NL8500702A

NL8500702A - Self braking projectile warhead - has braking flaps in two layers unfolding outwards after discharge

Info

Publication number: NL8500702A
Application number: NL8500702A
Authority: NL
Original assignee: Eurometaal Nv
Priority date: 1985-03-12
Filing date: 1985-03-12
Publication date: 1986-10-01
Also published as: IN170091B; NL192056B; NL192056C

Abstract

The cylindrical metal vessel is transported and discharged by spinning projectile, after which its rotation is braked by flaps on the outside. Each flap (24) comprises a blade in two or more layers (46,47) forming a shell bearing against the outside wall before discharge and fixed to the wall along two parallel length-wise strips (48,49) and to each other along a further strip (50). The outer layer (461) bears freely against the inner one (47) along one side of the latter strip, and bends outward along it a radial position after discharge.

Description

' ^ «to C/Ca/ar/19-EurometaalTo C / Ca / ar / 19-Euro metal

Cylindervormige houder van metaal met rotatieremflappen.Cylindrical metal holder with rotation brake flaps.

De uitvinding heeft betrekking op een cylindervormige houder van metaal met rotatieremflappen, bestemd voor transport door een roterend projectiellichaam, uitdrijving uit het projectiellichaam en daarop volgende rotatie-afremming door 5 middel van ten minste twee aan zijn cylindervormige buitenwand aangebrachte remflappen.The invention relates to a cylindrical container of metal with rotational brake flaps, intended for transport through a rotating projectile body, expulsion from the projectile body and subsequent rotational braking by means of at least two brake flaps arranged on its cylindrical outer wall.

Een dergelijke houder dient bijvoorbeeld als houder voor een door het projectiellichaam te transporteren, speciale lading, zoals een lichtfakkel, welke na uitdrijving 10 uit het projectiellichaam gedurende enige tijd in de lucht dient te blijven en daartoe is uitgerust met een parachute.Such a holder serves, for example, as a holder for a special load to be transported through the projectile body, such as a flare of light, which after expulsion from the projectile body must remain in the air for some time and is equipped for this purpose with a parachute.

Daar de houder na de uitdrijving uit het roterende projectiellichaam zelf nog in rotatie verkeert, dient rotatie-afremming plaats te vinden ten einde te voorkomen, dat de 15 dragende werking van de parachute door het in elkaar draaien daarvan wordt verstoord. Andere voorbeelden van dergelijke voor hun juiste werking zo snel mogelijk rotatievrij te maken . ladingen zijn zogenaamde "holle ladingen" of "projectiel- vormende" ladingen (shaped charges) en zogenaamde "bomblets", 20 dat wil zeggen kleine springladingen welke groepsgewijze binnen een houder door een roterend draagprojectiel worden getransporteerd, vervolgens met de roterende houder uit het projectiel worden uitgedreven en tenslotte, na rotatie-afremming van de houder, van deze dienen vrij te komen. Daar-25 bij dienen de voor rotatie-afremming van de houder bestemde remflappen enerzijds voorafgaande aan de uitdrijving daarvan uit het draagprojectiel zo min mogelijk ruimte daarbinnen in beslag te nemen, ten einde voor de nuttige lading zoveel mogelijk ruimte ter beschikking te laten. Anderzijds dienen 30 de remflappen na de uitdrijving snel werkzaam te zijn, respectievelijk een sterke rotatie-afremmende werking te hebben; dit laatstgenoemde vereiste wil practisch zeggen, dat de remflappen na de uitdrijving betrekkelijk grote afmetingen in het radiale vlak dienen te hebben.Since the holder is still in rotation after the expulsion from the rotating projectile body itself, rotational braking must take place in order to prevent the carrying action of the parachute from being disrupted by twisting it together. Other examples of such as to make rotation-free as soon as possible for their proper operation. charges are so-called "hollow charges" or "projectile-forming" charges (shaped charges) and so-called "bombblets", ie small explosive charges which are transported in groups within a container by a rotating carrier projectile, then with the rotating container from the projectile. are expelled and finally, after rotational deceleration of the container, these should be released. In addition, the brake flaps intended for rotational braking of the holder, on the one hand, should take up as little space as possible inside them prior to their expulsion from the carrier projectile, in order to leave as much space as possible available for the payload. On the other hand, the brake flaps should act quickly after the expulsion, or have a strong anti-rotation effect; the latter requirement practically means that the brake flaps after extrusion must have relatively large dimensions in the radial plane.

8500702 * «* - 2 -8500702 * «* - 2 -

De uitvinding stelt zich ten doel, een dergelijke houder met remflappen zodanig uit te voeren, dat deze laatstgenoemden enerzijds voorafgaande aan de uitdrijving zo min mogelijk ruimte in beslag nemen, doch anderzijds na de uit-5 drijving een zo groot mogelijk effect kunnen sorteren.The object of the invention is to design such a holder with brake flaps in such a way that the latter take up as little space as possible prior to the expulsion, but on the other hand can have the greatest possible effect after the expulsion.

Daartoe stelt de uitvinding bij een cylindervormige houder van het in de aanhef genoemde type voor, dat iedere remflap de gedaante heeft van een ten minste gedeeltelijk uit twee lagen bestaand blad, dat in zijn aan de uitdrijving 10 voorafgaande toestand als een schil om de genoemde buitenwand ligt, volgens twee met de cylinderas van de houder evenwijdige langsstroken aan die buitenwand is bevestigd en waarvan de beide lagen langs een aan die langsstroken evenwijdige en daartussen gelegen langsstrook aan elkaar zijn bevestigd, zo-15 danig, dat de buitenlaag aan één zijde van de tussengelegen langsstrook vrij op de binnenlaag rust en na de uitdrijving door buiging langs de tussengelegen langsstrook een radiale stand aanneemt. Duidelijk zal zijn, dat de door de uitvinding voorgestelde toepassing van remflappen, welke oorspronkelijk 20 de vorm van een schil hebben en uiteindelijk in radiale richtingen aan de houder uitsteken, het bereiken van het in de vorige alinea genoemde, tweeledige doel mogelijk maakt.To this end, the invention proposes, with a cylindrical container of the type mentioned in the preamble, that each brake flap has the shape of an at least partially two-layered blade, which in its state prior to the expulsion 10 forms a shell around the said outer wall. in accordance with two longitudinal strips parallel to the cylinder axis of the holder, the two layers are secured to each other along a longitudinal strip parallel to and between these longitudinal strips, such that the outer layer is on one side of the intermediate longitudinal strip rests freely on the inner layer and after the extrusion assumes a radial position by bending along the intermediate longitudinal strip. It will be apparent that the use of brake flaps, which originally have the shape of a shell and which ultimately project in radial directions to the holder, proposed by the invention makes it possible to achieve the twofold purpose referred to in the previous paragraph.

