NL8403225A - Overbrengingsverhouding-keuzemechanisme. - Google Patents

Overbrengingsverhouding-keuzemechanisme. Download PDF

Info

Publication number
NL8403225A
NL8403225A NL8403225A NL8403225A NL8403225A NL 8403225 A NL8403225 A NL 8403225A NL 8403225 A NL8403225 A NL 8403225A NL 8403225 A NL8403225 A NL 8403225A NL 8403225 A NL8403225 A NL 8403225A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gear
sliding rail
gearbox
auxiliary
lever
Prior art date
Application number
NL8403225A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Dana Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dana Corp filed Critical Dana Corp
Publication of NL8403225A publication Critical patent/NL8403225A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H63/00Control outputs from the control unit to change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion or to other devices than the final output mechanism
    • F16H63/02Final output mechanisms therefor; Actuating means for the final output mechanisms
    • F16H63/08Multiple final output mechanisms being moved by a single common final actuating mechanism
    • F16H63/20Multiple final output mechanisms being moved by a single common final actuating mechanism with preselection and subsequent movement of each final output mechanism by movement of the final actuating mechanism in two different ways, e.g. guided by a shift gate
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H57/00General details of gearing
    • F16H57/02Gearboxes; Mounting gearing therein
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H63/00Control outputs from the control unit to change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion or to other devices than the final output mechanism
    • F16H63/40Control outputs from the control unit to change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion or to other devices than the final output mechanism comprising signals other than signals for actuating the final output mechanisms
    • F16H63/44Signals to the control unit of auxiliary gearing
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H63/00Control outputs from the control unit to change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion or to other devices than the final output mechanism
    • F16H63/02Final output mechanisms therefor; Actuating means for the final output mechanisms
    • F16H63/30Constructional features of the final output mechanisms
    • F16H2063/3086Shift head arrangements, e.g. forms or arrangements of shift heads for preselection or shifting
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S74/00Machine element or mechanism
    • Y10S74/90Particular shift pattern
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T74/00Machine element or mechanism
    • Y10T74/19Gearing
    • Y10T74/19167In series plural interchangeably locked nonplanetary units
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T74/00Machine element or mechanism
    • Y10T74/20Control lever and linkage systems
    • Y10T74/20012Multiple controlled elements
    • Y10T74/20018Transmission control

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Gear-Shifting Mechanisms (AREA)
  • Control Of Transmission Device (AREA)
  • Structure Of Transmissions (AREA)

Description

* -i -1- 24247/CV/tv
Korte aanduiding: Qverbrengingsverhouding-keuzemechanisme.
De uitvinding heeft algemeen betrekking op regelinrichtingen voor voertuigversnellingsbakken en meer in het bijzonder op een gecombineerde regelinrichting voor een hoofdversnellingsbak en een hulpver-5 snellingsbak voor twee snelheidsreeksen.
Met de hand bedienbare versnellingsbakken, die twee of drie schuifrails hebben en voorzien in zowellen achteruit als drie of vijf voorwaartse overbrengingsverhoudingen geven geschikt?en voldoende over-brengingsverhoudinggebieden en voorwaartssnelheden om te voldoen aan de 10 eisen gesteld door de grootste meerderheid van overbrengingstoepassingen. Versnellingsbakken, die grotere aantallen overbrengingsverhoudingen geven worden echter wel gebruikelijk vervaardigd maar hun afmeting, gecompliceerde bouw en kostprijs is representatief voor hun speciale uitvoering en tamelijk beperkte toepassing.
15 Er bestaan echter inrichtingen, welke het overbrengingsverhoudings- gebied en dus de mogelijkheden van bijvoorbeeld versnellingsbakken met vijf voorwaartse versnellingen vergroten. Dergelijke inrichtingen zijn hulpoverbrengingsinrichtingen of bakken, die werkzaam in tandem met de hoofdversnellingsbak zijn opgesteld. Gebruikelijk voorzien dergelijke 20 hulpoverbrengingsbakken in twee overbrengingsreeksen algemeen aangeduid hoog en laag, die, indien gecombineerd met verschillende reeksen van de hoofdversnellingsbak het aantal overbrengingsverhoudingen en voorwaartse snelheden welke het samengestelde overbrengingssamenstel geeft, verdubbelen.
In de praktijk overlappen verschillende van de meerdere gebieden verkregen 25 door de overbrenging indien de hulpversnellingsbak in de lage reeks is gebruikelijk die verkregen indien de hulpbak in zijn hoge reeks is. Dan wordt .vaak de hulpversnellingsbak gebruikt om de hogere snelheidoverbrengings-verhoudingen van de -hoofdversnellingsbak te vergroten door lagere totale overbrengingsverhoudingen door het overbrengingssamenstel te geven en zo 30 het economisch gebruik van brandstof en het gedrag op de snelweg te verbeteren. Juiste keuzecombinatie van lagere hoofdversnellingsbakoverbrengingsverhoudingen en hulpbakverhouding kan echter niet-overlappende totale overbrengingsverhoudingen geven indien het verstellen van laag naar hoog van de hulpbak vergezeld gaat met een verschuiving tussen lagere overbrengingen.
35 Bedienerskeuze van de overbrengingsverhouding gegeven door de /¾ hulpoverbrengingsbak kan worden bewerkstelligd door een tweestanden schakelaar in te stellen, welke op zijn beurt een mechanische overbrenger in de hulpversnellingsbak regelt om de gewenste reeks te kiezen. De Λ 8403225 ' i Λ -2- 24247/CV/tv schakelaar kan elektrisch, pneumatisch of hydraulisch zijn en regelt een overbrenger van corresponderende type opgesteld bij de hulp-versnellingsbak. Veelvuldig is een dergelijke schakelaar rechtstreeks bevestigd aan een versnellingshefboom, zodat de bediener zowel de overbrenging van de ;hoofdversnellingsbak kan kiezen als de reeks 5van de hulpversnellingsbak met een hand. Een dergelijke vormgeving staat echter onafhankelijke keuze van de overbrengingsverhoudingen van zowel de hoofdversnellingsbak als de hulpversnellingsbak,toe waardoor algemeen de hierboven besproken overlap van overbrengingsverhoudingen wordt toegestaan. Ofschoon deze situatie niet bepaald ongewenst is, neigt 10 het ertoe om onnodige schakelingen van de versnellingsbak te bevorderen met daarmee vergezeld koppelingsslijtage en minder dan optimaal brandstof verbruik en gedrag. Hierbij wordt nog niets gezegd van het ongemak geschapen door de vaak gecompliceerde beweging vereist om gelijktijdig 15 de versnellingshefboom te verstellen en de schakelaar voor het kiezen van het gebied van'de hulpversnellingsbak.:. :Een andere moeilijkheid van een dergelijke onafhankelijke regeling van de hoofdversnellingsbak en de hulpversnellingsbak is gelegen in de mogelijkheid van het onbeoogd bewerkstelligen van een wijziging in de overbrengingsverhouding van de 20 hulpversnellingsbak terwijl de koppeling in ingrijping wordt gebracht en vermogen naar het overbrengingssamenstel wordt overgebracht. Aangezien een dergelijke verstelling ongewenst is, wordt het geacht gunstig te zijn middelen op te nemen waardoor een wijziging tussen de overbrengingsverhoudingen van de hulpversnellingsbak wordt voorkomen tenzij de hoofdver-25 snellingsbak in’zijn neutrale stand is en dus geen vermogen overbrengt.
Verschillende verbindingen en schakelpatronen zijn voorgestgld in mechanismes welke werking en controle over een hoofdversnellingsbak en een hulpversnellingsbak combineren met een enkele regeling voorzien van een gecompliceerd verstelpatroon. Zo openbaart bijvoorbeeld het Amerikaans 30 octrooi 3.975.970 een mechanisme waardoor een enkele bedieningshefboom zowel een van de vier overbrengingen kiest, die worden verkregen met behulp van de hoofdversnellingsbak en een van de twee · gebieden die te verkrijgen zijn door de hulpversnellingsbak. Vooruit en achteruit wordt onafhankelijk gekozen door een aanvullende verstelregeling en onafhankelijk yl|P'35 mechanisme. Het Amerikaanse octrooi 2.694.943 openbaart een gecompliceerd verstelregelmechanisme welke is voorzien van scharniererti aangebracht en Ik axiaal verschuifbaar aangebrachte onderdelen, welke de gebruikelijke Λ beweging van een versnellingshefboom overbrengt over zowel vertikale 8403225 -3- 24247/C?/tv * .
en horizontale afstand als wel onder een haakse hoek.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een overbrengings-samenstel-keuzemechanisme voor gebruik met een hoofdversnellingsbak of overbrengingsinrichtingbak voorzien van een aantal voorwaartse en althans een achterwaartse overbrengingsverhouding en een hulpversnellingsbak 5 welke twee aanvullende overbrengingsverhoudingen heeft opgesteld in tandem met de hoofdversnellingsbak. Het reeks keuzemechanisme voorziet in regeling over zowel de hoofdversnellingsbak en de hulpversnellingsbak met slechts een enkele gebruikelijke versnellingshefboom opgesteld in de toren van de hoofdversnellingsbak. De schakeltoren van de hulpversnellings-10 bak omvat verder een dwarsopgestelde schuif rail waaraan de versnellingshefboom scharnierend is bevestigd. De dwarsopgestelde hulpschuifrail is axiaal versohuifbaar tussen eerste en tweede standen. Een tweestanden-sensor is mechanisch gekoppeld met de hulpschuifrail en geeft bij zijn tweestanden output aan of de hulpschuifrail in zijn eerste of zijn tweede 15 stand is. Opgesteld algemeen onder en werkzame samenplaatsing met het uiteinde van de versnellingshefboom is een gebruikelijke reeks van drie schuifjukken. Het middelste schuifjuk is van gebruikelijke constructie en omvat een dwars gerichte sleuf. Ieder van de buitenste schuifjukken omvat een blinde sleuf welke open is aan de bovenzijde en zijkant gericht 20 naar het centrale schuifjuk. Opgesteld in ieder van de blinde sleuven is een onder veerspanning staande pen.
Samenwerking tussen de schuifhefboom opgesteld op de dwars-verlopende hulpschuifrail en de drie schuifjukken, in het bijzonder de buitenste schuifjukken die zijn voorzien van de onder veerspanning 25 staande pennen, bewerkstellig^ regeling over zow.el de hoofdversnellingsbak als de hulpversnellingsbak terwijl voorzien is in een althans nagenoeg gebruikelijk, hoewel vergroot schuifpatroon. De werking van het mechanisme zal nu kort worden beschreven en aangezien het mechanisme doelmatig een geheugen heeft, moet het in de aanvang worden vermeld dat de 30 hulpschuifrail links is opgesteld indien gezien van de achterzijde van het geheugen. In deze stand wordt de laagste snelheidreeks van de hulpversnellingsbak gekozen door de onderling verbonden sensor en bediener. In deze stand kunnen eerste versnelling en de achteruit op de gebruikelijke wijze worden gekozen, waarbij de onder de veerspanning 35 staande pen van het schuifjuk samenhangend met de rail van de eerste versnelling en achteruit de . bediener voorzietvan voelbare terug-\ voedingsinformatie dat deze overbrengingen zijn gekozen. Indien de 8403225 ' * * -4- 24247/CV/tv volgende hogere overbrengingsverhoudingen, namelijk tweede en derde versnelling, zijn gekozen, grijpt de versnellingshefboom het centraal opgestelde schuifjuk en kiest deze versnellingen. Indien de daarop volgende hogere versnellingen van de hoofdversnellingsbak worden gekozen werkt de onder veerspanning staande pen in het andere buitenste schuif juk 5 als een scharnier en bewerkstelligt dat de hulpschuifrail in zijn lengterichting verplaatst in antwoord op de dwarsbeweging van de versnellingshefboom in plaats van ingrijping te veroorzaken van de met het laatste buitenste schuifjuk en rail samenhangende tandwielen van de hoofdversnellingsbak. De hulpversnellingsbak is nu in zijn hogere versnellings-10 overbrengingreeks en de versnellingshefboom is in een enigszins verplaatste nieuwe en andere stand, en de bediener kiest opnieuw de tweede en derde versnellingen van de hoofdversnellingsbak welke uiteraard is opgevoerd door de wijziging in de overbrengingsverhouding van de hulpversnellingsbak. Ten slotte worden de hoogste twee versnellingen van de hoofdversnellingsbak gekozen. Dit wordt 15 bereikt door indrukken van de onder veerspanning staande pen in de sleuf van het buitenste schuifjuk dat behoort bij de hoogste snelheidsover-brengingsverhoudingen van de hoofdversnellingsbak. Gedurende deze verschuiving vindt geen wijziging in de stand of de uitgekozen overbrengingsverhouding van de hulpversnellingsbak plaatst. Naar beneden schakelen veroorzaakt dat 20 de tong van de versnellingshefboom terugkeert: naar de sleuf in het middelste schuifjuk waardoor keuze van de tweede en derde versnellingen van de overbrenging mogelijk wordt terwijl de hulpversnellingsbak in zijn hogere overbrengingsverhouding blijft. Verder terugschakelen resulteert erin, dat de onder voorspanning staande pen van het buitenste schuifjuk 25 samenhangend met de schuifrail van de eerste versnelling en de achteruit werkt als een scharnier zodanig dat de hulpschuifrail axiaal verschuift naar links waardoor een terugschakelen naar het lagere snelheidsgebied van de hulpversnellingsbak wordt veroorzaakt. Opnieuw worden de tweede en de derde versnelling gekozen, maar deze keer in combinatie met de 30 lage snelheidsoverbrengingsverhouding van de hulpversnellingsbak. Eerste versnelling en achteruit kunnen dan overeenkomstig worden gekozen door de onder veerspanning staande pen in te bedrukken in de sleuf van het buitenste schuifjuk, dat samenhangt met de rail van de eerste versnelling en de achteruit en een geschikte beweging van de versnellingshefboom.
35 Gedurende deze handelingen wordt de overbrengingsverhouding van de hulpversnellingsbak niet gewijzigd. Het zal duidelijk zijn, dat geschikte ontwerpkeuze van de overbrengingsverhoudingen van de \ hoofdversnellingsbak, in het bijzonder die samenhangend met de middelste schuifrail en die van de hulpversnellingsbak noodzakelijk is zodanig 8403225
Λ V
-5- 24247/CV/tv dat gelijkmatige opeenvolgende snelheid en koppelverhoudingen worden verkregen door het samengesteld verstellen van de hoofd- en hulpver-snellingsbakken.
De huidige uitvinding voorziet dus in een vergroot schakel-patroon dat geheel gebruikelijk is in totaal formaat ofschoon het op 5 effectieve wijze twee aanvullende overbrengingsverhoudingen toevoegt om de koppel, snelheid en vermogensparameters van de hoofdversnellingsbak te vergroten. De onderhavige uitvinding werkt ook doelmatig als een onderling vergrendeling om wijziging van de overbrengingsverhouding verkregen door de hulpversnellingsbak te voorkomen indien de hoofdver-10 snellingsbak ingeschakeld is aangezien de overbrengingsverhouding van de hulpversnellingsbak slechts kan worden gewijzigd indien de hoofdver-snellingshefboom in de neutrale stand is.
Het is ook een oogmerk van de huidige uitvinding een samengesteld overbrengingsverhoudingkeuzemechanisme te verkrijgen 15 voor gebruik met een hoofdversnellingsbak en een hulpversnellingsbak.
Het is een verder oogmerk van de huidige uitvinding een samengesteld overbrengingsverhoudingkeuzeraechanisme te verkrijgen dat werkt met een hoofdversnellingsbak en een hulpversnellingsbak en dat · voorziet in regeling over de gekozen versnellingsverhoudingen van beide 20 versnellingsbakken met een enkele gebruikelijke versnellingshefboom.
Het is nog een verder oogmerk van de huidige uitvinding een samengesteld overbrengingsverhoudingkeuzemechanisme te verkrijgen voor gebruik met een hoofdversnellingsbak en een hulpversnellingsbak welke wijziging van de overbrengingsverhouding verkregen met behulp van 25 de hulpversnellingsbak voorkomt indien de hoofdversnellingsbak is ingeschakeld.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een beschrijving van een in bijgaande figuur weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.
30 Figuur 1 toont schematisch in de doorsnede een aanzicht over een overbrengingssamenstel voorzien van een hoofdversne 11 ing*alc en een hulpversnellingsbak, waarbij de huidige uitvinding is toegepast.
Figuur 2 toont een deel van een doorsnede van een versnellings- \bakschakeltoren toegepast bij de constructie volgens de uitvinding gezien 35 volgens de lijn 2-2 in figuur 1.
Figuur 3 toont in doorsnede met delen weggebroken een deel van de schakeljukken en schakelrails van een overbrenging volgens de huidige uitvinding, gezien volgens de lijn 3-3 in figuur 2.
8403225 -6- 24247/CV/tv \
Figuur 4 toont een schema van een schakelpatroon van een samengestelde overbrenging volgens de huidige uitvinding.
In figuur 1 is een gebruikelijk overbrengingssamenstel 10 voor een voertuig weergegeven voorzien van een hoofdversnellingsbak met vijf versnellingen vooruit en een versnelling achteruit en een in 5 tandem aangebrachte· hulpversnellingsbak. Het overbrengingssamenstel 10 omvat een hoofdversnellingsbaksamenstel 12 met een huis 14, dat de mechanismes omvat van het hoofdversnellingsbaksamenstel 12 en daarvoor geschikte aanbrenging en steuning geeft. Het hoofdversnellingsbaksamenstel 12 omvat een ingaande as 16, welke mechanisch kan worden gekoppeld met 10 een niet weergegeven aandrijfbron, zoals een verbrandingsmotor via een eveneens niet weergegeven koppelingsmechanisme. De ingaande as 16 drijft een eveneens niet weergegeven tussenas aan via een ingangstandwielstel waarvan het aandrijftandwiel 8 in figuur 1 is weergegeven. Degene die bekend zijn met dergelijke versnellingsbakken zullen begrijpen, dat 15 een aantal niet weergegeven tandwielen, welke werken als de aandrijf-elementen van een overeenkomend aantal constant in ingrijping zijnde tandwielstellen aan de tussenas zijn bevestigd. De aandrijfelementen van dergelijke tandwielstellen zijn een aantal tandwielen 20A en 20B, 22A en 22B en 24A en 24B die draaibaar en concentrisch zijn opgesteld 20 om een uitgaande as 28. Klauwkoppelingen 30, 32 en 34 zijn concentrisch opgesteld om de uitgaande as 28 tussen de tandwielen 20A en 20B, 22A en 22B respectievelijk 24A en 24B. De klauwkoppelingen 30, 32 en 34 zijn gekoppeld met de uitgaande as 28 op gebruikelijke wijze via niet nader weergegeven mannetjes en vrouwtjes-spiebaanstellen. De spiebaanstellen 25 staan daarbij axiale verschuiving toe van de klauwkoppelingen 30, 32 en 34 terwijl zij de klauwkoppelingen 30, 32 en 34 draaibaar koppelen met de uitgaande as 26. Axiale verplaatsing van de klauwkoppelingen 30, 32 en 34 bewerkstellig.keuze van een van de overbrengingsverhoudingen verkregen door een van de tandwielen 20A, 20B, 22A, 22B, 24A en 24B en 30 inbrengen van deze overbrenging in de vermogensbaan tussen de ingaande as 16 en de uitgaande as 28 om een gegeven snelheid en vermogensgebied te geven voor het desbetreffende voertuig. Dergelijke axiale verplaatsing van de klauwkoppelingen 30, 32 en 34 wordt bewerkstelligd door soortgelijke verplaatsing van een gelijk aantal schakelvorken. Een eerste schakelvork \j35 36 grijpt de klauwkoppeling 30 en kiest een van de twee hoogste overbrengings- Y verhoudingen van het hoofdversnellingsbaksamenstel 12 verkregen door de tandwielen 20A en 20B, schakelvork 38 grijpt de klauwkoppeling 32 en kiest de middelste gebieden van het hoofdversnellingsbaksamenstel 12 verkregen 8403225 È * -7- 24247/CV/tv door de tandwielen 22A en 22B en een schakelvork 40 grijpt de klauwkoppeling 34 en maakt een keuze tussen achteruit en de laagste versnelling vooruit van het hoofdversnellingsbaksamenstel 12 verkregen door de tandwielen 24A en 24B.
Nu met verwijzing naar figuur 1, 2 en-3, zal het worden 5 begrepen dat ieder van de schakelvorken 36, 38 en 40 is bevestigd aan en axiaal beweegt met een bijbehorende schuifrail 46, 48 respectievelijk 50.
De schuifrails 46,48 en 50 zijn bij voorkeur evenwijdig en in een vlak opgesteld en kunnen schuifbaar zijn opgenomen in geschikte in lijn met elkaar gelegen paren openingen 52, die zijn geboord door geschikt 10 opgestelde montagenaven 54 die zijn gevormd in het huis 14. Ieder van de schuifrails 46, 48 en 50 omvat een aantal uitsparingen 56, welke op gebruikelijke wijze samenwerken met onder veerspanning staande palpennen en kogels 58, waarvan er een in figuur 1 is weergegeven om de schuifrails 46, 48 en 50 op gebruikelijke wijze te vergrendelen.
15 Ook samenhangend met ieder van de schuifrails 46, 48 en 50 is een schuifjuksamenstel 66, 68 en 70. Het buitenste schuifjuksamenstel 66 samenhangend met de schuifrail 46 kan een verlenging zijn van de ondersteuningsconstructie voor de schakelvork 36 en omvat een schakel-hefboom opnemende sleuf 76 die zijwanden heeft die algemeen loodrecht 20 zijn opgesteld op de hartlijn van de schuifrail 46. Het middelste schakeljuksamenstel 68 samenhangend met de middelste schuifrail 48 omvat eveneens een sleuf 78, die zijwanden bezit, die loodrecht op zijn hartlijn zijn opgesteld en het buitenste schakeljuksamenstel 70, dat een uit· een stuk bestaande constructie kan zijn bevestigd aan 25 de schuifrail 50, omvat een sleuf 80 met zijwanden die loodrecht op de hartlijn van de schuifrail 50 zijn opgesteld.
De buitenste schuifjuk op schakeljuksamenstellen 66 en 70 samenhangend met de buitenste twee schuifrails 46 respectievelijk 50 omvatten ieder een onder veerspanning staande plunjer °fpen 86 respectievelijk 30 88. De pennen 86 en 88, die cirkelvormig, rechthoekig of een andere geschikte vorm in dwarsdoorsnede kunnen hebben zijn algemeen in tegenover elkaar gelegen wijze opgesteld en nemen de sleuven 76 respectievelijk 80 van de schakelvorken 66 respectievelijk 70 in beslag. De pennen 86 en 88 omvatten een omtreksaanslag 90 die samenwerkt met een complementair 35 opgesteld uitsteeksel of lip 92 gevormd in de schakelvorksamensteilen 66 en 70, \ welke axiale beweging van de pennen 86 en 88 samenwerkend begrenzen-Een drukveer 94 voorziet in een voorspankracht welke de pennen 86 en 88 naar 8403225 • ' \ -8- 24247/CV/tv elkaar dringt. De veerwaarde van de drukveren 94 moet voldoende groot zijn om te waarborgen dat bepaalde axiale beweging van een dwarsgerichte hulpschakelrail, die hieronder nader zal worden beschreven, optreedt voordat dergelijke pennen 86 en 88 zullen indrukken. Een verwijderbare van schroefdraad voorziene toegangsfitting 96 kan worden gebruikt om 5 samenbouw en onderhoud van de pennen 86 en 88 en drukveer 94 te vergemakkelijken, zoals gemakkelijk zal worden begrepen.
