NL8403197A - Infrarood thermografiestelsel met verhoogde gevoeligheid door progressieve accumulatie van de lijnen van het beeld. - Google Patents

Infrarood thermografiestelsel met verhoogde gevoeligheid door progressieve accumulatie van de lijnen van het beeld. Download PDF

Info

Publication number
NL8403197A
NL8403197A NL8403197A NL8403197A NL8403197A NL 8403197 A NL8403197 A NL 8403197A NL 8403197 A NL8403197 A NL 8403197A NL 8403197 A NL8403197 A NL 8403197A NL 8403197 A NL8403197 A NL 8403197A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
line
memory
image
signal
field
Prior art date
Application number
NL8403197A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Trt Telecom Radio Electr
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Trt Telecom Radio Electr filed Critical Trt Telecom Radio Electr
Publication of NL8403197A publication Critical patent/NL8403197A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N5/00Details of television systems
    • H04N5/30Transforming light or analogous information into electric information
    • H04N5/33Transforming infrared radiation

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Radiation Pyrometers (AREA)
  • Closed-Circuit Television Systems (AREA)

Description

v i 8431 11/AA/sn
Korte aanduiding: Infrarood thermografiestelsel met verhoogde gevoeligheid door progressieve accumulatie van de lijnen van het beeld,
De uitvinding heeft betrekking op een infrarood thermografie-stelsel omvattende enerzijds een infrarood camera voorzien van een rasteraftastinrichting en een lijnaftastinrichting voor het punt na punt door middel van projectie over een detectiematrix 5 met ten minste een fotogevoelige detector, analyseren van het beeld van een zichtveld bestaaxfeuit naast elkaar gelegen elementaire velden, met een elementair veld per detector, anderzijds een elektronisch verwerking smoduul van hrir analoge uitgangssignaal van de camera met ten minste een digitaliseringsinrichting voor het analoge signaal en ten 10 minste een digitaal/analoog omzetter van het signaal na verwerking, en in de derde plaats middelen voor het op een televisiemonitor weergeven van het uitgangssignaal van de digitaal/analoog omzetter.
Dergelijke stelsels worden in het bijzonder gebruikt voor het zichtbaar maken van een binnengedrongen gebied met infrarood 15 straling met een grotere golflengte dan een micrometer, en kan ook gebruikt worden bij zichtbaar licht, maar in dit bepaalde gevaif waarbij bekende televisiecamera's gebruikt worden geeft men de voorkeur aan stelsels die voorzien zijn van analyse-inrichtingen die gebaseerd zijn op andere principes, waarbij in het algemeen aftasting met 20 elektronenbundels plaatsvindt. On het gebied van de infrarood straling te benutten, kan de visualisering overdag of 's nachts plaatsvinden, waarbij het in het algemeen 's nachts van meer nut is wanneer het direkte zicht zeer beperkt af onmogelijk is. De door deze stelsels gedetecteerde stralingsspectraalbanden corresponderen met atmosfe-25 rische dooriatingsvensters, te weten 3 tot 5 micrometer of 8 tot 12 micrometer. De uitvinding heeft vooral betrekking op deze laatste spectrale band, daar zij perfekt past bij lichaamsafbeeldingen bij de omgevingstemperatuur, waarbij een zwart lichaam van 3C0°K een 8403197 * ?
i J
-2- maximale emissie heeft bij ongeveer 10 micrometer. Dergelijke stelsels die gebruik maken van optisch-mechanische inrichtingen voor raster- en lijnaftasting zijn in algemene zin bijvoorbeeld bekend uit "La thermographie infrarouge" door G. GAUSSORGUES, in "Technique et 5 Documentation" van 2 december 1980,
De actuele gevoeligheid van infrarood camera's kan zich voor bepaalde operationele gevallen onvoldoende herstellen tijdens bewaking van de hemel, en de horizon van de aarde of de zeei ofwel de atmosferische omstandigheden zijn slecht, of men wenst grote detectie-10 draagwijdten van bijvoorbeeld tientallen kilometers.
Een bekende werkwijze voor het verbeteren van de gevoeligheid van infrarood camera's betreft de sommatie van opeenvolgende beelden. Men merke op, dat het oog zelf deze bewerking als gewone funktie uitvoert door accumulatie van vier tot vijf opeenvolgende beelden. Wan-15 neer i het aantal geaccumuleerde beelden is, is de signaalruisver-sterking VT. Het oog maakt dus een gevoeligheidsversterking in de orde van 2 mogelijk. Wanneer daarentegen de accumulatie elektronisch plaatsvindt door sommatie en middeling van bijvoorbeeld 16 opeenvolgende beelden, werkt het oog niet langer als integrator, daar het 20 beeld zich te langzaam vernieuwd. In dit bepaalde geval bedraagt de versterking voor een waarnemer dus ten opzichte van de gewone werking VT/2, dus 2 in het geval van accumulatie van 16 beelden. Men merke op, dat deze accumulatiebewerking van beelden in principe op digitaal niveau kan plaatsvinden, binnen het elektronische verwerkingsmoduul, 25 zonder dat iets veranderd wordt aan de werking van de raster- en lijnaftastinrichtingen van de camera ten opzichte van de gewone werking van het stelsel. Het belangrijkste bezwaar van deze tijdsafhankelijke accumulatie betreft de noodzaak van een stabiel zicht en, zoals bij de veronderstelling van een verkregen stabiel zicht, een in 30 het zichtveld beweegbaar doel in de richting van haar snelheidsvector wazig worden. Bij 25 beelden (50 rasters) per seconde, wat overeenkomt met standaardtelevisie, bedraagt de duur van 16 beelden 0,64 seconden. De stabiliteit van het beeld zal verzekerd kunnen worden door middel 8403197 ............................
c t -3- von een achtervolging ("tracking" in het Engels) van een gekozen referentie door de bedienaar, of van een doel dat zelf gedetecteerd wordt door een werkwijze met aaneenschakeling en meting na deze bewerking. Het effekt van wazig worden als gevolg van de beweging wordt 5 dan minder maar ten koste van zowel de herkenningsdraagwijdte door de aaneenschakelingsbewerking en de grotere vernieuwingstijd van het beeld ten gevolge van de accumulatiebewerking van de beelden.
Een doel van de uitvinding is het verbeteren van de gevoeligheid van een infrarood thermografiestelsel.
10 Een ander doel van de uitvinding is het tegelijk verbeteren van de detectiedraagwijdte en de herkenningsdraagwijdte van een infrarood thermografiestelsel.
Weer een ander doel is, in het geval van een infrarood thermografiestelsel dat verschillende lijnen tegelijk analyseert met 15 behulp van verschillende detectors in de rasterrichting, het op een televisiemonitor verkrijgen van een meer homogeen beeld.
Deze doelstellingen worden bereikt en de bezwaren van de bovengenoemde stand van de techniek worden tegengegaan doordat het in de aanhef gedefinieerde infrarood thermografiestelsel als kenmerk 20 heeft, dat het voorzien is van middelen voor het werken in een analyse-mode met progressieve lijnaccumulatie en dat daartoe enerzijds de verplaatsing van de rasteraftastinrichting door middel van besturings-middelen vertraagd wordt ten opzichte van de gewone bekende analyse-mode, zodat twee willekeurige in de tijd opvolgende lijnen van het 25 beeld van het zichtveld dat op de detector, respectievelijk op de detectors, geprojecteerd is elkaar overlappen, waarbij de ruimtelijke verschuiving tussen deze twee opeenvolgende lijnen klein is ten opzichte van de afmeting in de rasterrichting van een detector, zodat elk elementair veld van het zichtveld een aantal n maal opeenvolgend 30 afgetast wordt in het tempo van de lijnaftasting door de detector die overeenkomstig n opeenvolgende analoge signalen aan de uitgang van de camera levert, terwijl anderzijds de n signalen voor elk elementair veld, na in digitale vorm gebracht te zijn, opgeteld worden 8403197 i » -4-............... ........ ............................
en in een voorafbepaalde plaats geregistreerd worden in een beeldge-heugen van het elektronische verwerkingsmoduul met behulp van een opteller en ten minste volgordemiddelen en, in de derde plaats, het beeld van het zichtveld teruggevoerd wordt naar de televisiemonitor 5 door herhaalde uitlezing van het beeldgeheugen.
Evenals de accumulatie door middel van beelden, impliceert de analysemode door middel van lijnaccumulatie volgens de uitvinding een digitalisering van het uitgangssignaal van de camera, een opteller en een opslag van het gehele beeld. Bovendien vereist de lijn-10 accumulatiemode vertraging van de verticale aftasting, wat niet het geval is voor de beeldaccumulatie, zoals hierboven reeds aangegeven. Als men de vergelijking voortzet, constateert men dat de lijnaccumulatie een meer flexibele funktie is en dat het bijna geheel de problemen van de scherpte en/of homogeniteit van het beeld oplost in het 15 geval van een niet perfekt stabiel zicht of van een beweegbaar voorwerp in het veld van de camera, en dit voor gevoeligheidsversterkin-gen door de accumulatie, die gelijk verondersteld wordt in de twee analysemoden door accumulatie. In werkelijkheid, om het bovengenoemde voorbeeld van accumulatie van 16 opeenvolgende beelden weer op te 20 nemen, wanneer men een lijnaccumulatie aanneemt voor een vertraagde rasteraftastverplaatsing in een verhouding n = 16, wat dezelfde accumulatiecapaciteit voorstelt, is het duidelijk dat voor een gegeven punt van het beeld op het scherm van de televisiemonitor, dat correspondeert met een elementair veld van het zichtveld, de door dit 25 punt voortgebrachte elektronenbundel in het eerste geval resulteert uit het gemiddelde van 16 opeenvolgende elementaire signalen, die aan de uitgang van een fotogevoelige detector afgegeven zijn met een frequentie welke de beeldfrequentie is, terwijl in het tweede geval het resulteert uit het gemiddelde van 16 met de lijnfrequentie ver-30 zonden elementaire signalen. In het eerste geval kan geen enkel punt van de beeldsom (of gemiddelde) verkregen worden vóór de analyse van 16 opeenvolgende beelden waarna alle punten van de beeldsom verkregen zijn gedurende in hoofdzaak de duur van een beeld, terwijl in het 8403197 « % -5- ...........
tweede geval de lijnen van de beeldsom verkregen zijn in het tempo 1/16T1, waarbij Tl de lijnperiode is. Hieruit volgt dat de correlatie in de tijd tussen twee naburige of aangrenzende punten van een gegeven lijn of van twee naburige lijnen beter is met de accumulatie 5 door middel van lijnen dan bij de accumulatie door middel van beelden. Bij de accumulatie met lijnen kan het beeld van een iets beweegbaar veld en/of van een beweegbaar voorwerp in het veld vertaald worden door een progressieve verschuiving tussen opeenvolgende lijnen van de lijnen van de beeldsom, dat wil zeggen een schuin spoor van 10 de waargenomen objecten, of in verzakkingen of verwijdingen, maar het wazig worden kan zich niet op het beeldniveau voordoen. Dit wazig worden zal zich theoretisch op lijnniveau kunnen voordoen, aangenomen dat de voortbrengingstijd van elke beeldlijnsom vergelijkbaar is met de integratietijd van het oog welke hier als referentie dient, dus 15 ongeveer 200 ms. Voor een beeld van 625 lijnen, waarvan 510 nuttige lijnen twee geïnterlinieerde rasters vormen en met betrekking tot 25 beelden (50 rasters) per seconde, verkrijgt men een verhouding n = 3125, dus een theoretische gevoeligheidsversterking van V3125/2 = 28, wat onbruikbaar hoog is voor de beschouwde praktische 20 toepassingen.