Voor een practische uitvoeringsvorm van de cylindervormige houder schrijft de uitvinding voor, dat het uit twee 25 lagen bestaande blad van staal met een dikte van minder dan 0,5 mm per laag is. Meer in het bijzonder is het volgens de uitvinding mogelijk, dat het uit twee lagen bestaande blad van staal met een dikte van ca. 0,2 mm per laag is. Duidelijk zal zijn, dat aldus uitgevoerde remflappen, welke voorafgaan-30 de aan de uitdrijving van de houder uit het projectiellichaam als dunne schillen om de houder liggen, een minimale ruimte binnen het projectiellichaam in beslag nemen en derhalve een· maximale ruimte voor de nuttige lading overlaten.For a practical embodiment of the cylindrical container, the invention provides that the two-layer sheet of steel is less than 0.5 mm thick per layer. More particularly, according to the invention, it is possible that the two-layer sheet is of steel with a thickness of about 0.2 mm per layer. It will be clear that brake flaps thus designed, which precede the projection of the holder from the projectile body as thin shells around the holder, occupy a minimal space within the projectile body and therefore a maximum space for the payload. leave.

Volgens de uitvinding is het mogelijk, dat het uit twee 35 lagen bestaande blad langs twee randstroken door puntlassen, rolnaadlassen, laserlassen of lijmen op de cylindervormige buitenwand van de houder is bevestigd. Op soortgelijke wijze 8500702 - 3 - is het mogelijk, dat de beide lagen van het blad door punt-lassen, rolnaadlassen of laserlassen langs de tussengelegen langsstrook aan elkaar zijn bevestigd.According to the invention, it is possible that the two-layer sheet is attached to the cylindrical outer wall of the container along two edge strips by spot welding, roll seam welding, laser welding or gluing. Similarly, 8500702-3 - it is possible that the two layers of the sheet are secured together by spot welding, roll seam welding or laser welding along the intermediate longitudinal strip.

De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgen-5 de beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van een practische uitvoeringsvorm. In de tekening tonen: fig. 1 een axiale doorsnede door een ook wel als "lichtgranaat" aangeduid, volledig projectiel, waarbij de uitvinding is toegepast, 10 fig. 2, op enigszins grotere schaal dan in fig. 1, het onderste gedeelte van de doorsnede volgens fig. 1, fig. 3, schematisch, een na het afvuren van het projectiel volgens de fig. 1 en 2 optredende overgangssituatie op het moment, waarop de gehele inhoud uit het projectiellichaam 15 wordt gedreven, fig. 4, schematisch, een onmiddellijk op de overgangssituatie volgens fig. 3 volgende situatie, waarin afremming van zowel de axiale beweging als de rotatiebeweging van de belangrijkte componenten van fig. 3 optreedt, 20 fig. 5, schematisch en meer in perspectief, een cylin- dervormige houder volgens de uitvinding met een gedeeltelijk \ uit twee lagen bestaand blad als remflap, 1 fig. 6, schematisch, een vooraanzicht op de houder volgens fig. 5, 25 fig. 7, in perspectief, een andere uitvoeringsvorm van een remflap volgens de uitvinding en fig. 8 een soortgelijk aanzicht als fig. 6 op een cylindervormige houder met drie remflappen volgens fig. 7.The invention will be elucidated in the following description with reference to the accompanying drawing of a practical embodiment. In the drawing: fig. 1 shows an axial section through a complete projectile, also referred to as a "light grenade", in which the invention has been applied, fig. 2, on a somewhat larger scale than in fig. 1, the lower part of the 1, fig. 3, schematically, a transitional situation occurring after firing of the projectile according to fig. 1 and 2, at the moment when the entire content is expelled from the projectile body 15, fig. 4, schematically immediately following the transition situation according to fig. 3, in which braking of both the axial movement and the rotational movement of the major components of fig. 3 occurs, fig. 5, schematically and more in perspective, a cylindrical container according to the invention with a partial two-layered blade as a brake flap, Fig. 6, schematically, a front view of the holder according to Fig. 5, Fig. 7, in perspective, another embodiment of a brake flap according to the invention and Fig. 8 is a similar view to Fig. 6 on a cylindrical container with three brake flaps according to Fig. 7.

De uitvinding is in het bijzonder van betekenis voor 30 tijdens hun vlucht roterende projectielen, welke dienen voor transport van een lading, welke na uitdrijving uit het projectiellichaam zelf nog in rotatie verkeert, doch ter wille van zijn goede werking, bijvoorbeeld als door een draagparachute gedragen lichtfakkel, zo snel mogelijk 35 rotatievrij dient te worden gemaakt. Andere voorbeelden van dergelijke voor hun juiste werking zo snel mogelijk rotatievrij te maken ladingen zijn zogenaamde "holle ladingen" of 8500702 * » - 4 - projectielvormende" ladingen (shaped charges) en zogenaamde "bomblets", dat wil zeggen kleine springladingen welke groepsgewijze door een roterend draagprojectiel worden getransporteerd en daaruit worden uitgedreven.The invention is of particular significance for projectiles rotating in flight, which serve for the transport of a load which is still in rotation after being ejected from the projectile body itself, but for the sake of its proper functioning, for example as carried by a parachute flare, should be made rotation-free as soon as possible. Other examples of such charges which can be made rotational free as soon as possible for their correct operation are so-called "hollow charges" or 8500702 * - - projectile-forming "charges (shaped charges) and so-called" bombblets ", that is to say small burst charges which are grouped by a rotating carrier projectile are transported and expelled from it.

5 Voordat op de details van de uitvinding wordt ingegaan, volgt eerst aan de hand van de fig. 1-4 een beschrijving in grote lijnen van een als zogenaamde "lichtgranaat" uitgevoerd, volledig projectiel, waarbij de uitvinding is toegepast.Before the details of the invention are discussed, a description in general of a fully projectile, so-called "light grenade", in which the invention has been applied, will first be described with reference to Figs.

10 Fig. 1 laat zien, dat het lichaam van een dergelijk projectiel uitwendig kan bestaan uit een ontstekingsbuis 1 als punt, een afgeknot kegelvormig, hol voorste gedeelte 2, een aanzienlijk minder kegelvormig en bij benadering cylindervormig, hol gedeelte 3 en een bodemgedeelte 4. De 15 onderdelen 1-4 zijn door middel van schroefdraadver- bindingen met elkaar gekoppeld; bij de onderlinge koppeling van de onderdelen 3 en 4 zijn bovendien breekpennen 5 toegepast. Het betrekkelijk slanke projectielgedeelte 3 is op enige plaatsen langs zijn buitenomtrek voorzien van nokken 6 20 voor ondersteuning van het projectiellichaam binnen de niet in de tekening afgebeelde loop van een vuurmond tijdens het afvuren. Nabij het bodemgedeelte 4 draagt het gedeelte 3 een samengesteld lei- en afdichtband 7 van zachter metaal en/of kunststof.FIG. 1 shows that the body of such a projectile may consist externally of a firing tube 1 as a point, a frusto-conical, hollow front part 2, a considerably less cone-shaped and approximately cylindrical, hollow part 3 and a bottom part 4. The 15 parts 1-4 are linked together by threaded connections; shear pins 5 are additionally used in the mutual coupling of parts 3 and 4. The relatively slender projectile portion 3 is provided in some places along its outer circumference with projections 6 for supporting the projectile body within the barrel of a gunfire not shown in the drawing during firing. Near the bottom portion 4, the portion 3 carries a composite guide and sealing tape 7 of softer metal and / or plastic.

25 Achter de ontstekingsbuis 1, welke bijvoorbeeld een tijdbuis is, bevindt zich in het holle voorste gedeelte 2 een eerste uitdrijflading 8 welke, nadat het projectiel is afgevuurd, na verloop van de ingestelde tijd door de buis 1 tot ontbranding gebracht wordt en daarbij niet alleen een onmid-30 dellijk daarachter aangebrachte, pyrotechnische vertragings-lading 10 tot ontsteking brengt, doch bovendien degehele in-houd van het bij benadering cylindervormige projectiel-gedeelte 3 achterwaarts uitdrijft. Daarbij wordt het bodemgedeelte 4 van het projectiel weggedrukt en worden de breek-35 pennen 5 afgeschoven.Behind the ignition tube 1, which is for instance a time tube, in the hollow front part 2 there is a first expulsion charge 8 which, after the projectile has been fired, is ignited by the tube 1 after the set time and not only causes a pyrotechnic retardant charge 10 disposed immediately behind it to ignite, but moreover expels the entire contents of the approximately cylindrical projectile portion 3 backwards. The bottom part 4 of the projectile is thereby pushed away and the breaking pins 5 are sheared.

8500702 + *>’ ' - 5 -8500702 + *> ’'- 5 -

Vervolgens wordt verwezen naar fig. 2, waarin de tot nog toe genoemde onderdelen 2-10 op enigszins grotere schaal dan in fig. 1 zijn weergegeven.Reference is now made to Fig. 2, in which the parts 2-10 mentioned so far are shown on a somewhat larger scale than in Fig. 1.

De hiervoor aangeduide “gehele inhoud" van het projec-5 tielgedeelte 3/ welke nog nader zal worden beschreven, bevindt zich voor een belangrijk deel binnen een houder 11, welke aan zijn voorste einde is afgesloten door een deksel 12, dat in zijn midden de reeds genoemde pyrotechnische ver-tragingslading 10 ondersteunt. Aan zijn achtereinde is de 10 houder 11 afgesloten door een deksel 13, dat door breekpennen 14 met de houder is gekoppeld.The above-mentioned "entire contents" of the projectile section 3 / which will be described in more detail hereinafter, for the most part, are contained within a container 11, which is closed at its front end by a lid 12, which in its center Pyrotechnic delay charge 10 already mentioned supports 10. At its rear end the container 11 is closed by a lid 13 which is coupled to the container by shear pins 14.

liet laatstgenoemde deksel 13 sluit niet alleen het achtereinde van de houder 11 af, doch steunt bovendien langs een achterwaarts gekeerde omtreksflens 15 op een uit twee of 15 meer gedeelten 163,16¾ bestaande, holle steuncylinder 16, welke op zijn beurt rust op een onmiddellijk door het bodem-gedeelte 4 van het projectiel gedragen draagplaat 17. Bovendien is in het midden van het deksel 13 een in axiale richting belastbaar lager 18 aangebracht voor vrij roteerbare 20 lagering van een as 19, waarvan het in de inwendige holte 20 van de steuncylinder uitstekende, vrije einde is gekoppeld met de koorden 21 van een eveneens in de inwendige holte 20 opgenomen remparachute 22; om de remparachute 22 heen bevinden zich enige losse schaaldelen 23a,23fc en 23c.The latter cover 13 not only closes the rear end of the container 11, but also rests along a rearwardly facing circumferential flange 15 on a hollow support cylinder 16 consisting of two or more sections 163, 16, which in turn rests on an immediately the bottom part 4 of the projectile-supported carrying plate 17. In addition, in the center of the cover 13 an axially loadable bearing 18 is arranged for freely rotatable bearing of a shaft 19, the projecting of which protrudes into the inner cavity 20 of the support cylinder. free end is coupled to the cords 21 of a braking parachute 22 also received in the inner cavity 20; around the brake parachute 22 there are some loose shell parts 23a, 23fc and 23c.

25 Duidelijk zal zijn, dat een door de eerste uitdrijf- lading 8 op het deksel 12 van de houder 11 uitgeoefende uit-drijfkracht door de houder 11 via het deksel 13 op de steun- f cylinder 16 en door deze via de draagplaat 17 op het bodemge-deelte 4 van het projectiel wordt overgedragen, waarbij de 30 breekpennen 5 worden afgeschoven. Fig. 3 toont de situatie, welke in dat geval resulteert: de houder 11 met aan zijn voorste einde in het deksel 12 nog de door de eerste uitdrijf lading 8 geactiveerde vertragingslading 10, is, de steuncylinder 16 met zijn inhoud 19-23, de draagplaat 17 en 35 het projectielbodem 4 "voor” zich uitdrijvend, in achterwaartse richting uit het bij benadering cylindervormige projectielgedeelte 3 gedreven. Daarbij verkeert het uitgedre- 8500702 - 6 - ven geheel uiteraard in rotatie.It will be clear that an expulsion force exerted by the first expulsion load 8 on the lid 12 of the holder 11 through the holder 11 via the cover 13 on the supporting cylinder 16 and through it via the carrier plate 17 on the bottom part 4 of the projectile is transferred, whereby the shear pins 5 are slid off. Fig. 3 shows the situation which results in that case: the holder 11 with its front end in the lid 12 is still the delay charge 10 activated by the first expulsion charge 8, the support cylinder 16 with its contents 19-23, the support plate 17 and the projectile floor 4 "expelled" forwardly, driven backwardly from the approximately cylindrical projectile portion 3. Thereby, the expelled 8500702-6 is of course entirely in rotation.

Fig. 3 laat de overgangssituatie zien, waarin zowel de steuncylindergedeelten 16a en 16¾, als de schaaldelen 23a en 23¾ door de aan deze rotatie gepaard gaande centrifugale 5 kracht worden weggeslingerd, zodat de remparachute 22 vrij komt om zich te ontplooien. Gelijktijdig daarmee, en eveneens onder de inwerking van de centrifugale kracht, klappen aan de houder 11 drie remflappen 24 uit tot zij ieder een practisch zuiver radiaal uitsteeksel aan de houder 11 vormen. Fig. 4 10 toont de situatie, waarin de remparachute 22 zich volledig heeft ontplooid voor afremming van de axiale beweging van de houder 11, terwijl de remflappen 24 volledig zijn uitgeklapt voor afremming van de rotatiebeweging van de houder 11. Duidelijk zal in dit verband de functie van het genoemde lager 15 18 zijn, dat zelf in fig. 4 niet zichtbaar is, doch verhindert, dat de koppeling van de as 19 met de koorden 21 van de remparachute 22 deze laatstgenoemde voor rotatie met de houder 11 koppelt en daardoor buiten werking stelt. Op de constructie van de remflappen 24 zal nog meer in detail 20 worden ingegaan.Fig. 3 shows the transitional situation in which both the support cylinder parts 16a and 16¾ and the shell parts 23a and 23¾ are thrown away by the centrifugal force associated with this rotation, so that the brake parachute 22 is released to unfold. Simultaneously with this, and also under the action of the centrifugal force, three brake flaps 24 fold out on the holder 11 until they each form a practically pure radial projection on the holder 11. Fig. 4 shows the situation in which the brake parachute 22 has fully deployed to slow down the axial movement of the holder 11, while the brake flaps 24 are fully folded out to slow down the rotational movement of the holder 11. In this connection, the function of said bearing 15 are 18, which itself is not visible in fig. 4, but prevents the coupling of the shaft 19 with the cords 21 of the brake parachute 22 from coupling the latter to the holder 11 for rotation and thereby rendering it inoperative. The construction of the brake flaps 24 will be discussed in more detail 20.

Zoals fig. 2 laat zien, bevindt zich achter (onder) de pyrotechnische vertragingslading 10 in het deksel 12 van de houder 11 een tweede uitdrijflading 25. Deze wordt door de vertragingslading 10 tot ontbranding gebracht op het ogen-25 blik, waarop de in fig. 4 door de pijl R aangeduide rotatie-component door de werking van de remflappen 24 practisch tenietgedaan is, en oefent op zijn beurt een uitdrijfkracht op de inhoud van de houder 11 uit. Deze inhoud zal nu eerst aan de hand van fig. 2 verder worden beschreven.As shown in Fig. 2, behind (below) the pyrotechnic delay charge 10 in the lid 12 of the container 11 is a second expulsion charge 25. This is ignited by the delay charge 10 at the moment, whereupon the charge shown in Figs. 4 Rotation component indicated by the arrow R is practically canceled out by the action of the brake flaps 24, and in turn exerts an expelling force on the contents of the container 11. This content will now first be further described with reference to Fig. 2.

30 In deze figuur bevindt zich onder het deksel 12 van de houder 11 en onder de tweede uitdrijflading 25 het geperforeerde deksel 27 van een bus 28 met lichtsas 29? aan zijn naar het bodemgedeelte 4 van het projectiellichaam gekeerde einde is de bus 28 voorzien van een met het reeds beschreven 35 deksel 13 van de houder 11 vergelijkbaar deksel 30.In this figure, under the lid 12 of the container 11 and under the second expulsion charge 25, the perforated lid 27 of a sleeve 28 with light axis 29 is located. at its end facing the bottom portion 4 of the projectile body, the sleeve 28 is provided with a lid 30 comparable to the lid 13 of the container 11 already described.

8 S 0 0 7 0 2 k - 7 -8 S 0 0 7 0 2 k - 7 -

Dit deksel 30 sluit niet alleen het achtereinde van de bus 28/ doch steunt bovendien langs een achterwaarts gekeerde omtreksflens 31 op een uit drie deelcylindervormige segmenten 32a/32b/32c bestaande, holle steuncylinder 32, welke op zijn 5 beurt rust op de vlakke bovenrand 33 van het reeds genoemde deksel 13 van de houder 11. Bovendien is in het midden van het deksel 30 een lager 34 aangebracht voor vrij roteerbare lagering van een as 35, waarvan het in de inwendige holte 36 van de steuncylinder 32 uitstekende, vrije einde is gekoppeld 10 met het centrale openingsmechanisme 37 van een eveneens in de inwendige holte 36 opgenomen draagparachute 38.This cover 30 not only closes the rear end of the sleeve 28 / but also rests along a rearwardly facing circumferential flange 31 on a hollow cylindrical support cylinder 32 consisting of three partial cylinder segments 32a / 32b / 32c, which in turn rests on the flat top edge 33 of the aforementioned cover 13 of the holder 11. In addition, in the center of the cover 30 a bearing 34 is arranged for freely rotatable bearing of a shaft 35, the free end of which protrudes into the internal cavity 36 of the support cylinder 32 is coupled 10 with the central opening mechanism 37 of a support parachute 38 also received in the inner cavity 36.

In het voorgaande is reeds opgemerkt, dat de tweede uitdrijflading 25 door de vertragingslading 10 tot ontbranding wordt gebracht op het ogenblik, waarop de rotatie van de 15 houder 11 door de werking van de remflappen 24 practisch teniet gedaan is. Bij de genoemde ontbranding van de tweede uitdrijflading 25 brengt deze via de perforaties van het bus-deksel 27 de lichtsas 29 binnen de bus 28 tot ontbranding. Duidelijk zal voorts zijn, dat de door de tweede uitdrijf-20 lading 25 op het deksel 27 van debus 28 uitgeoefende uit-drijfkracht door de bus 28 via het deksel 30 op de steuncylinder 32 en door deze rechtstreeks op het deksel 13 van de houder 11 wordt overgedragen, waarbij de breekpennen 14 worden afgeschoven. Daaruit resulteert de weliswaar niet in 25 de tekening weergegeven, doch enigszins met die volgens fig.It has already been noted above that the second expulsion charge 25 is ignited by the delay charge 10 when the rotation of the holder 11 is practically canceled out by the action of the brake flaps 24. In the aforementioned ignition of the second expulsion charge 25, it ignites the light axis 29 within the canister 28 via the perforations of the can lid 27. It will further be apparent that the expulsion force exerted by the second expulsion load 25 on the lid 27 of the sleeve 28 through the sleeve 28 through the lid 30 onto the support cylinder 32 and directly onto the lid 13 of the container 11. is transferred, whereby the shear pins 14 are sheared. The result is not shown in the drawing, but somewhat with that according to fig.

3 vergelijkbare, volgende situatie: de bus 28 met aan zijn voorste einde het geperforeerde deksel 27, via hetwelk het lichtsas 29 door de tweede uitdrijflading 25 tot ontbranding is gebracht en met zeer sterke lichtintensiteit verder 30 brandt, is, de steuncylinder 32 met zijn inhoud 35-38 en het houderdeksel 13 met de onderdelen 18,19 vóór zich uitdrijvend, in in fig. 4 bovenwaartse richting uit de houder 11 gedreven. Daarbij verkeert het uitgedreven geheel uiteraard niet meer of slechts in zeer geringe mate in rotatie.3 similar, the following situation: the sleeve 28 with at its front end the perforated lid 27, through which the light shaft 29 has been ignited by the second expulsion charge 25 and burns further 30 with very strong light intensity, is the support cylinder 32 with its contents 35-38 and the container lid 13 with the parts 18,19 driving out before it, are driven upwards out of the container 11 in Fig. 4. The expelled whole is of course no longer or only very little in rotation.

35 Zodra de steuncylinder 32 uit de houder 11 is gedrukt, valt hij uiteen in zijn deelcylindervormige segmenten 32a,32b' 85 0j702 - 8 - 32c, zodat de draagparachute 38 vrijkomt om zich te ontplooien. Zodra dit is geschied en een niet in de tekening weergegeven, doch enigszins met die volgens fig. 4 vergelijkbare situatie is opgetreden, verhindert het lager 34, dat de 5 koppeling van de as 35 met de koorden 37 van de draagparachute 38 deze laatstgenoemde voor rotatie met de bus 28 koppelt en daardoor buiten werking zou stellen wanneer nog enige rotatie van de bus 28 aanwezig zou zijn. Op de wijze, waarop de draagparachute 38 in de zijdelings door de segmen-10 ten 32a,32b en 32c van de steuncylinder omringde holte 36 is verpakt, wordt hier niet ingegaan.As soon as the support cylinder 32 is pushed out of the holder 11, it disintegrates into its partial cylinder segments 32a, 32b, 85 0702-8-8c, so that the support parachute 38 is released to deploy. As soon as this has been done and a situation not shown in the drawing, but somewhat comparable to that in fig. 4, has occurred, the bearing 34 prevents the coupling of the shaft 35 with the cords 37 of the supporting parachute 38 from rotating the latter. with the bus 28 and would thereby deactivate if any rotation of the bus 28 were still present. The manner in which the carrier parachute 38 is packaged in the cavity 36 surrounded laterally by the segments 32a, 32b and 32c of the support cylinder is not discussed here.

In het voorgaande zijn in grote lijnen de constructie en het begin van de werking van een als lichtgranaat uitgevoerd projectiel beschreven, waarbij de uitvinding is toege-15 past. Daaraan kan nog worden toegevoegd, dat zowel de houder 11, als de bus 28 bij de hier beschreven uitvoeringsvorm van een dergelijk projectiel door vloeiforceren {flowturning) zijn vervaardigd van een austenitisch staal, waarbij een hoge verstevigingsgraad optreedt, zodat zowel de houder 11 als de 20 bus 28 tegen de bij de werking van het projectiel optredende belastingen bestendig is. Bovendien hebben beiden een zeer geringe wanddikte, hetgeen de draagcapaciteit van een derge-lijk projectiellichaam ten goede komt.In the foregoing, the construction and the beginning of the operation of a projectile designed as a light grenade have been broadly described, wherein the invention has been applied. It can also be added that both the container 11 and the sleeve 28 in the embodiment of such a projectile described herein are by flow-forcing (flow-turning) made of an austenitic steel, with a high degree of reinforcement, so that both the container 11 and the Bush 28 is resistant to the loads occurring during the operation of the projectile. Moreover, both have a very small wall thickness, which enhances the carrying capacity of such a projectile body.

Aan de hand van de fig. 5-3 zal thans nader ingegaan 25 worden op de uitvoering van de in de voorgaande beschrijving algemeen met het verwijzingsgetal 24 aangeduide remflappen van de cylindervormige houder 11. Meer in het bijzonder geldt voor een remflap volgens de uitvinding in eerste instantie, dat deze de gedaante heeft van een ten minste gedeeltelijk 30 uit twee lagen bestaand blad, dat in zijn aan de uitdrijving voorafgaande toestand als een schil om de buitenwand van de bijbehorende houder ligt. De fig. 5 en 6 laten dit respectievelijk in perspectief en in een vooraanzicht op een houder 11, respectievelijk het deksel 12 daarvan, volgens een eerste 35 uitvoeringsvorm van de uitvinding zien.With reference to Figs. 5-3, the embodiment of the brake flaps of the cylindrical container 11, generally referred to by reference numeral 24 in the foregoing description, will now be further discussed. More particularly, a brake flap according to the invention applies in first, that it has the form of an at least partially two-ply sheet which, in its pre-expulsion state, lies as a shell around the outer wall of the associated container. Figures 5 and 6 show this in perspective and front view, respectively, on a container 11 and the lid 12 thereof, according to a first embodiment of the invention.

In fig. 5 is eenmaal en in fig. 6 is driemaal een remflap 24 weergegeven, welke steeds de gedaante heeft van een 8500702 - 9 - uit twee lagen 46 en 47 bestaand blad, dat in zijn aan de uitdrijving van de houder 11 (uit het in deze figuren niet weergegeven, bij benadering cylindervormige projectielgedeel-te 3) voorafgaande toestand als een schil om de cylindervor-5 mige buitenwand van de houder 11 ligt. Daarbij is de bladlaag 46 volgens een met de cylinderas van de houder 11 evenwijdige langsstrook 48 aan die buitenwand bevestigd en is de bladlaag 47 volgens een soortgelijke langsstrook 49 aan de buitenwand bevestigd, terwijl de beide lagen 46 en 47 langs een aan de 10 langsstroken 48 en 49 evenwijdige en daartussen gelegen langsstrook 50 aan elkaar zijn bevestigd. De buitenlaag 46 strekt zich over een grotere booglengte van de buitenomtrek van de houder 11 uit dan de binnenlaag 47, zodat de buitenlaag aan één zijde van de tussengelegen langsstrook 50 met 15 een gedeelte 46χ vrij op de binnenlaag 47 rust. De beide gedeelten 46]_ en 462 van de buitenlaag strekken zich ter weerszijden van de tussengelegen langsstrook 50 uit. In fig. 6 komt het schilvormige karakter van de remflap voorafgaande aan de activering daarvan duidelijk uit de superpositie van 20 het "losse" bladlaaggedeelte 46χ op de binnenlaag 47 naar voren.Fig. 5 shows once and in Fig. 6 three times a brake flap 24, which is always in the form of an 8500702-9 - two-layer 46 and 47 blade, which is in the expulsion of the holder 11 (from the approximate cylindrical projectile part 3), which is not shown in these figures, lies as a shell around the cylindrical outer wall of the container 11. The leaf layer 46 is attached to said outer wall along a longitudinal strip 48 parallel to the cylinder axis of the container 11 and the leaf layer 47 is attached to the outer wall along a similar longitudinal strip 49, while the two layers 46 and 47 along a longitudinal strips 48 attached to the outer wall. and 49 parallel and intermediate longitudinal strips 50 are secured together. The outer layer 46 extends a greater arc length of the outer circumference of the container 11 than the inner layer 47, so that the outer layer on one side of the intermediate longitudinal strip 50 with a portion 46 langs rests freely on the inner layer 47. The two portions 46 and 462 of the outer layer extend on either side of the intermediate longitudinal strip 50. In Fig. 6, the shell-like nature of the brake flap prior to its activation is evident from the superposition of the "loose" leaf layer portion 46χ on the inner layer 47.

De beide bladlagen 46 en 47, welke bijvoorbeeld van staal zijn en ieder een dikte van 0,2-0,5mm hebben, zijn bijvoorbeeld door puntlassen, rolnaadlassen, laserlassen of 25 zelfs door lijmen volgens de respectieve langsstroken 48 en 49 aan de buiteftwand van de houder 11 bevestigd en op een soortgelijke wijze volgens de tussengelegen langsstrook 50 aan elkaar bevestigd. Zoals reeds is opgemerkt, kan de houder 11 bijvoorbeeld door vloeiforceren (flowturning) zijn ver-30 vaardigd van een austenitisch roestvrij staal, waaruit een dunne, zeer sterke houderwand resulteert.The two sheet layers 46 and 47, which are for instance of steel and each have a thickness of 0.2-0.5 mm, are for example by spot welding, roll-seam welding, laser welding or even by gluing according to the respective longitudinal strips 48 and 49 to the outer wall of the holder 11 is attached and fastened together in a similar manner along the intermediate longitudinal strip 50. As has already been noted, the container 11 may, for example, be made of austenitic stainless steel by flow-forcing (flow-turning), resulting in a thin, very strong container wall.

Duidelijk zal zijn, dat volgens de hiervoor vermelde details vervaardigde remflappen 24 in hun in de fig. 5 en 6 weergegeven toestand, dat wil zeggen voorafgaande aan uit-35 drijving van de houder 11 uit het bij benadering cylindervormige projectielgedeelte 3, daarbinnen een minimale ruimte in beslag nemen, respectievelijk de toepassing van een houder 11 met zo groot mogelijke diameter toelaten.It will be apparent that brake flaps 24 manufactured to the aforementioned details in their condition shown in Figs. 5 and 6, that is, prior to expulsion of the container 11 from the approximately cylindrical projectile portion 3, have a minimum space therein. confiscate, respectively allow the use of a container 11 with the largest possible diameter.

8500702 '· » - 10-8500702 '»» - 10-

In fig. 6 is één van de drie daarin met volle lijnen getekende remflappen 24 bovendien met gebroken lijnen getekend in de radiale stand 462/,462^47^50^ welke de remf lap na de uitdrijving uit het projectielgedeelte 3 onder de in-5 werking van de aan de dan nog aanwezige rotatie gepaard gaande, centrifugale kracht, welke in het los op de bladlaag 47 liggende bladlaaggedeelte 46i de minste weerstand ondervindt, aanneemt. Daarbij wordt het bladlaaggedeelte 46\ niet alleen langs de tussengelegen langsstrook 50 naar zijn 10 radiaal buitenwaartse stand 46g' gebogen, doch veroorzaakt de centrifugale kracht bovendien een radiaal buitenwaartse verplaatsing van deze tussengelegen langsstrook 50, waarbij de bladlagen 47 en 462 ter weerszijden van de strook 50 op rek belast worden; hieruit resulteert de stand 462/,462^47^501 15 voor de zojuist genoemde onderdelen met als bijkomend voordeel, dat de bladlagen 46 en 47 in hun zojuist genoemde en in fig. 6 met gebroken lijnen weergegeven stand worden belast onder hoeken van meer dan 90e en de daaraan gepaarde trekkrachten binnen hun eigen vlak kunnen opnemen. Zoals reeds is 20 opgemerkt, zijn de beide lagen langs de strook 50 door middel van een hoogwaardige vorm van lassen of lijmen aan elkaar bevestigd, zodat de tussengelegen strook 50 ook in zijn stand 50' tegen de daarin optredende krachten bestendig is.In Fig. 6, one of the three solid-drawn brake flaps 24 therein is also drawn in broken lines in the radial position 462 /, 462 ^ 47 ^ 50 ^ which removes the brake flap from the projectile portion 3 below the in-5. takes effect of the centrifugal force associated with the rotation still present, which experiences the least resistance in the leaf layer portion 46i lying loosely on the leaf layer 47. In addition, the blade layer portion 46 \ not only bends along its intermediate longitudinal strip 50 to its radially outward position 46g ', but the centrifugal force additionally causes a radial outward displacement of this intermediate longitudinal strip 50, the blade layers 47 and 462 on either side of the strip. 50 on rack; this results in the position 462 /, 462 ^ 47 ^ 501 15 for the parts just mentioned, with the additional advantage that the blade layers 46 and 47 in their position just mentioned and shown in broken lines in fig. 6 are loaded at angles of more than 90th and the associated tensile forces within their own plane. As has already been noted, the two layers along the strip 50 are secured to each other by means of a high-quality form of welding or gluing, so that the intermediate strip 50 is also resistant in its position 50 'to the forces occurring therein.

Opgemerkt wordt nog, dat het bladlaaggedeelte 46 χ uit-25 sluitend onder de invloed van de aan de oorspronkelijke rota-tiebeweging gepaard gaande, centrifugale kracht (met zeer grote snelheid) naar zijn stand 46χ' volgens fig. 6 beweegt. Daarbij is de rotatierichting van de desbetreffende houder 11 niet van belang.It should also be noted that the blade layer portion 46 beweegt moves exclusively to its position 46 χ according to Fig. 6 under the influence of the centrifugal force associated with the original rotational movement (at very high speed). The direction of rotation of the holder 11 in question is not important here.

30 De fig. 7 en 8 hebben betrekking op een tweede uitvoe ringsvorm van een remflap volgens de uitvinding; fig. 7 toont in perspectief een dergelijke remflap voorafgaande aan zijn bevestiging op een houder, terwijl fig. 8 een soortgelijk aanzicht als fig. 6 op een cylindervormige houder met drie 4 35 remflappen volgens fig. 7 is.Figures 7 and 8 relate to a second embodiment of a brake flap according to the invention; Fig. 7 shows a perspective view of such a brake flap prior to its attachment to a holder, while Fig. 8 is a similar view to Fig. 6 on a cylindrical holder with three brake flaps according to Fig. 7.

Ook in dit geval heeft iedere remflap de gedaante van een uit twee lagen 56 en 57 bestaand blad, dat in zijn aan de uitdrijving van de bijbehorende houder voorafgaande toestand 8500702 - 11 - als een schil om de cylindervormige buitenwand van de houder ligt. Zoals alleen in fig. 8 zichtbaar is, is de bladlaag 57 volgens zijn twee langsrandstroken 58 en 59 aan de buitenwand van de houder bevestigd, terwijl de buitenlaag 56 langs een 5 aan de stroken 58 en 59 evenwijdige en daartussen gelegen langsstrook 60 op de bladlaag 57 is bevestigd. De buitenlaag 56 strekt zich over een kleinere booglengte uit dan de binnenlaag 57, dat wil zeggen aan één zijde van de tussen-gelegen langsstrook 60, en ligt vrij op de binnenlaag 57, 10 welke zich ter weerszijden van de langsstrook 60 uitstrekt. Ook in fig. 8 is het schilvormige karakter van de remflap voorafgaande aan de activering daarvan duidelijk zichtbaar.In this case, too, each brake flap has the form of a two-layered blade 56 and 57, which in its state prior to the expulsion of the associated container 8500702-11 - lies as a shell around the cylindrical outer wall of the container. As can only be seen in Fig. 8, the sheet layer 57 is attached to the outer wall of the container according to its two longitudinal edge strips 58 and 59, while the outer layer 56 along the longitudinal strip 60 parallel to and between the strips 58 and 59 on the sheet layer. 57 has been confirmed. The outer layer 56 extends a smaller arc length than the inner layer 57, that is, on one side of the intermediate longitudinal strip 60, and is exposed on the inner layer 57, 10 which extends on either side of the longitudinal strip 60. Also in Fig. 8 the shell-like character of the brake flap prior to its activation is clearly visible.

De beide bladlagen 56 en 57 zijn ook in dit geval weer van staal en kunnen ieder een dikte van 0,2-0,5 mm hebben. De 15 bevestigingen volgens de stroken 58-60 zijn weer door punt-lassen, rolnaadlassen, laserlassen of door lijmen tot stand gebracht. Fig. 3 laat duidelijk zien, dat de remflappen in hun aan uitdrijving van de bijbehorende houder voorafgaande toestand een minimale ruimte rondom de houder in beslag 20 nemen, zodat deze een zo groot mogelijke diameter kan hebben.The two sheet layers 56 and 57 are again made of steel in this case and can each have a thickness of 0.2-0.5 mm. The fixings according to strips 58-60 are again made by spot welding, roll seam welding, laser welding or by gluing. Fig. 3 shows clearly that the brake flaps, in their condition prior to the expulsion of the associated container, occupy a minimal space around the container, so that it can have the largest possible diameter.

Op soortgelijke wijze als in fig. 6 is in fig. 8 één van de drie daarin met volle lijnen getekende remflappen bovendien met gebroken lijnen getekend in de radiale stand 25 56',57',57",60’, welke de remflap na de uitdrijving van de bijbehorende houder uit het roterende draagprojeetiel onder de inwerking van de centrifugale kracht aanneemt. In verband met de grote overeenkomst tussen de fig. 6 en 8 wordt voor de effecten, welke onder die omstandigheden in een remflap vol-30 gens fig. 7 optreden en in de reeds genoemde stand 56',57', 57",60' resulteren, verwezen naar wat in het kader van de radiale stand 46',46",47’,501 van de remflap volgens fig. 6 is opgemerkt.In a similar manner as in Fig. 6, in Fig. 8, one of the three brake flaps drawn therein with solid lines is additionally drawn in broken lines in the radial position 56 ', 57', 57 ", 60 ', which the brake flap after the expulsion of the associated holder from the rotary carrying projectile under the action of the centrifugal force. In view of the great similarity between FIGS. 6 and 8, for the effects which under those conditions in a brake flap according to FIG. and result in the already mentioned position 56 ', 57', 57 ", 60 ', referring to what has been said in the context of the radial position 46', 46", 47 ', 501 of the brake flap according to FIG.

Samenvattend kan worden gesteld, dat de uitvinding een 35 cylindervormige houder met voor rotatie-afremming dienende remflappen verschaft, waarvan de remflappen voorafgaande aan hun activering een zo gering mogelijke ruimte in beslag nemen en na hun activering snel effectief werkzaam kunnen zijn.In summary, it can be stated that the invention provides a cylindrical container with rotational braking brake flaps, the brake flaps of which occupy as little space as possible prior to their activation and can be effective quickly after their activation.

85007028500702

Claims

1. Cylindrical container of metal, intended for transport through a rotating projectile body, expulsion from the projectile body and subsequent rotational braking by means of at least two brake flaps mounted on its cylinder-shaped outer wall, characterized in that each brake flap ( 24) takes the form of an at least partially two-ply (46.47; 56.57) sheet which, in its pre-expulsion state, lies as a shell around said outer wall, according to two with the 10 cylinder axis of the holder of parallel longitudinal strips (48, 49, 58, 59) is attached to said outer wall and of which the two layers (46, 47, 56, 57) are attached to each other along a longitudinal strip (50, 60) which is parallel to and between these longitudinal strips such that the outer layer (46]; 56) on one side of the intermediate longitudinal strip (50-60) rests freely on the inner layer (47-57) and after extrusion by bending along the intermediate longitudinal strip (50-60). 60) a radial position ( 46χ '; 56 ').

Cylindrical container according to claim 1, characterized in that the two-layer (46.47 - 56.57) sheet is made of steel with a thickness of less than 0.5 mm per layer.

Cylindrical container according to claim 2, characterized in that the two-layer (46.47 - 56.57) sheet is made of steel with a thickness of approximately 0.2 mm per layer.

Cylindrical container according to one or more of the preceding claims, characterized in that the two-layer (46.47 - 56.57) blade is welded along two edge strips (48.49 - 58.59) on the cylindrical outer wall of the holder is attached.

Cylindrical container according to one or more of the preceding claims, characterized in that the two-layer sheet (46.47? 56.57) is arranged along two edge strips (48.49? - 58.59) on the cylindrical seam welds outer wall of the container is attached.

Cylindrical container according to one or more of the preceding claims, characterized in that the two-layer (46.47? 56, 57) sheet along two edge strips (48.49? 58.59) by laser welding on the cylindrical outer wall 8500702 - 13 - of the holder is attached.

Cylindrical container according to one or more of the preceding claims, characterized in that the two-layer (46.47? 56.57) blade is glued to the cylindrical along two edge strips (48.49? 5, 58.59). outer wall of the container is attached.

Cylindrical container according to one or more of the preceding claims, characterized in that the two layers (46.47? 56.57) of the blade are joined by spot welding, rolled seam welding or 10 laser welding along the intermediate longitudinal strip (50? 60). are confirmed. 8300702