NL8403160A - Inrichting voor het opslaan en toevoeren aan voederinrichtingen van voer. - Google Patents

Inrichting voor het opslaan en toevoeren aan voederinrichtingen van voer. Download PDF

Info

Publication number
NL8403160A
NL8403160A NL8403160A NL8403160A NL8403160A NL 8403160 A NL8403160 A NL 8403160A NL 8403160 A NL8403160 A NL 8403160A NL 8403160 A NL8403160 A NL 8403160A NL 8403160 A NL8403160 A NL 8403160A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transport
feed
supply
main
basic
Prior art date
Application number
NL8403160A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Malestein Teus
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Malestein Teus filed Critical Malestein Teus
Priority to NL8403160A priority Critical patent/NL8403160A/nl
Priority to US06/786,083 priority patent/US4715323A/en
Priority to EP85201673A priority patent/EP0178739B1/en
Priority to DE3587763T priority patent/DE3587763T2/de
Priority to FI853996A priority patent/FI853996L/fi
Priority to CA000492969A priority patent/CA1244729A/en
Priority to ES547925A priority patent/ES8608280A1/es
Publication of NL8403160A publication Critical patent/NL8403160A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K39/00Feeding or drinking appliances for poultry or other birds
    • A01K39/01Feeding devices, e.g. chainfeeders

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)

Description

4 dW/RM/13.311 * * -1- ‘nrichting voor het opslaan en toevoeren aan voeder-inrlclitingen van voer.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opslaan en toevoeren aan voederinrichtingen van voer voor dieren, voorzien van een voorraadsilo of opslagruimte en met de voorraadsilo verbonden toevoerleidingen, die naar 5 de voederinrichtingen leiden, waarbij transportmiddelen aanwe2ig zijn om het voer door de toevoerleidingen te transporteren.
Dergelijke inrichtingen zijn uit de praktijk bekend.
Bij bekende inrichtingen kunnen evenwel moeilijkheden 10 ontstaan, wanneer om welke reden dan ook de aard van het toegevoerde voer veranderd moet worden of de toevoerleidingen leeg gemaakt moeten worden van voer.
Dergelijke gevallen kunnen zich bijvoorbeeld voordoen, wanneer het voer vervangen moet worden door voer dat van 15 medicijnen is voorzien, wanneer om hygiënische redenen het stelsel van voer moet. worden vrijgemaakt of wanneer op een ander soort van voer moet worden overgeschakeld, hetzij omdat een ander type van dieren gehouden wordt, hetzij omdat de dieren in hun ontwikkeling over moeten schakelen op een 20 ander voer. Tenslotte kan zich het geval voordoen, dat bepaalde voederinrichtingen of afdelingen vande voederinrichtingen buiten gebruik gesteld moeten worden en het dan gewenst kan zijn het daarin aanwezige voer af te voeren.
De bovengenoemde doeleinden worden volgens de uitvinding 25 in principe opgelost door er in te voorzien, dat terugvoer-leidingen aanwezig zijncm al het in de leidingen aanwezige voer terug te voeren naar de voorraadsilo en dat een afsluit-mechanisme aanwezig is om de verbinding tussen de voorraadsilo en de toevoerleidingen te blokkeren.
30 Wanneer nu de transportmiddelen in werking worden gesteld en het afsluitmechanisme is afgesloten zal in betrekkelijk korte tijd het gehele toevoerstelsel vrij van voer zijn, dat dan is teruggevoerd naar de silo.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding, die 35 in het bijzonder in grotere stelsels tot een eenvoudige op-
840 3 1 SC
-2-
v 'S
« lossing leidt, kan er in worden voorzien, dat de toe- en terugvoerleidingen, die met de voorraadsilo verbonden zijn, door een gesloten basistransportleiding met een daarin rondgaand transportorgaan worden gevormd.
5 Aan een dergelijke gesloten basistransportleiding kunnen weer hoofdtoevoertransportleidingen en hoofdafvoer-transportleidingen zijn aangesloten, waarbij bij voorkeur telkens een hoofdtoevoertransportleiding met een hoofdafvoer-transportleiding een rondgaande transportleiding met trans-10 portmiddelen vormt.
In een dergelijke uitvoeringsvorm kan er volgens een nadere uitwerking van de uitvinding in worden voorzien, dat de hoofdtoevoertransportleidingen met van boven naar beneden lopende standpijpen zijn verbonden, die elk één 15 of meer afgifteinrichtingen voor het afgeven van voer aan de voederinrichtingen hebben, en aan hun benedenzijde met een hoofdafvoertransportleiding zijn verbonden. Hiermede wordt een eenvoudig overzichtelijk geheel verkregen, waarvan de verschillende onderdelen, indien dat gewenst is, apart 20 afschakelbaar zijn door de verbinding tussen de basistransportleiding en de desbetreffende hoofdtoevoertransportleiding af te sluiten of te onderbreken.
Volgens een nadere uitwerking hiervan kan er in worden voorzien, dat de standpijpen van een afsluiter zijn voorzien 25 in hun verbinding met de desbetreffende hoofdafvoertransportleiding. Doordat de standpijpen van een afsluiter zijn voorzien zal bij normale werking van de inrichting geen onnodige terugvoer van voer naar de silo plaats vinden, maar wanneer dit nodig is kan dit direct gebeuren door de desbe-30 treffende afsluiters te openen.
Volgens nog een nadere uitwerking -^an de uitvinding kan er in worden voorzien, dat minimaal één voorraadsilo aanwezig is, waarbij de basistoevoertransportleiding met de benedenzijde en de basisafvoertransportleiding met de boven-35 zijde van de silo·s zijn verbonden, waarbij afsluitmechanismen aanwezig zijn tussen de desbetreffende basistransportleidingen en de silo's. Dit geeft grote voordelen, wanneer bijvoorbeeld verschillende soorten voer moeten worden toegevoerd, hetzij in bepaalde afdelingen van de inrichting, hetzij óp. bepaalde 40 tijdstippen. Men kan dan het leidingenstelsel laten leeg- 3403160 -3- ; s draaien .. door liet voer · terug te voeren naar de silo waar het vandaan kwam en dan wanneer het leidingenstelsel leeg is, de verbindingen met de andere silo openen, In bijzondere gevallen kan dit stelsel zelfs gebruikt worden 5 om afwisselend verschillende soorten van voer te geven of om de ene silo te ledigen in de andere.
Een eenvoudige opstelling, die ruimtelijk goed aansluit bij gebruikelijke batterijen voor het houden van dieren, die meestal uit lange rijen kooien of hokken bestaan, die 10 boven elkaar geplaatst zijn, kan jex volgens een nadere uitwerking van de uitvinding in worden verkregen, doordat de basistransportleiding een horizontaal lopend basistransprt-toevoerleidinggedeelte heeft, waar een aantal horizontale hoofdiroevoertransportle id ingen op aangesloten zijn, er een 15 rechte of nagenoeg rechte hoek mede maken en zelf standpijpen voeden, en dat de hoofdtransportafvoerleidingen zijn aangesloten aan de benedenzijde van de standpijpen en in hoofdzaak evenwijdig aan de hoofdtransporttoevoerleidingen zijn en aansluiten aan een in hoofdzaak horizontaal basistrans-20 portafvoerleidinggedeelte, dat in hoofdzaak loodrecht op de hoofdafvoertransportie id ingen s taa t.
De eenvoudigste en het minste materiaal vergende oplossing bestaat daarin, dat de basistransportleiding een in hoofdzaak in een vertikaal vlak gelegen rechthoekige lus 25 bevat en dat de hoofdtransportieidingen elk door een in een vertikaal vlak gelegen rondgaande transportleiding worden gevormd, waarbij aan de toevoerzijde de hoofdtransportleiding beneden de basistransportleiding ligt en aan de afvoerzijde er boven. Bovendien is deze oplossing in vele gevallen aan-30 brengbaar in reeds bestaande gebouwen met dierenverblijven, zoals mest-, opfok- of legbatterijen voor hoenders.
Een eenvoudige uitvoeringsvorm van de silo’s, waarbij het ontnemen van ^oer uit de silo’s zonder enig bezwaar kan plaats vinden bestaat daarin dat de silo of silo's aan de 35 benedenzijde toelopen tot een goot- of ..buisvormig deel, waar de basistransportafvoerleiding inligt. Omdat het goot-of buisvormige deel van de silo de basistransportleiding bevat is het mogelijk deze laatste op eenvoudige wijze van aanvatorganen voor kleppen of dergelijke te voorzien om de 40 verbinding met de silo te openen of te sluiten. Daarbij kan ?4ü 313 0 t -4- gebruik gemaakt worden van op zichzelf bekende kleppen, zoals een schuif, die in de lengterichting over een buis schuift of een draaiklep in de vorm van een segment, die een open segment in een cilindrische buis al dan niet afsluit.
