NL8403475A - Niveaumeter van het capacitieve type. - Google Patents

Niveaumeter van het capacitieve type. Download PDF

Info

Publication number
NL8403475A
NL8403475A NL8403475A NL8403475A NL8403475A NL 8403475 A NL8403475 A NL 8403475A NL 8403475 A NL8403475 A NL 8403475A NL 8403475 A NL8403475 A NL 8403475A NL 8403475 A NL8403475 A NL 8403475A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
electrode
measuring
level meter
electrodes
measuring tube
Prior art date
Application number
NL8403475A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Richard Mulder
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Richard Mulder filed Critical Richard Mulder
Priority to NL8403475A priority Critical patent/NL8403475A/nl
Priority to EP84201787A priority patent/EP0152644A3/en
Publication of NL8403475A publication Critical patent/NL8403475A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01FMEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
    • G01F23/00Indicating or measuring liquid level or level of fluent solid material, e.g. indicating in terms of volume or indicating by means of an alarm
    • G01F23/22Indicating or measuring liquid level or level of fluent solid material, e.g. indicating in terms of volume or indicating by means of an alarm by measuring physical variables, other than linear dimensions, pressure or weight, dependent on the level to be measured, e.g. by difference of heat transfer of steam or water
    • G01F23/26Indicating or measuring liquid level or level of fluent solid material, e.g. indicating in terms of volume or indicating by means of an alarm by measuring physical variables, other than linear dimensions, pressure or weight, dependent on the level to be measured, e.g. by difference of heat transfer of steam or water by measuring variations of capacity or inductance of capacitors or inductors arising from the presence of liquid or fluent solid material in the electric or electromagnetic fields
    • G01F23/263Indicating or measuring liquid level or level of fluent solid material, e.g. indicating in terms of volume or indicating by means of an alarm by measuring physical variables, other than linear dimensions, pressure or weight, dependent on the level to be measured, e.g. by difference of heat transfer of steam or water by measuring variations of capacity or inductance of capacitors or inductors arising from the presence of liquid or fluent solid material in the electric or electromagnetic fields by measuring variations in capacitance of capacitors

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Measurement Of Levels Of Liquids Or Fluent Solid Materials (AREA)

Description

i ~ ‘ P & c -
N 6127-2 Ned-M/LdB
Korte aanduiding: Niveaumeter van het capacitieve type.-
De uitvinding heeft betrekking op een niveaumeter van het capacitieve type voor het langs capacitieve weg meten van het vloeistofpeil in een 5 vat of stroombuis, waartoe in het vat o.d. een meetelectrode (M) en een compensatie-elektrode (R) zijn geplaatst, samenwerkend met een als tegenelektrode fungerende meetbuis, waarbij de compensatie-elektrode over de zelfde lengte als de meetelektrode daaraan evenwijdig is opgesteld.
In een ouder voorstel is sprake van een met een wanddeel van 10 de meetbuis samenwerkende meetelektrode. De meetelektrode is uitgevoerd als een rechthoekige driehoek en de compensatie-elektrode als een rechte smalle strip. Met een met een dergelijke meetelektrode uitgeruste niveaumeter kunnen niveaumetingen worden verricht met grote precisie.
De uitvinding beoogt andere combinaties van meetelektrode en 15 meetbuis aan te geven, die berusten op het zelfde principe en waarmede dus eenzelfde grote precisie kan worden behaald. Vandaar dat volgens de uitvinding in een hoofduitvoering van dit principe de meetelektrode (M) en het als tegenelektrode fungerende wanddeel van de meetbuis zodanig tegenover elkaar zijn opgesteld, dat de afstand ertussen, horizontaal 20 gezien, variabel is - waarbij overigens de afstand tussen de compensatie-elektrode (R) en het daar tegenover opgestelde wanddeel van de meetbuis wêl constant is - waardoor deling van de capaciteiten -(CM en CR) een lineair of hogere ordeverband met de te meten vloeistofhoogte aangeeft.
Bij het oudere voorstel blijft de afstand van meet- en com-25 pensatie-elektrode tot de bijbehorende wand van de meetbuis konstant.
Alleen het oppervlak van de meetelektrode neemt kwadratisch toe, terwijl dit bij de uitvinding juist konstant blijft.
In een eerste uitvoeringsvorm van deze hoofdgedachte leidt dit ertoe, dat het wanddeel van de meetbuis gelegen tegenover de meet-30 elektrode (M) en/of de meetelektrode zelf hellend is. De compensatie elektrode en samenwerkende wand van de meetbuis zijn in principe recht. Zij kunnen dók hellen, mits zij aan elkaar evenwijdig blijven.
Dit kan in elk geval op twee verschillende manieren gerealiseerd worden, In de eerste plaats zodanig, dat voor gebruik in een 'normaal* 35 olie-waterstelsel het met de meetelektrode samenwerkende wanddeel van de meetbuis van boven naar beneden schuin toeloopt. Onder een 'normaal' twee vloeistoflagenstelsel, hier olie-water, wordt verstaan een stelsel, waarbij de nuttige vloeistof {olie) op een laag verontreinigde vloeistof (water) drijft.
40 In de tweede plaats kan dit doordat voor gebruik in een 'normaal'
Vt ,i * > / R
* i - 2 - olie-waterstel het met de meetelektrode samenwerkende wanddeel van de meetbuis recht is, terwijl de meetelektrode zelf van beneden naar boven schuin toeloopt. In deze gevallen leidt meting van het omgekeerde quotiënt
van C,, en C„, dus C : c„ tot een stijgend lineair verband met de hoogte M R R M
5 van de vloeistofspiegel.
In het geval van een 'omgekeerd' vloeistoffenstelsel moet men er voor zorgen, dat, wanneer men het omgekeerde quotiënt C^/C^ wil meten, de grootste afstand tussen meetelektrode en samenwerkende wand van de meetbuis zich onderaan bevindt en de kleinste afstand ertussen bovenaan.
10 Opm.;
Het zal echter duidelijk zijn, dat men voor het verkrijgen van een rechte evenredig verband tussen het quotiënt en de vloeistofhoogte, ook kan uitgaan van het quotiënt Q = CM/CR (zoals in de oudere octrooiaanvrage), en dat dan bij toepassing van de meter in een normaal vloeistoffenstel-15 sel er voor gezorgd moet worden, dat bovenaan de afstand tussen meetelektrode· en samenwerkende wand van de meetbuis, kleiner is dan onderaan, maar bij toepassing in een 'omgekeerd' vloeistoffenstelsel gezorgd moet worden, dat de afstand bovenaan groter is dan onderaan.
Gemakshalve past men een elektrodendragerlichaam toewaarop de 20 meet- en compensatie-elektroden zijn opgebracht. Een voorkeursuitvoeringsvorm is zo geconstrueerd, dat in een symmetrische opstelling van een veelzijdig dragerlichaam voor de elektroden de meetbuiswanden aan ene en aan gene zijde, die samenwerken met de meetelektroden aan ene en aan gene zijde en/of die meetelektroden zelf schuin lopen, terwijl de compensatie-25 elektroden aangebracht zijn op het dragerlichaam tegenover elkaar op twee andere zijden en een konstante afstand hebben tot de tegenoverstaande wand-delen van de meetbuis.
Een andere uitvoeringsvorm van het dragerlichaam is zo geconstrueerd, dat het dragerlichaam in doorsnede driehoekig is en dat de 30 meetelektroden aan twee zijden en de compensatie-elektrode aan de derde zijde is aangebracht. Uiteraafd kan het dragerlichaam ook als een omwentelingslichaam (kegel, cilinder, e.d.) uitgevoerd zijn.
Behalve dat men de hoofdelektroden ten opzichte van elkaar fixeert op een dragerlichaam, is het ook - gelet op de nauwe samenwerking 35 tussen de hoofdelektroden en corresponderende (met elektrodemateriaal beklede) wanddelen van de meetbuis - praktisch om van deze onderdelen van de meter ëên geheel te maken. Vandaar dat volgens de uitvinding de hoofdelektroden (meetelektrode en compensatie-elektrode) en dè als tegenelek-trode fungerende meetbuis tezamen een integrale eenheid vormen, die bij 40 plaatsing in een vloeistofvat in galvanisch opzicht daarvan geïsoleerd is.
a £ 0 ^ 4 7 ς ¥ » - 3 -
Aldus ontstaat een meter, die in een vat of buisleiding als afzonderlijke meeteenheid kan worden ingebracht, en wel galvanisch gescheiden daarvan. Galvanisch gescheiden wil zeggen dat de meetbuis met daarin onverbrekelijk verbonden de elektroden, electrisch gescheiden is van het vat of leiding.
5 Bovenstaande is in tegenstelling met een conventionele niveaumeter van het standaard type, waar de in het vat aangebrachte (meet) electrode juist met dat vat of leiding een capacitieve eenheid (condensator) vormt. De meting vindt daar dan ook plaats tussen de wand van het vat en de electrode.
Men kan deze meters ook toepassen in meer-vloeistoflagenstelsels 10 met twee of meer 'interfaces*. Men plaatst dan op resp. onder de meet-buissectie, waarvan de wand van boven naar beneden schuin toeloopt, een andere sectie, waarvan de wand van boven naar beneden schuin wegloopt.
De totale wand van de gezamenlijke meetbuissecties of meetelektroden vertoont dan een knik en wel een knik n-ar buiten ("convex") resp. naar 15 frijnen ("concaaf"). Uiteraard kunnen meer dan één van deze knikken worden toegepast, ook combinaties daarvan. Vandaar dat het aanbeveling verdient wanneer in zulke situaties een meetbuis toegepast wordt die tot kenmerk heeft, dat het met een elektrode samenwerkend wanddeel en/of de elektrode zelf één of meer knikken vertonen.
20 Omdat over grote hoogten van de vloeistofmeter de schuinte van de wand of van de meetelektrode tot een onaanvaardbare omvang van de meters kan leiden, worden maatregelen voorgesteld om dat de ondervangen en wel doordat het met de meetelectrode samenwerkende wanddeel trapjesvormig is uitgevoerd en de meetelektrode zelf op overeenkomstige wijze in onder-25 ling gescheiden deelelektroden verdeeld is. Het komt er dus op neer dat de niveaumeter in een aantal individuele niveaumeters verdeeld wordt, waarbij de schuine wand van de meetelektrode- of buissectie telkens· terugspringt. In het eigenlijke meetcircuit vindt dan ook telkens overschakeling naar een hoger meetbereik plaats.
30 De uitvinding behoeft niet alleen betrekking te hebben op niveau meter apparatuur. Het is zeer wel denkbaar, dat de constructievormen ook toepasbaar zijn op andere meetsituaties, bijvoorbeeld: bij doorstroming, drukmetingen, weegtechnieken, windtunnels, geleidbaarheidsmeting etc.
De uitvinding zal hieronder aan de hand van enige in de figuren 35 der bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.
Fig. 1 A t/m C tonen een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij één wand van de meetbuis van boven naar beneden schuin toeloopt naar de meetelektrode; 40 Fig. 2 A t/m C stellen een variant van fig. 1 voor, waarbij de 3 4 0 3 4 7 5 Ί* - 4 - meetelektrode van boven naar beneden gaande, schuin toeloopt naar de samenwerkende wand van de meetbuis;
Fig. 3 A t/m C geeft nog een variant van fig. 1 weer voor een ’omgekeerd' vloeistoffenstelsel; 5 Fig. 4 A t/m F dienen ter illustratie van het begrip 'omgekeerd' vloeistoffenstelsel;
Fig. 5 A t/m D en Fig. 6 A t/m D tonen- een tweede uitvoeringsvorm, waarbij de drager van de elektroden voorzien is van vier zijwanden en twee tegenoverstaande wanden daarvan schuin uitgevoerd zijn; fig. 5 10 voor een normaal vloeistoffenstelsel, fig. 6 voor een 'omgekeerd' vloeistoffenstelsel;
Fig. 7 A en B stellen een variant voor van fig. 5 waarbij de drager van de elektroden in doorsnede driehoekig is;
Fig. 7C toont een uitvoeringsvorm, waarbij de meetbuis- of 15 elektrode kegelvormig is;
Fig. 8 A t/m E toont een uitvoeringsvorm, waarbij twee of meer meetbuissecties, zoals weergegeven in figuren 1-3, gecombineerd zijn, waardoor de combinatie van meetbuissecties en/of elektroden op de over-gangsplaats een knik vertoont; 20 Fig. 9 laat een uitvoeringsvorm zien, waarbij de integrale secties van meetbuis en elektroden trapvormig op elkaar aansluiten.
In fig. IA is een zij-aanzicht weergegeven van een niveaumeter volgens de uitvinding en daarvan tevens een bovenaanzicht (fig.lB) en een onderaanzicht (fig. 1C). In plaats van dat - zoals bij de oudere 25 aanvrage êh bestemd voor een normaal tweevloeistoffenstelsel - het oppervlak van de meetelektrode van beneden naar boven gaande sterker toeneemt dan dat van de compensatie-elektrode, en de afstand tussen de elektroden en de daarmede samenwerkende wanden van de om de elektroden geplaatste meetbuis constant blijft, neemt hier de afstand s tussen de meet-elektrode 30 1 en samenwerkend wanddeel 6 van de meetbuis 10 toe en blijft de verhou-0 ding van de oppervlakken van de meetelektroden 1 en de compensatie-elektrode 3 constant.
De meetelektrode 1 vormt met het schuine wanddeel 6 een condensator CM met variabele afstand s. De compensatie-elektrode 3 vormt .
35 met het wanddeel 8 een condensator C met constante afstand s. De elek- Λ troden 1, 3 zijn aangebracht op een drager 5. De meetbuis 10 is geaard bij 11. Aan de bovenzijde van de meetbuis 10 is een meetcircuit 15 aanwezig, dat twee oscillatorkringen 12, 13 en een deelketen 14 bevat. De oscillatorkring 12 resp. 13 is aangesloten op de condensator CM resp.
40 C , en levert een signaal p resp. q aan de deelketen 14. De capaciteit R
o i A I /, 7 v w ··’;* ,» „j « * c .A - 5 - van CR bedraagt £r _ s q o
die van C„ t .A
M r
i-= EV
gem 5 waarin A - h^.r (voor r, zie fig. IB) = opp. van de electrode , en £ = diëlectrische constante van de meetvloeistof. r
Voor de afstand s moet het gemiddelde genomen worden van de afstand s^ •in het laagste punt van de elektrode en de afstand in het hoogste punt van de vloeistof op zeker moment.
10 Omdat de variabele s in de noemer van de capaciteitsformule staat, zal men het quotiënt Q = — moeten bepalen, waardoor s = s=%(s +s.) p gem o i in de teller van het quotiënt verschijnt.
Dit betekent dat bij toenemende vloeistofhoogte h^ een toenemende waarde van ΊΓ behoort.
15 Hieruit volgt dat de te bepalen hoogte rechtevenredig is met het gemeten quotiënt Q, dat een lineaire functie is van de afstand.
In de standaard uitvoering zijn de elektroden en de inwendige meetbuis bekleed met PTFE om de elektroden en de meetbuis te beschermen tegen eventuele agressieve vloeistoffen.
20 Fig. 2 illustreert een variant van de uitvoeringsvorm van fig. 1, eveneens met zij-aanzicht (fig. 2A9, bovenaanzicht (fig.2B) en onderaanzicht (fig. 2C) en met een elektrisch meetcircuit 15. Voor zover sprake is van de zelfde onderdelen als in fig. 1, worden de zelfde ver-wijzingscijfers toegepast. Onderdelen, die een afwijkende constructie-25 vorm hebben, hebben een ander verwijzingscijfer verkregen. Dat is het geval met de meetelektrode, nu 21, die niet recht, maar schuin staat.
