NL8500794A

NL8500794A - Inrichting voor het aandrijven van een optisch stelsel in een optische informatielezer.

Info

Publication number: NL8500794A
Application number: NL8500794A
Authority: NL
Original assignee: Pioneer Electronic Corp
Priority date: 1984-03-21
Filing date: 1985-03-19
Publication date: 1985-10-16
Also published as: DE3510122A1; JPS60155022U

Description

, 1 ,

Inrichting voor het aandrijven van een optisch stelsel in een optische informatielezer.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aandrijven van een optisch stelsel in een optische informatielezer.

In een optische informatielezer worden video-5 platen of digitale audioplaten die worden gebruikt als medium voor het registreren van informatie, beschreven met informa-tieregistratiesignalen door fijne putjes te maken in overeenstemming met de informatiesignalen op het oppervlak in de vorm van spiraalvormige sporen. Wanneer de plaat bedoeld is voor 10 het weergeven van informatiesignalen wordt een lichtstip op het spoor geprojecteerd terwijl de plaat met een gewenste snelheid wordt rondgedraaid om daardoor een verandering van het gereflecteerde licht of het doorgelaten licht om te zetten in elektrische signalen die de oorspronkelijke informatiesignalen 15 weergeven. :

Bij het afspelen van de plaat is het nodig de positie van een optisch stelsel te besturen (servomechaniek voor het scherp stellen) in een richting loodrecht op een beschreven oppervlak, dat wil zeggen in een richting voor scherp-20 stelling, aangezien het geprojecteerde licht nauwkeurig moet zijn gericht op het beschreven oppervlak van de plaat. Bovendien is een besturing van het geprojecteerde licht (servomechaniek voor het spoorvolgen) in een radiale richting van de plaat nodig, dat wil zeggen in een richting voor het kiezen van een 25 spoor, omdat het geprojecteerde licht nauwkeurig en ten alle tijde een geschreven spoor nauwkeurig moet volgen.

Aldus is een inrichting voor het aandrijven van een optisch stelsel aanwezig dat een optisch stelsel aandrijft voor het projecteren van een lichtstip voor het 30 lezen van informatie op een beschreven oppervlak van een plaat en wel in overeenstemming met scherpstellingsfoutsignalen en spoorkiesfoutsignalen.

8500794 - 2 -

• J

Verschillende inrichtingen voor het aandrijven van het optische stelsel zijn voorgesteld. De figuren 1 en 2 tonen een voorbeeld.

In fig. 1 wordt een optisch stelsel dat een 5 cilindrisch huis 1 en een öbjectieflens 2 die in het huis is geplaatst, bevat, gedragen door een ondersteuningsmechaniek 3 zodanig dat het optische stelsel in de twee richtingen kan worden verplaatst, namelijk in de richting van de optische as van het uit het stelsel uitgezonden geprojecteerde licht, dat 10 wil zeggen een scherpstellingsrichting Z, en een spoorkies- richting X die loodrecht staat op de scherpstellingsrichting waarbij de verplaatsing binnen een aangegeven traject valt, en zo dat de optische as vertikaal kan zijn ten opzichte van het beschreven oppervlak van de plaat. In dit geval projecteert 15 het optische stelsel zoals hierboven omschreven de lichtstip op het beschreven oppervlak van bijvoorbeeld een digitale audioplaat (niet getekend) die als een beschreven medium wordt gebruikt, en detecteert het de verandering van het aan het beschreven oppervlak gereflecteerde licht. Aangezien de con-20 structie van het optische stelsel algemeen bekend is wordt deze hier niet in bijzonderheden beschreven.

Het ondersteuningsmechaniek 3 bestaat uit een paar buigzame vrij uitstekende elementen 7 die afzonderlijk zijn opgesteld in de spoorkiesrichting X. Het ene eind 25 van beide buigzame elementen is bevestigd op een grondplaat 6 door middel van een klamp 5. De elementen zijn buigzaam in de spoorkiesrichting. Het mechaniek: 3 verschaft tevens een plaatvormig tussenelement 8 dat is geplaatst tussen de respectievelijke vrije einden van de twee buigzame elementen 7 waarbij 30 de twee zijkanten van het tussenelement zijn bevestigd aan de vrije einden. Verder is een paar steunelementen 10 aanwezig waarvan telkens een eind is bevestigd op de bovenkant, respectievelijk de onderkant van het tussenelement 8. Het andere eind (vrije eind) van de twee steunelementen steekt in een 35 richting van het vaste eind van de buigzame elementen 7 en is 8500794 - 3 - bevestigd op de buitenomtrek van het huis 1. In dit geval zijn de steunelementen 10 alleen in de scherpstellingsrichting Z buigzaam. Voorts bestaat het tussenelement 8 uit een licht metaal, zoals aluminium, met het oog op het zo gering mogelijk 5 maken van het gewicht en is in het tussenelement 8 een opening 9 aangebracht.

Onder de onderkant vein het huis 1 is een cilindrische spil 12 aanwezig en om de spil 12 is een spoel 13 voor het aandrijven van het optische stelsel in de scherp-10 stellingsrichting Z aanwezig. Een paar cilindrische spillen 14 steekt naar buiten uit vanuit het omtreksoppervlak van het huis 1 in de spoorkiesrichting X. Om de spillen 14 is een spoel 15 aanwezig voor het aandrijven van het optische stelsel in de spoorkiesrichting X. De spil 12 is zo geplaatst dat deze in een 15 cirkelvormige magnetische spleet 18 van een magnetische keten 17 die op de grondplaat 6 is bevestigd, valt. De spillen 14 zijn eveneens zo aangebracht dat zij in magneetspleten 20 vallen van een paar magnetische ketens 19 die aan de grondplaat 6 zijn bevestigd.

20 Een aandrijfmechaniek voor het aandrijven van het optische stelsel in de scherpstellingsrichting Z en de spoorkiesrichting X bestaat uit de spillen 12 en 14, de spoelen 13 en 15 en de magnetische ketens 17 en 19.

In de inrichting voor het aandrijven van 25 het optische stelsel die hierboven is beschreven kan wanneer de aandrijffrequentie van het optische stelsel een vooraf bepaalde waarde bereikt of een waarde in de buurt daarvan het tussenelement 8 in resonantie geraken in een zodanige tril-lingswijze dat het wordt vervormd tot een parallellogram als 30 is aangegeven in fig. 2. Het optische stelsel met daarin het huis 1 kan dan een draaiing uitvoeren als aangegeven in fig. 3 in een vlak waarin zowel de scherpstellingsrichting als de spoorkiesrichting liggen bovenop de twee verplaatsingen die in de eerste plaats zijn bedoeld. De inrichting voor het aan-35 drijven van het optische stelsel heeft daarom het_bezwaar 8500794 - 4 - dat de servomechanieken voor het scherpstellen en het spoor-kiezen niet onberispelijk werken.

De onderhavige uitvinding maakt het mogelijk het hierboven vermelde bezwaar te elimineren en het doel van 5 de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het aandrijven van het optische stelsel te verschaffen waarin het scherpstellings-servomechaniek en het spoorkies-servomechaniek onberispelijk werken.

De uitvinding verschaft een inrichting 10 voor het aandrijven van een optisch stelsel in een optische informatielezer die omvat een optisch stelsel voor het projecteren van een lichtstip op een beschreven oppervlak van een registratiemedium, een ondersteuningsmechaniek voor het dragen van het optische stelsel op zodanige wijze dat het optische 15 stelsel zich kan verplaatsen in de richting van een optische as van het geprojecteerde licht dat uit het optische stelsel wordt uitgezonden, en in een richting loodrecht op de richting van de optische as en zodanig dat de optische as vertikaal staat ten. opzichte van het beschreven oppervlak, en een aandrijf-20 orgaan voor het aandrijven van het optische stelsel in de richting van de optische as en in de richting loodrecht daarop. Het ondersteuningsmechaniek omvat een paar vrij uitstekende buigzame elementen die afzonderlijk zijn opgesteld in de ene of de andere richting van de optische as of de richting loodrecht 25 daarop. De buigzame elementen zijn in een van de richtingen buigzaam. Een tussenelement is aangebracht tussen de vrije einden van de buigzame elementen, en er zijn steunelementen aanwezig waarvan het ene eind is bevestigd op het tussenelement en het andere eind verplaatsbaar is in de overblijvende rich-30 ting. Het tussenelement bestaat uit een kunststof.

Hierna volgt een beschrijving van een uit-voeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding welke beschrijving verwijst naar een tekening.

In de tekeningen is: 35 fig. 1 een perspectivisch aanzicht dat een 8500794 , « - 5 - inrichting voor het aandrijven van een optisch stelsel toont; fig. 2 een toelichtende schets van een tussenelement als gebruikt bij het ontwikkelen van de uitvinding; 5 fig. 3 een toelichtende schets die de be zwaarlijke draaiing van het optische stelsel laat zien; fig. 4 en 5 een perspectivische schets, respectievelijk een doorsnede van een essentieel gedeelte van de inrichting voor het aandrijven van het optische stelsel 10 volgens de uitvinding; en fig. 6(A), fig. 6(B) en fig. 6(C) een perspectivische schets die een variant toont van het essentiele onderdeel van de inrichting voor het aandrijven van het optische stelsel volgens de uitvinding.

15 Het uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting voor het aandrijven vein het optische stelsel volgens de uitvinding zal worden beschreven aan de hand van de tekeningen in de figuren 4 en 5.

Een buigzaam tussenelement 21 dat buigzame 20 elementen 7 die buigzaam zijn in de spoorkiesrichting X, verbindt ' met steunelementen 10 die buigzaam zijn in de scherpstellings-richting Z, bestaat uit een kunststof, zoals lage dichtheid-polyetheen, polypropeen of trifluorchlooretheen. In het tussenelement 21 is een opening 22 aangebracht. Het tussenelement 22 25 heeft een schuinstaand oppervlak aan beide kanten waarop de buigzame elementen 7 zijn aangesloten. Het element 21 is aan de naar de vaste einden van de twee buigzame elementen 7 gekeerde zijde langer dan aan de daarvan afgekeerde zijde. In de tekeningen verwijzen gelijke verwijzingscijfers naar gelijke 30 onderdelen in de inrichting voor het aandrijven van het opti sche stelsel volgens fig. 1, en andere onderdelen worden niet in bijzonderheden beschreven omdat zij een zelfde constructie hebben als die van de inrichting voor het aandrijven van het optische stelsel die in fig. 1 is getoond.

35 In de hierboven beschreven inrichting voor 8500794 - 6 - het aandrijven van het optische stelsel wordt de energie die resonantie van het tussenelement 21 veroorzaakt, als warmte-energie gedissipeerd door het grote inwendige verlies van het tussenelement waardoor de resonantie wordt gedempt.

5 De volgende tabel toont de fysische eigen schappen van aluminium, lage dichtheid-polyetheen, polypropeen en trifluorchlooretheen die geschikt blijken te zijn voor gebruik in het tussenelement.

8500794 - 7 - d •Η m Q\ in ^ ff c <N o 5 -S o ® s ' °

CM· O I

woe 1 S

0, > Ή M T-I O

ε ε o o o •H -n \ - *·

ij -H g I O O O

W Λ S

I I JJ -A

(1) <W

M U-f ™ _

jJ 3J * O

5 o o o $ o o CO ί-< r~

jj ra jj \ ^ I I

S cin i co ui n G 0)1 - >£> - *· nJ^J-HOOJ ·ΤΗ1Π 'S'

S JJ ü r-H

§ so

Jj ® ° 2 ra jj 2 ® m ij _ _ ί Ό 3 ° 2 1 1) Ή 3 I co o JJ Φ JJ *1 00 SA ni ^ μ σ> n d Ά ® S ό ft

JJ m in ^ OJ

ff 'O 3 '-'O en 0 -a o r» en σι o ι-Ι-Ηφ-'χ *'_*** j

Q ff o» CM O O CM

® n * /λ o r· va ^ w tj cm en en d C o c o d * - * gj jj O O O o 01

JJ

*H

(D

jj •η o σι d σ> ora «i o o o £ ;3 -TM xx * ra 3 d X co ^ ie ό ft co en r~~ <n | Q % «· » * W § W O ^ «·* I l

Ό U

A CO

® c ® o ,C φ ® rj JJ ® rA ff

S ff Ά >, O

do >, ft y c -H -H ff 0 0 ® ff <d JJ SJ 3 ® fl-ï QJ ft I—i I—1 :a ® >i >i <y >i

3 Öi Η Η Ή A

Ö $ B, 8, 3 ® 85 0 0 7 9 4 - 8 -

Zoals uit de tabel blijkt heeft trifluor-chlooretheen een grote dichtheid in vergelijking met lage dichtheid-polyetheen en polypropeen. Echter is wat betreft de andere waarden, bijvoorbeeld de verliescoefficient (tan ) 5 die de geschiktheid aangeeft kinetische energie als warmte- energie af te staan, trifluorchlooretheen het meest geschikte materiaal voor het tussenelement. Voorts is de dichtheid van dit materiaal nog steeds kleiner dan die van aluminium, ofschoon hij groot is in vergelijking met de overige materialen. 10 In het uitvoeringsvoorbeeld is het tussen element 21 voorgesteld met schuinstaande zijkanten. Echter kan een geheel rechthoekig tussenelement zonder schuine kanten worden gebruikt als is weergegeven in fig. 6(a). Voorts kan ofschoon het tussenelement 21 is voorzien van de opening 22 in 15 het uitvoeringsvoorbeeld, een verdiept gedeelte 23 als aangegeven in fig. 6(b), aanwezig zijn in plaats van de volle opening. Tenslotte kan een ondiep verdiept gedeelte 23 zijn aangebracht in de kunststofplaat en kan een kleine opening 24 zijn gevormd in de bodem van het. verdiepte gedeelte zoals ver-20 toond in fig. 6(c).

Zoals hierboven in bijzonderheden beschreven bestaat in de inrichting voor het aandrijven van het optische stelsel voor de optische informatielezer volgens de uitvinding, omdat het tussenelement voor het verbinden van de 25 buigzame elementen, met de steunelementen, uit een kunststof met een groot inwendig verlies als gevolg waarvan de resonantie van het tussenelement zal worden onderdrukt om aldus het scherpstellingsservomechaniek en het spoorkiesservomechaniek onberispelijk te laten werken.

30 85 0 0 794

Claims

1. Inrichting voor het aandrijven van een optisch stelsel voor een optische informatielezer, gekenmerkt door een optisch stelsel voor het projecteren van een licht-5 vlek op een beschreven oppervlak van een registratiemedium; een steunmechaniek voor het op een zodanige wijze dragen van het optische stelsel dat het optische stelsel zich kan verplaatsen in de richting van de optische as van daaruit uitgezonden geprojecteerd licht en in een richting loodrecht op 10 de richting van de optische as, en zodanig dat de optische as vertikaal staat ten opzichte van het beschreven oppervlak; en een aandrijforgaan voor het aandrijven van het optische stelsel in de richting van de optische as en in de richting loodrecht op de richting van de optische as, welk steunmechaniek 15 bevat een paar vrij uitstekende buigzame elementen die vrij van elkaar zijn geplaatst in hetzij de ene en de andere richting van de optische as of in de richting loodrecht op de richting van de optische as, waarbij verder de buigzame elementen buigzaam zijn in de gekozen richting, een tussenelement dat is 20 aangebracht tussen de vrije einden van de buigzame elementen, en steunelementen waarvan het ene eind is bevestigd aan het tussenelement en het andere eind verplaatsbaar is in de overblijvende richting, welk tussenelement bestaat uit een kunststof.

2. Inrichting voor het aandrijven van een optisch stelsel in een optische informatielezer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kunststof trifluorchloor-etheen is.

3. Inrichting voor het aandrijven van een 30 optisch stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tussenelement rechthoekig van vorm is met twee schuinstaande zijkanten waarbij de lengte van het tussenelement naar het vaste eind van de daaraan bevestigde buigzame elementen groter is dan aan de tegenovergelegen zijde.

4. Inrichting voor het aandrijven van een 8500794 - 10 - optisch stelsel volgens conclusie 1 of 3, met het kenmerk, dat het tussenelement is uitgevoerd met een rechthoekige opening.

5. Inrichting voor het aandrijven van een 5 optisch stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tussenelement een volmaakte rechthoekige vorm heeft.

6. Inrichting voor het aandrijven van een optisch stelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het tussenelement is uitgevoerd met een rechthoekige verdieping.

7. Inrichting voor het aandrijven van een optisch stelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het tussenelement is uitgevoerd met een rechthoekige verdieping en met een kleine opening in deze verdieping. 85 007 9 4