5 De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 schematisch;een perspectivisch aanzicht toont van een gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding; fig* 2 schematisch de aan de inrichting volgens fig. 1 10 aan te sluiten silo's toont; fig. 3A en 3B voorbeelden tonen van aansluitingen van de basistransportleiding aan een hoofdtoevoerleiding; en fig* 4A en 4B voorbeelden tonen van een aansluiting van een hoofdtransportafvoerleiding aan een afvoergedeelte 15 van de basistransportleiding.
In fig. 1 is met 1 een horizontaal toevoergedeelte van een basistransportleiding aangeduid,met 2 een daarop aansluitend vertikaal gedeelte en met 3 een op het vertikale gedeelte 2 aansluitende basistransportafvoerleiding.
20 Deze leidingen 1, 2 en 3 zijn verder, bijvoorbeeld via vertikale stukken 4 en 5 aangesloten aan een in fig. 2 weergegeven rondgaande leiding, die een bovengedeelte 6 heeft, dat door twee opeenvolgende silo's 7 en 8 gaat en daarin openingen heeft, zodat in dit gedeelte aangevoerd 25 voer in de silo's valt. Via een verbindingsleiding 9 is de leiding 6 verbonden met een leiding 10, die door de benedenzijde van de silo's 7 en 8 gaat. De verbinding tussen de silo's 7 en 8 en de desbetreffende gedeelten van de leiding 10, die aan zijn bovenzijde in de silo van openingen 30 is voorzien, kan met niet getekende afsluiters worden afgesloten of geopend.
Door de leidingen 1,2,3>4,5,6,9 en 10 loopt bij voorkeur een doorgaand transportorgaan, bijvoorbeeld in de vorm van een kabel of ketting, die op regelmatige afstanden schijf-35 jes draagt. Constructies van dergelijke transportorganen met de wielen waarop zij lopen en de afdichting ten opzichte van de leidingen zijn op zichzelf bekend en behoeven hier niet nader beschreven te worden.
Wanneer aangenomen wordt, dat de verbinding tussen de 40 silo 8 en de leiding 10 is afgesloten zal het via de leiding 3403180 -δ- ΙΟ uit de silo 7 afkomstige voer via de leidingen 4 en 1 worden toegevoerd aan de hoofdtransportafvoerleidingen 11, waarvan er één in fig. 1 is getoond. Deze leiding heeft op regelmatige afstanden standpijpen 12, die er eenvoudig 5 open aan de benedenzijde aan aansluiten en die dienen voor toevoer van voer aan niet nader weergegeven voederinrichtingen, die bijvoorbeeld kunnen bestaan uit voedergoten met daarin een aandrijfbaar transportorgaan. Wanneer men een aantal kooien boven elkaar heeft, zoals bij mest-, leg- of opfok-10 batterijen voor hoenders bekend is, zal uiteraard elke rij voorzien worden van een voedergoot. In fig. 1 is een voorbeeld getekend, waarbij zich ter weerszijde van de standpijpen een aantal lagen kooien uitbreiden, maar dit is voor toepassing van de uitvinding niet wezenlijk.
15 De leiding 11, waarin een transporteur in de richting van de daarin aangebrachte pijl beweegt, gaat over in een vertikaal gedeelte 13» dat aan zijn benedenzijde overgaat in een horizontale hoofdtransportafvoerleiding 14. Deze gaat, na onder de kooienbatterijen 15 door gegaan te zijn boven de 20 leiding 3 langs, en heeft daar een-^erbindiqg waardoor in de leiding 14 aanwezig voer in de leiding 3 valt en daar weer wordt afgevoerd naar de silo 7.
In fig. 3A en 3B zijn twee onderling loodrechte doorsneden getekend van de verbinding van de leiding 1 met de 25 leiding 11. De leiding 1 is van een uitstulping 16 voorzien, die aan zijn benedenzijde de leiding 11 ontvangt, die plaatselijk aan zijn bovenzijde open is. Doordat zowel in de leiding 1 als in de leiding 11 transportorganen bewegen wordt voer vanuit de leiding 1 in de leiding 11 gebracht 30 en door de daarin lopende transportorganen verder naar de standpijpen 12 gevoerd. Eventueel overschot aan voer wordt via de leiding 13 en 14 teruggevoerd naar de basisafvoer-leiding 3» zoals fig. 4A en 4B toelichten, waar dezelfde referenties zijn gebruikt als in fig. 1.
35 Wil men nu de leidingen legen, dan wordt de verbinding tussen de silo 7 en de leiding 10 met een daartoe geschikt orgaan afgesloten en laat men het transportstelsel draaien. Daardoor wordt geen voer meer toegevoerd naar de leiding 1, maar zal voer, dat zich in de leidingen 11, 13 en 14 bevindt 40 naar de leiding 3 worden gebracht en vandaar via de leiding 8403150 * * -β- 5 en het eerste deel van de leiding 6 aan de silo 7'worden afgegeven. Het voer uit de standpijpen zal naar beneden vallen in de leiding 14 en eveneens worden afgevoerd. Ingeval de standpijpen van een afsluiter zijn voorzien aan hun bene-5 denzijde om bij normale werking teveel voedercirculatie door deze. standpijpen, tegen te gaan, moeten bij dit zogenaamde leegdraaien van het stelsel deze afsluiters in de standpijpen geopend worden.
Wanneer men voer uit de silo 8 wil toevoeren in plaats 10 vanuit de silo 7 kan dit gebeuren, door de verbinding tussen de leiding 10 en de silo 7 gesloten te houden en die tussen de silo 8 en. de leiding 10 te openen. Wil men daarbij terug-voervoeder in de silo 7 brengen, dan is dit mogelijk door de klep aan de bovenzijde tussen de basistransportleiding 6 15 en de silo 7 te openen. Wanneer dan eventuele afvoerinrichtingen die met de standpijpen 12 samenwerken buiten werking zijn gesteld kan men op deze wijze zelfs de inhoud van de ene silo in de andere overbrengen, hetgeen bijvoorbeeld nuttig kan zijn om laatste resten over te brengen alvorens 20 op een nieuw type van voer wordt overgeschakeld.
Wanneer men de hoofdtransportleidingen zoals 11 en 14 van niet getekende afsluiters voorziet, kan men door geeigende bediening daarvan bereiken dat bepaalde delen van het transportstelsel eerst vrijgemaakt worden van voer 25 en daarna buiten werking gesteld kunnen worden, wanneer zich in de bijbehorende kooien 15 geen dieren bevinden.
De uitvinding geeft de mogelijkheid met betrekkelijk weinig uitbreiding van de installatie het slagvaardig bedrijven daarvan aanmerkelijk gemakkelijker te maken of 30 zelfs daarbij nieuwe mogelijkheden te scheppen. Elke leiding kan buiten werking gesteld worden en daarbij leeg gemaakt worden van voer, af te voeren voer kan teruggevoerd worden naar silo's en er kan overgeschakeld worden van de ene silo op de andere waarbij het tevens nog mogelijk is één van de 35 beide silo's te gebruiken voor het opslaan van reeds in het leidingenstelsel gebracht voer.
840 3 1 6 o