Voorts de meetbuis 30, die in plaats van de schuine zijde 6, een rechte zijde 26 bezit. De drager 25, die in doorsnede rechthoekig was, is nu in doorsnede een trapezium. Ook hier neemt de afstand tussen meet-elektro-30 deeisamenwerkende zijde van de meetbuis toe, naarmate de vloeistof stijgt.
In fig. 3 wordt nogmaals een variant van de niveaumeter van fig. 1 getoond in zij-aanzicht (fig.3A), bovenaanzicht (fig. 3B) en onderaanzicht (fig. 30, waarbij gelijke onderdelen met de zelfde verwijzings-cijfers aangegeven zijn. In dit geval is de met de meetelektrode 1 samen-35 werkende wand 61 van de meetbuis 10' van onderen naar boven schuin toe-, lopend, dus juist omgekeerd aan fig. 1 en 2.
Deze situatie is t.o.v. die van fig. 1 en 2 omgekeerd, als men let op de afstand s^.WJfSlmen deze opstelling toepassen in een normaal vloeistoffenstelsel, dan moet men het quotiënt Q' - ^ bepalen om te zor-40 gen, dat men een lineair verband tussen de hoogte h. en de afstand s. meet.
34 Π3 * 7 5 .
' f 1 - 6 -
Dit geval is in het meetcircuit 15 weergegeven.
Via een kleine handigheid kan men met een andere deelketen 16, waaraan het signaal q en de uitkomst van de deling, verricht in de keten 14, toegevoerd worden, de diëlectrische konstante van de vloeistof 5 bepalen, zodat de eventuele aanwezigheid van sporen water in de olie, die zich tussen de electroden van de condensator bevindt, bespeurd.kan . worden.
Als men daarentegen de signalen p en q zodanig aan de deelketen 14 toevoert, dat het quotient Q = wordt gemeten, dan leert een ]? 10 eenvoudige berekening, dat deze constructievorm geschikt is voor een omgekeerd vloeistofstelsel, hetgeen aan de hand van figuren 4A t/m F zal worden verduidelijkt.
Uit dit alles volgt wel, dat een bepaalde opstelling, die geschikt is voor een normaal vloeistofstelsel, niet per se omgekeerd 15 behoeft te worden om geschikt gemaakt te worden voor een omgekeerd vloeistof stelsel. Men kan er mee volstaan de aansluitpennen voor de signalen p en q in de deelketen 14 onderling te verwisselen.
Figuren 4A en B geven de niveaumeter weer voor gebruik bij een 'normaal' tweevloeistoflagenstelsel. In fig. 4A wordt verondersteld, dat 20 het vat vol is met olie, en fig. 4B met water. Ter plaatse van de interface 32 in fig. 4A bedraagt het quotiënt van CR en Λ q const, const. „ , .. , Q =— = —- : —-- N1 , bijvoorbeeld = 1 P "S N« S J* O o
Ter plaatse van de interface 33 in fig. 4b bedraagt 25 Q = ^ = N1Q, bijvoorbeeld = 10
Dus stijgend waterniveau wordt merkbaar door een toenemende waarde van N.
Figuren 4C en D tonen schematisch het geval, dat de niveaumeter volgens de uitvinding wordt toegepast in een 'omgekeerd' 30 tweevloeistoflagenstelsel, waarbij het nuttige ECH zwaarder is dan water en zich dus onder de interface bevindt.
In fig. 4C wordt verondersteld, dat het meetvat bijna compleet gevuld is met ECH, zodat de interface 34 zich boven in het vat bevindt.
In fig. 4D is daarentegen het vat vrijwel geheel met water 35 gevuld en dus bevindt de interface 35 zich nagenoeg onder in het vat.
3403475 40 ' t f - -Ί α
Ter plaatse van de interface 34 behoort een quotiënt Q = — met hoge
Jtr waarde, bijvoorbeeld 10, terwijl ter plaatse van de interface 35 Q een lage waarde heeft, bijvoorbeeld 1. Dus met toenemend waterpeil, neemt het quotiënt Q af; dat is onlogisch. Daarom is in fig. 4E en F 5 de meetbuis omgedraaid.
In fig. 4E behoort nu bij een geringe hoeveelheid H^O, dus wanneer de interface 36 hoog in het vat ligt, een lage waarde van Q, bijvoorbeeld 1. In fig. 4F, wanneer het vat vrijwel geheel gevuld is met water, ligt de interface 37 nagenoeg onderin, en dat betekent een 10 hoge waarde van Q, bijvoorbeeld 10. Aldus gaat een toenemende water-hoeveelheid nu weer gepaard met een grotere waarde van Q.
Fig. 5 A t/m E tonen een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding in vooraanzicht (A), zijaanzicht (B), boven- en onderaanzicht (C,D). Hierbij zijn de meetelektrode A of 41 en de compensatie-elektrode B of 15 43 dubbel uitgevoerd, d.w.z. aan weerszijden van een viervlakkige elec-trodedrager 45. Door deze symmetrische uitvoering van de elektroden op de drager 45, wordt niet in de eerste instantie de nauwkeurigheid, maar de aanspreekgevoeligheid verbeterd; dit kan leiden tot een hogere nauwkeurigheid. De gelijkgestemde elektroden staan tegenover elkaar en zijn 20 onderling electrisch doorverbonden, zoals in fig. 5c duidelijk te zien is.
Om het geheel is een meetbuis 46 geplaatst, die recht is omdat de meet-elektroden 41 op de schuine zijden van de drager 45 zijn aangebracht.
In figuren 6A t/m D is de elektrodendrager 45' omgekeerd ten opzichte van de elektrodendrager 45 van fig. 5 en kan daarom 25 gebruikt worden bij een 'omgekeerd' vloeistoffenstelsel.
Figuren 7A en B tonen een variant op de elektrodendrager 45 van fig. 5, die daar in doorsnede rechthoekig is, terwijl deze variant in doorsnede driehoekig is. In fig. 7A ziet men een bovenaanzicht en in fig. 7B een aanzicht in perspectief. In deze variant is een elektro-30 dedrager: 50 weergegeven, met drie zijden 47, 48 en 49. De zijden 47 en 48 zijn schuin en dragen de meetelektrode M en M'. De derde zijde 49 is recht en draagt de compensatie-elektrode R.
Niet alleen in fig. 7B maar ook in het bovenaanzicht van fig.
7A ziet men duidelijk dat onderaan de doorsnededriehoek 52 een groter 35 oppervlak heeft dan de doorsnededriehoek 53 bovenaan. In fig. 7A is tevens met een stippellijn, om de driehoekige elektrodendrager 50 heen, de meetbuis 54 getekend, die de vorm heeft van een rechthoekig, driezijdig parallelepipidum.
Het zal duidelijk zi-jn, dat ook een kegelvorm of ander omwente-λ /. -λ 7 .·;“? s
J V v ' / J
- 8 - lingslichaam zeer geschikt is voor gebruik in een niveaumeter volgens de uitvinding. In fig. 7C is zo'n kegelvormige niveauneter weergegeven, althans wat de meetbuis 54 betreft. De elektrodendrager 55 is schter cilindrisch. Daar waar de compensatie-elektrode 57 is aangebracht bezit 5 ook de kegelvormige meetbuis een rechte beschrijvende 58. Ook nu weer kan men de elektrodendrager kegelvormig uitvoeren, bijvoorbeeld zoals het lichaam 54 en daaromheen dan een rechte meetbuis aanbrengen, zoals met de stippellijnen 59 is aangegeven.
Figuren 8A t/m E tonen diverse mogelijkheden om twee verschil-10 lende niveaumeters te combineren, zodat zij geschikt zijn voor interface metingen bij een combinatie van een 'normaal' en een 'omgekeerd' twee-vloeistoflagenstelsel.
Zo ziet men in fig. 8A de combinatie van een niveaumeter 61 voor een normaal vloeistoffenstelsel en een niveaumeter 62 voor een 15 omgekeerd vloeistoffenstelsel. Daar de meetelektrode 63 recht is, zijn de samenwerkende zijden 66, 67 van de meetbuissecties 68, 69 hellend en vertoont de meetbuis-als-geheel 70 een (convexe of uitspringende)knik.
Fig. 8B toont een combinatie van een niveaumeter 71 voor een normaal vloeistoffenstelsel en daaronder een niveaumeter 72 voor een 20 omgekeerd vloéistoffenstelsel. Daardoor vertoont de meetbuis-als-geheel 75 een binnenwaatse knik.
In figuren 8C en D zit de knik in de gecombineerde meetelektrode 77 resp. 78.
In fig. 8E is te zien dat ook bij zo'n combinatie de compensa-25 tie-elektrode 81 geknikt kan zijn, mits de overstaande wand 82 van de meetbuis 85 de zelfde helling en knik vertoont. Uiteraard moet ook de wand 83 tegenover de meetelektrode 86 geknikt zijn.
Als zo'n niveaumeter grote hoogteverschillen moet overbruggen voor slechts één vloeistoffenstelsel, kunnen de afmetingen in de dwars-30 richting (ten gevolge van het hellende verloop van de schuine zijden) onaanvaardbaar groot worden. Het verdient dan aanbeveling om de platen van de condensator in- of uitwendig om de paar meter bijvoorbeeld terug te laten springen. Dit is in fig. 9 voor de totale meetbuis 90 (dus de 'uitwendige' condensatorplaat) uitgevoerd. Deze bestaat hier in feite 35 uit 7 individuele meetbuissecties 91, 92 etc. van bijvoorbeeld elk 1,5 m ^ lengte# waarbij de meetelektrode 95 zelf op overeenkomstige wijze in onderling gescheiden deelelektajoden 96, 97 etc. verdeeld is.
De meetelektrode 95 is daardoor een deeltjesmeetelektrode geworden, waarbij elke deelelektrode een deel van het schaalbereik verzorgt. Na elk 40 deeltje op de elektrode 95 geeft de meter 100% aan, daarna begint het 8403475 * ' f * - 9 - volgende deeltje weer bij 0% en loopt op tot 100 % enz. De deeltjes worden dan digitaal opgeteld.
Voorbeeld; bedekking met vloeistof door vier deeltjes van elk 250 mm lengte. Het vijfde deeltjes is voor 50% bedekt. De aanwijzing is dan; 5 4 x 250 mm = 1000 mm + h deeltje 5 (= 125 mm), totaal is de inhoud dan; 1000 + 125 = 1125 mm.
10 14 Ü v ï 7 5

Claims (10)

1. Niveaumeter van het capacitieve type voor het langs capaci-tieve weg meten van het vloeistofpeil in een vat o:f stroombuis, waartoe in het vat o.d. een meetelektrode (M) en compensatieëlektrode (R) zijn geplaatst samenwerkend met- een als tegenelektrode fungerende meetbuis, 5 waarbij de compensatie-elektrode over de zelfde lengte als de meetelektrode daaraan evenwijdig is opgesteld, met het kenmerk, dat de meetelektrode (M) en het als tegenelektrode fungerende wanddeel van de meetbuis zodanig tegenover elkaar zijn opgesteld, dat de afstand ertussen, horizontaal gezien, variabel is - waarbij overigens de afstand tussen de compensatie- 10 elektrode (R) en het daar tegenover opgestelde wanddeel van de meetbuis wel konstant is - waardoor deling van de capaciteiten (C^ en CR) een lineair of hogere ordeverband met de te meten vloeistofhoogte aangeeft.
2. Niveaumeter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het wanddeel van de meetbuis gelegen tegenover de meetelektrode (M) en/of 15 de meetelektrode zelf hellend is.
3. Niveaumeter volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat voor gebruik in een 'normaal' olie-waterstelsel het met de meetelektrode samenwerkende wanddeel van de meetbuis van boven naar beneden schuin toeloopt.
4. Niveaumeter volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat voor 20 gebruik in een'normaal' olie-waterstelsel het met de meetelektrode samenwerkende wanddeel van de meetbuis recht is, terwijl de meetelektrode zelf van beneden naar boven schuin toeloopt.
5. Niveaumeter volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat in een symmetrische opstelling van een veelzijdig dragerlichaam voor de 25 elektroden de meetbuiswanddelen aan de ene en aan gene zijde, die samenwerken met de meetelektroden aan de ene en aan gene zijde, en/of die meet-elektroden zelf schuin lopen, terwijl de compensatie-elektroden aangebracht zijn op het dragerlichaam tegenover elkaar: op de twee andere zijden en een constante afstand hebben tot de tegenoverstaande wanddelen van de. 30 meetbuis.
6. Niveaumeter volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het dragerlichaam in doorsnede driehoekig is en dat de meetelektroden aan twee zijden en de compensatieëlektrode aan de derde zijde is aangebracht.
7. Niveaumeter volgens ëën der voorafgaande conclusies, met het 35 kenmerk, dat de hoofdelektrode (meetelektrode en compensatie-elektrode) en de als tegenelektrode fungerende meetbuis tezamen een integrale eenheid vormen, die bij plaatsing in een vloeistofvat in galvanisch opzicht q L η τ Al s; C "7 V V “ï i ij %* - 11 - > ' daarvan geïsoleerd is.
8. Niveaumeter volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het met een elektrode samenwerkende wanddeel en/of de electrode zelf één of meer knikken vertonen. 5
9. Niveaumeter volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het met de meetelektrode samenwerkende wanddeel trapjesvormig is uitgevoerd en de meetelektrode zelf op overeenkomstige wijze in onderling gescheiden deelelektroden verdeeld is.
10 8403475
NL8403475A 1983-12-01 1984-11-14 Niveaumeter van het capacitieve type. NL8403475A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403475A NL8403475A (nl) 1984-11-14 1984-11-14 Niveaumeter van het capacitieve type.
EP84201787A EP0152644A3 (en) 1983-12-01 1984-11-30 Gauge for measuring the level or the conductance of a liquid present between two electrodes.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403475 1984-11-14
NL8403475A NL8403475A (nl) 1984-11-14 1984-11-14 Niveaumeter van het capacitieve type.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403475A true NL8403475A (nl) 1986-06-02

Family

ID=19844765

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403475A NL8403475A (nl) 1983-12-01 1984-11-14 Niveaumeter van het capacitieve type.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8403475A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6539797B2 (en) Auto-compensating capacitive level sensor
RU2381460C2 (ru) Измерительное устройство и устройство измерения проводимости для определения количества протекающей электрически проводящей жидкости, измерительный элемент и способ
NL192581C (nl) Inrichting voor de aanrakingsvrije meting van de volume- en/of massastroom van een bewegend medium door middel van kruiscorrelatie.
US5423214A (en) Variable fluid and tilt level sensing probe system
US8479573B2 (en) Fluid level sensor
NL192936C (nl) Inrichting voor het bepalen van ruimtelijke inhomogeniteiten in een diëlektricum.
US4780663A (en) Gauge for measuring the conductance of a liquid present between two electrodes
US4641434A (en) Inclination measuring device
US4611489A (en) U-shaped capacitor level gauge
JP6936538B2 (ja) 転倒ます形雨量計
US10697818B2 (en) Capacitive detection device and measuring device including same
US4389889A (en) Apparatus for detecting the presence of water in a fuel tank
GB2060898A (en) Devices for capacitive level measurement
NL8403475A (nl) Niveaumeter van het capacitieve type.
NL1009797C2 (nl) Inrichting voor het meten van de volumestroom van een fluïdum in een leiding.
JPS59182316A (ja) 流速測定装置
GB2218812A (en) A capacitive apparatus for measuring liquid volume and flow rate
JP6132482B2 (ja) 液位検出装置
KR102645404B1 (ko) 피펫형 정전용량측정기
US20220397441A1 (en) Sensor Device and Method for Determining Properties of a Liquid
RU2706457C1 (ru) Динамический датчик плотности жидкости
JPS5990018A (ja) 流体レベルの測定方法およびその装置
SU1682792A1 (ru) Емкостный ротаметр
RU2112228C1 (ru) Датчик напряжения поверхностного трения
US4438651A (en) Method and device for measuring the density of fluids particularly dredgings

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed