NL8403407A

NL8403407A - Roteerbare droogtrommel.

Info

Publication number: NL8403407A
Application number: NL8403407A
Authority: NL
Original assignee: Vandenbroek Int Bv
Priority date: 1984-11-08
Filing date: 1984-11-08
Publication date: 1986-06-02
Also published as: DK497585A; EP0183304A1; US4633595A; FI854289A0; PL256115A1; ZA858284B; JPS61116279A; DK497585D0; FI854289A; NO854410L

Description

t A - .... ï VC 6550

Roteerbare droogtrommel.

De uitvinding heeft betrekking op een roteerbare, cylindrische droogtrommel, welke in. axiale richting is opgebouwd uit een reeks van schoepen voorziene secties, met lucht- en materiaaldoorlaatopeningen, waarbij het te drogen materiaal via een langs de trommelwand gelegen 5 ringvormige spleet in elke sectie kan binnentreden en door de schoepen in radiale richting transportaerbaar is, terwijl aan weerszijden van elke sectie materiaaltransportschoepen tegen de trommelwand zijn aange— bracht voor het in axiale richting transporteren van het te drogen materiaal.

10 Dergelijke roteerbare droogtrommels worden sinds lange tijd in de praktijk toegepast, met name voor het drogen van gras en korrel vormige produkten. Elke sectie in de trommel bestaat daarbij uit een dwars op de trommelwand staande voorplaat, die ter plaatse van de trommelwand een invoerspleet open laat, terwijl in het centrum van deze voorplaat een 15 relatief kleine luchtdoorlaatopening is aangebracht. Op enige afstand van de voorplaat bevindt zich de achterplaat van de sectie, die eveneens loodrecht op de trommelwand is geplaatst en waarvan de omtreksrand met de trommelwand is verbonden. In het centrum van deze achterplaat bevindt zich een relatief grote opening voor het uit de sectie afvoeren van droog-20 lucht en het te drogeimateriaal. Tussen de voor- en de achterplaat van elke sectie zijn schoepen aangebracht, die het in de sectie aanwezige, te drogen materiaal bij het roteren van de trommel aanvankelijk meenemen en vervolgens in de sectie naar beneden laten dwarrelen om het te drogen produkt beter in aanraking te brengen met door de trommel stromende 25 droog lucht. De axiaal gaande luchtstroom neemt min of meer gedroogde deeltjes mee door de afvoeropening in de achterste plaat van een sectie, welk meegenomen produkt opbotst tegen de voorplaat van de volgende sectie en vervolgens in de trommel radiaal naar beneden valt. Achter elke sectie bevinden zich materiaaltransportschoepen, aangebracht aan de 30 binnenzijde van de trommelwand, die het materiaal langs de trommelwand voortbewegen en via de inlaatspleet doen belanden in de volgende sectie, binnen welke het hierboven beschreven proces wordt herhaald-

Gebleken is, dat het zich in deze bekende droogtrommel afspelende droogproces uitstekend voldoet, echter relatief veel energie vraagt. De 35 door het proces gebruikte energie bestaat enerzijds uit thermische ί ^ Λ -2- energie voor het onderhouden van het droogproces en uit vermogensenergie voor de aandrijving van de roteerbare trommel en van de hoofdventilator voor het teweegbrengen van een sterke luchtstroom door de trommel. In het totale energieverbruik is het. aandeel van de vermogensenergie groot en 5 van de vermogensenergie wordt weer een. zeer groot deel door de hoofdventilator verbruikt. De door de ventilator opgenomen energie is evenredig met de druk, noodzakelijk om een bepaald luchtdebiet door de trommel te leiden. Deze druk is weer in: belangrijke mate afhankelijk van de door de droogtrommel geleverde weerstandsdruk en die wordt in hoofdzaak geleverd 10 door de in de trommel geplaatste secties.

Een ander bezwaar van de bekende trommel vormt het niet-regelbaaro' zijn van de verblijftijd, van het materiaal in de opeenvolgende secties van de droogtrommels

Doel van de uitvinding is het verschaffen van een droogtrommel, waar-15 bij het energieverbruik aanzienlijk is verlaagd en de regelbaarheid van de verblijftijd van het materiaal in de trommel is vergroot.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door een trommel van het bovenomschreven type te verschaffen, waarbij; elke sectie bestaat uit twee dubbelwandige·, afgeknot conusvormige, met de toppen, naar elkaar toe 20 gerichte delen r waarbij de toppen, van de buitenconussen met elkaar zijn verbonden onder- vorming van een lucht— en materiaaldoorlaatopening en de randen: van de· bodemcirkels zijn verbonden met de trommelwand, terwijl de binnenconussen met. behulp van af standhouders zijn verbonden met de buitenconussen..

25 Omdat aldus- uitgevoerde secties een dubbele werking hebben,, waarbij het materiaal eerst radiaal naar binnen en in de tweede helft van de sectie radiaal naar buiten wordt gevoerd, kan het aantal secties per trommel aanzienlijk worden gereduceerd- De luchtweerstand van de trommel blijkt aanzienlijk, lager te zijn met behoud van het thermisch rendement 30 van het droogproces, zodat de aan de hoofdventilator toegevoerde hoeveelheid energie belangrij. kc kan worden verlaagd. Doordat, in de tweede helft van elke sectie, waarbij het materiaal radiaal naar buiten in de richting van de trommelwand beweegt, een zekere tarugval van. materiaal in de sectie kan plaatsvinden, kan. de verblijftijd van het materiaal per sectie 35 worden vergroot. De verblijftijd is verder beïnvloedbaar door de vorm van de afstandhouders tussen de beide conussen ais vlakke schoepen, uit te voeren, dan wel deze een geknikte of gebogen verloop te geven.

Λ J, Λ ? A i\ 7 is -4 · · "ϊ - /

s» -- I

-3-

Sen., verdere aanpassing van de verblijftijd afhankelijk van het te dro-. ' gen materiaal wordt verkregen door de voor en achter elke sectie tegen de rrommelwand aangebrachta materiaaltransportschoepen een instelbare spoed-hoek te geven. Deze schoepen kunnen zelfs· zodanig worden ingesteld, dat de 5 bewegingsrichting, van het te drogen materiaal tijdelijk tegengesteld is aan de normale trommeldoorlooprichting.

Sen uitvoeringsvorm van de droogtrommel volgens de. uitvinding wordt aan de hand van de tekening·nader toegelicht. Hierin toont»·

Fig. 1 een .aanzicht van een droogsectie, ia schematische vorm;.

10 Fig. 2 een doorsnede in langsrichting van een droogtrommel met vier secties, en

Fig. 3a-c aanzichten in asrichting van secties met verschillende. schoep-types.

De in fig. 1 weergegeven- sectie 7 wordt gevormd door twee symmetrisch 15 tegenover elkaar-geplaatste sectiehelften, elk. bestaande uit een.buitenconus 1 en een binnenconus 2, welke laatste een grcndcirkel heeft van kleinere diameter dan die van- de buitenconus 1. 3eide conussen 1,2 zijn voorzien van een daorlaatopening 3, respectievelijk 4. De doorlaatopening 3 in de. binnenconus 2 is. bedoeld voor het uitsluitend doorlaten var lucht, 20 terwijl de? doorlaatopening 4 van- de buitenconus 1 een mengsel van lucht en te drogen materiaal, doorlaat. Tussen de conussen. 1,2 zijn in hoofdzaak radiaal verlopende, als- schoepen- werkzame schotten 5 aangebracht.

De randen van de topcirkels der beide buitenconussen 1 zijn onderling verbonden, zodat een in doorsnede V-vormige afgesloten ruimte 6 cnt-25 staat tussen de trommelwand 8 en de buitenwanden van de beide buitenconussen 1.

De secties 7 zijn achter elkaar in de trommel tegen de trommelwand 8 geplaatst, waarbij voor en achter elke sectie 7 langs de trommelwand mate-riaaltransportschoepen 9- zijn aangebracht (Fig.2). Bij de trommelinlaat 10 30 wordt het te drogen materiaal aangevoerd, en wordt warme lucht in de trommel geblazen of gezogen. Het te drogen materiaal wordt door de lucht meegevoerd. De schoepen 9 nabij de trommelinlaat 10 zijn onder 45° in materiaal transportrichting geplaatst om een snelle doorvoer van het te drogen materiaal teweeg te brengen. Deze snelle doorvoer aan de inlaat van de 35 trommel is gewenst omdat de droogluchfc aldaar een hoge temperatuur bezit.

Het lucht/materiaalmengsel zal de secties in hoofdzaak langs de trommelwand, via de ringvormige materiaaldoorvoeropening 12 tussen de buiten- en 1 v Λ 7 /. 7 -4- ; 't de binnenconus binnentreden- Het geheel wordt daarbij langs en door de schoepen 5 geleid, die het lucfrtjfoatariaalmengsel in werveling brengen, tengevolge waarvan een intensieve droging plaatsvindt. Het lucht/materiaal-mengsel stroomt vervolgens via beide doorlaatopeningen 4 de tweede sectie-5 helft van de sectie 7 binnen om deze weer in hoofdzaak via ie schoepen 5 en de ringvormige opening 12' te verlaten. Afhankelijk van de instelling van de. materiaaltransportschoepen 9, n. 1. in materiaaldoorvoerrichting of daaraan tegengesteld, zal. het. materiaal in meerdere of mindere mate dóórstromen, naar de volgende sectie respectievelijk terugstromen naar de 10 zojuist verlaten sectie 7. De hoek, die de materiaaltransportschoepen 9 met de horizontaal, maken, bepaalt daarbij of het door- of terugstromen-, versneld of vertraagd zal plaatsvinden. De verblijftijd in de secties en in' de trommel kan zo optimaal worden geregeld. Ingeval van terugstroming wordt het materiaal weer op dezelfde wijze, via de doorlaatopening 12 15 in de zojuist verlaten sectie opgenomen.

De secties 7 zijn met een kleine luchtdoorlaatopening 3 in de binnenconus 2 uitgevoerd, terwijl de buitenconussen een relatief grote inlaat-opening 4 hebben. De openingen 3 van de binnenconussen 2 laten derhalve nagenoeg geen te drogen materiaal door, terwijl de materiaalstrorning van 20 de ene sectiehelft naar de volgende via de grote doorlaatopeningen 4 in beide, buitenconussen 1 gemakkelijk kan plaatsvinden.

In. fig.. 3a-c zijn drie mogelijke vormen aangegeven van de in elke sectie aanwezige schoepen,- die tevens dienen als verbindingsorgaanrenr.af-standmiddei tussen een binnenconus 2 en een buitenconus 1. In fig. 3a 25 hebben deze schoepen een zuiver radiaal verloop, in fig. 3b zijn de schoepen geknikt uitgevoerd, terwijl in fig. 3c de schoepen ten dele een gebogen verloop hebben, waarbij het radiaal buitenste stuk in zuiver radiale richting verloopt. Deze verschillende schoepvormen kunnen het wervelgedrag. van het te drogen materiaal binnen een sectie mede beinvloe-30 den.

-¾ : Λ 17 1 Λ cs 1·» .1 1 λ1 s 1 / ;: -h λ 1 ^ “ y ü i

Claims

1. Roteerbare, cilindrische droogtrommel, welke in axiale richting is opgebouwd uit een reeks, van schoepen voorziene secties, met lucht- en mauariaaldoorlaatopeningen, waarbij het te drogen materiaal via een langs de tromoelwand gelegen ringvormige spleet in elke sectie kan 5 binnendringen en door de schoepen in radiale richting transporteerbaar is, terwijl aan weerszijden van elke sectie materiaaltranportschoepen tegen de trommel wand zijn aangebracht voor het in axiale richting transporteren van het te drogen materiaal, met het kenmerk, dat elke sectie (7) bestaat uit twee, dubbelwandige, af geknot-conusvormige, met de toppen 10 naar elkaar toe gerichte delen, waarbij de toppen van de buitenconussen (1) met elkaar zijn verbonden onder vorming van een lucht- en materiaal-doorlaatopening (4) en de randen van de bademcirkels zijn verbonden met de trommeiwand κδ) , terwijl de binnenconussen (2) met behulp van afstand-' houders zijn verbonden met de buitenconussen (1).

2. Droogtrommel volgens- conclusie 1, met het kenmerk, dat de af standhouden: bestaan uit doorlopende, langs de randen met de mantelvlakken van de binnen- en buitenconus verbonden, als schoepen werkzame schotten (5).

3. Droogtrommel volgens de conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de als schoepen werkzame schotten (5) in radiale richting eenr. geknikt: respectleve- 20 lijk,gebogen verloop hebben»

4. Droogtrommel volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de naar toegekeerde toppen van de binnenconussen (2) van elke sectie (7) een cirkelvonaige opening (3) bezitten, waarvan de: diameter kleiner is dan de doorlaatopening (4) in elke buitenconus (1),

5. Droogtrommel volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de voor- en achter elke sectie (7) tegen de trommeiwand (8) aangebrachte materiaaltransportschoepen (9) een instelbare spoedhoek hebben. -i / r ” ί Π 7