Claims (10)

1. Inrichting voor het opslaan en toevoeren aan voeder-inrichtingen van voer voor dieren, voorzien van een voor-raadsilo of opslagruimte en met de voorraadsilo verbonden toevoerleidingen* die naar de voederinrichtingen leiden, 5 waarbij transportmiddelen aanwezig zijn om het voer door de toevoerleidingen te transporteren, met het kenmerk , dat terugvoerleidingen aanwezig zijnon alhet in de leidingen aanwezige voer terug te voeren naar de voorraadsilo en dat een afsluitmechanisme aanwezig is om 10 de verbinding tussen de voorraadsilo en de toevoerleidingen te blokkeren.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de toe- en terugvoerleidingen, die met de voorraadsilo verbonden zijn, door een gesloten basis- 15 transportleiding met een daarin rondgaand transportorgaan worden gevormd.
3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk , dat het van de voorraadsilo afkomstige deel van de basistransportleiding gekoppeld is met één of meer 20 hoofdtoevoertransportleidingen en dat het naar de voorraadsilo voerende deel van de basistransportleiding met één of meer hoofdafvoertransportleidingen is verbonden.
4·. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het kenmerk , dat tenminste één hoofd toevoertransport- 25 leiding met een hoofdafvoertransportleiding een rondgaande transportleiding met transportmiddelen vormt.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4,met het kenmerk, dat de hoofdtoevoertransportleidingen met van boven naar beneden lopende standpijpen zijn verbonden, 30 die elk één of meer afgifteinrichtingen voor het afgeven van voer aan de voederinrichtingen hebben, en aan hun benedenzijde met een hoofdafvoertransportleiding zijn verbonden.
6. Inrichting volgens conclusie 5,met het 35 kenmerk, dat de standpijpen van een afsluiter zijn voorzien in hun verbinding met de desbetreffende hoofdafvoer-transportleiding. 8403100 -δ-
7. Inrichting volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat minimaal één voorraadsilo aanwezig is, waarbij de basistoevoertrans-portlelding met de benedenzijde en de basisafvoertransport- 5 leiding met de bovenzijde van de silo’s is verbonden, waarbij afsluitmechanismen aanwezig zijn tussen de desbetreffende basistransportleidingen en de silo’s.
8. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 3-7, met het kenmerk, dat de basistransport- 10 leiding een horizontaal lopend basistransporttoevoerleiding-gedeelte heeft, waar een aantal horizontale hoofdtoevoer-transportleidingen op aangesloten zijn, er een rechte of nagenoeg rechte hoek mede maken en zelf standpijpen voeden, en dat de hoofdtransportafvoerleidingen zijn aangesloten 15 aan de benedenzijde van de standpijpen en in hoofdzaak evenwijdig aan de hoofdtransporttoevoerleidingen zijn en aansluiten aan een in hoofdzaak horizontaal basistransport-afvoerleidinggedeelte, dat in hoofdzaak loodrecht op de hoofdafvoertransportleidingen staat.
9. Inrichting volgens conclusie 8, m e t het kenmerk , dat de basistransportleiding een in hoofdzaak in een vertikaal vlak gelegen rechthoekige lus bevat en dat de hoofdtransportie idingen elk door een in een vertikaal vlak gelegen rondgaande transportleiding worden 25 gevormd, waarbij aan de toevoerzijde de hoofdtransport-leiding beneden de basistransportleiding ligt en aan de afvoerzijde er boven.
10. Inrichting volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de silo of 30 silo's aan de benedenzijde toelopen tot een goot- of basisvormig deel, waar de basistransportafvoerleiding inligt. 8403160
NL8403160A 1984-10-16 1984-10-16 Inrichting voor het opslaan en toevoeren aan voederinrichtingen van voer. NL8403160A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403160A NL8403160A (nl) 1984-10-16 1984-10-16 Inrichting voor het opslaan en toevoeren aan voederinrichtingen van voer.
US06/786,083 US4715323A (en) 1984-10-16 1985-10-10 Apparatus for supplying food to a plurality of cages
EP85201673A EP0178739B1 (en) 1984-10-16 1985-10-11 Apparatus for supplying food to a plurality of cages
DE3587763T DE3587763T2 (de) 1984-10-16 1985-10-11 Gerät zum Liefern von Futter an eine Vielzahl von Käfigen.
FI853996A FI853996L (fi) 1984-10-16 1985-10-15 Anordning foer matning av foder till ett flertal burar.
CA000492969A CA1244729A (en) 1984-10-16 1985-10-15 Apparatus for supplying food to a plurality of cages
ES547925A ES8608280A1 (es) 1984-10-16 1985-10-16 Aparato para suministrar pienso a una pluralidad de jaulas

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403160 1984-10-16
NL8403160A NL8403160A (nl) 1984-10-16 1984-10-16 Inrichting voor het opslaan en toevoeren aan voederinrichtingen van voer.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403160A true NL8403160A (nl) 1986-05-16

Family

ID=19844627

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403160A NL8403160A (nl) 1984-10-16 1984-10-16 Inrichting voor het opslaan en toevoeren aan voederinrichtingen van voer.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8403160A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3796189A (en) Cage battery, particularly for table chickens
US3002494A (en) Automated hen battery
EP0122682B1 (en) Device for emptying a container filled with live poultry
NL8403158A (nl) Inrichting en werkwijze voor het houden van dieren.
BE1000327A4 (nl) Inrichting voor het op afroep voederen van varkens.
US20110239948A1 (en) Plant for controlled distribution of material with a substantially fluid behaviour for feeding animals
US6343688B1 (en) Conveyor and escalator for transporting eggs and the like
US3918405A (en) Weight-controlled recirculating feeding apparatus and method
US2597064A (en) Automatic feeding system
NL8403160A (nl) Inrichting voor het opslaan en toevoeren aan voederinrichtingen van voer.
ES8203558A1 (es) Una instalacion de alimentacion para suministrar pienso a receptaculos de pienso
CN85107224A (zh) 动物饲料发送和定量装置
US5353850A (en) Apparatus for distributedly filling particulate or granular material into containers
RU2101936C1 (ru) Устройство для раздачи кормов
US20210092936A1 (en) Horizontal feed storage system
US4715323A (en) Apparatus for supplying food to a plurality of cages
US3786783A (en) Feed conveying and dispensing apparatus
CN111903561A (zh) 家禽养殖装置
US4029052A (en) Conveying and weighing system
NL8403159A (nl) Inrichting voor het houden van dieren.
CN212279410U (zh) 家禽养殖装置
JP2609189B2 (ja) 物品の取扱い装置
US4556015A (en) Feed proportioner
JP2623396B2 (ja) 物品の取扱い装置
US3692169A (en) Egg gathering mechanism

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed