stekende naven is gelegerd, waarbij de eerste naaf enerzijds vast met de motor is gekoppeld en anderzijds via een in de as opgenomen blad-veer is gekoppeld met een in de as bevestigde meenemer.

3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de tweede naaf door middel van een in de as opgenomen trekveer is verbonden met de meenemer, waarbij de tweede naaf ten opzichte van het frame draaibaar en vast-zetbaar is.

4. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat tussen de meenemer en de tweede naaf een opvulstuk en een rolelement binnen de trekveer zijn gelegen.

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, m et het kenmerk, dat het frame een eerste 30 gedeelte omvat, dat de motor en de klep draagt en dat losneembaar is verbonden met een tweede framegedeelte, dat is uitgerust met koppelstukken, waarmee het tweede framegedeelte in de transportbaan kan worden opgenomen.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclu- 35 sies, met het kenmerk, dat de eerste naaf een contactbrug draagt, die samenwerkt met geleidende banen van een vast opgestelde contactschijf, waarbij de voeding van de 85 0 10 8 ö

- 7 - Λ a motor voor het verdraaien van de klep van de gesloten naar de geopende stand en omgekeerd plaatsvindt via van elkaar gescheiden geleidende banen, die door de contactbrug in de gesloten resp. geopende stand met elkaar zijn verbonden, 5 welke verbinding bij het bereiken van de geopende resp. gesloten stand wordt verbroken. " '98.?