NL192056C - Cylindrical metal holder with rotation brake flaps. - Google Patents

Cylindrical metal holder with rotation brake flaps. Download PDF

Info

Publication number
NL192056C
NL192056C NL8500702A NL8500702A NL192056C NL 192056 C NL192056 C NL 192056C NL 8500702 A NL8500702 A NL 8500702A NL 8500702 A NL8500702 A NL 8500702A NL 192056 C NL192056 C NL 192056C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
brake
container
expulsion
projectile
flaps
Prior art date
Application number
NL8500702A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL8500702A (en
NL192056B (en
Original Assignee
Eurometaal Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Eurometaal Nv filed Critical Eurometaal Nv
Priority to NL8500702A priority Critical patent/NL192056C/en
Priority to IN586/MAS/85A priority patent/IN170091B/en
Publication of NL8500702A publication Critical patent/NL8500702A/en
Publication of NL192056B publication Critical patent/NL192056B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL192056C publication Critical patent/NL192056C/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F42AMMUNITION; BLASTING
    • F42BEXPLOSIVE CHARGES, e.g. FOR BLASTING, FIREWORKS, AMMUNITION
    • F42B10/00Means for influencing, e.g. improving, the aerodynamic properties of projectiles or missiles; Arrangements on projectiles or missiles for stabilising, steering, range-reducing, range-increasing or fall-retarding
    • F42B10/02Stabilising arrangements
    • F42B10/14Stabilising arrangements using fins spread or deployed after launch, e.g. after leaving the barrel
    • F42B10/16Wrap-around fins
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F42AMMUNITION; BLASTING
    • F42BEXPLOSIVE CHARGES, e.g. FOR BLASTING, FIREWORKS, AMMUNITION
    • F42B10/00Means for influencing, e.g. improving, the aerodynamic properties of projectiles or missiles; Arrangements on projectiles or missiles for stabilising, steering, range-reducing, range-increasing or fall-retarding
    • F42B10/32Range-reducing or range-increasing arrangements; Fall-retarding means
    • F42B10/48Range-reducing, destabilising or braking arrangements, e.g. impact-braking arrangements; Fall-retarding means, e.g. balloons, rockets for braking or fall-retarding
    • F42B10/54Spin braking means
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F42AMMUNITION; BLASTING
    • F42BEXPLOSIVE CHARGES, e.g. FOR BLASTING, FIREWORKS, AMMUNITION
    • F42B12/00Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material
    • F42B12/02Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material characterised by the warhead or the intended effect
    • F42B12/04Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material characterised by the warhead or the intended effect of armour-piercing type
    • F42B12/10Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material characterised by the warhead or the intended effect of armour-piercing type with shaped or hollow charge
    • F42B12/12Projectiles, missiles or mines characterised by the warhead, the intended effect, or the material characterised by the warhead or the intended effect of armour-piercing type with shaped or hollow charge rotatably mounted with respect to missile housing

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Toys (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)

Description

1 1920561 192056

Cyllndervormige houder van metaal met rotatieremflappenCylindrical metal holder with anti-rotation flaps

De uitvinding heeft betrekking op een cilindervormige houder van metaal, bestemd voor transport door een roterend projectiellichaam, uitdrijving uit het projectiellichaam en daarop volgende rotatie-afremming door 5 middel van ten minste twee aan zijn cilindervormige buitenwand aangebrachte remflappen, waarbij iedere remflap de gedaante heeft van een ten minste gedeeltelijk uit twee lagen bestaand blad, dat in zijn aan de uitdrijving voorafgaande toestand als een schil om de genoemde buitenwand ligt.The invention relates to a cylindrical container of metal, intended for transport through a rotating projectile body, expulsion from the projectile body and subsequent rotational braking by means of at least two brake flaps arranged on its cylindrical outer wall, each brake flap having the form of an at least partially two-ply sheet which, in its pre-expulsion state, lies as a shell around said outer wall.

Een dergelijke cilindervormige houder is bekend uit de Franse octrooiaanvrage met publikatienummer 2.075.263.Such a cylindrical container is known from the French patent application with publication number 2.075.263.

10 Een dergelijke houder dient bijvoorbeeld als houder voor een door het projectiellichaam te transporteren, speciale lading, zoals een lichtfakkel, welke na uitdrijving uit het projectiellichaam gedurende enige tijd in de lucht dient te blijven en daartoe is uitgemst met een parachute. Daar de houder na de uitdrijving uit het roterende projectiellichaam zelf nog in rotatie verkeert, dient rotatie-afremming plaats te vinden teneinde te voorkomen, dat de dragende werking van de parachute door het in elkaar draaien daarvan wordt verstoord. 15 Andere vooibeelden van dergelijke voor hun juiste werking zo snel mogelijk rotatievrij te maken ladingen zijn zogenaamde "holle ladingen” of "projectiel vormende ladingen” (shaped charges) en zogenaamde "bomblets”, dat wil zeggen kleine springladingen welke groepsgewijze binnen een houder door een roterend draagprojectiel worden getransporteerd, vervolgens met de roterende houder uit het projectiel worden uitgedreven en tenslotte, na rotatie-afremming van de houder, van deze dienen vrij te komen. Daarbij 20 dienen de voor rotatie-afremming van de houder bestemde remflappen enerzijds voorafgaande aan de uitdrijving daarvan uit het draagprojectiel zo min mogelijk ruimte daarbinnen in beslag te nemen, teneinde voor de nuttige lading zoveel mogelijk ruimte ter beschikking te laten. Anderzijds dienen de remflappen na de uitdrijving snel werkzaam te zijn, respectievelijk een sterke rotatie-af rem mende werking te hebben; dit laatstgenoemde vereiste wil praktisch zeggen, dat de remflappen na de uitdrijving betrekkelijk grote 25 afmetingen in het radiale vlak dienen te hebben.Such a holder serves, for example, as a holder for a special load to be transported through the projectile body, such as a flare of light, which after expulsion from the projectile body has to remain in the air for some time and has been ground out for this purpose with a parachute. Since the holder is still in rotation after the expulsion from the rotating projectile body itself, rotational braking must take place in order to prevent the bearing action of the parachute from being disturbed by twisting it together. Other examples of such charges which can be made rotational free for their correct operation are so-called "hollow charges" or "projectile-forming charges" (shaped charges) and so-called "bombblets", ie small explosive charges which are grouped within a container by a rotating carrier projectile are then transported out of the projectile with the rotating holder and finally, after rotation braking of the holder, must be released from them, the brake flaps intended for rotation braking of the holder on the one hand preceding the expulsion thereof from the carrier projectile to take up as little space as possible within it, in order to leave as much space as possible available for the payload.On the other hand, the brake flaps must be effective quickly after the expulsion, or have a strong anti-rotation effect. The latter requirement practically means that the brake fl append after the extrusion should have relatively large dimensions in the radial plane.

Bij deze, tot de stand van de techniek behorende cilindervormige houder zijn de remflappen scharnierend aan de cilindervormige houder bevestigd. De bevestiging door middel van scharnieren is echter produktie-technisch minder aantrekkelijk; zij is veel gecompliceerder. Bovendien is de totale dikte van de remflappen, als gevolg van de aanwezigheid van de scharnieren, in de opgevouwen toestand aanzienlijk groter dan die 30 bij de onderhavige uitvinding.In this prior art cylindrical container, the brake flaps are hinged to the cylindrical container. The fixing by means of hinges is, however, less attractive from a production viewpoint; she is much more complicated. In addition, due to the presence of the hinges, the total thickness of the brake flaps in the folded state is considerably greater than that of the present invention.

De onderhavige uitvinding poogt dit nadeel te vermijden, doordat iedere remflap volgens twee met de cilinderas van de houder evenwijdige langsrandstroken aan die buitenwand is bevestigd en waarvan de beide lagen langs een aan die langsstroken evenwijdige en daartussen gelegen middenlangsstrook van één van de twee lagen aan elkaar zijn bevestigd, zodanig, dat de buitenlaag aan één zijde van de middenlangs-35 strook vrij op de binnenlaag rust en na uitdrijving door buiging langs de middenlangsstrook een radiale stand aanneemt.The present invention attempts to avoid this drawback in that each brake flap is attached to said outer wall in parallel to two longitudinal edge strips parallel to the cylinder axis of the holder and of which the two layers are joined together along a longitudinal center strip of one of the two layers which is parallel to and in between these longitudinal strips. are attached such that the outer layer on one side of the center longitudinal strip rests freely on the inner layer and, after expulsion by bending along the center longitudinal strip, assumes a radial position.

Duidelijk zal zijn, dat de door de uitvinding voorgestelde toepassing van remflappen, welke oorspronkelijk de vomn van een schil hebben en uiteindelijk in radiale richtingen aan de houder uitsteken, het bereiken van het hiervoor genoemde, tweeledige doel mogelijk maakt.It will be clear that the use of brake flaps proposed by the invention, which originally have the shape of a shell and which ultimately protrude from the holder in radial directions, makes it possible to achieve the aforementioned dual purpose.

40 Uit het Britse octrooischrift 7.457.252 is overigens een projectiel bekend, dat voorzien is van remflappen, die uit twee delen bestaan, en die na uitdrijving van het projectiel zich uitstrekken onder een hoek ten opzichte van de tangent van de cilindermantel. De bladen strekken zich echter niet in radiale richting uit. En een van de bladen is niet vast met de cilindermantel verbonden.40 British patent 7,457,252 also discloses a projectile which is provided with brake flaps, which consist of two parts and which extend after an expulsion of the projectile at an angle with respect to the tangent of the cylinder jacket. However, the blades do not extend in a radial direction. And one of the blades is not fixedly connected to the cylinder jacket.

Verder is uit de Duitse ter inzage gelegde octrooiaanvrage met publikatienummer 2.100.355 een 45 hoofdzakelijk cilindrische houder bekend, die eveneens van stabilisatievinnen is voorzien. Dit betreft echter een houder, die zelf als projectiel fungeert, waarbij de flappen in de opgevouwen toestand in de mantel zijn opgenomen. Deze flappen zijn door u-vormig uitstansen gevormd.Furthermore, from the German Patent Application Laid-open with publication number 2,100,355, a 45 substantially cylindrical container is also known which is also provided with stabilizing fins. However, this concerns a container, which itself functions as a projectile, wherein the flaps are accommodated in the jacket in the folded state. These flaps are formed by u-shaped punching.

De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de tekening van een 50 praktische uitvoeringsvorm. In de tekening tonen: figuur 1 een axiale doorsnede door een ook wel als "lichtgranaat” aangeduid, volledig projectiel, waarbij de uitvinding is toegepast, figuur 2, op enigszins grotere schaal dan in figuur 1, het onderste gedeelte van de doorsnede volgens figuur 1, 55 figuur 3, schematisch, een na het afvuren van het projectiel volgens de figuren 1 en 2 optredende overgangssituatie op het moment, waarop de gehele inhoud uit het projectiellichaam wordt gedreven, figuur 4, schematisch, een onmiddellijk op de overgangssituatie volgens figuur 3 volgende situatie, waarin 192056 2 afremming van zowel de axiale beweging als de rotatiebeweging van de belangrijkste componenten van figuur 3 optreedt, figuur 5, schematisch en meer in perspectief, een cilindervormige houder volgens de uitvinding met een gedeeltelijk uit twee lagen bestaand blad als remflap, 5 figuur 6, schematisch, een vooraanzicht op de houder volgens figuur 5, figuur 7, in perspectief, een andere uitvoeringsvorm van een remflap volgens de uitvinding en figuur 8 een soortgelijk aanzicht als figuur 6 op een cilindervormige houder met drie remflappen volgens figuur 7.The invention will be elucidated in the following description with reference to the drawing of a practical embodiment. In the drawing: figure 1 shows an axial section through a fully projectile, also referred to as a "light grenade", to which the invention has been applied, figure 2, on a somewhat larger scale than in figure 1, the lower part of the section according to figure 1 Figure 55, schematically, a transition situation occurring after firing the projectile according to figures 1 and 2 at the moment when the entire content is expelled from the projectile body, figure 4, schematically, one immediately following the transition situation according to figure 3 situation in which 192056 2 braking of both the axial movement and the rotational movement of the main components of figure 3 occurs, figure 5, schematically and more in perspective, a cylindrical container according to the invention with a partly two-layered blade as brake flap, 5 figure 6, schematically, a front view of the holder according to figure 5, figure 7, in perspective, another embodiment of a remf cloth according to the invention and figure 8 shows a similar view as figure 6 on a cylindrical holder with three brake flaps according to figure 7.

10 De uitvinding is in het bijzonder van betekenis voor tijdens hun vlucht roterende projectielen, welke dienen voor transport van een lading, welke na uitdrijving uit het projectielichaam zelf nog in rotatie verkeert, doch ter wille van zijn goede werking, bijvoorbeeld als door een draagparachute gedragen lichtfakkel, zo snel mogelijk rotatievrij dient te worden gemaakt. Andere voorbeelden van dergelijke voor hun juiste werking zo snel mogelijk rotatievrij te maken ladingen zijn zogenaamde ’’holle ladingen” of ’’projectielvormende 15 ladingen” (shaped charges) en zogenaamde ’’bomblets”, dat wil zeggen kleine springladingen welke groepsgewijze door een roterend draagprojectiel worden getransporteerd en daaruit worden uitgedreven.The invention is of particular significance for projectiles rotating during their flight, which serve for the transport of a load, which is still in rotation after being ejected from the projection body itself, but for the sake of its proper functioning, for instance as carried by a carrying parachute torch should be made rotation-free as soon as possible. Other examples of such charges which can be made rotational-free as quickly as possible for their correct operation are so-called "hollow charges" or "" projectile-forming charges "(shaped charges) and so-called" "bombblets", ie small explosive charges which are grouped by a rotating carrier projectile are transported and expelled from it.

Voordat op de details van de uitvinding wordt ingegaan, volgt eerst aan de hand van de figuren 1-4 een beschrijving in grote lijnen van een als zogenaamde ’’lichtgranaat” uitgevoerd, volledig projectiel, waarbij de uitvinding is toegepast.Before discussing the details of the invention, a description in general of a fully projectile, which is implemented as a so-called "light grenade", with reference to the figures 1-4, in which the invention has been applied.

20 Figuur 1 laat zien, dat het lichaam van een dergelijk projectiel uitwendig kan bestaan uit een ontstekings-buis 1 als punt, een afgeknot kegelvormig, hol voorste gedeelte 2, een aanzienlijk minder kegelvormig en bij benadering cilindervormig, hol gedeelte 3 en een bodemgedeelte 4. De onderdelen 1-4 zijn door middel van schioefdraadverbindingen met elkaar gekoppeld; bij de onderlinge koppeling van de onderdelen 3 en 4 zijn bovendien breekpennen 5 toegepast. Het betrekkelijk slanke projectielgedeelte 3 is op enige plaatsen langs 25 zijn buitenomtrek voorzien van nokken 6 voor ondersteuning van het projectiellichaam binnen de niet in de tekening af geheelde loop van een vuurmond tijdens het afvuren. Nabij het bodemgedeelte 4 draagt het gedeelte 3 een samengestelde lei- en afdichtband 7 van zachter metaal en/of kunststof.Figure 1 shows that the body of such a projectile may consist externally of an ignition tube 1 as a point, a frusto-conical, hollow front part 2, a considerably less cone-shaped and approximately cylindrical, hollow part 3 and a bottom part 4 Parts 1-4 are coupled by means of threaded connections; shear pins 5 are additionally used in the mutual coupling of parts 3 and 4. The relatively slender projectile portion 3 is provided in some places along its outer circumference with projections 6 for supporting the projectile body within the barrel of a cannon not shown in the drawing during firing. Near the bottom section 4, the section 3 carries a composite guide and sealing tape 7 of softer metal and / or plastic.

Achter de ontstekingsbuis 1, welke bijvoorbeeld een tijdbuis is, bevindt zich in het holle voorste gedeelte 2 een eerste uitdrijflading 8 welke, nadat het projectiel is afgevuurd, na verloop van de ingestelde tijd door 30 de buis 1 tot ontbranding gebracht wordt en daarbij niet alleen een onmiddellijk daarachter aangebrachte, pyrotechnische vertragingslading 10 tot ontsteking brengt, doch bovendien de gehele inhoud van het bij benadering cilindervormige projectielgedeelte 3 achterwaarts uitdrijft. Daarbij wordt het bodemgedeelte 4 van het projectiel weggedrukt en worden de breekpennen 5 afgeschoven.Behind the ignition tube 1, which is for instance a time tube, is located in the hollow front part 2 a first expulsion charge 8 which, after the projectile has been fired, is ignited by the tube 1 after the set time and not only causes a pyrotechnic retardant charge 10 immediately thereafter to ignite, but additionally expels the entire contents of the approximately cylindrical projectile portion 3 backwards. The bottom part 4 of the projectile is thereby pushed away and the shear pins 5 are slid off.

Vervolgens wordt verwezen naar figuur 2, waarin de tot nog toe genoemde onderdelen 2-10 op 35 enigszins grotere schaal dan in figuur 1 zijn weergegeven.Reference is now made to Figure 2, in which the components 2-10 mentioned so far are shown on a somewhat larger scale than in Figure 1.

De hiervoor aangeduide ’’gehele inhoud” van het projectielgedeelte 3, welke nog nader zal worden beschreven, bevindt zich voor een belangrijk deel binnen een houder 11, welke aan zijn voorste eind is afgesloten door een deksel 12, dat in zijn midden de reeds genoemde pyrotechnische vertragingslading 10 ondersteunt. Aan zijn achtereinde is de houder 11 afgesloten door een deksel 13, dat door breekpennen 14 40 met de houder is gekoppeld.The above-mentioned "whole contents" of the projectile section 3, which will be described in more detail, is largely contained within a container 11, which is closed at its front end by a lid 12, which in its center contains the aforementioned supports pyrotechnic delay charge 10. At its rear end, the container 11 is closed by a lid 13, which is coupled to the container by shear pins 14.

Het laatstgenoemde deksel 13 sluit niet alleen het achtereinde van de houder 11 af, doch steunt bovendien langs een achterwaarts gekeerde omtreksflens 15 op een uit twee of meer gedeelten 16a, 16b bestaande, holle steuncilinder 16, welke op zijn beurt rust op een onmiddellijk door het bodemgedeelte 4 van het projectiel gedragen draagplaat 17. Bovendien is in het midden van het deksel 13 een in axiale 45 richting belastbaar lager 18 aangebracht voor vrij roteerbare lagering van een as 19, waarvan het in de inwendige holte 20 van de steuncilinder uitstekende, vrije einde is gekoppeld met de koorden 21 van een eveneens in de inwendige holte 20 opgenomen remparachute 22; om de remparachute 22 heen bevinden zich enige losse schaaldelen 23a, 23b en 23c, figuren 2 en 3.The latter lid 13 not only closes the rear end of the container 11, but also rests along a rearwardly facing circumferential flange 15 on a hollow support cylinder 16 consisting of two or more parts 16a, 16b, which in turn rests on an immediately through the bottom part 4 of the projectile-supported carrying plate 17. In addition, in the center of the cover 13 a bearing 18 which can be loaded in axial direction 45 is arranged for freely rotatable bearing of a shaft 19, the free end of which protrudes into the inner cavity 20 of the support cylinder. is coupled to the cords 21 of a brake parachute 22 also received in the inner cavity 20; around the brake parachute 22 there are some loose shell parts 23a, 23b and 23c, figures 2 and 3.

Duidelijk zal zijn, dat een door de eerste uitdrijflading 8 op het deksel 12 van de houder 11 uitgeoefende 50 uitdrijfkracht door de houder 11 via het deksel 13 op de steuncilinder 16 en door deze via de draagplaat 17 op het bodemgedeelte 4 van het projectiel wordt overgedragen, waarbij de breekpennen 5 worden afgeschoven. Figuur 3 toont de situatie, welke in dat geval resulteert: de houder 11 met aan zijn voorste einde in het deksel 12 nog de door de eerste uitdrijflading 8 geactiveerde vertragingslading 10, is, de steuncilinder 16 met zijn inhoud 19-23, de draagplaat 17 en het projectielbodem 4 ’’voor” zich uitdrijvend, in 55 achterwaartse richting uit het bij benadering cilindervoimige projectielgedeelte 3 gedreven. Daarbij verkeert het uitgedreven geheel uiteraard in rotatie.It will be clear that a 50 expulsion force exerted by the first expulsion charge 8 on the lid 12 of the container 11 is transmitted by the container 11 via the lid 13 to the support cylinder 16 and through it via the carrier plate 17 to the bottom portion 4 of the projectile. the shear pins 5 being sheared. Figure 3 shows the situation which in that case results: the holder 11 with its delay end 10 in the lid 12 still being the delay charge 10 activated by the first expulsion charge 8, the support cylinder 16 with its contents 19-23, the support plate 17 and the projectile bottom 4 "" forward "expelling, driven 55 backward from the approximately cylindrical missile portion 3. The expelled whole is of course in rotation.

Figuur 3 laat de overgangssituatie zien, waarin zowel de steuncitindergedeelten 16a en 16b, als de 3 192056 schaaldelen 23a en 23b door de aan deze rotatie gepaard gaande centrifugale kracht worden weggeslingerd, zodat de remparachute 22 vrij komt om zich te ontplooien. Gelijktijdig daarmee, en eveneens onder de inwerking van de centrifugale kracht, klappen aan de houder 11 drie remflappen 24 uit tot zij ieder een praktisch zuiver radiaal uitsteeksel aan de houder 11 vormen. Figuur 4 toont de situatie, waarin de 5 remparachute 22 zich volledig heeft ontplooid voor afremming van de axiale beweging van de houder 11, terwijl de remflappen 24 volledig zijn uitgeklapt voor afremming van de rotatiebeweging van de houder 11. Duidelijk zal in dit verband de functie van het genoemde lager 18 zijn, dat zelf in figuur 4 niet zichtbaar is, doch verhindert, dat de koppeling van de as 19 met de koorden 21 van de remparachute 22 deze laatstgenoemde voor rotatie met de houder 11 koppelt en daardoor buiten werking stelt. Op de constructie 10 van de remflappen 24 zal nog meer in detail worden ingegaan.Figure 3 shows the transition situation, in which both the support cylinder parts 16a and 16b and the 3 192056 shell parts 23a and 23b are thrown out by the centrifugal force associated with this rotation, so that the brake parachute 22 is released to unfold. Simultaneously with this, and also under the action of the centrifugal force, three brake flaps 24 fold out on the holder 11 until they each form a practically pure radial projection on the holder 11. Figure 4 shows the situation in which the braking parachute 22 has fully deployed to slow down the axial movement of the holder 11, while the brake flaps 24 are fully extended to slow down the rotational movement of the holder 11. It will be clear in this connection that the function of the said bearing 18, which itself is not visible in figure 4, but prevents the coupling of the shaft 19 with the cords 21 of the brake parachute 22 from coupling the latter to the holder 11 for rotation and thereby inactivating them. The construction 10 of the brake flaps 24 will be discussed in more detail.

Zoals figuur 2 laat zien, bevindt zich achter (onder) de pyrotechnische vertragingslading 10 in het deksel 12 van de houder 11 een tweede uitdrijf lading 25. Deze wordt door de vertragingslading 10 tot ontbranding gebracht op het ogenblik, waarop de in figuur 4 door de pijl R aangeduide rotatiecomponent door de werking van de remflappen 24 praktisch tenietgedaan is, en oefent op zijn beurt een uitdrijfkracht op de 15 inhoud van de houder 11 Uit. Deze inhoud zal nu eerst aan de hand van figuur 2 verder worden beschreven.As Figure 2 shows, behind (below) the pyrotechnic delay charge 10 in the lid 12 of the container 11 there is a second expulsion charge 25. This is ignited by the delay charge 10 at the moment when the gas shown in Figure 4 by the arrow R indicated rotation component is practically canceled out by the action of the brake flaps 24, and in turn exerts an expelling force on the contents of the container 11. This content will now first be further described with reference to Figure 2.

In deze figuur bevindt zich onder het deksel 12 van de houder 11 en onder de tweede uitdrijflading 25 het geperforeerde deksel 27 van een bus 28 met lichtsas 29; aan zijn naar het bodemgedeelte 4 van het projectiellichaam gekeerde einde is de bus 28 voorzien van een met het reeds beschreven deksel 13 van 20 de houder 11 vergelijkbaar deksel 30.In this figure, under the lid 12 of the container 11 and under the second expulsion charge 25, the perforated lid 27 of a sleeve 28 with light axis 29 is located; at its end facing the bottom portion 4 of the projectile body, the sleeve 28 is provided with a lid 30 comparable to the lid 11 of the container 11 already described.

Dit deksel 30 sluit niet alleen het achtereinde van de bus 28, doch steunt bovendien langs een achterwaarts gekeerde omt'reksflens 31 op een uit drie deelcilindervormige segmenten 32a, 32b, 32c bestaande, holle steuncilinder 32, welke op zijn beurt rust op de vlakke bovenrand 33 van het reeds genoemde deksel 13 van de houder 11. Bovendien is in het midden van het deksel 30 een lager 34 aangebracht voor vrij 25 roteerbare lagering van een as 35, waarvan het in de inwendige holte 36 van de steuncilinder 32 uitstekende, vrije einde is gekoppeld met het centrale openingsmechanisme 37 van een eveneens in de inwendige holte 36 opgenomen draagparachute 38.This lid 30 not only closes the rear end of the sleeve 28, but also rests along a rearwardly facing circumferential flange 31 on a hollow cylindrical support cylinder 32 consisting of three cylindrical segments 32a, 32b, 32c, which in turn rests on the flat top edge 33 of the aforementioned cover 13 of the holder 11. In addition, in the center of the cover 30 a bearing 34 is arranged for freely rotatable bearing of a shaft 35, the free end of which protrudes into the internal cavity 36 of the support cylinder 32. is coupled to the central opening mechanism 37 of a support parachute 38 also included in the internal cavity 36.

In het voorgaande is reeds opgemerkt, dat de tweede uitdrijflading 25 door de vertragingslading 10 tot ontbranding wordt gebracht op het ogenblik, waarop de rotatie van de houder 11 door de werking van de 30 remflappen 24 praktisch teniet gedaan is. Bij de genoemde ontbranding van de tweede uitdrijflading 25 brengt deze via de perforaties van het busdeksel 27 de lichtsas 29 binnen de bus 28 tot ontbranding. Duidelijk zal voorts zijn, dat de door de tweede uitdrijflading 25 op het deksel 27 van de bus 28 uitgeoefende uitdrijfkracht door de bus 28 via het deksel 30 op de steuncilinder 32 en door deze rechtstreeks op het deksel 13 van de houder 11 wordt overgedragen, waarbij de breekpennen 14 worden afgeschoven.It has already been noted above that the second expulsion charge 25 is ignited by the delay charge 10 at the time when the rotation of the holder 11 is practically canceled out by the action of the brake flaps 24. In the aforementioned ignition of the second expulsion charge 25, it ignites the light axis 29 within the canister 28 via the perforations of the can lid 27. It will further be apparent that the expulsion force exerted by the second expulsion charge 25 on the lid 27 of the sleeve 28 is transmitted by the sleeve 28 via the lid 30 to the support cylinder 32 and is transmitted directly to the lid 13 of the container 11, whereby the shear pins 14 are sheared.

35 Daaruit resulteert de weliswaar niet in de tekening weergegeven, doch enigszins met die volgens figuur 3 vergelijkbare, volgende situatie; de bus 28 met aan zijn voorste einde het geperforeerde deksel 27, via hetwelk het lichtsas 29 door de tweede uitdrijflading 25 tot ontbranding is gebracht en met zeer sterke lichtintensiteit verder brandt, is, de steuncilinder 32 met zijn inhoud 35-38 en het houderdeksel 13 met de onderdelen 18,19, vóór zich uitdrijvend, in in figuur 4 bovenwaartse richting uit de houder 11 gedreven.The result is not shown in the drawing, but somewhat comparable to the following situation according to figure 3; the sleeve 28 with at its front end the perforated lid 27, through which the light axis 29 is ignited by the second expulsion charge 25 and continues to burn with very strong light intensity, is the support cylinder 32 with its contents 35-38 and the container lid 13 with the components 18, 19, expelling ahead, driven upwardly from the container 11 in Figure 4.

40 Daarbij verkeert het uitgedreven geheel uiteraard niet meer of slechts in zeer geringe mate in rotatie.40 Of course, the expelled whole is no longer or only very little in rotation.

Zodra de steuncilinder 32 uit de houder 11 is gedrukt, valt hij uiteen in zijn deelcilindervormige segmenten 32a, 32b, 32c, zodat de draagparachute 38 vrijkomt om zich te ontplooien. Zodra dit is geschied en een niet in de tekening weergegeven, doch enigszins met die volgens figuur 4 vergelijkbare situatie is opgetreden, verhindert het lager 34, dat de koppeling van de as 35 met de koorden 37 van de draagparachute 38 45 deze laatstgenoemde voor rotatie met de bus 28 koppelt en daardoor buiten werking zou stellen wanneer nog enige rotatie van de bus 28 aanwezig zou zijn. Op de wijze, waarop de draagparachute 38 in de zijdelings door de segmenten 32a, 32b en 32c van de steuncilinder omringde holte 36 is verpakt, wordt hier niet ingegaan.Once the support cylinder 32 is pushed out of the holder 11, it disintegrates into its sub-cylindrical segments 32a, 32b, 32c, freeing the support parachute 38 to deploy. As soon as this has been done and a situation not shown in the drawing, but somewhat comparable to that according to figure 4 has occurred, the bearing 34 prevents the coupling of the shaft 35 with the cords 37 of the supporting parachute 38 45 from rotating the latter with the bus 28 engages and would thereby become inoperative if any rotation of the bus 28 were still present. The manner in which the carrier parachute 38 is packaged in the cavity 36 laterally surrounded by the segments 32a, 32b and 32c of the support cylinder is not discussed here.

In het voorgaande zijn in grote lijnen de constructie en het begin van de werking van een als lichtgranaat 50 uitgevoerd projectiel beschreven, waarbij de uitvinding is toegepast. Daaraan kan nog worden toegevoegd, dat zowel de houder 11 als de bus 28 bij de hier beschreven uitvoeringsvorm van een dergelijk projectiel door vloeiforceren (flowtuming) zijn vervaardigd van een austenitisch staal, waarbij een hoge verstevigings-graad optreedt, zodat zowel de houder 11 als de bus 28 tegen de bij de werking van het projectiel optredende belastingen bestendig is. Bovendien hebben beiden een zeer geringe wanddikte, hetgeen de 55 draagcapaciteit van een dergelijk projectiellichaam ten goede komt.In the foregoing, the construction and the beginning of the operation of a projectile designed as a light grenade 50 have been broadly described, in which the invention has been applied. It can also be added that both the container 11 and the sleeve 28 in the embodiment of such a projectile described herein are by flow forcing (flowtuming) made of an austenitic steel, with a high degree of reinforcement, so that both the container 11 and the sleeve 28 is resistant to the loads occurring during the operation of the projectile. Moreover, both have a very small wall thickness, which benefits the carrying capacity of such a projectile body.

Aan de hand van de figuren 5-8 zal thans nader ingegaan worden op de uitvoering van de in de voorgaande beschrijving algemeen met het verwijzingsgetal 24 aangeduide remflappen van de cilindervor- 192056 4 mige houder 11. Meer in het bijzonder geldt voor een remflap volgens de uitvinding in eerste instantie, dat deze de gedaante heeft van een ten minste gedeeltelijk uit twee lagen bestaand blad, dat in zijn aan de uitdrijving voorafgaande toestand als een schil om de buitenwand van de bijbehorende houder ligt. De figuren 5 en 6 laten dit respectievelijk in perspectief en in een vooraanzicht op een houder 11, respectieve· 5 lijk het deksel 12 daarvan, volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding zien.With reference to Figures 5-8, the embodiment of the brake flaps of the cylinder-shaped holder 11 generally referred to in the preceding description with reference numeral 24 will now be discussed in more detail. in the first instance, that it has the form of an at least partially two-layered sheet, which in its pre-expulsion state lies as a shell around the outer wall of the associated container. Figures 5 and 6 show this in perspective and front view, respectively, on a container 11 and the lid 12 thereof, according to a first embodiment of the invention.

In figuur 5 is eenmaal en in figuur 6 is driemaal een remflap 24 weergegeven, welke steeds de gedaante heeft van een uit twee lagen 46 en 47 bestaand blad, dat in zijn aan de uitdrijving van de houder 11 (uit het in deze figuren niet weergegeven, bij benadering cilindervormige projectielgedeelte 3) voorafgaande toestand als een schil om de cilindervormige buitenwand van de houder 11 ligt. Daatbij is de bladlaag 46 10 volgens een met de cilinderas van de houder 11 evenwijdige langsstrook 48 aan die buitenwand bevestigd en is de bladlaag 47 volgens een soortgelijke langsstrook 49 aan de buitenwand bevestigd, terwijl de beide lagen 46 en 47 langs een aan de langsstroken 48 en 49 evenwijdig en daartussen gelegen langsstrook 50 aan elkaar zijn bevestigd. De buitenlaag 46 strekt zich over een grotere booglengte van de buitenomtrek van de houder 11 uit dan de binnenlaag 47, zodat de buitenlaag aan één zijde van de tussengelegen 15 langsstrook 50 met een gedeelte 461 vrij op de binnenlaag 47 rust. De beide gedeelten 461 en 462 van de buitenlaag strekken zich ter weerszijden van de tussengelegen langsstrook 50 uit. In figuur 6 komt het schilvormige karakter van de remflap voorafgaande aan de activering daarvan duidelijk uit op de superpositie van het ’’losse” bladlaaggedeelte 461 op de binnenlaag 47 naar voren.In Figure 5, once and in Figure 6, a brake flap 24 is shown, each of which is in the form of a two-ply 46 and 47 blade which is in the expulsion of the container 11 (not shown in these Figures , approximately cylindrical projectile portion 3) prior state as a shell lies around the cylindrical outer wall of the container 11. In addition, the sheet layer 46 is attached to that outer wall along a longitudinal strip 48 parallel to the cylinder axis of the container 11 and the sheet layer 47 is attached to the outer wall in a similar longitudinal strip 49, while the two layers 46 and 47 are along a longitudinal strip 48 and 49 are secured parallel to each other and longitudinal strip 50 located therebetween. The outer layer 46 extends over a greater arc length of the outer circumference of the container 11 than the inner layer 47, so that the outer layer on one side of the intermediate longitudinal strip 50 with a portion 461 rests freely on the inner layer 47. The two portions 461 and 462 of the outer layer extend on either side of the intermediate longitudinal strip 50. In Figure 6, the shell-like nature of the brake flap prior to its activation is evident in the superposition of the "loose" leaf layer portion 461 on the inner layer 47.

De beide bladlagen 46 en 47, welke bijvoorbeeld van staal zijn en ieder een dikte van 0,2-0,5 mm 20 hebben, zijn bijvoorbeeld door puntlassen, rolnaadlassen, laseriassen of zelfs door lijnen volgens de respectieve langsstroken 48 en 49 aan de buitenwand van de houder 11 bevestigd en op een soortgelijke wijze volgens de tussengelegen langsstrook 50 aan elkaar bevestigd. Zoals reeds is opgemerkt, kan de houder 11 bijvoorbeeld door vloeiforceren (flowtuming) zijn vervaardigd van een austenitisch roestvrij staal, waaruit een dunne, zeer steike houdeiwand resulteert.The two sheet layers 46 and 47, which are for instance of steel and each have a thickness of 0.2-0.5 mm 20, are for example by spot welding, rolled seam welding, laser welding or even by lines according to the respective longitudinal strips 48 and 49 on the outer wall of the container 11 and similarly secured together along the intermediate longitudinal strip 50. As has already been noted, the holder 11 can be made, for example, by flow forcing (flowtuming) of an austenitic stainless steel, from which a thin, very steep holding wall results.

25 Duidelijk zal zijn, dat volgens de hiervoor vermelde details vervaardigde remflappen 24 in hun in de figuren 5 en 6 weergegeven toestand, dat wil zeggen voorafgaande aan uitdrijving van de houder 11 uit het bij benadering cilindervormige projectielgedeelte 3, daarbinnen een minimale ruimte in beslag nemen, respectievelijk de toepassing van een houder 11 met zo groot mogelijke diameter toelaten.It will be clear that brake flaps 24 manufactured according to the aforementioned details, in their position shown in Figures 5 and 6, that is to say, prior to expulsion of the container 11 from the approximately cylindrical projectile part 3, take up a minimal space within it. or allow the use of a container 11 with the largest possible diameter.

In figuur 6, is één van de drie daarin met volle lijnen getekende remflappen 24 bovendien met gebroken 30 lijnen getekend in de radiale stand 46/, 46/, 47', 50', welke de remflap na de uitdrijving uit het projectiel-gedeelte 3 onder de inwerking van de aan de dan nog aanwezige rotatie gepaard gaande, centrifugale kracht, welke in het los op de bladlaag 47 liggende bladlaaggedeelte 461 de minste weerstand ondervindt, aanneemt. Daarbij wordt het bladlaaggedeelte 46., niet alleen langs de tussengelegen langsstrook 50 naar zijn radiaal buitenwaartse stand 46/ gebogen, doch veroorzaakt de centrifugale kracht bovendien een 35 radiaal buitenwaartse verplaatsing van deze tussengelegen langsstrook 50, waarbij de bladlagen 47 en 462 ter weerszijden van de strook 50 op rek belast worden; hieruit resulteert de stand 46/, 46/, 47', 50' voor de zojuist genoemde onderdelen met als bijkomend voordeel, dat de bladlagen 46 en 47 in hun zojuist genoemde en in figuur 6 met gebroken lijnen weergegeven stand worden belast onder hoeken van meer dan 90° en de daaraan gepaarde trekkrachten binnen hun eigen vlak kunnen opnemen. Zoals reeds is 40 opgemerkt, zijn de beide lagen langs de strook 50 door middel van een hoogwaardige vorm van lassen of lijmen aan elkaar bevestigd, zodat de tussengelegen strook 50 ook in zijn stand 50' tegen de daarin optredende krachten bestendig is.In Figure 6, one of the three solid brake linings 24 drawn therein is also drawn with broken 30 lines in the radial position 46 /, 46 /, 47 ', 50', which the brake flange is after expulsion from the projectile portion 3 under the action of the centrifugal force associated with the rotation then still present, which experiences the least resistance in the leaf layer portion 461 lying loosely on the leaf layer 47. Thereby, not only is the leaf layer portion 46 bent along its intermediate longitudinal strip 50 to its radially outward position 46 /, but the centrifugal force additionally causes a radial outward displacement of this intermediate longitudinal strip 50, with the leaf layers 47 and 462 on either side of the strip 50 to be loaded on rack; this results in the position 46 /, 46 /, 47 ', 50' for the parts just mentioned with the additional advantage that the blade layers 46 and 47 are loaded at angles of more in their position just mentioned and shown in broken lines in Figure 6. than 90 ° and be able to absorb the associated tensile forces within their own plane. As has already been noted 40, the two layers along the strip 50 are fastened together by means of a high-quality form of welding or gluing, so that the intermediate strip 50 is also resistant to the forces occurring therein in its position 50 '.

Opgemerkt wordt nog, dat het bladlaaggedeelte 461 uitsluitend onder de invloed van de aan de oorspronkelijke rotatiebeweging gepaard gaande, centrifugale kracht (met zeer grote snelheid) naar zijn 45 stand 46/ volgens figuur 6 beweegt. Daarbij is de rotatierichting van de desbetreffende houder 11 niet van belang.It should also be noted that the blade layer portion 461 moves to its position 46 / according to Figure 6 only under the influence of the centrifugal force associated with the original rotary movement (at very great speed). The direction of rotation of the holder 11 in question is not important here.

De figuren 7 en 8 hebben betrekking op een tweede uitvoeringsvorm van een remflap volgens de uitvinding; figuur 7 toont in perspectief een dergelijke remflap voorafgaande aan zijn bevestiging op een houder, terwijl figuur 8 een soortgelijk aanzicht als figuur 6 op een cilindervormige houder met drie 50 remflappen volgens figuur 7 is.Figures 7 and 8 relate to a second embodiment of a brake flap according to the invention; Figure 7 is a perspective view of such a brake flap prior to its attachment to a container, while Figure 8 is a view similar to Figure 6 on a cylindrical container with three brake flaps of Figure 7.

Ook in dit geval heeft iedere remflap de gedaante van een uit twee lagen 56 en 57 bestaand blad, dat in zijn aan de uitdrijving van de bijbehorende houder voorafgaande toestand als een schil om de cilindervormige buitenwand van de houder ligt. Zoals alleen in figuur 8 zichtbaar is, is de bladlaag 57 volgens zijn twee langsrandstroken 58 en 59 aan de buitenwand van de houder bevestigd, terwijl de buitenlaag 56 langs 55 een aan de stroken 58 en 59 evenwijdige en daartussen gelegen langsstrook 60 op de bladlaag 57 is bevestigd. De buitenlaag 56 strekt zich over een kleinere booglengte uit dan de binnenlaag 57, dat wil zeggen aan één zijde van de tussengelegen langsstrook 60, en ligt vrij op de binnenlaag 57, welke zich terIn this case, too, each brake flap is in the form of a two-layered blade 56 and 57, which in its condition prior to the expulsion of the associated container rests like a shell around the cylindrical outer wall of the container. As can only be seen in Figure 8, the sheet layer 57 is attached to the outer wall of the container along its two longitudinal edge strips 58 and 59, while the outer layer 56 along 55 is a longitudinal strip 60 parallel to and between the strips 58 and 59 on the sheet layer 57 is attached. The outer layer 56 extends a smaller arc length than the inner layer 57, i.e. on one side of the intermediate longitudinal strip 60, and is exposed on the inner layer 57, which is

Claims (3)

5 192056 weerszijden van de langsstrook 60 uitstrekt. Ook in figuur 8 is het schiivormige karakter van de remflap voorafgaande aan de activering daarvan duidelijk zichtbaar. De beide bladlagen 56 en 57 zijn ook in dit geval weer van staal en kunnen ieder een dikte van 0,2-0,5 mm hebben. De bevestigingen volgens de stroken 58-60 zijn weer door puntlassen, rolnaadlassen, 5 laserlassen of door lijmen tot stand gebracht. Figuur 8 laat duidelijk zien, dat de remflappen in hun aan uitdrijving van de bijbehorende houder voorafgaande toestand een minimale ruimte rondom de houder in beslag nemen, zodat deze een zo groot mogelijke diameter kan hebben. Op soortgelijke wijze als in figuur 6 is in figuur 8 één van de drie daarin met volle lijnen getekende remflappen bovendien met gebroken lijnen getekend in de radiale stand 56', 57', 57", 60', welke de remflap 10 na de uitdrijving van de bijbehorende houder uit het roterende draagprojectiel onder de inwerking van de centrifugale kracht aanneemt. In verband met de grote overeenkomst tussen de figuren 6 en 8 wordt voor de effecten, welke onder die omstandigheden in een remflap volgens figuur 7 optreden en in de reeds genoemde stand 56', 57', 57", 60' resulteren, verwezen naar wat in dat kader van de radiale stand 46/, 462", 47', 50' van de remflap volgens figuur 6 is opgemerkt.192056 extends either side of the longitudinal strip 60. Also in figure 8 the slanting character of the brake flap prior to its activation is clearly visible. The two sheet layers 56 and 57 are again made of steel in this case and can each have a thickness of 0.2-0.5 mm. The fixings according to strips 58-60 are again made by spot welding, roll seam welding, 5 laser welding or by gluing. Figure 8 clearly shows that the brake flaps, in their condition prior to the expulsion of the associated container, take up a minimal space around the container, so that it can have the largest possible diameter. In a similar manner as in Figure 6, in Figure 8, one of the three brake lines drawn therein with solid lines is additionally drawn in broken lines in the radial position 56 ', 57', 57 ", 60 ', which, after the extrusion of the brake adopts the associated holder from the rotating carrier projectile under the action of the centrifugal force In view of the great similarity between figures 6 and 8, for the effects which occur under those conditions in a brake flap according to figure 7 and in the position already mentioned 56 ', 57', 57 ", 60 'result, referring to what has been noted in that context of the radial position 46 /, 462", 47', 50 'of the brake flap according to figure 6. 15 Samenvattend kan worden gesteld, dat de uitvinding een cilindervormige houder met voor rotatie- afremming dienende remflappen verschaft, waarvan de remflappen voorafgaande aan hun activering een zo gering mogelijke ruimte in beslag nemen en na hun activering snel effectief werkzaam kunnen zijn.In summary, it can be stated that the invention provides a cylindrical container with rotational braking brake flaps, the brake flaps of which occupy as little space as possible prior to their activation and can be effective quickly after their activation. 20 Conclusie Cilindervormige houder van metaal, bestemd voor transport door een roterend projectiellichaam, uitdrijving uit het projectiellichaam en daarop volgende rotatie-afremming door middel van ten minste twee aan zijn cilindervormige buitenwand aangebrachte remflappen, waarbij iedere remflap de gedaante heeft van een ten 25 minste gedeeltelijk uit twee lagen bestaand blad, dat in zijn aan de uitdrijving voorafgaande toestand als een schil om de genoemde buitenwand ligt, met het kenmerk, dat iedere remflap volgens twee met de cilinderas van de houder evenwijdige langsrandstroken (48, 49; 58, 59) aan die buitenwand is bevestigd en waarvan de beide lagen langs een aan die langsstroken evenwijdige en daartussen gelegen middenlangsstrook (50; 60) van één van de twee lagen aan elkaar zijn bevestigd, zodanig, dat de buitenlaag (46,; 56) aan één zijde 30 van de middenlangsstrook (50; 60) vrij op de binnenlaag (47; 57) rust en na uitdrijving door buiging langs de middenlangsstrook (50; 60) een radiale stand (46/; 56') aanneemt. Hierbij 3 bladen tekeningConclusion Cylindrical container of metal, intended for transport through a rotating projectile body, expulsion from the projectile body and subsequent rotational braking by means of at least two brake flaps arranged on its cylindrical outer wall, each brake flap having the shape of at least a part a two-ply blade, which in its pre-expulsion condition lies as a shell around the said outer wall, characterized in that each brake flap follows two longitudinal edge strips (48, 49; 58, 59) parallel to the cylinder axis of the holder. said outer wall is fastened and the two layers of which are attached to one another along a longitudinal center strip (50; 60) of one of the two layers parallel to and in between said longitudinal strips, such that the outer layer (46, 56) is on one side. of the center longitudinal strip (50; 60) rests freely on the inner layer (47; 57) and after extrusion by bending along the center longitudinal strip (50 60) a radial position (46 /; 56 '). Hereby 3 sheets drawing
NL8500702A 1985-03-12 1985-03-12 Cylindrical metal holder with rotation brake flaps. NL192056C (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8500702A NL192056C (en) 1985-03-12 1985-03-12 Cylindrical metal holder with rotation brake flaps.
IN586/MAS/85A IN170091B (en) 1985-03-12 1985-07-29

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8500702A NL192056C (en) 1985-03-12 1985-03-12 Cylindrical metal holder with rotation brake flaps.
NL8500702 1985-03-12

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8500702A NL8500702A (en) 1986-10-01
NL192056B NL192056B (en) 1996-09-02
NL192056C true NL192056C (en) 1997-01-07

Family

ID=19845666

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500702A NL192056C (en) 1985-03-12 1985-03-12 Cylindrical metal holder with rotation brake flaps.

Country Status (2)

Country Link
IN (1) IN170091B (en)
NL (1) NL192056C (en)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5368255A (en) * 1992-06-04 1994-11-29 Hughes Aircraft Company Aerotumbling missile
SE2000241A1 (en) * 2020-12-18 2022-06-19 Bae Systems Bofors Ab Canister

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB745252A (en) * 1953-07-29 1956-02-22 Ml Aviation Co Ltd Improvements relating to rocket propelled projectiles
SE339646B (en) * 1970-01-08 1971-10-11 Bofors Ab
DE2100355A1 (en) * 1971-01-07 1972-07-20 Rheinmetall GmbH, 4000 Düsseldorf Wing stabilized projectile
SE353956B (en) * 1971-06-24 1973-02-19 Bofors Ab

Also Published As

Publication number Publication date
NL8500702A (en) 1986-10-01
NL192056B (en) 1996-09-02
IN170091B (en) 1992-02-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0794405B1 (en) Method and device for dispersing a large caliber payload above a target
EP0905473B1 (en) Large-calibre long range projectile for artillery
EP0255214B1 (en) Multiple flechette warhead
DE3937762C2 (en) Artillery shell submunition
US4226185A (en) Projectile with a payload
US3702588A (en) Device for a flare
US4013009A (en) Illuminating projectiles and pyrotechnic devices
US4753171A (en) Carrier projectile for submunition
JPH1137698A (en) Invasion-discharge projectile having many collisional divisions
US4119037A (en) Carrier projectiles for ejectable payloads
US4744301A (en) Safer and simpler cluster bomb
IL121569A (en) Penetrator having multiple stacked impact segments
US4072107A (en) Missile control means
US3838644A (en) Nested hollow-charge subsidiary projectiles
EP1297293B1 (en) Fin-stabilized shell
US4080900A (en) Projectile
US3790104A (en) High/low aspect ratio dual-mode fin design
NL192056C (en) Cylindrical metal holder with rotation brake flaps.
US3491689A (en) Projectile having a useful charge which must be released at a point on the projectile trajectory
US3791300A (en) Flare shell
US3719339A (en) Device for a projectile
US3351013A (en) Illuminating mortar shell
US4296685A (en) Warhead with slave missiles disposed in a firing tube
US5299503A (en) Shell whose base serves as the parachute can of a submunition
NL192694C (en) Projectile.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19981001