Het enige probleem dat overblijft is dus de schijnbare vervorming van bewegende voorwerpen of in werkelijkheid op de beeldsom, maar het oog is volkomen geschikt om de werkelijke vormen veel beter te herstellen dan het wazige omtrekken kan herstellen.
25 Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft als kenmerk dat het elektronisch verwerking smoduul tussen de digitali-seringsinrichting en de digitaal/analoog omzetter een signaalverwer-kingsketen heeft bestaande, in cascade, uit een lusinrichting met de opteller en een lijngeheugen voorzien van een eerste gedeelte van de 30 volgordemiddelen, en ten minste een rastergeheugen, dat deeluitmaakt van het beeldgeheugen en voorzien van een tweede gedeelte van de volgordemiddelen, en dat de herhaalde uitlezing van het beeldgeheugen parallel plaatsvindt ten opzichte van de beschrijving van het beeld- 8403197
9 P
-6- geheugen.
Zoals het geval is voor bepaalde beeldaccumulatiestelsels is het in deze uitvoeringsvorm mogelijk om het gemiddelde te verkrijgen van n signalen die bij elk beeldpunt horen, een recursief filter te 5 gebruiken dat elk signaal zoveel kleinere verhouding verzwakt als dit signaal in de tijd afgenomen is, waardoor de capaciteit van het overdrachtsgeheugen bovenloops van het beeldgeheugen en ook het aantal aan elk beeldpunt in het beeldgeheugen toe te kennen bits verkleind kan worden. Voor de accumulatie met lijnen, heeft het over-10 drachtsgeheugen, via welke de opeenvolgende sommaties van lijnen plaatsvindt voor de vorming van elke sombeeldlijn, een kleinere capaciteit dan het corresponderende overdrachtsgeheugen voor de accumulatie met beelden en zijn de op te tellen waarden in de tijd veel dichter bij elkaar gebracht. Onder deze voorwaarden verdient het de 15 voorkeur een zuivere en eenvoudige sommatie uit te voeren door middel van een lusinrichting omvattende een opteller en een lijngeheugen. Zodra een lijn binnen het lijngeheugen compleet is, dat wil zeggen na n sommaties van opeenvolgende lijnen, wordt het in het beeldgeheugen gebracht in de plaats van de tijdens de voorafgaande rasteraf-20 tasting verkregen lijn met dezelfde rang.
Bij de in de vorige alinea beschreven uitvoeringsvorm kan het beeldgeheugen bestaan uit een enkel rastergeheugen, of uit twee afzonderlijke rastergeheugens, die een even rastergeheugen en een oneven rastergeheugen vormen. In de twee gevallen wordt het stelsel 25 bij voorkeur ingericht om aangepast te zijn aan de standaard van televisieontvangers waarbij twee geïnterlinieerde rasters op het scherm achtereenvolgens worden gelezen. In het eerste geval wordt hetzelfde unieke rastergeheugen zodanig opeenvolgend gelezen dat de twee geïnterlinieerde rasters gevormd worden, wat zich vertaald in 30 een verdubbeling van de lijnen op het scherm. In het tweede geval worden de beschrijvingsingangen en de leesuitgangen van de twee rastergeheugens bestuurd door een derde gedeelte van de volgordemiddelen, waarbij de n signalen voor elk elementair veld samengevoegd, zijn tot 8403197 > * -7- twee opeenvolgende partiele sommen van n/2 signalen voor elke partiele som, waarbij de resultaten van de twee aan de uitgang van het lijngeheugen geleverde partiele sommen respectievelijk opgeslagen worden in corresponderende plaatsen van de twee even respectievelijk 5 oneven rasters. Een ingangsschakelaar van de beeldgeheugens wordt met de frequentie 2/nTl van de ene ingang naar de andere geschakeld en een uitgangsschakelaar van deze geheugens wordt met de rasterfrequen-tie Ft geschakeld.
Een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft 10 als kenmerk dat het elektronisch verwerkingsmoduul dat bestemd is voor de analyse door middel van progressieve lijnaccumulatie bestaat uit ten minste een opteller, een beeldgeheugen met een enkel raster-geheugen, volgordetelmiddelen voor de adressering tijdens schrijven en tijdens lezen van het beeldgeheugen gedurende een eerste fase, 15 acquisitiefase genaamd, die zich afwikkelt gedurende een complete aftasting van het zichtveld door middel van de rasteraftastinrichting, waarbij de telmiddelen slechts dienen voor het adresseren tijdens lezen van het beeldgeheugen tijdens een tweede weergeeffase volgend op de eerste fase en gedurende welke het beeldgeheugen lijn na lijn 20 gelezen wordt met de lijn- en rasterfrequenties van de televisie-monitor.
Volgens een andere uitvoeringsvorm dient het beeldgeheugen in een eerste fase, acquisitiefase genaamd, als overdrachtsgeheugen naar welke de opeenvolgende lijnsommaties uitgevoerd worden. Er vindt 25 dus geen permanente vernieuwing plaats van het beeld lijn na lijn, op de televisiemonitor, zoals mogelijk is bij de eerste uitvoeringsvorm. Na een complete aftasting van de rasteraftastinrichting wordt de inhoud van het beeldgeheugen gefixeerd en kan door opeenvolgende uit-lezingen met de rasterfrequentie naar de televisiemonitor verzonden 30 worden, op het scherm waarvan dan een vast beeld verschijnt.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.
In de tekening toont;
Figuur 1 het blokschema van een eerste uitvoeringsvorm van 8403197 -8- het infrarood thermografiestelsel volgens de uitvinding;
Figuur 2 een mogelijke struktuur voor het realiseren van een beeldgeheugen voor de eerste uitvoeringsvorm; en
Figuur 3 het gedetailleerde blokschema van het elektronische 5 besturingsmoduul van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 1 toont een camera 1, een elektronisch verwerkings-moduul 2 en middelen 3 voor afbeelding op het scherm van een televi-siemonitor 4. De camera 1 is bedoeld voor het analyseren van, bij voorkeur, een infrarood straal en heeft daartoe bekende niet getoonde 10 optomechanische inrichtingen voor rasteraftasting en lijnaftasting. Deze optomechanische inrichtingen richten in de camera de ontvangen infrarood straling op een detectiematrix omvattende ten minste een fotogevoelige detector waarvan de afmetingen in hoofdzaak gelijk zijn aan de afmetingen van een elementair veld, waarbij het actuele reeele 15 beeld van het zichtveld in het vlak van de detectors bestaat uit naast elkaar gelegen elementaire velden. Door elke detector wordt een elektrisch signaal verzonden, te weten een signaal voor de doorgang van een elementair veld van het beeld voor elke detector, wat naar het elektrische verwerkingsmoduul 2 verzonden wordt. Er zal in eerste in-20 stantie aangenomen worden dat de camera slechts een fotogevoelige detector (infrarood detector) heeft, waarvan het uitgangssignaal in serie via een geleider 5 naar het besturingsmoduul 2 verzonden wordt, terwijl men ook slechts in eerste instantie aanneemt dat het beeld van het zichtveld lijn na lijn op het vlak van de detector geprojec-25 teerd wordt, zodat de opeenvolgende lijnen van het beeld naast elkaar liggen. Zoals bekend heeft het elektronische verwerkingsmoduul 2 een digitaliseringsinrichting 6, die het van de camera 1 ontvangen seriele analoge signaal omzet in een serieel digitaal signaal, bijvoorbeeld met 6 bits over een meervoudige geleider 7, wat 64 verschillende 30 mogelijke contrastniveau's betekent. Met betrekking hiertoe moet opgemerkt worden, dat in de figuren de meervoudige geleiders voorzien zijn van een schuin lijnstuk met daarnaast het geleideraantal. Zoals bekend voor de gebruikelijke werking van een infrarood thermografie- 8403197 -9~ stelsel wordt het digitale signaal met 6 bits verzonden naar een digitaal verwerkingsorgaan 8 waarin verschillende soorten filtering uitgevoerd kunnen worden of bewerkingen zoals aaneenschakeling, con-voluatie of eliminatie van de achtergrond van het landschap; daarna 5 het digitaal signaal met 6 bits via een geleider 9 naar een digitaal/ analoog omzetter 11 een standaard CC1R serieel analoog signaal naar de veergeefmiddelen 3 zendt, In een vereenvoudigd infrarood thermo-grafiestelsel zijn twee opeenvolgende rasters in de camera en op het scherm van de televisiemonitor gelijk, dat wil zeggen dat een lijn 10 met een bepaald volgnummer van een aftasting overeenstemt met een lijn met hetzelfde volgnummer van de volgende aftasting (of de voorgaande). Hierna wordt een werking met geïnterlinieerde even en oneven lijnen beschouwd, dat wil zeggen dat twee opeenvolgende rasters op het scherm van de televisiemonitor ruimtelijk ten opzichte van 15 elkaar over een halve rasterlijn verschoven zijn, waarbij het totale beeld van bijvoorbeeld 510 lijnen bestaat uit twee opeenvolgende rasters van elk 255 lijnen, waarbij een even raster de even lijnen bevat en het oneven raster de oneven lijnen bevat en gevolgd wordt door een even raster. Voor de gebruikelijke gesynchroniseerde werking 20 van de camera 1, vertaalt deze interliniering zich ook in een verschuiving over een halve lijn tussen twee opeenvolgende rasteraftas-tingen en over de detectiematrix, waarbij gegeven is dat de lijnen een door de diameter van de detector bepaalde hoogte hebben, deze lijnen naast elkaar liggen en aaneengesloten zijn tijdens de aftas-25 ting neigt men ertoe aan te nemen dat een willekeurige lijn van het beeld voor een bepaalde aftasting van het veld gedeeltelijk op de helft van een hogere lijn en een lagere lijn van het beeld ligt voor de voorgaande of volgende aftasting, welk detailpunt hier genoemd wordt voor een beter begrip van de hierna toegelichte uitvinding.
30 Het eerste idee van de uitvinding betreft het vertragen van de rasteraftasting van de camera in een voorafbepaalde verhouding die bij voorkeur voorgesteld wordt door een geheel getal n. Dit heeft ais gevolg dat twee opeenvolgende lijnen van het beeld over het vlak 8403197 4 i -10- ......- -------------------------------------------------- ------- van de detector in plaats van naast elkaar liggend en aangrenzend te zijn elkaar bijna geheel overlappen en dit meer naar mate het aantal n groter is. Hierna zal blijken dat het weinig interessant is om een getal n kleiner dan 10 te kiezen. Het blijkt dat elke beeld-5 lijn opnieuw gevormd kan worden door een elektronisch signaal door het beeldpunt na beeldpunt sommeren van de opeenvolgende n lijnen wat voortaan nodig is om de afmeting van een elementair veld te doorlopen, dat wil zeggen van een detector in de rasterrichting van het beeld. Men merke op, dat voor deze werking, gegeven de noodzaak om 10 het gegevenssignaal te registreren, een complete synchronisatie tussen bewerking van de camera 1 niet langer noodzakelijk is. Niettemin wordt het aanbevolen om dezelfde waarde van de lijnfrequentie binnen de camera aan te houden om de eigenschappen niet te hoeven wijzigen van de bekende filtermiddelen die steeds nodig zijn voor het filte-15 ren van het signaal waarvan het spectrum met de lijnfrequentie in de camera verbonden is.
Voor het werken in progressieve lijnaccumulatiemode heeft het infrarood thermografiestelsel volgens de uitvinding tussen de digitaliseringsinrichting 6 en de digitaal/analoog omzetter 11 een 20 signaalverwerkingsketen in de plaats van, of bij voorkeur parallel aan het digitale verwerkingsorgaan 8.. Deze keten bestaat in cascade achtereenvolgens uit een lusinrichting omvattende een opteller 13 met twee ingangen en een uitgang en een lijngeheugen 14, en uit een beeldgeheugen 15. In het voorkeursgeval waarbij deze besturingsketen 25 aanwezig is samen met het orgaan 8, zoals getoond in figuur 1, maakt een juist bovenloops van de digitaal/analoog omzetter 11 aangebracht kiesorgaan ló het mogelijk de gewenste digitale bewerking voor het seriële digitale signaal over de geleider 7 te kiezen. Wanneer de werking met lijnaccumulatie wordt gekozen, levert een besturingsorgaan 30 17 door middel van een commandosignaal met twee toestanden A, ener zijds aan de camera 1 de werkingsvolgorde in vertraagde rasteraftast-mode, en anderzijds aan het kiesorgaan 16 om aan haar ingangen de leesuitgangen van het beeldgeheugen 15 te kiezen. Anderzijds zijn de 8403197 volgordemiddelen 10 met de camera 1 en de weergeefmiddelen 3 verbonden en werken in op het lijngeheugen 14, het beeldgeheugen 15 en de op-teller 13. De opteller 13 ontvangt punt na punt op een eerste ingang 18 hetzelfde signaal als aan de ingang van het orgaan 8, dat parallel 5 van de uitgang van de digitaliseringsinrichting 6 afgenomen is. Bij elk begin van de werking en voor elk punt van de eerste lijn van het beeld wordt dit signaal opgeteld bij de waarde 0 dat aanwezig is op de tweede ingang 19 van de opteller 13 voor elk lijnpunt en het resultaat wordt opgeslagen in het lijngeheugen 14, dat bijvoorbeeld 10 van het type FIFO is en dat de capaciteit van ten minste een beeldlijn heeft. Wanneer het eerste punt van de volgende aftastlijn, dat wil zeggen de tweede lijn, optreedt in de vorm van 6 bits aan de eerste ingang 18 van de opteller, verschijnt tegelijk op de tweede ingang 19 het eerste punt van de eerste lijn, waarbij de twee punten 15 opgeteld worden en het resultaat in het geheugen 14 opgeslagen wordt achter het laatste punt van de eerste lijn. In dit eenvoudige wer-kingsvoorbeeld verwordt het geheugen 14 dus tot een eenvoudig schuif-register en werkt met de puntfrequentie F , die aan de uitgang van de inrichting 6 beschikbaar is. Voor een bepaalde opnieuw te vormen 20 beeldlijn, vindt de geheugenopslag cyclisch plaats totdat elk punt van de betreffende lijn n maal bij zichzelf opgeteld is. Men merke wat dit betreft op dat het aantal bits van elke locatie in het geheugen 14, en ook het aantal parallelle geleiders aan de ingang en aan de uitgang van het geheugen 14 vergroot kunnen worden ten op-25 zichte van het aantal geleiders aan de eerste ingang van de opteller 13, zodat het uiteindelijke optelresultaat niet van haar meest significante bits ontdaan wordt. Men heeft dan een complete lijn van het weer te vormen beeld verkregen. Niet getoonde eerste volgordemiddelen van een bekend type, die rekening houden met de frequentie 30 Fl, zijn aan het einde van elk tijdinterval van n/Fl werkzaam om de uitgang van het kleine geheugen 14 in het beeldgeheugen 15 te schrijven, dat wil zeggen de overgang, op een geleider 21 die in hoofdzaak dezelfde informatie als de ingang 19 bevat, van een opnieuw gevormde 840 3 19 7 -12- - -............ —..........---.....--.........- ............
beeldlijn met een bepaald volgnummer van het lijngeheugen 14 naar het beeldgeheugen 15, naar een lokatie met hetzelfde volgnummer, wat samengaat met de gelijktijdige uitwissing van de lijn die deze lokatie in het geheugen 15 eerder bezette. Tegelijk blokkeren de volg-5 ordemiddelen de tweede ingang van de opteller, wat naar het geheugen 14 de punten overdraagt die overeenkomen met de eerste aftasting voor de tweede opnieuw te vormen beeldlijn. De werking verloopt dus cyclisch met de frequentie Fl/n totdat het beeldgeheugen 15 geheel gevuld is. In dit werkingsstadium zijn er twee varianten mogelijkj 10 een eerste variant bestaat uit het behouden van de inhoud van het geheugen 15 en het herhaaldelijk lezen ervan om een gefixeerd beeld op de televisiemonitor te verkrijgen. In dit geval komt de hierboven toegelichte werking overeen met een acquisitiefase die optreedt gedurende een tijd welke gelijk is aan n/Ft, dat wil zeggen de tijd die 15 nodig is voor een vertraagde rasteraftasting in de camera. Het is mogelijk om terug te gaan naar de gewone werking van het stelsel door het signaal A uit te schakelen of naar de werking volgens de uitvinding door tweemaal achtereen het signaal A uit te schakelen voor het verkrijgen van een actueler gefixeerd beeld van het beeldveld.
20 Volgens een tweede variant worden de inschrijving en de uitlezing yan het geheugen 15 niet onderbroken maar er moet voor gewaakt worden dat de inschrijving en lezing plaatsvinden gedurende niet samenvallende tijdsintervallen, wat de struktuur van het lijngeheugen 14 en van de volgordemiddelen compliceert. Voor deze wer-25 kingsmode van de uitvinding zorgt men er bijvoorbeeld voor dat de capaciteit van het lijngeheugen 14 vergroot wordt met ten minste de inhoud van een extra lijn. Wanneer een weer te vormen beeldlijn compleet is in het geheugen 14, schakelen de volgordemiddelen de ingang en de van het geheugen 14 teruggekoppelde uitgang naar de tweede ge-30 heugenlijn, die vooraf leeggemaakt is en wordt tegelijk de uitgang van de eerste lijn omgeschakeld naar een tweede uitgang van het geheugen 14 die verbonden is met een geleider 22 met het beeldgeheugen 15. Het lezen van de te vernieuwen lijn voor inschrijving in het ge- 84 0 3 i 57 * » -13- heugen 15 kan dan plaatsvinden binnen de begrenzingen van een vertraging die gelijk is aan n/Fl onder besturing van volgorderaiddelen die aanwezig zijn in het beeldgeheugen zelf. De inschrijving wordt, in 15, geblokkeerd tijdens het lezen van de te vernieuwen lijn. Deze 5 werkingsroode resulteert op het scherm 4 van de televisiemonitor in een beeld dat zich voortgaand, lijn na lijn, vernieuwd volgens dezelfde vertraagde rasteraftastverplaatsing als die van de camera 1,
Voor de twee hierboven beschreven varianten van de realisatiemode merke men op, dat alleen de meest significante bits voor inschrijving 10 in het beeldgeheugen van de beeldpunten behouden blijven, waarbij de minder significante bits, die prijsgegeven zijn,als niet-significant aangemerkt kunnen worden, dat wil zeggen eerder dragers van ruis dan informatie. Daarom tellen de meervoudige geleiders 21 of 22 in figuur 1 respectievelijk 11 geleiders in plaats van 15. Een dergelijke 15 mogelijkheid van ruiseliminatie geeft in de praktijk goed de door toepassing van de uitvinding verkregen gevoeligheidsversterking aan.
Een numeriek voorbeeld zal de verkregen theoretische gevoeligheidsversterking duidelijker maken.
Men neemt aan, dat bij normale werking zonder progressieve 20 lijnaccumulatie de puntfrequentie Fe 15 MHz bedraagt, de lijnfrequentie F1 15625 Hz is en de rasterfrequentie Ft, het dubbele van de beeldfrequentie op de televisiemonitor, 50 Hz. Tijdens normale werking, rekening houdend met de lijn- en rasterterugslagtijd, bestaat het beeld op het scherm van de televisiemonitor uit 510 nuttige lijnen 25 (twee geïnterlinieerde rasters van 255 lijnen) met elk 780 nuttige punten. Volgens de uitvinding wordt, met n gelijk aan 512 gekozen, de gevoeligheidsversterking: JSP-II.3.
De accumulatietijd per lijn bedraagt: 30 nfir= 32'8 "5
Deze tijd is klein ten opzichte van de remanentietijd van het oog, die 200 ms bedraagt, heeft een goede schérpte van de punten-van-elK ____ 84 0 3 19 7 ----- — -14- _______ __________________________________—......— * ——..........
geaccumuleerd beeld.
De voor een rasteroftasting benodigde tijd in de camera 1 bedraagt: 0,0328 x 255 * 8,4 s.
5 Deze lijd is de acquisitietijd van het geaccumuleerde beeld voor de hierboven toegelichte eerste variant van de realisatiemode of de vernieuwingstijd van het beeld bij de tweede variant.
Het numerieke voorbeeld van hierboven correspondeert met hetgeen wat in figuur 1 is aangegeven, dat wil zeggen met de overgang 10 van 6 geleiders naar 15 geleiders voor het lijngeheugen en dan naar 11 geleiders voor het beeldgeheugen. Bij de eerste variant heeft het lijngeheugen 780 geheugenplaatsen van elk 15 bits en bij de tweede variant een dubbele capaciteit. Voor de twee varianten heeft het beeldgeheugen een capaciteit van 255 maal 780 geheugenplaatsen van elk 15 11 bits. Men merke op, dat wanneer een tijd van 8,4 s de bovenkant en de onderkant van het beeld, tussen de aanvang en het einde van een rasteraftasting, een verstoring van een bewegend voorwerp kan optreden. Niettemin moet dit niet verward worden met een ontoereikende scherpte van het beeld. Anderzijds is de verkregen gevoeligbeidsver-20 sterking zodanig dat de observatiedraagwijdte vergroot kan worden tot enkele tientallen kilometers en dat de schijnbare snelheid van een voorwerp met een gegeven absolute snelheid des te kleiner is naarmate dit voorwerp zich verder bevindt, en dit in de verhoudingen van de veldhoek van het waargenomen beeldveld. Volgens de uitvinding kan 25 deze veldhoek teruggebracht worden tot slechts 2°, wat overeenkomt met een observatieafstand van 30 km. Een in dit veld beweegbaar punt met 90°/uur te weten 45 km/uur, zal in 8,4 s een hoekafstand beschrijven van 0,2°, dat wil zeggen een verplaatsing van 10^ over het scherm van de monitor tussen twee opeenvolgende geaccumuleerde beelden, wat 30 geheel toelaatbaar is en wat een goede informatie geeft over de verplaatsing van dit punt. Wanneer het in plaats van dit punt een voorwerp betreft waarvan de gemiddelde diameter het tiende van de gemiddelde diameter van het scherm van de televisafeffionitor bedraagt-,, ..zal 840 3 1 9 7 -15- _____________________________________- .....— ___________ een gegeven afmeting van hst voorwerp het meest vervormd worden met een waarde die gelijk is aan een honderdste van de diameter van het scherm, wat verwaarloosbaar is.
Tot nu toe is aangenomen dat het beeldgeheugen 15 gevormd 5 wordt door een enkel rastergeheugen, waarbij de verkrijging van een compleet beeld op het scherm van de televisiemonitor bereikt wordt door twee opeenvolgende geïnterlinieerde uitlezingen van dit beeldgeheugen· Dit leidt tot een duplicatie van de lijnen op het scherm, waarbij elke even lijn dezelfde informatie bevat als de erbij beho-10 rende oneven lijn. Het is mogelijk een duplicatie van de lijnen te vermijden onder behoud van de afbeelding van het beeld met geïnterlinieerde even en oneven rasters, en daardoor verbetering van de resolutie en de scherpte van het beeld op het scherm van de televisiemonitor door wijzing van de struktuur van het rastergeheugen en door 15 verdere uitwerking van de volgordemiddelen als getoond in figuur 2, die een variant toont van de eerste uitvoeringsmogelijkheid van de uitvinding.
In figuur 2 wordt het beeldgeheugen 25 gevormd door twee aparte geheugens, een even rastergeheugen 26 en een oneven raster-20 geheugen 27. De meervoudige ingang van elk rastergeheugen kan via een schakelaarcontact 28 verbonden zijn met een meervoudige geleider 29 met evenveel geleiders als er ingangen van elk rastergeheugen zijn, die de overeenkomstige is van de geleider 21 of van de geleider 22 van figuur 1. De meervoudige uitgangen van de geheugens 26 en 27 met 25 hetzelfde aantal geleiders zijn via een schakelaarcontact 31 verbonden met een meervoudige geleider 32, die verbonden is met de ingangen van de digitaal/analoog omzetter 11 (zie figuur 1). In het lijngeheugen 14 worden tweemaal zo weinig lijnen opgeslagen om plaats te bieden aan een herstelde beeldlijn, dat wil zeggen dat elke beeldlijn ver-30 kregen wordt door sommatie van n/2 aftastlijnen gedurende een tijdsduur die gelijk is aan n/2Fl en bedraagt de lijnuitvoerhoeveelheid aan de uitgang van het geheugen 14 het dubbele, te weten 2Fl/n. De capaciteit van het lijngeheugen 14 kan dus beperkt worden ten opzichte 8403197 * * -16- ναη die van figuur 1;dus, om het numerieke voorbeeld van figuur 1 weer op te nemen, met een aantal ingangs- en uitgangsgeleiders en een aantal bits voor elke geheugenlokatie gelijk aan 14, blijft het aantal geheugenplaatsen in het lijngeheugen 14 ongewijzigd. Ten opzichte 5 van het geheugen 15 van figuur 1 heeft het geheugen 25 tweemaal zoveel geheugenplaatsen, waarbij elke geheugenplaats een bit minder heeft, dat wil zeggen bijvoorbeeld 10 bits in plaats van 11 bits. Dankzij de extra volgordemiddeien wordt de contactpositie 28 met de frequentie 2Fl/n omgekeerd, waarbij de omkering steeds plaatsvindt 10 tijdens de sommatie van een in 14 gegeven lijn en buiten tijdsintervallen van inschrijving in het beeldgeheugen, in 26 of in 27. Alles blijft gelijk vooral met betrekking tot de inschrijving in het beeldgeheugen ten opzichte van de eerste uitvoeringsmode. Voor het lezen van het geheugen 25 wordt het schakelaarcontact 31 met de frequentie 15 Ft geschakeld en gesynchroniseerd met de elektronische aftasting van de televisiemonitor.
Een lijnfrequentie van 15625 Hz met een enkele infrarood detector vereist van de lijnaftastinrichting een zeer hoge werkings-snelheid met synchronisatieproblenren, wat een zeer snelle en zeer 20 gevoelige fotodetector nodig maakt. Om deze eisen van technische aard op te heffen prefereert men in de praktijk het gelijktijdig analyseren van een aantal lijnen van hd: zichtveld, bijvoorbeeld 11 lijnen, door verbetering en vergroting van het aantal detectors tot m in de ras-terrichting over de detectiematrix, dus m = 11 detectors in het on-25 derhavige voorbeeld, waarmee de snelheid van de lijnaftastinrichting door 11 gedeeld kan worden en waarbij de rasteraftastbeweging ongewijzigd blijft. In dit geval verschijnt het signaal op een aantal geleiders (11 geleiders) aan de uitgang van de camera 1. Op bekende wijze wordt het signaal gedigitaliseerd, in een geheugen gebracht, 30 vervolgens sequentieel teruggelezen voor het verkrijgen van een seriële vorm in het elektronische verwerkingsmoduul. De geleider 5 is dan een meervoudige geleider met 11 geleiders en om de figuren niet te ingewikkeld te maken zal aangenomen worden dat de in de vorige 8403 19 7 -17- paragraaf aangegeven bewerking door de digitaliseringsinrichting 6 van figuur 1 uitgevoexd wordt. Met de hierboven toegelichte aftast-mode, die correspondeert met de normale werking, is de opeenvolging van lijnpunten, die dk een elementair veld van het zichtveld voor-5 stellen en de opeenvolging van lijnen aan de uitgang van de inrichting voor digitalisering en het in serie brengen, uit het oogpunt van volgorde, gelijk aan die welke bij de eerst beschreven werking verkregen wordt, dat wil zeggen, om de denkbeelden te fixeren, dat de reeks van 11 willekeurig opeenvolgende lijnen van het beeld in het 10 tweede geval in 704 microseconden plaatsvindt bij 64 microseconden per lijn, waarbij de laatste periode hierna steeds als de lijnperiode aangenomen wordt. Bij normale werking treedt niettemin een klein verschil op bij de afbeelding van het beeld in de vorm van fouten in de homogeniteit tussen lijnen in het geval van de aftasting van 11 15 parallelle detectors, waarbij deze fouten van tweeërlei soort zijn: een linieringseffekt treedt elke 22 lijnen op, of elke 11 rasterlijnen, als gevolg van een onvolmaakte synchronisatie tijdens raster- en lijnaftastingen en die corresponderen met een kleine overlapping of daarentegen met een kleine scheiding van twee groepen van 11 opeen-20 volgende lijnen; een ander linieringseffekt treedt binnen eenzelfde groep van de 22 respectievelijk 11 lijnen op doordat de verschillende detectors nooit exact gelijk zijn en respectievelijk te sterke of te zwakke signalen leveren ten opzichte van een voorafbepaald signaal-type.
25 Tijdens een gelijktijdige analyse van een aantal lijnen van het zichtveld, wanneer men de rasteraftasting in de camera vertraagd, verkrijgt men aan de uitgang van het digitaliseringsorgaan 6 niet langer een reeks lijnen die overeenstemt met een reguliere voortgang in de rasterrichting, bijvoorbeeld van boven naar onder in het 30 beeld, zoals het geval is in al hetgeen hiervoor beschreven is, wat betrekking heeft op de gebruikelijke bekende werking of de werking volgens de uitvinding, maar gedeeltelijke overlappingen tussen groepen van 11 lijnen. Om de denkbeelden te fixeren, veronderstelt men 8403137 * fc -18- --------------------------------------------------------- in de eerste plaats dat de rasteraftasting vertraagd wordt in de verhouding n s: 11. Met deze veronderstellingen ziet men dat voor elke aftasting van 11 lijnen tegelijk het opnieuw te vormen beeld een lijn voortgaat en dat elke lijn van het opnieuw te vormen beeld het 5 resultaat moet zijn van de sommatie van 11 opeenvolgende lijnen met de frequentie Fl/11 door bij elke periode 11/F1 met 1 voort te gaan, welke periode ook de periode is voor het verkrijgen van de herstelde lijnen, het volgnummer van het uitgangssignaal van de groep van 11 detectors, -waarbij het signaal hersteld wordt in seriele digitale 10 vorm aan de uitgang van het orgaan 6. Het hierdoor verkregen resultaat is, dat elk van de 11 detectors met dezelfde gewichtsfactor aan de vaststelling van elk punt van het te herstellen beeld bijdraagt, wat aan het einde van de bewerking, dat wil zeggen op het scherm van de televisiemonitor een perfecte homogeniteit van het beeld waarborgt, 15 zelfs met detectors die een aanmerkelijke spreiding van de gevoeligheid vertonen, en zonder af te doen aan de gevoeligheidsversterking van het stelsel steeds dankzij de accumulatie door sommatie van n (respectievelijk n/2) lijnen. Voor het verkrijgen van deze zeer gunstige-werkingsmode moet het lijngeheugen 14 van figuur 1 de capa-20 citeit van ten minste zoveel lijnen hebben als er detectors in de rasterrichting zijn, te weten 11 lijnen in het geval van de variant met voorafgaande acquisitiemode voor het vullen van het beeldgeheugen, en dezelfde capaciteit verhoogd met een lijn, te weten 12 lijnen in de variant met permanente cyclische progressieve vernieuwing van het 25 beeld. Zoals voor de bovenbeschreven uitvoeringsmoden van de uitvinding, wordt de sommatie in de opteller 13 uitgevoerd in het tempo Fl/n en worden de aan de uitgang verkregen resultaten cyclisch aan elk van de 11 geheugenlijnen overgedragen door middel van de volg-ordemiddelen (signaal 5 geleverd door het orgaan 10in figuur 1). De 30 volgordemiddelen schakelen bij elke periode n/Fl de geleider 21, respectievelijk 22, naar de uitgang van het complete lijngeheugen, op dat ogenblik, in het lijngeheugen 14, waarbij de inhoud van deze lijn, voor het einde van de volgende periode n/Fl verzonden wordt naar 8403197 -19- het beeldgeheugen 15 en deze geheugenlijn tegelijk naar nul terugge-bracht wordt. Een deskundige met betrekking tot de toepassing van geïntegreerde ketens kan de noodzakelijke synchronisatie uitvoeren op het hierboven aangegeven digitale niveau tussen de organen 6, 13, 5 14 en 15.
Men merke opf dat de werking van de in de vorige alinea beschreven realisatiemode van de uitvinding vereenvoudigd is door in het elektronische verwerkingsmoduul 2 het parallel in analoge vorm aan de uitgang van de camera 1 geleverde uitgangssignaal in digitale 10 vorm parallel te houden. Het is niettemin interessant om een digitale uitgang in seriële vorm te houden van het van de camera afkomstige signaal voor de gebruikelijke werking van het stelsel. Anderzijds is de keuze van de waarde 11 voor het getal n vooral bedoeld om de toelichting op de betreffende realisatiemode duidelijk te houden. Deze 15 kleine waarde leidt tot een gevoeligheidsversterking van alleen het stelsel gelijk aan 1,65, wat in het algemeen onvoldoende isvoar de beschouwde toepassingen en men kiest bij voorkeur een geheel getal dat groter is dan het aantal m detectors in de rasterrichting. Bij voorkeur is het getal n een r-veelvoud van m, wat de organisatie van 20 het lijngeheugen 14 en het beheer ervan door de volgordemiddelen 10 vereenvoudigt, waarbij de werking tijdens schrijven en lezen van het geheugen 14 dan gecombineerd wordt tussen de hierboven beschreven verschillende realisatiemodes van de uitvinding. Men kiest bijvoorbeeld: 25 n = 32 x 11 = 352, waarbij elk van de 11 detectors tegen 32 opeenvolgende lijnaftastin-gen (r = 32) bijdraagt aan de noodzakelijke informatie voor een opnieuw gevormde beeldlijn, wat leidt tot een gevoeligheidsversterking van: 30 ψ.9,4, en een accumulatietijd per lijn van: 352 x 0,064 x 11 = 247,5 ms, 840 3 19 7 -20- welke tijd ook nodig is voor de accumulatie van 11 achtereenvolgende lijnen. Het beeld kan dus vernieuwd worden aan het einde van een periode gelijk aan die van een rasteraftasting in de camera, dusj 0,2475 x 255 e ^ ..........^-= 5,74 s.
5 Volgens een andere, hierna aan de hand van figuur 3 toege lichte realisatiemode van de uitvinding, is het lijngeheugen 14 van figuur 1 weggelaten door toepassing van een enkel geheugen, dat door middel van geschikte adresseringsmiddelen achtereenvolgens dient als lijngeheugen en beeldgeheugen. Dit geheugen kan bestaan uit twee 10 rastergeheugens, respectievelijk even en oneven. Niettemin wordt de toelichting hierna beperkt tot een enkel rastergeheugen, dat een verdubbeling van de lijnen op het raster van de televisiemonitor tot gevolg heeft. De deskundige is in staat de realisatiemode van figuur 3 aan te passen aan het gebruik van twee, even en oneven, rasterge-15 heugens. Het belangrijkste streven voor de uitwerking van de realisatiemode van figuur 3, die meer uitgewerkt is dan de voorgaande, is het zoveel mogelijk benutten van de geheugencapaciteit, wat bepaalde eigenschappen van het schema duidelijk maakt die niet eerder genoemd zijn hoewel zij geheel verenigbaar zijn met de hierboven toegelichte 20 realisatiemoden. Het dubbele gebruik van het geheugen beperkt de realisatiemode van figuur 3 tot de variant met de voorafgaande acqui-sitiefase. In figuur 3 is slechts het gedeelte van het elektronische verwerkingsmoduul getoond dat betrekking heeft op de uitvinding, dat wil zeggen een keten voor de verwerking van het analoge signaal tussen 25 de organen 6 en 11 van figuur 1. De analyse in de camera wordt verondersteld plaats te vinden per 11 lijnen tegelijk van de detectie-matrix en het ingangssignaal heeft een seriële digitale vorm aan de ingang van de eerste besturingsketen. Voor de hierna volgende beschrijving heeft men dezeUöe waarden gekozen als in het hierboven ge-30 geven laatste voorbeeld, dus: n s 32 x 11 s 352.
De identificatie van de verschillende ketens van het schema 8403197 -21- ναπ figuur 3 is van rechts naar links en van boven naar beneden: 35 : D-kiepketen met drie uitgangstoestanden 36 : binaire opteller 37 : D-kiepketen met drie uitgangstoestanden 5 38 : gegevenskiezer voor twee lijnen/een lijn, niet omkerend (multiplexer) 39 : binaire opteller 40 : D-kiepketen, ontkoppeld op de opgaande flank van het kloksignaal 41 : binaire opteller 10 42 : versterkingsregelketen 43, 44 : willekeurig toegankelijke geheugens 45 : omkeerketen 46 ï gegevenskiezer voor twee lijnen/een lijn, niet omkerend (Multiplexer) 15 47 ï volgordeketen gevormd door een opteller en een 11-teller 48 : NIET-EN (NEN)-poort 51, 52, 53 en 54, 55, 56 : synchrone binaire 4-bit tellers 57 : EN-poort 58 ; gegevenskiezer voor twee lijnen/ een lijn, niet omkerend 20 (multiplexer) 59 : NEN-poort 61 : synchrone binaire 4-bit teller 63 : D-kiepketen, ontkoppeld op de opgaande flank van het kloksignaal 64 : OF-poort.
25 De hierboven genummerde componenten zijn, met uitzondering van de geheugens 43 en 44, produkten van de firma Signetics, waarvan de firma R.T.C. La Radiotechnique Compelec, 130 avenue Ledru Rollin, F - 75540 Paris 11 het Franse filiaal is. De handelsaanduidingen van deze geïntegreerde ketens kunnen de volgende zijn: 30 - kiepketens 35 en 37 : LS 374 - opteller 36 : twee ketens LS 283 - kiezer 38 : vier ketens LS 157 - opteller 39 : vier ketens LS 283 84 0 3 19 7 _ -22- ___________________________________-----.............. .....
- opteller 41 : drie ketens LS 283 - geheugens 43 en 44 : keten 2167 (15 verpakkingen van 15 kbits elk)
van de firma INTEL
- kiezer 46 : LS 157 5 - volgordeketen 47 : LS 283 en een teller LS 163, ingesteld voor een cyclische 11-telling - tellers 51 tot en met 56 : LS 163 - kiezer 58 : LS 157 - teller 61 : drie ketens LS 163, ingesteld voor een cyclische 352- 10 telling - kiepketens 40, 63 : LS 74.
De gegevens die afkomstig zijn van de inrichting voor digitalisering en het in serie brengen 6, figuur 1, zijn aanwezig aan de ingang 65 van het schema van figuur 3 in de vorm van 6 parallelle bits 15 over 6 geleiders voor elk kort analysepunt van het beeld. De informatie wordt overgedragen via de kiepketen 35, die deze informatie over een klokperiode vertraagd, naar de opteller 36, die op een tweede meervoudige ingang direkt dezelfde informatie parallel ontvangt. Op de uitgang van de opteller 36 verschijnt de som, die men kan opvatten 20 als het gemiddelde van de informatie met betrekking tot twee opeenvolgende punten aan de ingang 65. De klokperiode van de kiepketen 35 is gelijk aan die voor de aankomst van de punten aan de ingang 65 en komt overeen met de frequentie Fe van 15 MHz, welke de frequentie is van het signaal P op de ingang 66. Elke gemiddelde waarde wordt over-25 gedragen naar de kiepketen 37, die de dubbele funktie heeft van het hersynchroniseren van het door haar ontvangen gegeven signaal en het naar de opteller 39 slechts doorzenden van een van twee ingangsfasen, die het achtereenvolgens tweemaal zo langzaam als die van de kiepketen 35 ontvangt door middel van een kloksignaal op een geleider 67. De 30 door de ketens 35, 36 en 37 gevormde ingangstrap heeft dus als doel de informatie met betrekking tot twee opeeenvolgende punten om te zetten in sominformatie (of gemiddelde) van deze twee punten, wat als resultaat heeft dat de capaciteit van de geheugens 43 en 44 in hoofd- 840 3 19 7 -23- zaak gehalveerd wordt en dat minder snelle en dus minder dure ketens aan de uitgangszijde van de kiepketen 37 gebruikt kunnen worden. Na het vullen van de geheugens 43 en 44, wat tijdens de acquisitiemode plaatsvindt, vindt het uitlezen van deze geheugens plaats in een zo-5 danig tempo dat elk geheugenpunt tweemaal achter elkaar gelezen wordt, dat wil zeggen dat op het scherm van de televisiemonitor een duplicaat van de punten verschijnt, zoals men ook een duplicatie heeft van lijnen zoals hiervoor beschreven. Elk paar gelijke punten stelt de gemiddelde waarde voor van twee opeenvolgende punten van het herstelde 10 beeld dat verkregen is in de realisatiemodes volgens de figuren 1 en 2. Op een elementair niveau bestaat het beeld op de televisiemonitor uit viertallen van gelijke punten, wat niet verward moet worden met het effekt als gevolg van een elektronische lens, welk laatste effekt leidt tot een vergroting van het beeld zoals hierna toegelicht. In 15 dit geval komt het verkregen effekt overeen met een definitieverlies van het beeld als gevolg van een reduktie van driekwart van de nominale capaciteit van het beeldgeheugen.
Het pulssignaal A op de ingang 68 geeft het werkingsproces vrij dat begint met de acquisitiefase van het beeld gedurende welke 20 het beeldgeheugen 43, 44 tegelijk gebruikt wordt als lijngeheugen.
Het vrijgeven van de berekeningslus (optelling) gevormd door het geheugen 43, 44 en door de opteller 39 vindt plaats door adressering tijdens schrijven en lezen door middel van telmiddelen 51, 52 en 53 voor het adresseren van de punten, en de tellers 54', 55, 56 en bo-25 vendien de volgordeketen 47 voor de lijnadressering. Hiertoe ontvangen, in de eerste plaats, de tellers 51, 52, 53 op hun klokingang het signaal P met de frequentie Fe van 15 MHz en op hun laadingang CH het signaal L, op de ingang 69, met de frequentie F1 van 15 625 Hz (periode Tl van 64 microseconden), welk signaal gesynchroniseerd 30 wordt door het puntkloksignaal, via de 0-kiepketen 63 en de OF-poort 64, die op de in figuur 3 bekende wijze aangesloten zijn. Door middel van inwendig verzorgde verbindingen van de tellers 51, 52 en 53 heeft de ingang CH als funktie bovendien het aantal te tellen punten per 8403197 -24- beeldlijn te begrenzen en hen tot bijvoorbeeld 256 te tellen, wat, gegeven de duplicatie van de punten, leidt tot een beperkte lijn tot tweederde van de maximale lengte ervan op het scherm van de televisie-monitor. De bits voor het tellen van het adres van de punten aan de 5 uitgang van de tellers 51 tot en met 53, worden, in aantal van 8, op de meervoudige geleider 71, geteld van de tweede tot de negende rang, zodat het bit met elementaire gewichtsfactor voor de adressering een omkeringsfrequentie van Fe/2 heeft, wat overeenkomt met het tellen van slechts een punt van twee punten. Het bit met de rang een 10 op een geleider 72 aan de uitgang wordt gebruikt voor de schrijf/ leesbesturing Ê van het geheugen 43, 44 en voor het leveren van het kloksignaal van de D-kiepketen 37. Hiertoe is de geleider 72 verbonden met een ingang van de kiezer 46, die gekozen wordt tijdens de acquisitiemode (signaal FIN A in toestand 1). Het signaal op de ge-15 leider 72 wordt daarna verzonden naar de geleider 67 via de NEN-poort 59, die als omkeerelement werkt, tijdens de acquisitiemode, totdat haar twee andere ingangen in de toestand 1 zijn. Men merke op, dat de ingangen E van de geheugens voor schrijven geactiveerd worden wanneer zij de logische toestand 0 innemen, wat de gekozen aanduiding 20 Ê aangeeft aan de plaats E, wat zal overeenkomen met de omgekeerde activering, dat wil zeggen lezen; dezelfde notatie is gekozen voor het signaal FIN A. Twee van drie bits met hogere rang aan de uitgang van de teller 53 worden gebruikt op een logisch niveau om de aanvang en het einde van de telling van de punten te markeren tijdens elke lijn-25 periode. De toestand 1 of 0 van deze twee bits is afhankelijk van de telling en van de invloed als gevolg van de activering van de CH ingang van de teller. De inschrijving in het geheugen wordt toegestaan tijdens een tijdsinterval binnen elke periode Tl, gelijk aan 512 Te, waarbij Te de verschijningsperiode van de punten is, gedurende welk 30 interval ten minste een van de twee bits in de toestand 0 is en de twee bits in de toestand 1 zijn voorbij dit tijdsinterval. Hiertoe worden de twee onderhavige bits via de NEN-poort 48 naar een andere ingang van de NEN-poort 59 gevoerd.
8403137 -25-
De lijntellers 54, 55, 56 ontvangen op hun klokingang een signaal HL, dat afgeleid is van het signaal L na bewerking door de ketens 61 en 58. Tijdens de acquisitiefase is het signaal FIN A in de toestand 1 en is het het uitgangssignaal met de frequentie Fl/352 5 van de teller 61 dat door de keten 58 gekozen wordt als signaal HL. De teller 61 ontvangt het signaal L op haar klokingang en is geprogrammeerd om na elke 352 Tl een impuls af te geven* Op analoge wijze als hierboven toegelicht is voor de puntentellers, worden de lijntellers, te weten 54 en 55, geïnitialiseerd op hun ingang CH door 10 middel van een signaal INIT, wat, voor wat betreft de acquisitiefase, vereenzelvigd wordt met het signaal A dat verzonden is via de EN-poort 57, waarvan de andere door de keten 58 gekozen ingang in de toestand 1 is. Zoals voor de lijnpunten, dienen de ingangen CH van de tellers 54 en 55, wanneer zij geactiveerd worden, voor het centre-15 ren van een beperkt aantal lijnen, in dit geval 128, dus een half raster, binnen het geanalyseerde raster.. Hiertoe zijn de acht uit-gangsgeleiders van de tellers 54 en 55 verbonden met de inwendige opteller 73 van de volgordeketen 47. De doorgang van de toestand 1 naar de toestand 0 van het bit met de kleinste gewichtsfactor aan de 20 uitgang van de teller 56, na een complete telcyclus door de tellers 54 en 55, markeert het einde van de acquisitiefase (doorgang van FIN A naar de actieve toestand 0). De vier uitgangen van de 11-teller 74 binnen de volgordeketen zijn ook verbonden met vier ingangen van de opteller 73, De teller 74 ontvangt, op niet getoonde wijze, het 25 signaal L op zijn klokingang, terwijl de bitconfiguratie voor de lijnadressering aan de uitgang van de opteller 73 elke periode Tl met een stap verhoogd wordt, per cyclus van Π opeenvolgende eenheden met een teruggang volgens de periodiciteit 11 Tl naar de bitconfiguratie aan de uitgang van de tellers 54 en 55. Elke keer dat 32 opeen-30 volgende perioden in de teller 74 zijn geweest, wordt de genoemde bitconfiguratie voor het laatst met een eenheid verhoogd. Men laat dan voor het lezen van het geheugen een interlinilring van lijnen corresponderen die gelijk is aan die welke aanwezig is aan de ingang 8403197 ' * -26- 65 door de inwendige aftasting van de camera, die gekozen is voor toepassing van de uitvinding. Hierdoor kan elke lijn aan de ingang 65 samenvallen met de corresponderende lijn van het geheugen 43, 44 die representatief is voor hetzelfde gedeelte van het geanalyseerde 5 zichtveld over twee meervoudige ingangen van de opteller 39. Na 32 opeenvolgende sommaties in het tempo 11 F1 op de hierboven aangegeven wijze, wordt elke lijn beëindigd en vastgehouden zoals in de geheugens 43, 44 als beeldgeheugenlijn. Tijdens de acquisitiefase, voor elke nieuwe geheugenlijn, moet er voor gezorgd worden dat de informatie op 10 de tweede ingang 75 van de opteller 39 nul is. Hiertoe worden de gegevens afkomstig van het geheugen over een geleider 76 naar de ingang 75 gevoerd via de kiezer 38, waarvan de kiesingang op een geleider 77 een logisch signaal afkomstig van de D-kiepketen 40 ontvangt. Een logische keten, die uitgevoerd is met de D-kiepketen 40, die op 15 de opgaande flank van Hl naar een gebracht wordt en op de neergaande flank van F1 naar nul gebracht wordt, levert op de geleider 77 een logisch niveau. Bij de aanvang van elke periode van het signaal HL en gedurende een tijd gelijk aan een halve periode van het signaal Fl, worden de signalen op de meervoudige geleider 78 met 15 geleiders, 20 die verbonden zijn met massa, gekozen en voorbij deze tijdsintervallen worden de signalen op de geleider 76 gekozen. Het geheugen wordt om technische redenen door twee gedeelten voorgesteld, waarbij twee geïntegreerde chipketens nodig zijn voor het verkrijgen van de capaciteit van het gewenste geheugen, te weten: 128 x 256 x 15 bits, 25 Wanneer de helft van het mogelijke adresaantal bereikt is, verandert de geleider 79 met hoogste rang voor de lijnadressering van het geheugen 44 van logische toestand, wat tot gevolg heeft dat de logische toestanden aan de ketenkiesingangen van de geheugens 43 en 44 via in het bijzonder de omkeerketen 45 omkeren, dat wil zeggen dat het 30 geheugen 43 geheel geblokkeerd wordt met activering van het geheugen 44. Nadat alle lijnen in het beeldgeheugen geschreven zijn, wordt het signaal FIN A actief door van de logische toestand 1 naar de logische toestand 0 te gaan, wat het einde van de acquisitiefase aangeeft en 8403 10 7 ......
-27- het begin van het lezen op de televisiemonitor.
Het signaal FIN A werkt als gevolg van haar doorgang naar 0 op verschillende manieren in op de keten van figuur 3. Enerzijds geeft de aanwezigheid van een logische nul aan de ingang van de EM-5 poort 59 een niveau 1 aan de uitgang, vat de geheugens 43 en 44 permanent in de leestoestand brengt. De logische toestandsverandering aan de kiesingang van de kiezer 46 zorgt ervoor, dat de 7 eerste uit-gangsgeleiders van de tellers 54) 55 gekozen worden voor de lijnadressering van het geheugen in plaats van de 7 uitgangsgeleiders 10 van de volgordeketen 47. Tegelijk gaat, via de kiezer 58, het klok-signaal HL voor de lijnadressering van de frequentie Fl/352 naar de frequentie Fl, terwijl het signaal INIT vereenzelvigd wordt met het signaal T met de rasterfrequentie Ft op een ingang 80. Het naar de laadingangen van de tellers 54 en 55 gezonden signaal Ft is derhalve 15 werkzaam voor de centrering van de opeenvolgende rasters op het scherm van de televisiemonitor op dezelfde wijze als het signaal L voor de centrering van de lijnen.
Op gelijke wijze als beschreven met betrekking tot figuur 1 worden alleen de 10 meest significante bits van de 15 bits van elke 20 geheugenplaats aangehouden voor het permanent lezen van het geheugen, wat aangegeven is met de meervoudige geleider 81 in figuur 3. De weglating van de minder significante 5 bits kan als volgt verklaard worden: de ruis wordt 352 maal opgeteld. Haar nuttige waarde neemt toe in een verhouding V3Ö2 = 18,76 wanneer deze ruis Gaussisch ver-25 ondersteld wordt. Het heeft dus een nuttige waarde van ongeveer 32 niveau's, dus 5 bits. Er blijven dan van de 15 verkregen bits 10 significante bits over, In werkelijkheid kan de televisiemonitor niet meer dan 64 niveau's, dus 6 bits, maximaal weergeven. De dynamiek van de verzamelde informatie is dus veel groter dan die welke 30 de monitor kan weergeven. Het is nodig om te voorzien in een funktie waarmee de weergave van het beeld in de dynamische zones door de gebruiker gekozen kan worden. De accumulatietijd (voor vernieuwing) van het beeld kan te lang gekozen zijn, wat, voor bepaalde toepassingen, 8403197 -28-' leidt tot het kiezen van een duidelijk kleinere waarde n dan die welke gekozen is voor de realisatiemode van figuur 3. De keuze van de waarde n = 55 {m = 11, r = 5) stelt bijvoorbeeld een goed compromis voor tussen de gevoeligheidsversterking van 3,7 behorend bij de 5 contrastmogelijkheden en de vernieuwingstijd van het beeld van 0,9 s.
De geleider 81 kan direkt verbonden zijn met de digitaal/ analoog omzetter (11 in figuur 1) voor weergave door de televisie-monitor. Het is niettemin interessant om de overmaat aan significante bits aan de uitgang van het beeldgeheugen te exploiteren en, bij 10 voorkeur, is voorzien in een automatische of interactieve dynamiek-regeling (lichtdrempel en contrastversterking) om het de bedienaar mogelijk te maken de informatie te zien die hem van de (10) significante bits interesseert. Een interactieve regeling kan bestuurd worden door licht- en contrastknoppen, waarbij de eerste als effekt heeft 15 een constante toe te voegen afhankelijk van de positie van de lichtknop en de tweede als effekt heeft het resultaat met 1, 2, 4 of 8 te vermenigvuldigen. In figuur 3 wordt de lichtsterkteregeling uitgevoerd door de opteller 41, die op een eerste ingang de 10 bits op de geleider 81 ontvangt en op een tweede ingang 10 bits op een meer-20 voudige geleider 82, wat op niet getoonde bekende wijze bestuurd wordt uitgaande van de lichtsterkteknop. De 11 uitgangsgeleiders van de opteller 41 zijn verbonden met de versterkingregelketen 42, bestuurd uitgaande van de niet getoonde contrastknop via een meervoudige geleider met 4 geleiders 83. De keten 42 kan een vermenigvuldi-25 ger zijn van de Amerikaanse firma TRW (handelsaanduiding: MPY 12 AJ) of kan bijvoorbeeld gevormd worden door een gegevenskiezer die gelijk is aan de kiezers 38, 46 of 58, verbonden met een logische doorgangs-keten bestaande uit EN- en 0F-poorten. Men verkrijgt dan aan de uitgang 84 van de keten 42 een seriesignaal bestaande uit 6 parallelle 30 bits, die geschikt zijn voor afbeelding door de weergeefmiddelen 3 (figuur 1) na digitaal/analoogomzetting.
Voor de hierboven toegelichte realisatiemodes van de uitvinding heeft men gezien, dat een beperking van de capaciteit van het 8403197 -29- -----------------" .....
beeldgeheugen, wat vaak nodig is in verband met de kosten van de inrichting, leidt tot een verkleining van de grootte van het beeld op het scherm van de televisiemonitor. Deze verkleining, die bijvoorbeeld de helft is in de rasterrichting in de realisatiemode van 5 figuur 3, kan uitgebuit worden door beperking van de amplitude van de rasteraftasting in de camera, wat gemakkelijk gedaan kan worden parallel met de verkleining van de aftastsnelheid. Men verkrijgt een kleinere (vernieuwings-) beeldacquisitietijd in dezelfde verhouding, zonder wijziging van de eigenschappen van de inrichting, 10 dat wil zeggen 2,87 s voor n = 352 in het voorbeeld van figuur 3 of 0,45 s voor n = 55 met dezelfde geheugencapaciteit. Op bekende wijze, bovendien verenigbaar met de amplitudeverlaging van de rasteraftas-ting, is het ook mogelijk een digitale elektronische lens, twee- of viermaal , op het opgeslagen beeld te realiseren. Het effekt van de 15 elektronische ^ ^ is een schijnbare vergroting van het beeld op het scherm van de monitor, verkregen op het niveau van de lezing exclusief door duplicatie van elk lijnpunt en van elke beeldlijn, dus een vergroting van het beeldoppervlak in een verhouding 4 over het scherm. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door tussen-20 plaatsing van een geschikte keten 85, figuur 3, met de noodzakelijke synchronisatie- en volgordesignalen, tussen de uitgang 84, figuur 3 en de digitaal/analoog omzetter (11 figuur 1). De gelijktijdige duplicatie van de punten in de horizontale richting en de verticale richting gaat bij voorkeur samen met een ruimtelijke filtering, die 25 uitgevoerd kan worden op digitaal of analoog niveau door halvering (respectievelijk deling door 4 in het geval van een lens delend door 4) van de doorlaatband van het gegevenssignaal en door slechts de lage frequenties te behouden. Bovendien is het infrarood thermografie-stelsel volgens de uitvinding zeer geschikt voor observatie van 30 bewegende voorwerpen. Men kan hiervoor met voordeel een elektronische volginrichting 86, figuur 3, toevoegen, welke als effekt het herstellen van het beeld van het voorwerp heeft. Dit volgeffekt kan op bekende wijze verkregen worden door lijn/lijncorrelatie van het weer 840 3 19 7 -30- ’’ < r-* ( te geven beeld.
Het stelsel volgens de uitvinding is niet beperkt tot maritieme bewaking met gestabiliseerde platforms. Men kan ook denken aan aardgebonden toepassingen voor de detectie van verre voorwerpen. Dit 5 stelsel is ook geschikt om bijvoorbeeld de vervorming van materialen te onderzoeken door thermische topografie ervan.
840 3 19 7

Claims (10)

1. Infrarood thennografiestelsel omvattende enerzijds een infra rood camera voorzien van een rasteraftastinrichting en een lijnaftast-inrichting voor het pont na pont door middel van projectie over een detectiematrix met ten minste een fotogevoelige detector van bestaande 5 analyseren ƒ het beeld van een zichtveld uit naast elkaar gelegen elementaire velden, met een elementair veld per detector, anderzijds een elektronisch ververkingsmoduul van het analoge uitgangssignaal van de camera met ten minste een digitaliseringsinrich-ting voor het analoge signaal en ten minste een digitaal/analoog 10 omzetter van het signaal na verwerking, en in de derde plaats middelen voor het op een televisiemonitor weergeven van het uitgangssignaal van de digitaal/analoog omzetter, met het kenmerk, dat het voorzien is van middelen voor het werken in een analysemode met progressieve lijnaccumulatie en dat daartoe enerzijds de ver-15 plaatsing van de rasteraftastinrichting door middel van besturings-middelen vertraagd wordt ten opzichte van de gewone bekende analysemode, zodat twee willekeurige in de tijd opvolgende lijnen van het beeld van het zichtveld dat op de detector, respectievelijk op de detectors, geprojecteerd is elkaar overlappen, waarbij de ruimtelijke 20 verschuiving tussen deze twee opeenvolgende lijnen klein is ten opzichte van de afmeting in de rasterrichting van een detector, zodat elk elementair veld van het zichtveld een aantal n maal opeenvolgend afgetaet wordt in het tempo van de lijnaftasting door de detector die overeenkomstig n opeenvolgende analoge signalen aan de uitgang 25 van de camera levert, terwijl anderzijds de n signalen voor elk elementair veld, na in digitale vorm gebracht te zijn, opgeteld worden en in een voorafbepaalde plaats geregistreerd worden in een beeldge-heugen van het elektronische verwerkingsmoduul met behulp van een opteller en ten minste volgordemiddelen en, in de derde plaats, het 30 beeld van het zichtveld teruggevoerd wordt naar de televisiemonitor door herhaalde uitlezing van het beeldgeheugen. 8403197 ί > r -32- ------- ---------- ----------
2. Infrarood thermografiestelsel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het elektronisch verwerkingsmoduul tussen de digitaliseringsinrichting en de digitaal/analoog omzetter een signaalverwerkingsketen heeft bestaande, in cascade, uit een 5 lusinrichting met de opteller en een lijngeheugen voorzien van een eerste gedeelte van de volgordemiddelen, en ten minste een rasterge-heugen, dat deeluitmaakt van het beeldgeheugen en voorzien van een tweede gedeelte van de volgordemiddelen, en dat de herhaalde uitle-zing van het beeldgeheugen parallel plaatsvindt ten opzichte van de 10 beschrijving van het beeldgeheugen.
3. Infrarood thermografiestelsel waarin de weergave op de tele-visiemonitor plaatsvindt met geïnterlinieerde even en oneven rasters volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het beeldgeheugen voorzien is van een even rastergeheugen en een apart 15 oneven rastergeheugen, waarvan de inschrijfingangen en de leesuit- gangen bestuurd worden door een derde gedeelte van de volgordemiddelen, waarbij de n signalen voor elk elementair veld opgeteld worden tot twee opeenvolgende deelsommen met n/2 signalen voor elke deelsom, waarbij de aan de uitgang van het lijngeheugen geleverde resultaten 20 van de deelsommen respectievelijk opgeslagen worden in overeenkomstige plaatsen van de twee even respectievelijk oneven rastergeheugens.
4. Infrarood thermografiestelsel waarmee gelijktijdige analyse van een aantal lijnen van het zichtveld en daartoe in de camera voorzien van een detectiematrix bestaande, in de rasterrichting, uit ten 25 minste een balk met een geheel aantal m detectors volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het lijngeheugen een capaciteit heeft van ten minste m + 1 lijnen en bovendien een vierde gedeelte van de volgordemiddelen heeft, waarvan de funktie bestaat uit het op elk moment op de twee ingangen van de opteller laten cor- 30 responderen van de signalen die hetzelfde elementaire veld van het beeldveld betreffen.
5. Infrarood thermografiestelsel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het elektronisch verwerkingsmoduul dat 8403197 . * -33- bestemd is voor de analyse door middel van progressieve lijnaccumulatie bestaat uit ten minste een opteller, een beeldgeheugen met een enkel rastergeheugen, volgordetelmiddelen voor de adressering tijdens schrijven en tijdens lezen van het beeldgeheugen gedurende een eerste 5 fase, acquisitiefase genaamd, die zich afwikkelt gedurende een complete aftasting van het zichtveld door middel van de rasteraftast-inrichting, waarbij de telmiddelen slechts dienen voor het adresseren tijdens lezen van het beeldgeheugen tijdens een tweede weergeef-fase volgend op de eerste fase en gedurende welke het beeldgeheugen 10 lijn na lijn gelezen wordt met de lijn- en rasterfrequenties van de televisiemonitor.
6. Infrarood thermografiestelsel volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat het elektronisch verwerkingsmoduul voorzien is van tussen de digitaliseringsinrichting en de opteller 15 verbonden middelen voor het verkrijgen van de som van de twee willekeurige elementaire veldsignalen en voor het naar de opteller voeren van slechts één van de twee willekeurige opeenvolgende sommen.
7. Infrarood thermografiestelsel volgens één van de conclusies 1 tot en met 6, met het kenmerk, dat het 20 elektronisch verwerkingsmoduul voorzien is van tussen het beeldgeheugen en de digitaal/analoog omzetter verbonden middelen voor het regelen van de lichtsterkte en het contrast van het signaal dat weergegeven wordt.
8. Infrarood thermografiestelsel volgens één van de conclu-25 sies 1 tot en met 7, met het kenmerk, dat de amplitude van de rasteraftasting door de rasteraftastmiddelen beperkt is.
9. Infrarood thermografiestelsel voorzien van een elektronische loep volgens één van de voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat het voorzien is van middelen voor het weergeven van de inhoud van het beeldgeheugen, geschikt voor het op het scherm van de televisiemonitor vormen van een vermenigvuldiging van elk lijnpunt en van elke beeldlijn. 84 0 3 19 7 -34- I <
10, Infrarood thermografiestelsel volgens één van de voorgaande conclusies voorzien van een elektronische doelvolginrichting, die juist bovenloops van de weergeefmiddelen verbonden is, 840 3 1 9 7
NL8403197A 1983-10-21 1984-10-19 Infrarood thermografiestelsel met verhoogde gevoeligheid door progressieve accumulatie van de lijnen van het beeld. NL8403197A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8316781A FR2589302B1 (fr) 1983-10-21 1983-10-21 Systeme de thermographie infrarouge a sensibilite amelioree par accumulation progressive des lignes de l'image
FR8316781 1983-10-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403197A true NL8403197A (nl) 1987-04-01

Family

ID=9293386

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403197A NL8403197A (nl) 1983-10-21 1984-10-19 Infrarood thermografiestelsel met verhoogde gevoeligheid door progressieve accumulatie van de lijnen van het beeld.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4724482A (nl)
DE (1) DE3438449A1 (nl)
FR (1) FR2589302B1 (nl)
GB (1) GB2186145B (nl)
IT (1) IT1176968B (nl)
NL (1) NL8403197A (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
USRE38716E1 (en) 1984-12-20 2005-03-22 Orbotech, Ltd. Automatic visual inspection system
GB8619190D0 (en) * 1986-08-06 1987-01-14 Plessey Co Plc Electrical detector arrangement
JP2881741B2 (ja) * 1988-09-30 1999-04-12 アイシン精機株式会社 画像処理装置
US4998826A (en) * 1988-11-30 1991-03-12 Telatemp Corporation Agricultural infrared thermometer
DE3919265A1 (de) * 1989-06-13 1990-12-20 Krupp Atlas Elektronik Gmbh Opto-elektronische ausblickbaugruppe
US5138458A (en) * 1989-12-22 1992-08-11 Olympus Optical Co., Ltd. Electronic camera apparatus capable of providing wide dynamic range image signal
US5063442A (en) * 1990-02-06 1991-11-05 E. I. Dupont De Nemours & Company Image converter
US5903319A (en) * 1991-05-13 1999-05-11 Interactive Pictures Corporation Method for eliminating temporal and spacial distortion from interlaced video signals
US5637871A (en) * 1993-06-07 1997-06-10 Computational Systems, Inc. Portable digital infrared thermography system
US5376793A (en) * 1993-09-15 1994-12-27 Stress Photonics, Inc. Forced-diffusion thermal imaging apparatus and method
US5696591A (en) * 1996-01-05 1997-12-09 Eastman Kodak Company Apparatus and method for detecting longitudinally oriented flaws in a moving web
CA2203970C (en) * 1996-05-01 2003-12-02 Newnes Machine Ltd. Method and apparatus for video lumber grading
US5719395A (en) * 1996-09-12 1998-02-17 Stress Photonics Inc. Coating tolerant thermography
US8581975B2 (en) * 2006-06-16 2013-11-12 Worcester Polytechnic Institute Infrared defect detection system and method for the evaluation of powdermetallic compacts

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3431405A (en) * 1965-02-16 1969-03-04 Us Air Force Spectrum analyzer
US3723642A (en) * 1971-05-28 1973-03-27 Hughes Aircraft Co Thermal imaging system
US3909521A (en) * 1972-03-06 1975-09-30 Spectrotherm Corp Infrared imaging system
JPS5342499B2 (nl) * 1973-10-09 1978-11-11
CH583910A5 (nl) * 1974-10-25 1977-01-14 Contraves Ag
DE2518247C3 (de) * 1975-04-24 1978-04-20 Siemens Ag, 1000 Berlin Und 8000 Muenchen Verfahren und Schaltungsanordnung zum Decodieren des Ausgangssignals einer Bildaufnahmeröhre in einer Einröhren-Farbfernsehkamera
FR2378414A1 (fr) * 1977-01-21 1978-08-18 Thomson Csf Dispositif de prise de vue en infrarouge avec un tube a cible pyroelectrique, et systeme comportant un tel dispositif
GB2021898B (en) * 1978-05-26 1983-02-02 Marconi Co Ltd Infra red target detection
US4262199A (en) * 1978-05-26 1981-04-14 The Marconi Company Limited Infra-red target detection and recognition system
GB2055003B (en) * 1979-07-20 1983-07-27 Rank Organisation Ltd Optical scanning devices
US4335400A (en) * 1980-10-22 1982-06-15 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Army Adaptive post-filter for infrared scan converter
US4396903A (en) * 1981-05-29 1983-08-02 Westinghouse Electric Corp. Electro-optical system for correlating and integrating image data from frame-to-frame
JPS58141078A (ja) * 1982-02-16 1983-08-22 Dainippon Screen Mfg Co Ltd 画像走査記録方法及び装置
US4506292A (en) * 1982-06-14 1985-03-19 Motorola, Inc. Video driver circuit and method for automatic gray scale adjustment and elimination of contrast tracking errors
US4481535A (en) * 1982-08-09 1984-11-06 Xedar Corporation Signal processing system for chopper type pyroelectric camera
US4532548A (en) * 1983-01-27 1985-07-30 Hughes Aircraft Company Resolution enhancement and zoom

Also Published As

Publication number Publication date
GB2186145B (en) 1987-12-23
IT8423154A0 (it) 1984-10-16
FR2589302A1 (fr) 1987-04-30
DE3438449C2 (nl) 1990-03-29
FR2589302B1 (fr) 1988-08-12
GB2186145A (en) 1987-08-05
US4724482A (en) 1988-02-09
DE3438449A1 (de) 1987-08-13
GB8419993D0 (en) 1987-05-28
IT1176968B (it) 1987-08-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7003177B1 (en) Method and system for super resolution
NL8403197A (nl) Infrarood thermografiestelsel met verhoogde gevoeligheid door progressieve accumulatie van de lijnen van het beeld.
CN100481937C (zh) 一种高动态、超分辨率图像重建装置
US20170357000A1 (en) Processing techniques for lidar receiver using spatial light modulators
US7120312B2 (en) System for recovery of degraded images
JPS6364114B2 (nl)
KR920003048B1 (ko) 열화 추정치에 의한 줌 방식 영상 해상도 향상방법 및 장치
EP0135578A1 (en) IMPROVED RESOLUTION AND ZOOM.
EP0599470B1 (en) Panoramic camera systems
JPH08294061A (ja) 走査用カメラに分散された読み出し及び集積サイクルを使用した検出法及び検出アレー
US4214271A (en) Technique for DC restoration in AC coupled display systems
US20130070103A1 (en) Super resolution binary imaging and tracking system
US4388646A (en) Low-distortion detection of pulses superimposed on an unknown and variable background signal
US4551752A (en) Method and apparatus for correcting distortion in an image which is recorded electronically and built up along lines
EP0344843A1 (en) Television motion detection arrangement
US5309230A (en) High-sensitivity infrared detector and an infrared camera using such a detector
Olson Image motion compensation with frame transfer CCDs
US5140147A (en) Intrafield interleaved sampled video processor/reformatter
NL8500172A (nl) Beeldverwerkingsinrichting voor het op echte-tijd basis bewerken en herkennen van tweedimensionale beelden, en beeldverwerkingssysteem bevattende tenminste twee in serie verbondene van zulke beeldverwerkingsinrichtingen.
US4335400A (en) Adaptive post-filter for infrared scan converter
US5291018A (en) Robigon and sinugon; detector geometries
EP0352309B1 (en) Method and apparatus for sampling lattice pattern generation and processing
NL8502558A (nl) Infrarood thermografisch stelsel voor het verkrijgen van een digitale loep voor een vol scherm met een camera met toepassing van serie-parallelle aftasting.
Bretschneider et al. Resolution enhancement using multispectral remotely sensed imagery
CN108471505A (zh) 一种数字域tdi探测器的优化匹配成像方法及装置

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BI The patent application has been withdrawn