NL8403360A

NL8403360A - Werkwijze voor het op een kledingstuk of dergelijke aanbrengen van een deel uit bandvormig materiaal.

Info

Publication number: NL8403360A
Application number: NL8403360A
Authority: NL
Original assignee: Usm Benelux B V
Priority date: 1984-11-05
Filing date: 1984-11-05
Publication date: 1986-06-02
Also published as: WO1986002810A1; US4706585A; EP0200765A1

Description

NL 32.470-dV/Vo/rvdv ' " *

Werkwijze voor het op een kledingstuk of dergelijke aanbrengen van een deel uit bandvormig materiaal.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het op een kledingstuk of dergelijke aanbrengen van een deel uit bandvormig materiaal, zoals textiel, waarbij het bandvormige materiaal in stroken met een geschikte lengte 5 wordt verdeeld, waarna deze stroken op het kledingstuk of dergelijke worden bevestigd.

Bij een bekende werkwijze van dit type worden delen uit bandvormig materiaal in de vorm van riemlussen aangebracht op broeken. Hierbij worden riemlusstroken van een 10 riemlusband afgeknipt en op de broeken vastgestikt. Zowel het afknippen als het vaststikken vindt machinaal plaats. Deze werkwijze heeft als nadeel, dat de uiteinden van de riemlus-stroken sterk rafelen. Derhalve moeten bij deze bekende werkwijze de rafels na het op de broeken vaststikken van de riem-15 lusstroken worden verwijderd. Dit wordt met de hand verricht, en is derhalve arbeids- en kostenintensief.

De uitvinding beoogt een werkwijze van het in de aanhef genoemde type te verschaffen, waarbij dit nadeel op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze is opgeheven.

20 Hiertoe heeft de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk, dat de uiteinden van de stroken, voordat deze op het kledingstuk of dergelijke worden bevestigd, van een kleefstof worden voorzien.

Door het aanbrengen van de kleefstof wordt verhin-25 derd, dat de uiteinden van de stroken rafelen, zodat de extra bewerkingsstap voor het verwijderen van rafels achterwege kan blijven. Dit leidt tot een aanzienlijke kostenbesparing, terwijl de produktiesnelheid toeneemt.

Wanneer, volgens een voorkeursuitvoering van de 30 werkwijze volgens de uitvinding, de kleefstof, voorafgaande aan het in stroken verdelen, op die plaatsen van het bandvormige materiaal wordt aangebracht, waar het bandvormige materiaal in opeenvolgende stroken wordt verdeeld, is het mogelijk, om op een uiterst handige manier in één stap kleefstof 35 aan te brengen op de naast elkaar gelegen uiteinden van twee opeenvolgende stroken. Hierdoor is voor het aanbrengen van kleefstof op de beide uiteinden van een strook gemiddeld ö 4 Q3 35 0 ΐ -2- slechts precies één bewerkingsstap nodig.

Volgens een handige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de kleefstof dubbelzijdig op de uiteinden van de stroken aangebracht.

5 Hierdoor wordt het rafelen van de strookuiteinden op nog effectievere wijze verhinderd.

Het is van bijzonder voordeel, wanneer de kleefstof uit een thermoplastische lijm bestaat, die tijdens het aanbrengen wordt verhit.

10 Een gevolg hiervan is, dat de lijm na het aanbren gen slechts aan de stroken hecht en niet aan andere voorwerpen.

De werkwijze volgens de uitvinding kan bijzonder gunstig worden uitgevoerd door de kleefstof aan te brengen 15 met behulp van tenminste één spuitmond, die tegen het oppervlak van het bandvormige materiaal wordt gedrukt.

Op deze wijze kan de kleefstof snel en accuraat op de gewenste plaatsen worden aangebracht.

Wanneer bovendien, alvorens de spuitmond tegen het 20 oppervlak van het bandvormige materiaal wordt gedrukt, een kleine hoeveelheid van de kleefstof uit de spuitmond op de spuitmondopening wordt aangebracht, wordt het kleefstofver-bruik aanzienlijk gereduceerd, zonder dat de werking van de kleefstof vermindert.

25 Daarnaast heeft de uitvinding tevens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, welke inrichting daartoe is gekenmerkt door twee, aan weerszijden van het bandvormige materiaal geplaatste, van en naar het bandvormige materiaal beweegbare spuitmonden voor 30 de kleefstof.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de werkwijze en van de inrichting volgens de uitvinding is weergegeven .

35 Fig. 1 is een schema van een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding;

Fig. 2 toont, op welke plaatsen de kleefstof wordt aangebracht volgens de werkwijze uit fig. 1; en

Fig. 3 toont een schematisch weergegeven gedeelte 40 van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvin- 840 33 6 0 -3- t - * ding.

Bij het in fig. 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van de werkwijze volgens de uitvinding, wordt bandvormig materiaal 1 van een rol 2 afgewikkeld. Het van de rol 2 afwikkelen 5 geschiedt door een trekorgaan 3, dat intermitterend aangrijpt op het uiteinde van het bandvormige materiaal 1. Het bandvormige materiaal 1 passeert eerst tussen twee spuitmonden 4, wordt vervolgens door een snijorgaan 5 in stroken 6 met een geschikte lengte verdeeld en tenslotte door een niet getoonde 10 transporteur naar een naai- of stikmachine 7 gevoerd, waar deze strook 6 wordt bevestigd op een kledingstuk 8.

Met behulp van de spuitmonden 4, die, zoals aan de hand van fig. 3 nader zal worden toegelicht, zijn gekoppeld -- met^cilinder-zuigersamenstellen 9, worden de uiteinden van de 15 stroken 6, voordat deze op het kledingstuk 8 worden bevestigd, van een kleefstof 10 voorzien. Hiertoe worden de spuitmonden 4, die aan de weerszijden van het bandvormige materiaal 1 zijn geplaatst, tegen het oppervlak van het bandvormige materiaal 1 gedrukt. In de in fig. 1 getoonde uitvoering 20 wordt de kleefstof 10 aangebracht, voorafgaande aan het in stroken 6 verdelen van het bandvormige materiaal 1. De synchronisatie tussen de beweging van het bandvormige materiaal 1 en de werking van de spuitmonden 4 is zodanig, dat de kleefstof 10 op die plaatsen van het bandvormige materiaal 1 25 wordt aangebracht, waar het bandvormige materiaal 1 in opeenvolgende stroken 6. wordt verdeeld. Dit leidt tot een kleef-stofverdeling over het oppervlak van het bandvormige materiaal 1 zoals is getoond in fig. 2. Na het aanbrengen van de delingen tussen de opeenvolgende stroken 6 bevindt zich 30 kleefstof 10 ter plaatse van de beide uiteinden van elke strook. Bovendien leidt de toepassing van twee spuitmonden 4 tot het dubbelzijdig op de uiteinden van de stroken 6 aanbrengen van kleefstof 10. Het intermitterend aangrijpen van het trekorgaan 3 op het uiteinde van het bandvormige materi-35 aal 1 is zodanig gestuurd, dat het bandvormige materiaal 1 slechts wordt bewogen, wanneer de spuitmonden 4 niet in aanraking zijn met het bandvormige materiaal.

Bij voorkeur bestaat de kleefstof 10 uit een thermoplastische lijm, die tenminste tijdens het aanbrengen wordt 40 verhit. Nadat deze thermoplastische lijm op de uiteinden van

840 33 SC

: s -4- de stroken 6 is aangebracht, koelt deze af, en verliest zijn klevende werking ten opzichte van andere voorwerpen. Hierdoor kan bijvoorbeeld het trekorgaan 3 voor het voortbewegen van het bandvormige materiaal 1 zonder bezwaren aangrijpen op het 5 vrije, reeds van kleefstof 10 voorziene, uiteinde van het bandvormige materiaal 1, zonder dat een ongewenste hechting tussen dit vrije uiteinde en het trekorgaan 3 plaatsvindt.

Alvorens de spuitmonden 4 tegen het oppervlak van het bandvormige materiaal 1 worden gedrukt, is het mogelijk, 10 om een kleine hoeveelheid van de kleefstof 10 op de spuit-mondopening aan te brengen. Hiertoe wordt gedurende korte tijd kleefstof uit de spuitmonden 4 geperst, totdat zich een of enkele druppels ter plaatse van de spuitmondopening hebben gevormd. Vervolgens worden de spuitmonden 4 tegen het te 15 bewerken oppervlak gedrukt, waarna nog gedurende korte tijd onder druk kleefstof uit de spuitmonden 4 wordt geperst. Er is gebleken dat, wanneer op deze wijze kleefstof 10 op het bandvormige materiaal 1 wordt aangebracht, het kleefstofverbruik beduidend lager ligt, dan wanneer de spuitmonden 4 te-20 gen het oppervlak van het bandvormige materiaal 1 wordt gedrukt, zonder eerst een kleine hoeveelheid kleefstof op de spuitmonden aan te brengen. Hierbij kan het kleefstofver-bruik, bij gelijkblijvende kwaliteit van de, van kleefstof 10 voorziene, uiteinden van de stroken 6, zelfs met een factor 25 20 worden gereduceerd.

Fig. 3 toont dat gedeelte van een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, waar de kleefstof wordt aangebracht op het bandvormige materiaal 1. Zichtbaar zijn twee spuitmonden 4, die van en naar het 30 bandvormige materiaal 1 beweegbaar zijn door corresponderende cilinder-zuigersamenstellen 9. De cilinder-zuigersamenstellen 9 worden gedragen door een draagdeel 11, terwijl het bandvormige materiaal 1 in de nabijheid van de spuitmonden 4 wordt ondersteund door een geleidingsplaat 12 met geleidingen 13.

35 Deze geleidingsplaat 12 bezit een, niet getoonde, opening, waardoor het mogelijk is, dat de onderste spuitmond 4 in aanraking kan komen met het bandvormige materiaal 1. Bovendien is een aandrukstuk 19 voorzien, dat het bandvormige materiaal tegen de geleidingsplaat 12 gedrukt houdt. Hierdoor is het 40 niet mogelijk, dat het bandvormige materiaal 1 onder invloed 840 33 o 0 -5- ‘ van de hechtwerking van de kleefstof 10 door de bovenste spuitmond 4 mee omhoog wordt getrokken, wanneer deze spuit-mond 4 omhoog wordt bewogen.

De spuitmonden 4 zijn via een kleefstofleiding 14 5 verbonden met een verwarmd kleefstofreservoir 15. In de leiding 14 is een regelorgaan 16 aangebracht, dat dient voor de regeling van de kleefstoftoevoer naar de spuitmonden 4.

De cilinder-zuigersamenstellen 9 staan via een leiding 17 in verbinding met een pneumatisch of hydraulisch sys- 10 teem. In de leiding 17 is eveneens een regelorgaan 18 geplaatst, dat de besturing van de cilinder-zuigersamenstellen 9 regelt. Tussen de regelorganen 16 en 18 moet een synchronisatie bestaan, die wordt verkregen door een, op zichzelf bekend en derhalve niet nader toegelicht, regelsysteem.

15 Met de werkwijze en de inrichting volgens de uit vinding kan op eenvoudige wijze het rafelen van delen uit bandvormig materiaal, zoals riembandlussen, worden voorkomen. Dit levert een aanzienlijke besparing op aan produktietijd en produktiekosten.

20 De uitvinding is niet beperkt tot de in het voor gaande beschreven uitvoeringsvorm, maar kan binnen het kader der uitvinding op velerlei manieren worden gevarieerd.

840 33 3 0

Claims

1. Werkwijze voor het op een kledingstuk of dergelijke aanbrengen van een deel uit bandvormig materiaal, zoals textiel, waarbij het bandvormige materiaal in stroken met een geschikte lengte wordt verdeeld, waarna deze stroken op het 5 kledingstuk of dergelijke worden bevestigd, met het kenmerk, dat de uiteinden van de stroken, voordat deze op het kledingstuk of dergelijke worden bevestigd, van een kleefstof worden voorzien.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het 10 kenmerk, dat de kleefstof, voorafgaande aan het in stroken verdelen, op die plaatsen van het bandvormige materiaal wordt aangebracht, waar het bandvormige materiaal in opeenvolgende stroken wordt verdeeld.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2,met het 15kenmerk, dat de kleefstof dubbelzijdig op de uiteinden van de stroken wordt aangebracht.

4. Werkwijze volgens een der conclusies 1-3, m e t het kenmerk, dat de kleefstof bestaat uit een thermoplastische lijm, die tenminste tijdens het aanbrengen wordt 20 verhit.

5. Werkwijze volgens een der conclusies 1-4, m e t het kenmerk, dat de kleefstof wordt aangebracht met behulp van tenminste êén spuitmond, die tegen het oppervlak van het bandvormige materiaal wordt gedrukt.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat alvorens de spuitmond tegen het oppervlak van het bandvormige materiaal wordt gedrukt, een kleine hoeveelheid van de kleefstof uit de spuitmond op de spuitmond-opening wordt aangebracht.

7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6,met het kenmerk, dat de kleefstof met behulp van twee, aan de weerszijden van het bandvormige materiaal geplaatste, spuit-monden wordt aangebracht.

8. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze 35 volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door twee, aan weerszijden van het bandvormige materiaal geplaatste, van en naar het bandvormige materiaal beweegbare spuitmonden voor de kleefstof. 840 33 6 0 -7- ;

9. Inrichting volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat deze is voorzien van een, het bandvormige materiaal in de nabijheid van de spuitmonden ondersteunende, geleidingsplaat en een het bandvormige materiaal op deze ge-5 leidingsplaat drukkend aandrukstuk. 840 33 6 0