NL8403265A - Vermogensversterker. - Google Patents

Vermogensversterker. Download PDF

Info

Publication number
NL8403265A
NL8403265A NL8403265A NL8403265A NL8403265A NL 8403265 A NL8403265 A NL 8403265A NL 8403265 A NL8403265 A NL 8403265A NL 8403265 A NL8403265 A NL 8403265A NL 8403265 A NL8403265 A NL 8403265A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transistors
power
diode
compensation
current
Prior art date
Application number
NL8403265A
Other languages
English (en)
Original Assignee
E Van Drecht
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by E Van Drecht filed Critical E Van Drecht
Priority to NL8403265A priority Critical patent/NL8403265A/nl
Publication of NL8403265A publication Critical patent/NL8403265A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03FAMPLIFIERS
    • H03F3/00Amplifiers with only discharge tubes or only semiconductor devices as amplifying elements
    • H03F3/30Single-ended push-pull [SEPP] amplifiers; Phase-splitters therefor
    • H03F3/3069Single-ended push-pull [SEPP] amplifiers; Phase-splitters therefor the emitters of complementary power transistors being connected to the output
    • H03F3/3076Single-ended push-pull [SEPP] amplifiers; Phase-splitters therefor the emitters of complementary power transistors being connected to the output with symmetrical driving of the end stage
    • H03F3/3077Single-ended push-pull [SEPP] amplifiers; Phase-splitters therefor the emitters of complementary power transistors being connected to the output with symmetrical driving of the end stage using Darlington transistors
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03FAMPLIFIERS
    • H03F1/00Details of amplifiers with only discharge tubes, only semiconductor devices or only unspecified devices as amplifying elements
    • H03F1/32Modifications of amplifiers to reduce non-linear distortion
    • H03F1/3217Modifications of amplifiers to reduce non-linear distortion in single ended push-pull amplifiers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Nonlinear Science (AREA)
  • Amplifiers (AREA)

Description

·* * N.0. 32498
Korte aanduiding: Vermogensversterker.
De uitvinding heeft betrekking op een 5 vermogensversterker met instelling van de ruststroom, voorzien van symmetrisch ten opzichte van een referentiepotentiaal ingestelde ingangs- en uitgangsschakelingen tussen de beide voedingsspanningen, in de ingangsschakeling waarvan twee constante-stroombronnen en twee instelelementen in serie zijn opgenomen en in de uitgangsschakeling 10 waarvan twee vermogenselementen in serie zijn opgenomen, waarbij het verbindingspunt tussen de twee instelelementen en het verbindingspunt tussen de vermogenselementen respektievelijk verbonden zijn met de ingangsklem en de uitgangsklem van de vermogensversterker. Een dergelijke vermogensversterker is bekend uit het artikel 15 "LeistungsverstSrker fiir integrierte Operationsverstarker” in "Elektronik" 1970 deel 4, blz. 123-126.
Bij de uit bovengenoemd artikel bekende vermogensversterker wordt een aan de ingang toegevoerde signaalspanning in een zo goed mogelijke spanningskopie aan de uitgang weergegeven 20 echter met een grotere stroom. De spanningsversterking is nagenoeg één.
Dit is een gevolg van het feit dat de in de ingangsschakeling in serie met de stroombronnen opgenomen insteldioden en de in de uitgangsschakeling opgenomen basis-emitterovergangen van de vermogenstransistoren een gesloten netwerk vormen van twee verbonden 25 ketens van telkens twee in voorwaartse zin aangesloten diode-overgangen. Over elke van deze diode-overgangen staat een spanning van ca 0,6 volt. Doordat de vermogenstransistoren in de uitgangsschakeling deel uitmaken van de gesloten keten van diode-overgangen en zij daardoor mede de ingestelde ruststroom in deze 30 keten bepalen, zijn in de emitteraansluitingen stabilisatieweerstanden opgenomen om spanningsvariaties door warmte-ontwikkeling in de transistoren te stabiliseren. Bij uitsturing met kleine ingangssignalen is de spanningsval voor deze stabilisatieweerstanden, die een lage weerstandswaarde hebben, nog klein ten opzichte van de spanningsval 35 over de diode-overgangen. Bij uitsturing met grotere ingangssignalen wordt de spanningsval over de stabilisatieweerstanden te groot. Om dit te vermijden zijn dioden parallel over de stabilisatieweerstanden geschakeld die bij grotere signalen gaan geleiden en de genoemde 8403265 i ,% 2 spanningsval beperken.
Als gevolg van de door de grootte van de uitsturing veranderlijke totaalweerstand van de parallelketen van stabilisatieweerstand en diode zullen overgangsverschijnselen in het 5 uitgangssignaal aan de uitgangsklem niet vermeden kunnen worden.
Behalve in het voor kleinere signalen geldende werkgebied komt de versterker bij grotere signalen voor de positieve amplituden met de ene vermogenstransistor in een tweede werkgebied en voor de negatieve amplituden met de andere vermogensversterker in een derde werkgebied te 10 werken. Als gevolg van de opvolgende in- en uitschakelingen van de vermogenstransistoren ontstaan storende overgangsverschijnselen of discontinuïteiten in het uitgangssignaal. Daarenboven veroorzaken de stabilisatieweerstanden in de uitgangsschakeling een verlaging van de transconductantie (geleiding) van.de versterker.
15 De uitvinding beoogt bovengenoemde nadelen te ondervangen en een eenvoudige vermogens- of eindversterker met uitstekende lineariteit aan te geven waarvoor de instelling van de ruststroom niet kritisch is en waarmede een zuivere push-pull werking kan worden verkregen.
20 Dit wordt bij een vermogensversterker van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding aldus bereikt dat de twee instelelementen in de ingangsschakeling twee complementaire transistoren en de twee vermogenselementen in de uitgangsschakeling twee in voorwaartse zin geschakelde vermogensdioden zijn, waarbij de 25 basis van elke insteltransistor verbonden is met de van de uitgangsklem afgekeerde zijde van de overeenkomende vermogensdiode en waarbij de naar de overeenkomende stroombron toegekeerde zijde van elke insteltransistor verbonden is met de basis van een in serie met de overeenkomende vermogensdiode opgenomen vermogenstransistor.
30 Bij deze uitvoering van de vermogensversterker volgens de uitvinding wordt weer een aan de ingang toegevoerde signaalspanning zo goed mogelijk aan de uitgang weergegeven maar met een veel grotere stroom. De spanningsversterking is weer nagenoeg één en wordt weer veroorzaakt door een gesloten netwerk van telkens twee 35 diode-overgangen in de ingangsschakeling en in de uitgangsschakeling.
In de uitgangsschakeling zijn de vermogenselementen echter nu vermogensdioden die, onder invloed van de uit de ingangsschakeling van de insteltransistoren afgeleide instelspanning, de ruststroom door de 8403265 Λ · 3 uitgangsschakeling bepalen. Deze vermogensdloden hebben een geringe warate-ontwikkeling zodat de ruststroominstelling stabiel is. Verder konen door de toepassing van deze veraogensdioden geen overgangsverschijnselen in het uitgangssignaal voor, zoals bij de 5 bekende versterker, daar de eindversterker in één enkel werkgebied functioneert* De verder in serie in de uitgangsschakeling opgenomen vermogenstransistoren maken geen deel uit van het gesloten netwerk van diode-overgangen zodat de basis-emitterovergangen van deze vermogenstransistoren geen invloed hebben op de ingestelde ruststroom.
10 De basisspanningen van deze transistoren zijn door hun aansluiting op de collectoren van de insteltransistoren in de ingangsschakeling "zwevend" ingesteld.
Het voordeel van deze uitvoering volgens de uitvinding is dat behalve een uitstekende lineairiteit en een zuivere 15 push-pull werking de voordelen worden verkregen dat geen afregelprocedure nodig is, de waarde van de ruststroom niet kritisch is, en dat geen extra voorziening voor temperatuurcompensatie nodig is zoals bij de gebruikelijke bekende vermogensversterkers. Verder heeft de stuurkarakteristiek van de in de uitgangschakeling verder in serie 20 met de veraogensdioden opgenomen vermogenstransistoren geen invloed op de goede werking van de versterker en kunnen zelfs verschillende soorten vermogenstransistoren zonder bezwaar door elkaar worden gebruikt.
De uitvinding zal aan de hand van enkele 25 uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht met verwijzing naar de tekeningen, waarin:
Fig. 1 het basisschema geeft van de bekende veraogensversterker;
Fig. 2 een grafiek toont ter toelichting van de 30 verschillende werkgebieden van de versterker van fig. 1;
Fig. 3 het basisschema geeft van de veraogensversterker van de uitvinding;
Fig. 4 een principeschema geeft van de stroom door de veraogensdioden in de uitgangschakeling van fig. 3; 35 Fig. 5 een grafiek toont van de instelstromen in de uitgangsschakeling van de veraogensversterker van de uitvinding;·
Fig. 6 het schema geeft van de veraogensversterker van de uitvinding voorzien van een compensatieschakeling; 8403265 ΐ « 4
Fig· 7 het schema geeft van een variant van de vermogensversterker van fig. 6;
Fig. 8 het schema geeft van de vermogensversterker van de uitvinding voorzien van een andere compensatieschakeling; 5 de figuren 9A, 9B en 9C respektievelijk schema's geven van toepassingen van de vermogensversterker van de uitvinding;
Bij de in fig. 1 aangegeven bekende schakeling vormen Ql, Q2 constante-stroombronnen en Dil, Di2 insteldioden. In de uitgangschakeling zijn Tul, Tu2 vermogenstransistoren en zijn Rul, Ru2 10 stabilisatieweerstanden die elk overbrugd zijn door een diode Dul, Du2. De vermogenstransistoren Tul, Tu2 kunnen elk een enkelvoudige of ook meervoudige, bijvoorbeeld als Darlington transistor uitgevoerde, transistoren zijn.
Als gevolg van de over de dioden Dil, Di2 bij 15 stroomdoorgang veroorzaakte spanningsval van ongeveer 1,2 Volt wordt in de uitgangschakeling een ruststroominstelling verkregen. Bij ultsturing met kleine signalen, waarbij Dul en Du2 niet geleiden, werkt de schakeling in het eerste, in fig. 2 met a aangegeven werkgebied.
Hierbij werkt de versterker zowel in de positieve als negatieve delen 20 van het signaal als een zuivere push-pull versterker. Bij grotere signalen werkt de versterker in het positieve deel van het signaal, waarbij alleen Dul geleidt, in het met b aangegeven werkgebied, en in het negatieve deel, waarbij alleen Du2 geleidt, in het met c aangegeven werkgebied. Hierdoor functioneert de versterker als de bekende klasse 25 AB versterker.
Bij de vermogensversterker volgens de uitvinding werken de vermogenstransistoren in een enkel werkgebied zoals dat bij de bekende klasse A instelling het geval is. Zij voeren continu een ruststroom die echter, zoals gewenst, betrekkelijk klein is zoals bij 30 de klasse AB instelling. Hierdoor heeft deze versterker een lineariteit die veel beter is dan die van de bekende klasse AB versterker.
Bij de in fig. 3 aangegeven versterker volgens de uitvinding zijn Ql, Q2 weer constante-stroombronnen, en zijn Tl, T2 insteltransistoren. De spanning Ub tussen de bases van deze 35 insteltransistoren Tl en T2 ligt vast door de grootte van de door de stroombronnen ingestelde instelstroom II. Deze spanning Ub staat tevens over de dioden Dll, D22. In serie met deze dioden zijn vermogenstransistoren Til, T22, bijvoorbeeld Darlington transistoren of 8403265 0 « 5 transistoren van het zogenaamde MOSFET type opgenomen. De dioden Dll, D22 zijn bijzondere dioden van groot vermogen die een stroom van enkele ampères moeten kunnen verdragen* Bij afwezigheid van een sturend ingangsignaal zal de uitgangschakeling rechts van de lijn AB een 5 instelstroom 111 voeren die vrijwel constant is en bepaald wordt door de spanning Ub over Dll, D22. Deze spanning bedraagt bijvoorbeeld ongeveer 1,2 Volt. De stroom II bedraagt bijvoorbeeld enkele mA, terwijl de instelstroom 111 vele malen groter is. Een praktijkvoorbeeld is Ii 2£ 10mA en 111 — 100 mA* Een groot voordeel van deze opbouw is 10 dat er geen extra voorzieningen nodig zijn voor temperatuurcompensatie, en dat de instelstromen niet verlopen.
Bij uitsturing van de versterker met een signaal Uin zal de stroom II vrijwel niet variëren zodat de spanning Ub praktisch constant blijft. Een vergroting van de basis-emitterspanning van Tl zal 15 een praktisch even grote verkleining van de basis-emitterspanning van T2 tot gevolg hebben, zodat het ingangsignaal praktisch geen invloed heeft op de grootte van Ub. Door de koppeling van de insteltransistoren Tl, T2 met de vermogensdioden Dll, D22 vinden we de ingangsignaalspanning in wezen terug aan de uitgang van de versterker 20 terwijl een uitgangsstroom van enige ampères door de belasting RL vloeit. Deze kan bijvoorbeeld een luidspreker zijn van 8 Ohm.
Met verwijzing naar fig. 4 wordt toegelicht dat in afhankelijkheid van de signaalpolariteit de stroom door Dll zal verschillen van de stroom door D22 en wel zodanig dat wanneer ID11 25 groter is dan de instelstroom 111, de stroom ID22 kleiner is dan de instelstroom 111. Het is bekend dat, wanneer de spanning Ub constant is, het verband tussen de stromen ID11 en ID22 vastligt volgens de betrekking ID11 . ID22 * (111^). Met andere woorden het produkt van ID11 en ID22 is constant.
30 Van groot belang is echter dat de componenten in de uitgangschakeling, dat wil zeggen rechts van de lijn AB, zonder onderbreking stroom voeren zowel voor kleine als voor grote ingangssignalen Uin. Deze eigenschap heeft de versterker gemeen met de klasse A push-pull versterker. Derhalve functioneert de versterker 35 binnen een enkel werkgebied terwijl toch een kleine ruststraom gevoerd wordt. Hierdoor heeft deze versterker een lineariteit die veel groter is dan die van de klasse AB versterker. Behalve deze zeer goede lineariteit, die onafhankelijk is van de variaties van de 8403265 6 * 1 t stuurkarakteristiek van de vermogenstransistoren, heeft de versterker het voordeel dat de warmtedissipatie In deze vermogenstransistoren geen invloed heeft op de instelstroom.
Bij het in fig. 3 aangegeven basisschema zijn in 5 streeplijnen aangegeven parallel over de vermogensdioden Dll, D22 telkens een weerstand Ril, R22, van bijv. 10 Ohm, geschakeld. Op de instelling van de ruststroom door Dll, D22 hebben deze parallelweerstanden Ril, R22 geen invloed. Wel waarborgen zij een redelijke stroom van bijv. 100 mA door de vermogenstransistoren Til en 10 T22 zodat -deze transistoren in het lineaire gebied blijven werken. Parallel over beide weerstanden Ril, R22 kan een verdere in streeplijnen aangegeven ruststroomweerstand R33 worden opgenomen. Deze parallelschakeling heeft verder geen invloed op de spanning Ub over de dioden en de stromen zelf door de insteldioden Dll, D22 worden ook niet 15 beinvloed. Wel wordt de stroom door de parallelweerstanden zoals boven gesteld door de vermogenstransistoren gevoerd zodat deze voorzien zijn van een stroomcomponent die niet door uitsturing van de versterker met een ingangssignaal Uin verandert. Zonder deze extra instelstroom door de parallelweerstanden zal bij uitsturing de stroom door de 20 vermogenstransistoren dalen tot enkele mA. Bij deze lage stromen kunnen de eigenschappen van de vermogenstransistoren niet meer met zekerheid worden voorspeld.
Fig. 5 geeft grafisch het verloop van de instelstromen IT11, IT22 aangegeven voor de gevallen resp. zonder 25 (kromme a) en met (kromme b) parallelweerstanden Ril, R22. Door de extra ruststroomweerstand R33 aan te brengen kan de grafiek b meer worden opgeschoven·
Bij de in fig. 6 aangegeven uitvoeringsvorm van de versterker van de uitvinding is een compensatieschakeling opgenomen 30 teneinde vervorming bij hoge frequenties en hoogvermogen uitsturing te ondervangen. Deze compensatieschakeling is van het zgn. "zachte" type daar deze schakeling continu, d.w.z. ook bij lage frequenties, stroom voert en lineair werkt.
De compensatieschakeling bestaat uit de 35 compensatiedioden D5, D6, D7, D8, de niveauverschuivingsdioden D9, D10, de compensatieweerstanden R44, R55, en een extra instelweerstand R9. Verder zijn de stopweerstanden R6, R7 opgenomen. R8 vormt een offsetweerstand om bij rustinstelling de spanning aan de uitgang tot 8403255 f * 7 nul te brengen. Hierdoor kunnen meerdere van deze versterkers parallel geschakeld worden. Daarenboven kan in de schakeling de totale ruststroom getrimd worden door middel van de instelweerstand R9, die de stroom door de dioden D5, D7 instelt zodat in rust de somspanning over 5 Dll, D22 ingesteld kan worden.
De dioden D5 tot D10 staan in voorwaartse richting ingesteld op een instelstroom van enige mA, zodat de spanning over de dioden bij benadering 0,6 volt bedraagt. Van belang voor de werking van de compensatie is de spanning over de weerstanden R44 resp. R55. Deze 10 spanning is ongeveer ter grootte van de basis-emitterspanning van de vermogenstransistoren Til resp. T22, en dus tevens ter grootte van de stuurspanning van Til resp. T22.
De compensatieschakeling werkt nu als volgt. Bij uitsturing met een ingangssignaal van hoge frequentie zal, vanwege de 15 traagheid van de vermogenstransistoren Til, T22 en van de dioden Dll, D22 de somspanning over Dll en D22 gaan afwijken. De som van de spanning over Dll en D22 is niet langer constant maar neemt in grootte toe.
Het gevolg is dat in eerste instantie de 20 instelspanning Ub met een fractie van bovengenoemde spanningstoename zal toenemen, zodat de insteltransistoren Tl en T2 meer gaan geleiden dan wenselijk is, waardoor tenslotte de stuurspanningen van Til resp.
T22 afgeknepen worden. Omdat de spanningen over de weerstanden R44 resp. R55 bij benadering een kopie zijn van de bovengenoemde 25 stuurspanningen, zal de stroom door R44 afnemen en zal op zijn beurt tevens de stroom door R55 afnemen. De afname van de stroom door R44 heeft nagenoeg geen gevolg voor de stroom door D5, omdat de stroom door R9 in alle gevallen praktische konstant blijft. De bovengenoemde stroomafname heeft alleen gevolg voor de stroom door de diode D6 en wel 30 in die mate dat de spanningsafname over D6 gelijk is aan de toename van somspanning over Dll en D22. D6 compenseert dus voor de foutspanning, zodat de schade ten aanzien van de vervorming van het signaal beperkt blijft, terwijl de foutspanning zelf, te weten de toename van de somspanning over Dll en D22 niet wordt bestreden. De instelspanning Ub 35 blijft uiteindelijk gehandhaafd.
De werking van de componenten R55, D7 en D8 is analoog aan de bovenstaande beschrijving van de componenten R44, D5 en D6.
8403265 « 8
Tenslotte is van belang dat voor frequenties lager dan ongeveer 10.000 Hz de compensatieschakeling niet in werking zal treden en dat bovendien de variatie van de spanning over R44 gering zal zijn en dus ook de variatie van de stroom door R44. Voor de variatie 5 van de stroom door R55 geldt dezelfde redenering.
De vermogensversterker volgens de uitvinding zal bij voorkeur deze compensatieschakeling toepassen voor signalen van hoge frequentie. Hierdoor kan een breedbandige versterker verkregen worden die geschikt voor hoge frequenties tot 1 MHz.
10 In fig. 7 geeft een variant van de compensatieschakeling uit fig. 6. Hierbij zijn de compensatiedioden D6, D8 vervangen door transistoren, waarbij het principe ongewijzigd blijft. Het diode-element D6, D8 wordt nu gevormd door de basis-emitter overgang van de transistoren T3, T4.
15 De compensatie werkt als volgt. De stroom door de compensatiedioden D5, D7 blijft in alle gevallen nagenoeg ongewijzigd. Een eventuele fout in de somspanning over de vermogensdioden Dll, D22 wordt gecompenseerd door de onderspanning over de diode-overgang van de transistoren T3, T4. De aandrijfstroom in deze transistoren wordt 20 teruggekoppeld naar de ingang en is in tegenfase met de aandrijfstroom voor de compensatieschakeling die in de eerste instantie via de ingangschakeling is toegevoerd.
In fig. 8 is de versterker van de uitvinding aangegeven met een andere compensatieschakeling om vervorming bij 25 hoge frequenties en hoog vermogen tegen te gaan. Deze compensatieschakeling is ;van het zgn. "harde" type daar de schakeling volgens het aan-uit principe werkt. De compensatieschakeling bevat een over de bases van de transistoren Til, T22 parallel geschakelde serieketen van de dioden Dl, D2, de weerstand R3, de dioden D3, D4, en 30 verder de transistoren T5, T6 en de compensatieweerstanden Rl, R2. Verder zijn in de basisketens van de transistoren Tl, T2 de stopweerstanden R6, R7 opgenomen en is in de ingangsketen van de versterker een offsetweerstand R8 opgenomen*
De werking van de compensatieschakeling is als volgt. 35 De dioden Dl, D2, D3, D4 staan in voorwaartse richting ingesteld op een ruststroom van enkele mA. De transistoren T5, T6 voeren geen stroom zolang geen vervorming optreedt. De compensatieweerstanden Rl, R2 zijn + 100 Ohm groot en voeren in eerste instantie slechts de basisstroom 8403265 9 voor de insteltransistoren Tl, T2.
Bij uitsturing met hoge frequenties en zal de optredende vervorming hoofdzakelijk veroorzaakt worden door de traagheid van de vermogenstransistoren Til, T22en de dioden Dll, D22.
5 Deze vervorming treedt op wanneer tijdens de uitschakeling van Til toch nog een ongewenste stroom door Til blijft lopen, terwijl de basis-emitterovergang van Til reeds door het stuursignaal is afgeknepen. Hierdoor neemt de somspanning over Dll en D22 een fractie van een volt toe, zodat de instelspanning Ub iets toeneemt waardoor de 10 basis-emitterovergang van T22 eveneens afgeknepen dreigt te worden. De nieuwe compensatieschakeling zorgt er nu voor dat geen vervorming ontstaat doordat de stuurspanning van Til afneemt, zodat T5 gaat geleiden. Aangezien de stroom door T5 door de weerstanden R1 en R2 loopt, ontstaat een compensatiespanning over R1 en R2 zodat de 15 oorspronkelijke instelspanning Ub tussen de bases van Tl en T2 hersteld wordt. De vermogenstransistor T22 is nu in staat om naar behoefte stroom te leveren aan de belasting en is in staat om de uitschakelstroom van Til te compenseren. Hierdoor is een dreigende vervorming voorkomen. Voor wat betreft de uitschakeling van T22 treedt 20 hetzelfde mechanisme in werking maar dan in omgekeerde polariteit.
Behalve de bovengenoemde vervorming als gevolg van de traagheid van de vermogenstransistoren moet eveneens de vervorming veroorzaakt door de traagheid van de vermogensdioden zoals eerder gesteld gecompenseerd worden. Deze vermogensdioden Dll, D22 hebben in 25 het algemeen slechte hoogfrequente eigenschappen die tot uitdrukking komt in een vertraagde hersteltijd. Bij toepassing van dioden van middelmatige kwaliteit, derhalve met een langzaam herstel (slow-recovery), kan worden vastgesteld dat de somspanning over Dll en D22 niet meer bij benadering constant is. Deze somspanning kan bij 30 frequenties van 10.000 Hz en hoger in waarde toenemen. De vervorming die hierdoor dreigt te ontstaan wordt gecompenseerd doordat de compensatieschakeling in werking treedt. Hierdoor ontstaat een compensatiespanning over de compensatieweerstanden R1 en R2 die tegengesteld Is aan de foutspanning over de vermogensdioden. Hierdoor 35 wordt de instelspanning Ub in stand gehouden. Als gevolg hiervan is het niet nodig om de oorzaak van de fout, namelijk toepassing van middelmatige dioden met een slechte hersteltijd, te bestrijden door dure dioden toe te toepassen. Bij bovengenoemde compensatieschakeling 8403265 10 wordt namelijk, de instelspanning üb hersteld door de compensatieschakeling en kan de versterker functioneren tot aan frequenties van ca. 1MHz.
Wanneer men wel snelle-herstel (fast-recovery) dioden 5 Dll, D22 toepast dan zal de instelspanning üb nauwelijks beïnvloed worden zodat de compensatieschakeling ook niet vaak nodig zal zijn.
In de figuren 9A, 9B en 9C zijn verdere toepassingen van de versterker van de uitvinding aangegeven.
In fig. 9Aa is achter een willekeurige versterker Amp 10 1 van middelmatige kwaliteit de versterker QB1 van de uitvinding geschakeld. De versterker 1 kan wel op goede wijze een signaal weergeven zolang het afgegeven vermogen laag blijft, terwijl de versterker QBl voor een verdere hoogvermogenversterking zorg. Hierdoor kan de versterker van de uitvinding wel als "quality booster" worden 15 aangeduid. De versterker QBl heeft tevens de functie van bronvolger en zorgt aan zijn ingang voor een goede afsluiting van Amp 1.
In fig. 9B is een parallelketen van twee vermogensversterkers van de uitvinding aangegeven. Daar een enkele versterker volgens de uitvinding slechts een beperkte stroom kan 20 afgeven, is het soms nodig om meerdere versterkers bijv. QB2 en QB3 parallel te schakelen.
In fig. 9C is een verdere toepassing van de versterker volgens de uitvinding aangegeven. De totale versterkerketen bestaat uit een ingangstrap, een spanningsversterkertrap en een 25 uitgangstrap die samen een hoogwaardige versterkerketen vormen voor het afgeven van een uitgangssignaal van hoogvermogen en/of hoge frequenties tot 1-10 MHz.
De ingangstrap omvat de transistoren Tl tot T8, en de stroombronnen Q1 tot Q4. De weerstanden Rl, R2, R5, R6 bepalen de 30 transconductantie, en de weerstanden R3, R4 , R7, R8 zijn stopweerstanden. De weerstand R23 en de condensator Cl kunnen nodig zijn om de versterker tegen transienten aan de ingang te beschermen.
In de spanningsversterkertrap functioneren de transistoren T9 en T10 als spanningsversterker. De weerstanden R9 tot 35 R12 zijn ongeveer van gelijke waarde en leggen de stroom vast op enkele mA's. De dioden D9, D10 compenseren voor de basis-emitterspanning. De weerstand R24 legt de open-lus versterking vast.
De uitgangstrap omvat de transistoren T13 tot T16, en 340 32 6 5 ί - 11 de stroombronnen Q5, Q6. De weerstanden R15, R16 zijn stopweerstanden en de weerstanden R17, R18 stellen met de dioden D7, D8 de stroom in.
Deze versterkerketen kan bijv. als een operationele versterker gebruikt en toegepast worden voor het versterken van 5 videofrequenties. Tevens is het voordelig dat de ingangstrap, die in wezen een differentiaalversterker is, en de uitgangstrap een configuratie hebben gelijk aan die van de uitvinding.
8403265

Claims (4)

  1. 2. Vermogensversterker volgens conclusie 1, waarin parallel over elke vermogensdiode een ruststroomweerstand en parallel over beide vermogensdioden een verdere ruststroomweerstand is 25 geschakeld.
  2. 3. Vermogensversterker volgens conclusie 1 of 2, waarin, ter ondervanging van vervorming door hoogfrequente uitsturing, in de verbinding tussen elke insteltransistor en de bijbehorende vermogensdiode een compensatieschakeling is opgenomen met in serie twee 30 in tegengestelde zin aangesloten diode-elementen waarvan het verbindingspunt via een compensatieweerstand verbonden is met het verbindingspunt tussen de overeenkomende stroombron en een in serie met de bijbehorende insteltransistor opgenomen niveauverschuivingssdiode, waarbij tussen de bases van de twee insteltransistoren een 35 instelweerstand is geschakeld.
  3. 4. Vermogensversterker volgens conclusie 3, waarin in elke compensatieschakeling het met de overeenkomende vermogensdiode verbonden diode-element gevormd wordt door de basis-emitterovergang van 8403265 t een compensatietransistor, waarbij de collectoren van deze twee compensatietransistoren verbonden zijn met de ingangsklem van de vermogensversterker.
  4. 5. Vermogensversterker volgens conclusie 1 of 2, 5 waarin, ter ondervanging van vervorming door hoogfrequente uitsturing, de bases van de vermogenstransistoren met elkaar verbonden zijn via een compensatieschakeling met een uit tenminste één diode, een serieweerstand en tenminste één diode bestaande serieketen, twee respektievelijk aan de ene en de andere zijde van de serieweerstand met 10 hun bases aangesloten complementaire compensatietransistoren waarvan de onderling tegengestelde emitter-collectorovergangen elk parallel over de bases van de twee insteltransistoren zijn aangesloten, en een in de verbinding tussen de basis van elke insteltransistor en de overeenkomende vermogensdiode opgenomen·compensatieweerstand. **** 8403265
NL8403265A 1984-10-26 1984-10-26 Vermogensversterker. NL8403265A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403265A NL8403265A (nl) 1984-10-26 1984-10-26 Vermogensversterker.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403265 1984-10-26
NL8403265A NL8403265A (nl) 1984-10-26 1984-10-26 Vermogensversterker.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403265A true NL8403265A (nl) 1986-05-16

Family

ID=19844663

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403265A NL8403265A (nl) 1984-10-26 1984-10-26 Vermogensversterker.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8403265A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2011107670A1 (fr) * 2010-03-02 2011-09-09 Devialet Amplificateur de classe a de type push-pull

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2011107670A1 (fr) * 2010-03-02 2011-09-09 Devialet Amplificateur de classe a de type push-pull
US9257949B2 (en) 2010-03-02 2016-02-09 Devialet Linear amplifier

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP2571521B2 (ja) 差動増幅器
US4460873A (en) Active differential output direct current offset voltage compensation circuit for a differential amplifier
JP3335208B2 (ja) 増幅装置
US5307023A (en) Non-linear operational transconductance amplifier
US3445776A (en) Phase splitting circuit for a direct coupled push-pull amplifier
US3600696A (en) Complementary paired transistor circuit arrangements
US3629717A (en) Circuit arrangement for stabilizing against variations in temperature and supply voltage
GB2245787A (en) Reducing distortion and increasing bandwidth in push-pull amplifier
NL8403265A (nl) Vermogensversterker.
NL8403819A (nl) Schakelinrichting voor het onderdrukken van een signaal.
NL9001966A (nl) Versterkerschakeling.
US4442409A (en) Push-pull non-complementary transistor amplifier
KR100232242B1 (ko) 스위칭 브릿지 증폭기
EP0566334B1 (en) Sample and hold circuit with full signal modulation compensation using bipolar transistors of single conductivity type
EP0126330B1 (en) Enhanced-accuracy semiconductor power amplifier
US3493879A (en) High power high fidelity solid state amplifier
US5057790A (en) High efficiency class A amplifier
US3970948A (en) Controller gain signal amplifier
US20070229160A1 (en) Control circuit for controlling a current and/or voltage of an electronic circuit
JPH0712128B2 (ja) 増幅器
EP1162736A2 (en) Single-ended push-pull amplifier circuit
JPH04229705A (ja) 電流増幅装置
JPS6123689B2 (nl)
US6741134B2 (en) DC feedback control circuit
US7078973B2 (en) Bipolar rail-to-rail output stage

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed