NL8500010A - Matras. - Google Patents

Description

VO 6659

Titel: Matras.

De uitvinding heeft betrekking op een lichaamsondersteuning, zoals een matras, bestaande uit dén of meer met medium gevulde houders.

Bij een dergelijke uit de Nederlandse octrooiaanvrage 79.06927 bekende matras wordt gebruik gemaakt van een aantal in dwars-5 richting opgestelde houders, welke aan hun ene einde in open verbinding met elkaar staan. Een gevolg hiervan is dat,wanneer de houders, teneinde een goede ligging te verschaffen, niet geheel met lucht gevuld zijn, uitstekende delen van het lichaam, zoals de heupen, en de schouders, de ondergrond zullen kunnen reiken, waarbij de lucht zich ver-10 plaatst naar de niet door lichaamsdelen in beslag genomen vrije delen in de matras. Bovendien is de ventilatie van de matras doordat deze een gesloten oppervlak heeft, slecht.

De uitvinding beoogt genoemde nadelen op te heffen.

Hiertoe wordt genoemde lichaamsondersteuning gekenmerkt door 15 een onderlaag en een bovenlaag waartussen een aantal afzonderlijke, met een afsluitbare opening uitgeruste, slangvormige houders zijn opgesteld. Doordat gebruik wordt gemaakt van niet-in-open-verbinding met elkaar staande houders, wordt gewaarborgd, dat de lucht niet wordt verplaatst naar niet voor de lichaamsondersteuning vein belang zijnde delen 20 van de matras.

Het beoogde effect kan worden verbeterd door de slangvormige houders in langsrichting, d.w.z. in de richting waarin het lichaam zich op de matras bevindt, op te stellen.

Daarbij kunnen de slangvormige houders zich slechts over een 25 deel van de lengterichting uitstrekken, nl. het gedeelte waarop zich, normaal gesproken, de romp van het lichaam bevindt. De andere delen vein de matras nl. het hoofd- en beneneinde kunnen dan op de gebruikelijke wijze zijn uitgevoerd.

In verdere uitwerking van de uitvinding kan de onder- of 30 bovenlaag zijn voorzien van één of meer langsuitsparingen voor het opnemen van de met medium gevulde‘houders. De langsuitsparingen kunnen 8500010 -2-

* V

daarbij zodanig zijn aangebracht, dat elke houder volkomen opgesloten is in de betreffende uitsparing. Ook kunnen de onder- en bovenlaag een geheel vormen, waarin in langsrichting uitsparingen zijn aangebracht.

De slangvormige houders kunnen verder onderling zijn verbonden 5 door een, aan de bovenzijde daaraan bevestigd doek van luchtdoorlatend materiaal.

Verder kan althans de bovenmatras bestaan uit twee in dwars-richting ten opzichte van elkaar scharnierende delen, waarbij de met medium gevulde houders zodanig zijn uitgevoerd, dat de met ventielen 10 uitgeruste openingen zich ter plaatse van het opklapbare deel bevinden.

De ventielen zijn dus alleen in de niet-gebruikte stand zichtbaar resp. bereikbaar.

Door de slangvormige houders onderling te verbinden door een middels een kleefstof daaraan bevestigde doek, wordt bereikt, dat in 15 onbelaste toestand een vlak bovenoppervlak kan worden verkregen.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een lichaamsondersteuning, zoals een matras, welke werkwijze daardoor wordt gekenmerkt, dat een uit kunststof bestaande bovenfolie onder vorming van buisvormige plooien door lassen wordt 20 verbonden met een onderfolie en de tussen de plooien gevormde vlakke delen worden voorzien van uitsparingen voor het doorlaten van transpi-ratielucht en -vocht.

Volgens een andere werkwijze volgens de uitvinding voor het vervaardigen van een lichaamsondersteuning uitgaande van een folie, 25 wordt de folie na in langsrichting te zijn gevouwen, voorzien van een langslas en dwarslassen, en waarbij in het of de omgevouwen gedeelte resp. gedeelten tussen de dwarslassen telkens een ventiel wordt aangebracht. Hierdoor is een zeer eenvoudige produktie mogelijk.

Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt, dat uit de Nederlandse 30 octrooiaanvrage 82.00401 een lichaamsondersteuning in de vorm van een matras bekend is, waarbij in wezen gebruik wordt gemaakt van twee langs-slangen, waarop onder tussenvoeging van drukstukken de einden van stangen ' rusten welke dwarslatten dragen, welke de ondersteuning vormen van een bov&nmatras. Door verschillend grote drukstukken te kiezen kan de 35 weerstandskracht van elke dwarslat min of meer worden ingesteld. Naast het feit, dat het hier om in dwarsrichting opgestelde latten gaat, betreft het hier een ingewikkelde, en vrij kostbare ondersteuning.

8500010 • - ' -3-

Verder kan ook nog worden gewezen op de Nederlandse octrooiaanvrage 81.16856, waarbij sprake is van een met luchtzakken uitgeruste matras: Het betreft hier twee ter plaatse van de beide lange langsranden aangebrachte, met elkaar in verbinding staande luchtzakken en één daar-5 tussen aangebrachte grote luchtzak. Met deze bekende constructie kan echter niet hetzelfde effect worden bereikt als met de uitvinding.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen thans, onder verwijzing naar de tekening enkele uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding worden beschreven. In de tekening toont: 10 fig. 1 een perspectivisch aanzicht, deels opengewerkt, van een eerste uitvoeringsvorm van een matras opgesteld in een bedombouw; fig. 2 een dwarsdoorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van de ondersteuning volgens de uitvinding voor het vullen met lucht; fig. 3 een dwarsdoorsnede van een "complete" matras onder toe-15 passing van de ondersteuning volgens fig. 2 en fig. 4 vergroot een detail van een andere uitvoeringsvorm van de matras volgens de uitvinding.

Volgens fig. 1 bevindt zich in een bedombouw 1 een uit een hoofddeel 2 en een matrasdeel 3 bestaande matras. Het matrasdeel 3 20 is op zich weer verdeeld in een, bij gebruik in hoofdzaak de romp van het lichaam ondersteunend, van schuimkunststof vervaardigd romp-deel 4 en een, bij gebruik in hoofdzaak de benen van het lichaam ondersteunend beendeel 5.

Het beendeel 5 is bij 6 middels een als scharnier werkend 25 gedeelte 6 met het rompdeel 4 verbonden, en is in fig. 1 in bovenwaarts gezwenkte stand weergegeven; hierdoor zijn in het rompdeel 4 aangebrachte uitsparingen 7 zichtbaar. In deze uitsparingen kunnen slangvormige houders 9, elk uitgerust met een ventiel 10, worden geschoven.

In fig. 1 zijn twee uitsparingen leeg, vier uitsparingen gevuld met 30 een houder 9, terwijl in één uitsparing juist een houder 9 wordt geschoven.

Uit fig. 2 blijkt dat een ondersteuning bestaande uit een samenstel van slangvormige houders 20 is voorzien van een onderste folie 11 | en een daarboven, onder vorming van plooien 13 opgestelde folie 12.

De beide folies, die door lassen 15 met elkaar kunnen zijn verbonden, 35 zijn tussen de plooien voorzien van uitsparingen 14 voor het doorlaten van vocht. Zoals uit de tekening blijkt zijn de met plooien uitgeruste delen 85 0 0 0 1 0 -4- i.c. de houders 20 voorzien van ventielen 10. Op de bovenzijde van de houders is, in niet gevulde toestand van de houders, voorts een uit jute of dergelijk doorlaatbaar materiaal bestaande laag 19 door verkleving bevestigd.

5 Zoals uit fig. 3 blijkt kan met behulp van de ondersteuning volgens fig. 2 een "complete" matras tot stand worden gebracht door de ondersteuning op te nemen tussen een bovenlaag 16 en een onderlaag 17 van schuimkunststof, en het geheel op te nemen in een tijk 18.

Bij het in fig. 4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld bevindt 10 zich in een uitsparing 21 van een schuimrubberlaag 22 een, deels buiten de uitsparing 21 uitstekende houder. 23 met een ventiel 24. De houder 23 met ventiel 24 is vervaardigd door het dubbelvouwen van een folie en het vervolgens aanbrengen van lasnaden.,25 en 26. Voor het dubbelvouwen wordt echter eerst het ventiel 24 ter plaatse van de te vormen vouwnaad 15 aangebracht. Op deze wijze is een zeer eenvoudige produktiewijze verkregen.

Naast de hiervoor reeds genoemde voordelen heeft de ondersteuning i.c. matras volgens de uitvinding nog het voordeel dat bij een twee-persoons uitvoering daarvan, bij beweging van de ene persoon 20 de ondersteuning van de andere persoon niet wordt beïnvloed.

Uiteraard zijn binnen het raam van de uitvindingsgedachte een groot aantal wijzigingen mogelijk.

85 0 0 0 1 0

Claims (11)

1. Lichaamsondersteuning, zoals een matras, bestaande uit één of meer met medium gevulde houders, gekenmerkt door een onderlaag en een bovenlaag, waartussen een aantal afzonderlijke, althans ten dele met lucht gevulde, met een afsluitbare opening uitgeruste slangvormige 5 houders zijn opgesteld.

2. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de slangvormige houders zijn opgesteld in langsrichting van de matras of dergelijke.

3. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 10 de slangvormige houders zich slechts over een deel van de lengterichting uitstrekken.

4„ Lichaamsondersteuning volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderlaag is voorzien van één of meer langsuitsparingen.

5. Lichaamsondersteuning volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bovenlaag is voorzien van één of meer langsuitsparingen.

6. Lichaamsondersteuning volgens conclusies 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de onder- en bovenlaag één geheel vormen en waaruit in 20 langsrichting uitsparingen zijn aangebracht.

7. Lichaamsondersteuning volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke afsluitbare opening is voorzien van een ventiel.

8. Lichaamsondersteuning volgens conclusie 7, met het kenmerk, 25 dat althans de bovenmatras bestaat uit twee in dwarsrichting ten opzichte van elkaar scharnierende delen en de ventielen zich ter plaatse van het opklapbare deel bevinden.

9. Lichaamsondersteuning volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de slangvormige houders onderling 30 zijn verbonden door een aan de onder- en/of bovenzijde daaraan bevestigde luchtdoorlatende doek.

10. Werkwijze voor het vervaardigen van een lichaamsondersteuning uitgaande van een folie, met het kenmerk, dat de folie, na in langsrichting te zijn gevouwen, wordt voorzien van een langslas en dwars- 35 lassen, en waarbij in het of de omgevouwen gedeelte resp. gedeelten ---J 8500010 f J -6- * » tussen de dwarslassen telkens een ventiel wordt aangebracht.

11. Werkwijze voor het vervaardigen van een lichaamsondersteuning, bestaande uit een onder- en bovenfolie, met het kenmerk,dat de bovenfolie onder vorming van buisvormige plooien aan de onderfolie is be-5 vestigd, de plooien zich op afstand van elkaar bevinden en de tussen-gelegen ruimtes zijn voorzien van openingen. 8500010