Nu verwijzend naar figuur 1 en 2, omvat het hoofdversnellings-baksamenstel 12 een schakeltoren 98 wélke' isbevestigd aan het bovenste gedeelte van het huis 14 algemeen boven en in lijn gebracht met de 10 schakeljuksamenstellen 66, 68 en 70. De schakeltoren 98 begrenst een vertikaal gerichte opening 100 door welke een langgestrekte versnellings-hefboom 102 is opgesteld. De versnellingshefboom 102 omvat een tong 104 die kan .worden opgenomen in de sleuven 76, 78 en 80 van de schakeljuksamenstellen 66, 68 respectievelijk 70. Een flexibele huls 106 , bij voorkeur 15 gevormd uit een elastomeermateriaal zoals rubber dicht het gebied af tussen het bovenste gedeelte van de schakeltoren 98 en de versnellingshefboom 102. De versnellingshefboom 102 omvat een gevorkt gedeelte dat een opening 108 begrenst door welke een hulpschakelrail 110 verloopt langs een as algemeen loodrecht op die van de versnellingshefboom 102. De hulpschuif-20 rail 110 en versnellingshefboom 102 zijn scharnierend aan elkaar bevestigd met behulp van een tegenhoudpen 112 die bij voorkeur veilig is gezeten in een geschikt bemeten opening in de versnellingshefboom 102 en zich uitstrekt door een opening, die een diameter heeft die een weinig groter is dan de pen 112 in de hulpschuifrail 110. De hulpschuifrail 110 is 25 in het algemeen dwars opgesteld en schuifbaar opgenomen in geschikt bemeten en in lijn geplaatste doortochten 118 gevormd in de schakeltoren 98. Geschikte kappen of afdichtingen 120 kunnen worden gebruikt om de uiteinden van de doortochten 118 af te sluiten. Nabij een einde van de hulpschuifrail 110 is een omtrek sgroef ' 122 en althans nagenoeg nabij 30 het tegenoverliggende einde van de hulpschuifrail 110 is een paar evenwijdige omtrekskanalen 124A en 124B opgesteld onderling verbonden door een enkel axiaal verlopend kanaal 126 van overeenkomende diepte. Een pen 128, die kan zijn voorzien van een geschikt bevestigingsorgaan zoals schroefdraad dat kan zijn opgenomen in een complementair van schroefdraad voorziene CsfJy 35 doortocht 130 die is gevormd in de schakeltoren 98 is in overeenstemming met een van de kanalen 124A 124B of 126 van de hulpschuifrail 110 ten alle tijde opgesteld en beperkt de schuifrail 110 tegen draaibeweging om zijn 8403225 -- · · -9- 24247/CV/tv hartlijn begrensd door de kanalen 124A en 124B of axiale beweging langs de lengte van het kanaal 126.
Ten slotte omvat de schakeltoren 98 een tweestanden sensor 132 zoals een elektrische of pneumatische schakelaar, die kan zijn bevestigd aan de schakeltoren 98 door een geschikte van schroefdraad 5 voorziene schacht 134. De schacht 134 kan zijn opgenomen in een complementaire 'van schroefdraad voorziene opening 136 in de schakeltoren 98.
De tweestanden sensor 132 omvat een waarneemorgaan 136, zoals een rol of kogel’ of andere soortgelijke waarneemconstructie welke de uitgang van de tweestanden sensor 132 in een stand plaatst indien de hulp-10 schuifrail 110 is in de stand weergegeven in figuur 2 en de uitgang van de tweestanden sensor 132 in zijn andere stand plaatst indien het waarneemorgaan 136 is bewogen in de omtreksgroef ’ 132. Een verhouding bestaat tussen de relatieve standen van de groef 122, het waarneeraelement 136, de kanalen 124A, 124B en de indexpen 128 zodanig dat indien deze 15 elementen zijn in de stand afgebeeld in figuur 2, de tweestanden sensor 132 in een van zijn twee standen is en indien de indexpen 128 in lijn is gebracht met het kanaal 124A, wordt het waarneemorgaan 136 opgenomen in de groef 122 zodat de sensor 132 in de andere van zijn twee standen is.
20 Weer verwijzend naar figuur 1 omvat het overbrengingssamenstel 10 ook een dubbele reeks of hoog- laagversnellingsbak 140 opgesteld in mechanische tandem met het hoofdversnellingsbaksamenstel 12 zodanig dat de uitgaande as 26 de tandwielbak 140 aandrijft, welke op zijn beurt de niet-weergegöven aandrijfas van een bijbehorend voertuig aandrijft.
25 De hoog- laagversnellingsbak 140 voorziet in eerste en tweede over-brengingsverhoudingen, welke in tandem werken met de overbrengings-verhoudingen gekozen in het hoofdversnellingsbaksamenstel en deze dus aanvullen. De hoog- laagversnellingsbak 140 omvat ook een bedienings-orgaan 142 dat elementen van de versnellingsbak 140 op geschikte 30 wijze verplaatst, zodanig dat de hogere of lagere overbrengings-verhoudingen worden gekozen en in de vermogensbaan opgesteld. Het bedieningsorgaan is bij voorkeur een elektrisch in werking gestelde solonoide maar kan ook een pneumatisch of hydraulisch in werking gestelde zuiger zijn indien dit gewenst mocht worden.
\35 Nu zal aan de hand van de hierboven beschreven figuren de werking van het overbrengingssamenstel 10 nader worden uiteengezet.
Het schakelpatroon verkregen door het overbrengingssamenstel 10 en meer 8403225 ' \ -10- 24247/CV/tv in het bijzonder de versnellingshefboom 2 is weergegeven in figuur 4.
Terwijl het schakingspatroon althans in hoofdzaak gebruikelijk is, ofschoon vergroot door een aanvullend tweetal schakelstanden, verduidelijken de aanduidingen van de schakelstanden in figuur 4 het feit, dat de twee aanvullende overbrengingsverhoudingen verkregen door het overbrengings-5 samenstel 10 resultèert uit gebruik van de tandwielen 22A en 22B samenhangend met de middelste schuifrail 48 welke de tweede en de derde versnelling geeft. Het zal dus worden begrepen dat opdat het overbrengingssamenstel 10 geschikt opeenvolgende stappen van overbrengingsverhoudingen geeft om te voldoen aan de routinevolgorde van toenemende 10 voertuigsnelheden en afnemend koppel bij omhoogschakelen, de overbrengingsverhoudingen verkregen door de tandwielen 22A en 22B en door de tandwielen 24A en 24B welke de hoogste snelheid geven, moet worden gekozen in samenhang met de verhoudingen verkregen door de hoog- laagversnellingsbak 140 zodat een geschikte overbrengingsverhoudingvolgorde wordt verkregen 15 door en via het overbrengingssamenstel 10 indien in werking gesteld in overeenstemming met de hieronder volgende volgorde.
Zoals voordien vermeld, moet het, aangezien het mechanisme van de huidige uitvinding in feite geheugen heeft, aanvankelijk worden vastgesteld, dat de hulpschuifrail 110 in de stand weergegeven in figuur 20 2 de twee reeks hulpversnellingsbak 140 in zijn laagste reeks of over- brengingsverhouding plaatst. Keuze van eerste versnelling en achteruit wordt dus verkregen door plaatsing van de versnellingshefboomtong 104 in de sleuf 80 van het schuifjuksamenstel 70. Het zal duidelijk zijn, dat ten einde de sleuf 80 te grijpen de onder veerspanning staande pen 25 88 moet en zal worden ingedrukt. De reaktiekracht tegen deze handeling werkt als een aanduiding voor de bediener dat hetzij de eerste versnelling of de achteruit is gekozen, zodat voelbare terugvoeding de bediener voorziet van nuttige informatie. Tijdens dit versnellingskeuzeproces blijft de hulpschuifrail 110 in de in figuur 2 weergegeven stand. Keuze 30 van tweede en derde versnelling, die in feite tweede versnelling laag en derde versnelling laag zijn, zoals aangeduid in het schakelpatroon van figuur 4, vindt plaats terwijl de hulpversnellingsbak 140 in zijn lage overbrengingsgebied wordt gehouden. Keuze van tweede en derde versnelling 4 jf wordt dus verkregen door gebruikelijke beweging van de schakelhefboom \35 102. De tong 104 wordt uit de sleuf 80 in de sleuf 78 bewogen en een geschikte axiale verplaatsing van de schuifrail 48 bewerkstelligd.
^ Keuze van de daaropvolgende hogere versnellingen, namelijk die 840 3225 -11- 24247/CV/tv ï \ aangeduid als tweede versnelling hoog en derde versnelling hoog in het schakelpatroon van figuur 4 begint met het terugvoeren van de schakel-rail 48 naar een neutrale stand. Gebruikelijke beweging naar rechts van de schakelhefboom 102 naar de daaropvolgende hogere versnellings-standen brengt dan een specifieke en-aparte volgorde van gebeurtenissen 5 voort. Dergelijke beweging naar rechts van het bovenste gedeelte van de versnellingshefboom 102 plaatst de versneilingshefboomtong 104 in contact met de onder veerspanning staande pen 86 samenhangend met het schakelvorksamenstel 66. De voorspanning van de veer 94 is voldoende groot om te bewerkstelligen dat de pen 86 werkt als het 10 scharnierpunt van een tweede klas hefboom zodanig dat de hulpschuifrail 110 naar links wordt verschoven uit de in figuur 2 weergegeven stand naar een stand waar het waarneemorgaan 138 zit in de groef 122 en de indexpen 128 ligt in lijn met de omtreksgroef 124A. Zo een beweging van de hulpschuifrail 110 wijzigt de uitvoer van de tweestanden sensor 15 132 van een stand naar de andere daarbij een verschuiving van het bedieningsorgaan 142 van de hulpversnellingsbak 140 regelend in zijn hogere overbrengingsverhoudingsstand. Voorwaartse beweging van de schakelhefboom 102 beweegt dus de middelste schuifrail 48 opnieuw voor het in ingrijping brengen van de tweede versnelling. Aangezien 20 echter de hulpversnellingsbak 140 in zijn hoge overbrengingsverhouding is is dan de tweede versnelling in een overeenkomstige hogere overbrengingsverhouding. De derde versnelling hoog wordt gekozen door gebruikelijke bewegingen van de versnellingshefboom 102 naar achteren met geen wijziging in de stand van de hulpschakelrail 110. Ten einde de vierde en de vijfde 25 versnelling in te kunnen schakelen wordt de versnellingshefboom 102 weer terug bewogen naar een neutrale stand. Verdere beweging naar rechts van het bovenste gedeelte van de versnellingshefboom 102 resulteert dan in een indrukken van de pen 86 over een voldoende afstand zodanig dat de tong 104 van de versnellingshefboom 102 geheel kan worden opgenomen in 30 de sleuf 176 van het schakeljuksamenstel 66, daarbij een activeren mogelijk makend van de twee hoogste snelheidsoverbrengingsverhoudingen van het hoofdversnellingsbaksamenstel 12 op de gebruikelijke wijze.
Terugschakelen van het overbrengingssamenstel 10 omvat -JC*·..
( .althans nagenoeg de omgekeerde volgorde van werking van de hulpschuifrail \35 110 en de schakeljuksamenstellen 66, 68 en 70, met juiste overweging gegeven aan het feit, hierboven vermeld, dat de hulpschuifrail 10 werkt ^ als een geheugeninrichting. Met dit in gedachten wordt een terugschakelen 3403225
V
-12- 24247/CV/tv \ ' ‘ uit de hoogste versnellingen, namelijk de vierde en de vijfde versnelling, verkregen door gebruikelijk naar links bewegen van het bovenste gedeelte van de versnellingshefboom 102. Dergelijke beweging wordt ondersteund door de onder veerspanning staande pen 86 en de versnellingshefboomtong 104 verplaatst zich dus in en wordt opgenomen 5 door de sleuf 178 in het schuifjuksamenstel 68. In deze stand zullen tweede versnelling hoog en derde versnelling hoog worden verkregen aangezien enkele dwarse stapsgewij ze beweging van de versnellingshefboom 102 geen translatie van de hulpschuifrail 110 zal veroorzaken uit de stand waarin het waarneemorgaan 138 is gelegen in de groef 122 van de 10 rail 110 en de pen 128 is opgenomen in de omtreks groef 124A. De tweede versnelling hoog en derde versnelling hoog kunnen dus weer worden gekozen in overeenstemming met het schakelpatroon dat is weergegeven in figuur 4. Om terug te schakelen naar nog lagere versnellingen wordt de versnellingshefboom 102 opnieuw terug bewogen 15 naar de neutrale stand en wordt vervolgens het bovenste gedeelte van de versnellingshefboom 102 een verdere stap naar links bewogen. Deze werking brengt de versnellingshefboomtong 104 weer in ingrijping met de onder veerspanning staande pen 88 en een dergelijk contact functioneert als een scharnierpunt waardoor de versnellingshefboom 102 werkt als een 20 tweede klas hefboom, die dwarse axiale translatie van de hulpschuifrail 110 veroorzaakt, deze zo terugbewegend naar de stand afgebeeld in figuur 2.
In deze stand keert de tweestanden sensor 132 weer terug naar zijn eerste stand, daarbij het bedieningsorgaan 142 van de hulpversnellingsbak 140 commanderend de lage snelheidsoverbrengingverhouding daarvan te kiezen.
25 Opnieuw zullen tweede en derde versnelling worden gekozen door ingrijping van de schakelhefboomtong 104 met de sleuf 78 van het schakeljuksamenstel 68. Opgemerkt wordt, dat de indexpen 128 functioneert om axiale translatie van de hulpschuifrail 110 en dus overbrengingsverhouding van de hulpversnellingsbak 140 ten alle tijde tegen te gaan behalve indien de 30 versnellingshefboom 102 en dus het hoofdversnellingsbaksamenstel 12 in de neutrale stand is. Het geheel terugschakelen naar eerste versnelling j) en achteruitversnelling wordt op overeenkomstige wijze bewerkstelligd, \ waarbij een terugschakelen hier geen axiale beweging van de hulpschuifrail 110 zal veroorzaken.
Indien de versnellingshefboom 102 teruggebracht is naar de neutrale stand kan deze over een aanvullende naar links gerichte stap in het schakelpatroon worden bewogen voor het verkrijgen van de eerste versnelling en de achteruit. Een dergelijke beweging wordt uiteraard weerstaan 8403225 -13- 24247/CV/tv \ door de onder veerspanning staande pen 88 zoals hierboven beschreven, waardoor een voelbare terugvoedingsinformatie aan de bediener wordt gegeven via de versnellingshefboom 102, zodat deze weet dat hij op het punt staat om de laagste versnelling.vooruit of achteruit in te schakelen.
5 Het zal duidelijk zijn, dat het mechanisme volgens de onderhavige uitvinding regeling geeft over zowel een hoofdversnellings-baksamenstel en een hulpversnellingsbak maar met een enkele gebruikelijke versnellingshefboom. Ook zal het duidelijk zijn, dat het schakelpatroon, dat wordt verkregen door het mechanisme geheel gebruikelijk is en voort-10 schrijdt over een aantal versnellingen vooruit in een gebruikelijk schakelpatroon terwijl in feite beide versnellingsbakken worden geregeld.
Ten slotte zal het duidelijk zijn, dat het onderhavige mechanisme een schakelen van de hulpversnellingsbak uitsluit tenzij de hoofdversnellingsbak in de neutrale stand is.
15 Aan vaklui op dit gebied zal het duidelijk zijn, dat binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding aanvullingen en/of wijzigingen op de bovenbeschreven constructie kunnen worden aangebracht.
\ 8403225

Claims (11)

1. Overbrengingsverhouding-keuzemechanisme voor gebruik met een overbrengingssamenstel dat in combinatie is voorzien van een hoofdversnellingsbak met een ingaande as, een uitgaande as en een 5 aantal tandwielstellen, die voorzien in een aantal onafhankelijk te kiezen overbrengingsverhoudingen tussen de ingaande as en de uitgaande as, een schuifrail, een scharnierend aan de schuifrail bevestigde versnellingshefboom, drie schuifjukken ieder voorzien van middelen voor het opnemen van een gedeelte van de versnellingshefboom, voor-10 spanmiddelen voor het verkrijgen van een kracht welke genoemd gedeelte van de versnellingshefboom uit twee van de versnellingshefboom opnemende middelen dringt, hulpversnellingsbak in tandem met de hoofdversnellingsbak voor het verkrijgen van althans twee te kiezen verhoudingen, regel-orgaan geactiveerd door genoemde schuifrail voor het commanderen van 15 keuze van een van de twee hulpversnellingsbak overbrengingsverhoudingen indien de schuifrail is opgesteld in een eerste stand en het kiezen van de andere van de genoemde twee overbrengingsverhoudingen van de hoofdversnellingsbak indien de schuifrail in de tweede stand is opgesteld.
2. Overbrengingsverhouding-keuzemechanisme volgens conclusie 20 1, met het kenmerk, dat het orgaan voor het opnemen van een gedeelte van de versnellingshefboom een evenwijdig met de schuifrail gerichte sleuf is.
3. Overbrengingsverhouding-keuzemechanisme volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de schuifrail een paar of afstand van 25 elkaar gelegen kanalen omvat, die loodrecht zijn gericht op een verbindings-kanaal dat is opgesteld langs de hartlijn van de schuifrail en een pen in de kanalen is opgenomen >om beweging van de schuifrail te beperken.
4. Overbrengingsverhouding-keuzemechanisme voor gebruik met een overbrengingssamenstel in combinatie voorzien van een hoofdver- 30 snellingsbak met een .huid, een ingaande as, een uitgaande as, een aantal tandwielstellen die voorzien in een aantal onafhankelijk te kiezen overbrengingsverhoudingen tussen de ingaande as en de uitgaande as, een eerste schuifrail, een versnellingshefboomscharnier bevestigd aan de schuifrail, een reeks van drie hoofdschuifrails opgesteld in evenwijdige \35 reeks en hartlijnen bezitten loodrecht op de hartlijn van genoemde schuifrail, drie schakeljukken ieder bevestigd aan een van de genoemde drie hoofdschuifrails, waarbij ieder van de schakeljukken is voorzien van een orgaan voor het opnemen van een gedeelte van de versnellingshefboom, 8403225 % Λ =* 9 9 \ \ \ -15- 24247/CV/tV voorspanmiddelen voor het verkrijgen van een kracht, welke kracht genoemd gedeelte van de versnellingshefboom uit twee van de schakelhefboom-opnemende organen terug te dringen, een hulpversnellingsbak in tandem met de hoofdversnellingsbak voor het verkrijgen van een tweetal te kiezen overbrengingsverhoudingen, een sensor geactiveerd door genoemde 5 schuifrail voor het verkrijgen van een eerste stand output indien de schuifrail is opgesteld in een eerste stand en een tweede stand output indien de schuifrail is opgesteld in een tweede stand, middelen gekoppeld met de sensor voor -het kiezen van een van de twee overbrengingsverhoudingen van de hulpversnellingsbak indien de output van de sensor in een eerste 10 stand is en voor het kiezen van de andere van de beide overbrengingsverhoudingen van de hulpversnellingsbak indien de output van de sensor in de andere stand is,
5· Overbrengingsverhouding-keuzemechanisme volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een orgaan voor het opnemen 15 van een gedeelte van de versnellingshefboom een evenwijdig aan de schuifrail opgestelde sleuf is.
6. Overbrengingsverhouding-keuzemechanisme volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schuifrail een paar op afstand van elkaar gelegen kanalen omvat die loodrecht zijn gericht op 20 een verbindingskanaal, dat is opgesteld langs de hartlijn van de schuifrail en in de kanalen een pen is opgenomen oro beweging van de schuifrail te beperken.
7. Overbrengingssamenstel voorzien van een hoofdversnellings bak met een huis, een ingaande as, een uitgaande as, een aantal tandwiel- 25 stellen, welke een aantal onafhankelijk te kiezen overbrengingsverhoudingen tussen de ingaande as en de uitgaande as geven, een reeks van hoofdschuif-rails opgesteld evenwijdig aan elkaar en ieder voorzien van een schuifjuk welke een sleuf begrenst en een hulpversnellingsbak in tandem met de hoofdversnellingsbak waarbij de hulpversnellingsbak een te kiezen overbrengings-30 verhouding bezit, met het kenmerk, dat een hulpschuifrail loodrecht op de hartlijnen van de hoofdschuifrailsiis opgesteld en aan de hulpschuifrail een versnellingshefboomscharnier is bevestigd terwijl voorspanraiddelen zijn aangebracht om een kracht te geven om de versnellingshefboom uit twee van (j de schakeljuks 1 euven te dringen en een regelorgaan gekoppeld met de hulp- 35 schakelrail om keuze te regelen van een van de overbrengingsverhoudingen van de hulpversnellingsbak indien genoemde schuifrail is opgesteld in een ^ eerste stand en om de andere van de overbrengingsverhoudingen van de 8403225 5 Of sf V. -16- 24247/CV/tv hulpversnellingsbak te kiezen indien „genoemde schakelrail in een tweede stand is bpgesteld.
8. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voorspanorgaan een pen omvat die is opgesteld in het versnellingshefboomopneemorgaan en een drukveer. 5
9· Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het regelorgaan een tweestanden sensor omvat welke een eerste stand output geeft indien de schuifrail in genoemde eerste stand is opgesteld en een tweede stand output indien de schuifrail is opgesteld in de tweede stand.
10. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies waarin het regelorgaan een overbrenger omvat voor het mechanisch kiezen van de overbrengingsverhoudingen van de hulpversnellingsbak.
11. Samenstel·, volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aangrijping van het voorspanorgaan door de versnellings-15 hefboom veroorzaakt dat de hulpschuifrail in zijn lengterichting verplaatst voordat het voorspanorgaan transleert.· 8403225
NL8403225A 1983-10-28 1984-10-24 Overbrengingsverhouding-keuzemechanisme. NL8403225A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/546,728 US4633725A (en) 1983-10-28 1983-10-28 Transmission and range box control
US54672883 1983-10-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403225A true NL8403225A (nl) 1985-05-17

Family

ID=24181756

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403225A NL8403225A (nl) 1983-10-28 1984-10-24 Overbrengingsverhouding-keuzemechanisme.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4633725A (nl)
JP (1) JPS60172754A (nl)
KR (1) KR850004050A (nl)
BR (1) BR8405437A (nl)
CA (1) CA1230506A (nl)
DE (1) DE3439161A1 (nl)
ES (1) ES8600480A1 (nl)
FR (1) FR2554254B1 (nl)
GB (1) GB2149031B (nl)
IT (1) IT1179478B (nl)
NL (1) NL8403225A (nl)
SE (1) SE454763B (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB8726712D0 (en) * 1987-11-14 1987-12-16 Eaton Corp Manual control for compound transmission
US5000060A (en) * 1989-02-16 1991-03-19 Reynolds Joseph D Compound transmission and shift control therefor
US4974468A (en) * 1989-02-16 1990-12-04 Eaton Corporation Compound transmission and shift control therefor
US4875383A (en) * 1989-02-23 1989-10-24 Dana Corporation Dual ratio transmission shifter assembly with neutral safety switch
DE9001518U1 (nl) * 1990-02-09 1990-04-12 J I Case Gmbh, 4040 Neuss, De
US5231895A (en) * 1992-01-23 1993-08-03 Eaton Corporation Auxiliary section actuator air control system
US5450767A (en) * 1993-11-03 1995-09-19 Dana Corporation Vehicle transmission having manually shifted lower gears and automatically shifted higher gears
GB9521620D0 (en) * 1995-10-21 1996-01-03 Eaton Corp Compound transmission with repeat or double-I shift pattern
US5732594A (en) * 1996-10-31 1998-03-31 Ford Global Technologies, Inc. Manual transmission with throttle actuated downshift
US6966237B2 (en) * 2001-04-02 2005-11-22 Zf Meritor, Llc First gear/reverse gate indicator switch
GB2384533A (en) * 2002-01-25 2003-07-30 Eaton Corp Gear shift cassette housing
US8258779B2 (en) * 2008-11-26 2012-09-04 Deere & Company Transmission shift rail position sensor
WO2011094223A1 (en) 2010-01-26 2011-08-04 Martin Burgbacher Gear assembly for motor vehicle
BR112012025501A2 (pt) * 2010-04-06 2016-06-21 Kongsberg Automotive Ab conjunto de garfo de troca de marcha e método para montar um conjunto de garfo de troca de marcha
US9021909B2 (en) * 2012-10-01 2015-05-05 Eaton Corporation Dampers at the main shift rod

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR536183A (fr) * 1921-04-29 1922-04-27 Baudet Et Donon Ets Commande progressive et continue par un levier d'une gamme de vitesses obtenue par la combinaison de deux boîtes
US2835143A (en) * 1950-08-30 1958-05-20 Borg Warner Transmission
US2637222A (en) * 1951-01-12 1953-05-05 Fuller Mfg Co Shift control for auxiliary transmissions
US2694943A (en) * 1951-06-15 1954-11-23 Peterbilt Motors Company Shift control tower
US3498155A (en) * 1968-04-29 1970-03-03 Ford Motor Co Multiple-ratio,manually-controlled power transmission mechanism with two drive ranges
BR7603032A (pt) * 1975-05-14 1977-05-31 Massey Ferguson Services Nv Aperfeicoamento em transmissao de mudanca de velocidade
GB1572317A (en) * 1978-03-30 1980-07-30 Eaton Ltd Shift control for change speed gear transmission for vehicles
US4296642A (en) * 1979-08-20 1981-10-27 Dana Corporation Transmission interlock
GB2087991A (en) * 1980-11-14 1982-06-03 Eaton Ltd Combined shift control
JPS57110845A (en) * 1980-12-26 1982-07-09 Isuzu Motors Ltd Multi-stage speed change gear
US4409859A (en) * 1981-04-30 1983-10-18 Dana Corporation Shift-rail interlock bracket for compound transmission
DE3307988A1 (de) * 1982-04-21 1983-10-27 Dana Corp., 43615 Toledo, Ohio Schaltbuegel fuer getriebe
US4494418A (en) * 1982-05-18 1985-01-22 International Harvester Co. Multi-directional single lever control for transmissions

Also Published As

Publication number Publication date
IT1179478B (it) 1987-09-16
JPS60172754A (ja) 1985-09-06
SE454763B (sv) 1988-05-30
GB2149031A (en) 1985-06-05
FR2554254A1 (fr) 1985-05-03
KR850004050A (ko) 1985-07-01
FR2554254B1 (fr) 1986-10-24
ES537105A0 (es) 1985-09-16
IT8449070A0 (it) 1984-10-26
US4633725A (en) 1987-01-06
GB8426530D0 (en) 1984-11-28
ES8600480A1 (es) 1985-09-16
SE8405370D0 (sv) 1984-10-26
DE3439161A1 (de) 1985-05-09
BR8405437A (pt) 1985-09-03
GB2149031B (en) 1987-02-04
CA1230506A (en) 1987-12-22
SE8405370L (sv) 1985-04-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8403225A (nl) Overbrengingsverhouding-keuzemechanisme.
US4974468A (en) Compound transmission and shift control therefor
US5000060A (en) Compound transmission and shift control therefor
US5711409A (en) Twin-clutch-type transmission
US4561325A (en) Transmission and range box control
US6874381B2 (en) Actuating arrangement for a gearbox and method of operating the same
US4455883A (en) Combined shift control
US4567785A (en) Directly mounted master shift control
US4273004A (en) Gear selector mechanism
US4228693A (en) Transmission shift control apparatus
CA1259824A (en) Change-gear apparatus for vehicular transmission
US5031472A (en) Neutral sensing assembly
US5809835A (en) Manual transmission shift lever
JPH0532622B2 (nl)
US6336372B1 (en) Vehicle transmission
US20050223834A1 (en) Inline automatic/manual shifter
JPH0124939B2 (nl)
JPH0124940B2 (nl)
EP1486704B1 (en) Shifting device
JP3598477B2 (ja) 複式歯車変速機
US5145469A (en) Transmission ratio selector mechanism
US5806368A (en) Gearshift device for a semiautomatically shiftable change-speed gearbox
GB2026109A (en) Gear selector mechanisms
KR20070036367A (ko) 핀 형태의 수동변속기 가이드 구조
JPS5918508Y2 (ja) 操作部構造

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed