NL8500384A - Inrichting voor het lossen van een bekisting. - Google Patents

Description

u .-.-1

W 6262-1 Ned.dB/LdB

Korte aanduiding: Inrichting voor het lossen van een bekisting.

De uitvinding heeft betrekking op een bekisting, in het bijzonder voor een gebouw, welke kan worden gelost en weggenomen van een gevormde 5 betonconstructie zonder de samenstellende bekistingspanelen te demonteren , en daarna op een andere plaats kan worden opgesteld voor een volgende be-tonstorting.

Het is bekend dat het oprichten van een bekisting voor het storten van beton bij het bouwen van een gebouw een werk is dat tijd en 10 arbeid vraagt. Voor het economisch bouwen zijn verschillende methoden voorgesteld voor het monteren van bekistingspanelen tot een bekisting, waarbij het niet nodig is de samenstellende bekistingspanelen te demonteren wanneer de bekisting van de gevormde constructie wordt gelost en de bekisting in zijn geheel kan worden getransporteerd door een hijsin-15 richting of dergelijke inrichting om op een andere plaats te worden neergezet voor een volgende betonstorting.

Bij een bepaalde wijze van het oprichten van een woongebouw worden de binnenbekisting en de buitenbekisting zodanig geplaatst, dat ( het plafond en twee zijwanden van elke woning tegelijk worden gestort.

20 Bij deze opstelling wordt, daar de binnenbekisting moet worden verwijderd van de binnenzijden van het plafond en van de wauiden door deze naar buiten te trekken met een inrichting in horizontale richting, het verwijderen eerst gedaan wanneer de gevormde betonconstructie is gehard, teneinde beschadiging van de oppervlakken van de gevormde beton te vermijden.

25. Bovendien kan de binnenbekisting niet als geheel worden verwijderd vam de gevormde constructie en getransporteerd als geheel om op een andere plaats te worden opgezet.

- Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een binnen bekisting die kan worden gebruikt voor het storten van een vertikale 30 wand met een aantal zijden van een gebouw met een inrichting voor het lossen vam de bekisting als geheel vam de gestorte wand, waardoor de handeling wordt vergemakkelijkt en de benodigde tijd vermindert.

Dit en andere doeleinden kunnen volgens de uitvinding worden bereikt door het verschaffen van een inrichting voor het lossen van een 35 binnenbekisting die een uit een aantal zijden bestaande vertikale bekis-tingswand omvat. De inrichting heeft tenminste een wigorgaan, dat tenminste één zijde van de bekistingswand verdeelt in% twee delen en dat in een eerste richting wigvormig tussen deze beide delen wordt gedrukt. Wanneer BADiö^lQU^Lgaan wordt bewogen naar een tweede richting, tegenovergesteld 40 aan de eerste richting, worden de verdeelde delen dichter bij elkaar

' I

- 2 - gebracht, waardoor de afstand tussen de verdeelde delen van de bekistings- _ wand, die op een afstand van elkaar worden gehouden door het wigorgaan, wordt verkleind. Als gevolg daarvan trekt de binnenbekisting iets samen en lost deze zich van de gestorte beton.

5 In één aspekt van de uitvinding bestaat het wigorgaan uit twee eerste wigelementen, bevestigd aan de verdeelde bekistingsdelen en een . tweede wigélement, dat in een eerste richting wigvormig tussen de eerste wigelementen wordt gedrukt. Verder zijn langwerpige geleidingsopeningen aangebracht in het tweede wigelement en zijn vaste geleidingsstangen 10 bevestigd aan de eerste wigelementen. De vaste geleidingsstangen steken gedeeltelijk uit in de geleidingsopeningen. Wanneer het tweede wigelement naar omhoog wordt bewogen doet de beweging van de geleidingsopeningen ten opzichte van de geleidingsstangen het tweede wigelement i_n een tweede richting bewegen, waardoor de binnenbekisting wordt samengetrokken.

15 In een ander aspekt van de uitvinding bestaat het wigorgaan uit een wigelement dat wigvormig wordt gedrukt tussen de verdeelde delen van de bekisting, welk wigelement is voorzien van een horizontale as waarop wormwielen zijn gemonteerd, die dan in ingrijping worden gebracht met heugelelementen, aangebracht aan de eerste wigelementen.

20 Wanneer de as wordt geroteerd wordt het wigelement in de tweede richting bewogen.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin enige uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven.

25 Fig. 1 is een schematisch aanzicht van een vierzijdige binnen bekisting, welke wordt gebruikt voor het vormen van een vierzijdige betonnen muur, welke bekisting is voorzien van een wiggensamenstel.

Fig. 2 is een schematisch aanzicht van de wiggen, welke van de bekisting omhoog zijn getrokken.

30 Fig. 3 is een schematisch aanzicht, dat weergeeft dat de wigelementen naar buiten zijn bewogen en de binnenbekisting is gelost van de gestorte bétonnen wand.

Fig. 4 toont meer in detail de inrichting van de binnenbekisting en van de buitenbekisting.

35 Fig. 5 toont meer in detail een stel wiggen met geleidingsope ningen en geleidingsstangen.

Fig. 6 toont de stand van de geleidingsstangen ten opzichte ®^£kP^Ü^|^bidingsopeningen voordat het tweede wigelement naar omhoog is getrokken.

* ^ * 1 - 3 - de geleidingsopeningen wanneer het tweede wigelement naar omhoog is getrokken.

Fig. 8 is een bovenaanzicht van een doorsnede waaruit blijkt dat de tweede wiggen naar buiten zijn bewogen.

5 Fig. 9 is een aanzicht van een orgaan voor het wigvormig drukken van het tweede wigelement tussen de eerste wigelementen.

Fig.10 is een aanzicht dat een hydraulische cilinder toont, welke wordt gebruikt voor het naar omhoog bewegen van het tweede wigelement.

10 Fig.11 is een doorsnede van een wigelement voorzien van worm wielen en heugels.

Fig.12 is een doorsnede loodrecht op fig. 11.

Fig.13 is een doorsnede volgens XIII - XIII van fig. 11.

Fig. 14-is : e.e;n gedeeltelijk bovenaanzocht van fig. 11 nadat 15 de leiplaat is verwijderd.

Fig.15 toont een wigelement waarvan het onderste deel taps verloopt.

Fig.16 toont het wigelement van fig.15 nadat het omhoog is getrokken.

20 Fig.17 is een bovenaanzicht van een binnenbekisting voorzien van het wigelement van fig.15.

Fig.18 is een gedeeltelijke doorsnede door een binnenbekisting, opgehangen aan een hanger.

Fig.19 is een schematisch bovenaanzicht van de hanger met de 25 bekistingdelen.

Fig.20 is een schematisch bovenaanzicht van een binnenbekisting met meer dan vier zijden.

In fig. 1, 2 en 3 is een vierzijdige gesloten wand 3 weergegeven, gevormd tussen een binnenbekisting 1 en vier buitenbekistingen 2.

30 Elke bekisting 1 of 2 bestaat uit een aantal stalen panelen. De binnenbekisting 1 heeft twee paar tegenover elkaar liggende vertikale be-kistingswanden, in elk waarvan een stel wiggen 4 zijn opgenomen die verlopen van de bovenzijde naar de onderzijde van de bekisting 1.

Het stel wiggen 4 is zodanig opgenomen in de bekisting 1, dat wanneer 35 de bekisting wordt opgehesen, zoals is weergegeven in fig. 2, een wigelement van het stel wiggen 4 naar buiten beweegt, zodat de bekisting 1 iets samen trekt en loslaat van het binnenvlak van de gestorte beton- wand, zoals is weergegeven in fig. 3. Dit vergemakkelijkt de bediening BAD ORIGINAL . ...... ' . .

van een hijsinrxchtxng voor het heffen van de bekisting 1 als geheel 1 naar een andere plaats. De constructie daarvan wordt in detail hieron- t . v - 4 - der beschreven.

Fig. 4 toont de binnebekisting 1, de buitenbekistingen 2 en een vloerbekisting 81, die aan elkaar zijn gemonteerd voor het vormen van een betonvloer 73 en eeruivierzijdige betonwand 3. De binnenbekisting 1 5 -bestaat uit panelen 10, profielvormige beslaglijsten 11, vertikale beslaglijsten 12, verstijvingsbalken 13 voor de bekisting enz.en wordt geplaatst op de bekisting 71 voor de vloer, die wordt geplaatst op gordingen 72 en wordt gestemd door en is vastgeschroefd aan conische inzetlichamen 5 met bouten 54.

10 De buitenbekistingen 2 zijn voorzien van geprofileerde beslag lijsten 21, vertikale beslaglijsten 22 en verstijvingsbalken 23. Zij worden opgehangen aan de binnenbekisting 1 door middel van hangers 6, die boven de bekisting 1 worden geplaatst. De constructie van de hanger 6 wordt in detail hieronder beschreven. Ook kan de buitenbekisting 2 \ 15 worden verbonden met de binnenbekisting 1 door middel van stangen 8. De onderste delen van de bekistingen 2 worden bevestigd aan het onderste deel van de bekisting 1 door middel van bouten..54-en afgeknot kegelvormige inzetlichamen 5. De inzetlichamen 5 worden verwijderd van de betonconstructies na het storten en de achtergebleven gaten worden gevuld met 20 beton.

Volgens fig. 4 en 5 verdeelt het stel wiggen 4, aangebracht in elke zijde van de binnenbekisting l/deze zijde in twee delen, en houdt het deze delen ojjönderlinge afstand. Het stel wiggen omvat een wigelement 41 en twee wigelementen 43. Het wigelement 41 is voorzien 25 van vier langwerpige geleidingsopeningen 411 in het bovenste en het onderste deel van zijn twee hellende zijden die aanliggen tegen de hellende zijden van de wigelementen 43. Elk van de geleidingsopeningen 411 heeft een: helling ten opzichte van een vertikale lijn. Elk van de beide wigelementen 43 is voorzien van twee vaste geleidingsstangen 42 30 die gedeeltelijk uitsteken in de openingen 411. De wigelementen 43 zijn resp. bevestigd aan de aangrenzende gescheiden delen van de bekis-tingwand door middel van schroeven 431. De geleidingsstangen 42, die uitsteken in de geleidingsopeningen 411, zijn voorzien van kappen 421 en bouten 422. Deze zijn gestoken in boringen 434, aangebracht 35 in de wigelementen 43 en worden daaraan bevestigd door middel van schroeven 432. Opgemerkt wordt dat het wigelement 41 beweegbaar is ten de wigelementen 43 daar de geleidingsstangen 42 verschuifbaar zijn in de geleidingsopeningen 411. Verder zijn schroeven 433 aangebracht voor het bevestigen van het wigelement 41 aan de wigelementen - 5 -

Volgens fig. 6, 7 en 8 wordt voor het wegnemen van de binnenbekisting 1 van de binnenzijden van de betonnen muur 2 een hijsinrichting met hijshaken 90 gebruikt, welke haken elk worden bevestigd aan de haak 413/aangebracht aan de bovenzijde van elk wigelement 41.

5 Aan het begin van de hijsbewerkirig worden de wigelementen 41, die beweegbaar zijn ten opzichte van de wigelementen 43, naar omhoog getrokken vóór de beweging van de gehele bekisting 1. degelijk met de opwaartse beweging van de wigelementen 41 worden de wigelementen 41 horizontaal naar buiten bewogen ten opzichte van de wigsamenstellen 4 10 door de beweging van de geleidingsopeningn 411 ten opzichte van de ge-leidingsstangen 42. Daardoor bewegen de wigelementen 43 van elk stel wiggen 4 naar elkaar toe en ontstaat een samentrekking van de bekisting 1 in alle zijden door de verplaatsing van alle gescheiden delen van de bekisting 1, die op afstand worden gehouden door de wigsamenstellen 4.

15 Door de samentrekking laat de bekisting 1 los van de vlakken van de betonnen muur. Opgemerkt wordt dat de schroeven 433 worden verwijderd tijdens de hijsbewerking.

Wanneer de bekisting 1, nadat deze is verwijderd van de gestorte betonwand, op een andere plaats wordt neergezet kan elk wig-20 element 41 worden gedrukt tussèn de wigelementen 43 op de wijze als weergegeven in fig. 9. Het wigelement 41 wordt opgehangen aan de hefhaak 90 door middel van een ketting 91 die wordt bevestigd aan de haak 413 en wordt gevoerd over een kettingschijf 92, terwijl een ketting 93 wordt bevestigd aan de haak 921 van de schijf 92 en aan een verbindingsstang 25 94, bevestigd aan de onderzijde van het wigelement 43.

Wanneer de ketting 91 omhoog wordt getrokken, wordt het wigelement 41 naar binnen bewogen tussen de wigelementen 43.

Het wigelement 43 kan ook omhoog worden bewogen door middel van een hydraulische cilinder 95,zoals is weergegeven in fig. 10. De 30 hydraulische cilinder 95 is bevestigd aan het wigelement 41 en een zuiger-stang 96 is bevestigd aan de verbindingsstang 94, aangebracht aan het onderste deel van het wigelement 43. Wanneer de hydraulische cilinder 95 werkt beweegt het wigelement 41 tegelijk met zijn beweging naar buiten naar omhoog.

35 Een ander middel waardoor de bekisting 1 kan worden gelost van de vlakken van de gestorte beton is weergegeven in fig. 11, 12, 13 en 14. Dit middel omvat een wigelement 44, aangebracht tussen twee gescheiden delen van 4e bekisting 1, een vertikale as 442, waarop twee wormen gemonteerd aan het boveneinde en het ondereinde van het wig-40 element 44, twee wormwielen 45, die in ingrijping zijn met de wormen 441 ή c ft Λ 7 ft ·

• m v I

- 6 - en zijn gemonteerd op twee horizontale assen 451. Elke as 451 is gelegerd in twee hellende zijden van het wigelement 44 en de beide einden van deze assen zijn verlengd in de delen van de bekisting 1 door middel van openingen 434. Aan de verlengde einden van de assen 451 zijn twee 5 wormwielen 452 aangebracht die in ingrijping zijn met heugels 46, aangebracht aan de bekisting 1. Verder zijn sleuven 411, 412 en 413 aangebracht in de hellende zijden van het wigelement 44 en sleuven 431, 432 en 433 in de hellende zijden van de delen van de bekisting 1 voor het opnemen·-.van schroeven 435 die worden gebruikt voor het bevestigen van de wigelementen 44 en de bekisting 1 aan elkaar wanneer het convergerende deel van het wigelement 44 naar buiten wordt gebracht of wordt ingetrokken.

Verder is een geleidingsplaat 47 aangebracht, bevestigd aan de bovenzijde van het wigelement 44 en twee glijblokken 48 in de vorm 15 van een parallelogram, bevestigd aan de bovenzijde van de bekisting 1 en opgenomen in de geleidingsgroeven, aangebracht aan de onderzijde van de geleidingsplaat 47.

Wanneer de as 442 wordt aangedreven door een uitwendig aandrijf orgaan wordt de beweging van de as 442 overgebracht op de wormwielen 20 452, die op hun beurt de heugels 46 aahdrijven, waardoor het wigelement 44 naar buiten wordt bewogen.. Terwijl het wigelement 44 naar buiten beweegt, brengt de geleidingsplaat 47 de beide glijblokken 48 naar elkaar toe, waardoor de afstand wordt verminderd tussen de delen van de bekisting 1 en deze bekisting wordt samengetrokken. Wanneer de wig 44 in de 25 bekisting 1 moet worden gedreven kan de as 442 worden geroteerd in een richting tegengesteld aan die welke de wig 44 naar buiten doet bewegen.

Fig. 15, 16 en 17 tonen een ander voorbeeld van de wigorganen waarmee de bekisting 1 kan worden samengetrokken. Het verschilt van het bovengenoemde wigsamenstel zodanig dat het wigelement wordt ingedrukt 30 van de bovenzijde naar de onderzijde van de bekisting 1.

Hiermee verkrijgt men het zelfde effekt als met het bovengenoemde wigsamenstel, wanneer dit omhoog wordt getrokken.

Fig. 18 en 19 tonen meer in detail de hanger 6 die is beschreven aan de hand vein fig. 4. De hanger 6 heeft een steunstang 61, 35 die is bevestigd aan de bovenzijde van de bekisting 1 en een steunstang 62 die is bevestigdeaan de bovenzijde van de bekisting 2. De steun- ^°°rzien van een uitsteeksel 611 met een vierkante dwarsdoorsnede en de steunstang 62 is voorzien van een bus 621 met een vierkante dwarsdoorsnede en van een bus 622 met een rechthoekige ' ·-------- e,') 1 * * >* *! - 7 -

Wanneer de bus 621 op het uitsteeksel 611 wordt geschoven en de klemschroeven 63 worden aangedraaid,is de bekisting 2 opgehangen aan de bekisting 1.

Behalve de bovenbeschreven binnenbekisting 1 met een vierzij-5 dige vorm, kan de binnenbekisting 1 ook de vorm hebben als weergegeven in fig. 20.

10

BAD ORIGINAL

ft 5 0 0 3 8 4

Claims (9)

1. Inrichting te gebruiken bij een wijze van construeren van een meerzijdige vertikale betonwand. (3), welke constructiewijze omvat = het plaatsen van een binnenbekisting en een buitenbekisting, elk bestaande uit een aantal bekistingspanelen en uit 5 - het ontkisten van dezeibekistingen van de gestorte beton zonder demontage van bekistingspanelen zodat de bekistingen gemakkelijk op een andere plaats kunnen worden opgesteld voor een volgende storting, waarbij de inrichting dient voor het ontkisten vanrde binnenbekisting, die een meerzijdige bekistingswand heeft, van de gestorte beton, welke 10 inrichting is gekenmerkt door tenminste een wigorgaan, dat tenminste een zijde van de bekistingswand verdeelt in twee delen en wigvormig wordt gedrukt tussen de beide delen in een eerste richting tijdens het storten en door organen voor het bewegen van het wigorgaan in een tweede richting, tegengesteld aan de eerste richting, na het storten 15 en door het naar elkaar toe brengen van de beide bekistingsdelen,waardoor. de binnenbekisting samentrekt en daardoor wordt gelost van de gestorte beton.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het wigorgaan wigvormig naar omlaag wordt gedrukt.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het wigorgaan horizontaal wordt gedrukt in een richting naar de buitenbekisting toe .

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het wigorgaan(4)een wigelement (44) omvat met twee hellende vlakken, die 25 aanliggen tegen de delen van de binnenbekisting (1), waarbij de organen voor het bewegen van het wigorgaan omvatten: een horizontale as (451), gelegerd in het wigelement, waarvan de beide einden gedeeltelijk uitsteken in de bekistingsdelen door de hellende vlakken heen en zijn voorzien van twee eerste wormwielen (452), waarbij twee heugels 30 (46) zijn gemonteerd, respectievelijk aan de bekistingsdelen en in ingrijping zijn met de eerste wormwielen, twee glijblokken (48) resp. zijn bevestigd aan de bovenzijde van de bekistingsdelen, een geleidings-plaat (47) is aangebracht aan het wigelement (44) en aan de bekistings-BADa€BSK3KMAbevestigd aan de bovenzijde van het wigelement, waarbij de 35 geleidingsplaat (47) twee op afstand liggende geleidingsgroeven heeft ----- -««namen wn de σΐϋblokken (48) en middelen * W * I - 9 - aanwezig zijn voor het drijven van de horizontale as zodanig dat wanneer de as wordt geroteerd, het wigelement beweegt in de tweede richting en de beweging van de geleidingsplaat de glijblokken naar elkaar toe doet bewegen.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de glijblokken de vorm hebben vein een parallelogram.

6. Inrichting volgens conclusie 4,'met het kenmerk, dat de aandrijforganen een tweede wormwiel(45)omvatten, gemonteerd op de horizontale as(451)tussen de eerste wormwielen, terwijl een derde wormwiel 10 (441) is gemonteerd op een vertikale as (442) en in ingrijping is met het tweede wormwiel, terwijl een aandrijforgaan is aangebracht voor het drijven van de vertikale as.

7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het wigorgaan (4) twee eerste wigelementen (43) en een tweede wigelement (44) 15 omvat, welk tweede element wigvormig kan worden gedrukt tussen de beide eerste wigelementen in een eerste richting, waarbij elk van de eerste wigelementen (43) een eerste vlak heeft dat aanligt tegen en is bevestigd aan een van de bekistingsdelen en een tweede vlak dat hellend verloopt ten opzichte van het eerste vlak, waarbij het tweede wigelement (41) 20 twee hellende vlakken heeft, die beweegbaar aanliggen tegen de' tweede vlakken, waarbij de bewegingsorganen tenminste twee langwerpige geleidingsopeningen (411) omvatten, waarvan e'en een helling heeft ten opzichte van een vertikale lijn en is aangebracht in een van de hellende vlakken van het tweede wigelement (41), en twee gèlèidingsstangen (42) 25 zijn bevestigd aan de eerste wigelementen en gedeeltèlijk uitsteken in deze geleidingsopeningen, waarbij de geleidingsstangen verschuifbaar zijn langs de geleidingsopeningen en organen zijn aangebracht voor het omhoog bewegen van het tweede wigelement, waardoor, wanneer het tweede wigelement omhoog wordt getrokken, de beweging van de geleidingsope-30 ningen ten opzichte van de geleidingsstangen het tweede wigelement doet bewegen in de tweede richting en de eerste wigelementen naar elkaar toe doet bewegen.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de organen voor het omhoog bewegen van het tweede wigelement bestaan uit 35 een hijsinstallatie.

9. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de organen voor het bewegen van het tweede wigelement naar omhoog een hydraulische cilinder(95) omvatten, bevestigd aan het tweede wigelement en BAD£8US&lgALvan een zuigerstang (96) die is verbonden met de eerste wig-40 elementen (43)-