NL8500275A

NL8500275A - Mobiele nmr-inrichting.

Info

Publication number: NL8500275A
Application number: NL8500275A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1985-02-01
Filing date: 1985-02-01
Publication date: 1986-09-01

Description

PHN 11.257 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven

Mobiele NMR-inrichting.

j

De uitvinding heeft betrekking op een mobiele NMR-inrichting.

i

Een mobiele NMR-inrichting is bekend uit "Modern Healthcare", oktober 1984, pagina 119.

Een NMR-inrichting dient voor het onderzoeken van patiënten 5 met behulp van de techniek van kernspinresonantie. Het principe van deze techniek is onder andere beschreven in "Philips Technical Review", volume 41, 1983/S4, no. 3, en doet voor de onderhavige aanvrage niet ter zake.

In de oudere, niet voorgepuliceerde Nederlandse octrooi-10 aanvrage NL 8303535 is voorts een NMR-inrichting beschreven die is voorzien van een strooiveldafscherming. Een strooiveldafscherming dient enerzijds om de omgeving van het magneetveld van de NMR-inrichting af te schermen en anderzijds om te voorkomen dat de omgeving invloed heeft op het magneetveld dat in het meetgebied voor goede metingen zeer 15 homogeen moet zijn.

Het totale gewicht van een NMR-inrichting met een strooiveldafscherming kan wel 10 ton bedragen. Het grote gewicht heeft consequenties voor het voertuig als een dergelijke inrichting mobiel wordt gemaakt. In het bijzonder is de gewichtsverdeling dan zeer ongunstig 20 en eventueel is een bijzondere constructie van het voertuig, in het bijzonder van de wielassen, noodzakelijk.

Het is het doel van de uitvinding een mobiele NMR-inrichting aan te geven met een tijdens vervoer zo gelijkmatig mogelijke gewichtsverdeling.

25 Een mobiele NMR-inrichting van de in de aanhef vermelde soort is gekenmerkt door een tussen een werkpositie en een transportpositie verplaatsbare strooiveldafscherming.

Hiermee wordt gerealiseerd dat tijdens het vervoer het totale gewicht van de magneet en de strooiveldafscherming gelijkmatig over 30 een voertuig, bijvoorbeeld een trailer, wordt verdeeld.

Een bijzondere uitvoeringsvorm van een mobiele NMR-inrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de strooiveldafscherming in zijn geheel in de lengterichting van een voertuig verplaatsbaar is 8500275 « · PHN 11.257 2 en een patiëntentoegang zich aan de achter- of voorzijde van het voertuig bevindt.

In een andere uitvoeringsvorm van een mobiele NMR-inrichting bestaat de strooiveldafscherming uit twee delen die in de lengte-5 richting van een voertuig verplaatsbaar zijn en bevindt een patiëntentoegang zich aan een zijkant, niet zijnde de voor- of achterzijde, van het voertuig.

Aan de hand van de tekening zullen in het navolgende enkele voorkeursuitvoeringen volgens de uitvinding nader worden beschreven.

10 In de tekening toont figuur 1 een mobiele NMR-inrichting waarbij een patiëntentoegang zich aan de achterzijde van een trailer bevindt, figuur 2 een mobiel NMR-apparaat waarbij een patiëntentoegang zich aan een andere zijde dan aan de voor- of achterzijde van een 15 trailer bevindt.

Figuur 1 toont een trailer JL waarop een NMR-inrichting 2 is geplaatst met een magneet 3 die een onderzoekruimte 4 bevat. Tevens bevat de NMR-inrichting een strooiveldafscherming in de vorm van een aantal uniform over een cylindrisch oppervlak 5 verdeelde staven 6 voor 2o het afschermen van strooivelden van het door de magneet opgewekte homogene magneetveld. Voor een adequate afscherming van de strooivelden zijn de staven bij voorkeur van een zacht magnetisch materiaal vervaardigd en hebben zij een lengte groter dan de axiale lengte van de magneet.

De gehele magneet bevindt zich op een onderstel 7. In bedrijfspositie 25 bevindt het geheel van magneet, cylindrisch oppervlak en daarmee verbonden staven zich in een positie zoals in figuur 1 getekend is. Tijdens transport bewegen het cylindrisch oppervlak en de verbonden staven zich in een met een pijl in figuur 1 weergegeven richting, zodat na fixatie van deze strooistraalafscherming aan het uiteinde 10 van de 3Q trailer, een gelijkmatige verdeling van het totale gewicht van de magneet en de strooistraalafscherming over het oppervlak van de trailer heeft plaatsgevonden.

In figuur 2 is een mobiele NMR-inrichting getekend met een patiëntentoegang aan een andere zijde dan de voor- of achterzijde van 35 een trailer. In deze figuur corresponderen de verwijzingscijfers met die van figuur 1. In transportpositie bevinden de twee delen 8 en 9 van de afscherming zich in een positie zoals in figuur 2 weergegeven is, waardoor het totale gewicht van de magneet en de strooistraalafscherming 85 0 0 2 7 5 ί ΡΗΝ 11.257 3 gelijkmatig over het oppervlak van de trailer is verdeeld. Tijdens bedrijf zijn de beide delen van de strooistraalafscherming langs met pijlen aangeduide richtingen naar elkaar toegeschoven, zodat na fixatie van de twee delen, beiden een goed passend geheel vormen, dat de 5 magneet op geschikte wijze omsluit. Qm de afscherming van de magneet in axiale richting verder te verbeteren kan de strooiveldafscherming worden uitgerust met axiale overkappingen die radiaal tot nabij de onderzoeksruimte doorlopen en magnetisch een geheel vormen met de reeds beschreven afscherming. Bij verplaatsing van de strooiveldafscherming 10 van figuur 1 in de lengterichting van het voertuig, is een dergelijke overkapping althans aan een zijde van de magneet loskoppelbaar en kan ook tijdens transport de bedrijfspositie innemen. Bij verplaatsing van de delen 8_ en j? van de strooiveldafscherming van figuur 2 in de lengterichting van het voertuig, is deze loskoppelbaarheid niet nodig.

15 i 20 25 30 35 8500275

Claims

1. Mobiele NMR-inrichting gekenmerkt door een tussen een \i/erkpositie en een transportpositie verplaatsbare strooiveldafscherming.

2. Mobiele NMR-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de strooiveldafscherming in zijn gehee-l in de lengterichting van 5 een voertuig verplaatsbaar is en een patiëntentoegang zich aan de achterzijde of voorzijde van het voertuig bevindt.

3. Mobiele NMR-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de strooiveldafscherming uit twee delen bestaat die in de lengterichting van een voertuig verplaatsbaar zijn en een patiëntentoegang 10 zich aan een zijkant, niet zijnde de voor- of achterzijde, van het voertuig bevindt. 15 20 25 30 35 8500275