NL8403153A - Gecombineerd weg- en railtransportsysteem. - Google Patents

Description

¢. * V.O.6586

Gecombineerd weg- en rail transport systeem.

De uitvinding heeft betrekking op een gecombineerd weg- en railtransportsysteem onder toepassing van een motorvoertuig, een ladingdrager en een locomotief.

Dergelijke transportsystemen zijn bekend; zij dienen er op de 5 eerste plaats toe, de voordelen van het wegtransport voor verkeer op korte afstand en de voordelen van. het railtransport voor verkeer op grote afstand te benutten. Dit geschiedt op bekende wijze volgens twee verschillende principes. Enerzijds is het bekend, complete lasttreinen op goederenwagons te laden, welke uitsluitend tussen twee wagons een begaan-10 bare overbrugging en arretering voor de geladen lasttrein vereisen. Tegenover deze na'ar verhouding geringe extra' technische investering staat echter het zeer grote nadeel, dat tijdens het railtransport het aandrijvende deel van de lasttrein, bijvoorbeeld een oplegtrekker, niet voor andere toepassing ter beschikking staat.

15 Dit nadeel kan worden vermeden, wanneer alleen een ladingdrager zonder aider st el b-.v. een container of een wisselopbouw geladen en aan rail gebonden getransporteerd wordt.- Dit gaat echter gepaard met een verticaal omslaan en vereist dure kraaninstallaties ,· welke bovendien bij kleinere laadstations doorgaans niet ter beschikking staan of waarvan de ca-20 paciteit in het bijzonder bij grote drukte niet voldoet.

Om dit te ondervangen, is uit het Duitse Offenlegungsschrift 1.922.343 een transportsysteem-van het bovenbedoelde type bekend, dat voor het laden van een voertuigopbouw met aan boord eigen middelen werkt. Dit systeem is echter uitermate omstandig, omdat daarbij elk frame van 25 het onderstel van een landinrichting, bijvoorbeeld in de vorm van een zichbuiten deomtrgkvande wisselopbouw uitstrekkende laadbalg en in hoge mate belastbare laadsteunen van uitleggers voorzien moet. zijn.. Di.t_vereist niet alleen een grote technische investering, doch gaat ook ten koste van het laadruimtevolume.

30 Een algemeen voor alle systemen gemeenschappelijk nadeel bestaat uit het gering benutten van het laadvlak bij aan. rail gebonden wagons.

Aan de uitvinding ligt. het problems ten grondslag nadelen van de bekende transportsystemen te vermijden en in het bijzonder een perso-neelarm transportsysteem te verschaffen, dat geen wezenlijke veranderin-35 gen aan het wegvoertuig vereist, bij van rail afhankelijk transport een 8403153 -2- groot nuttig laadvolume waarborgt en zonder meer in de bestaande aan rail gebonden en. van. rail vrije transportsystemen geïntegreerd kan worden.

De oplossing van dit probleem, bestaat uit een transportsysteem van het hierboven bedoelde type, waarbij volgens de uitvinding de frames 5 van twee ladingdragers, bijvoorbeeld opleggers, met behulp van een rail-onderstel aan een. goederentrein verbanden zijn. Derhalve bestaat het totale treinverband uitsluitend uit een bekende locomotief en de met behulp van steeds een onderstel voor rails zonder gebruik van de voertuig-wielen direct gekoppelde ladingdragers. Omdat de afstand tussen de lading-10 dragers overeenstemt met de normale afstand tussen twee gebruikelijke goederenwagons, wordt met betrekking tot de treinlengte een buitengewoon groot transportvolume verkregen.

Voor het verladen van bijvoorbeeld een oplegger zijn geen extra, laadinrichtingen, respectievelijk kranen noodzakelijk; meer nog behoeft 15 de oplegger met zijn achterzijde uitsluitend op een railvoertuig gebracht, alsdan na het uitzetten van de steunen van de oplegger de oplegtrekker op gebruikelijke wijze losgemaakt van de ondersteunde oplegger en weggereden, alsmede een ander railonderstel onder het voorste deel van het op-legframe gereden, te worden.

20 De railonderstellen zijn bij voorkeur met twee elk hefmiddelen voor de ladingdragers . üitgerust, bij voorkeur voorzien, van pneumatisch bedienbare hef koppelingen..

Deze hefkoppelingen kunnen uit blokkeexbare: en door persluchtbalgen bedienbare hefschommels, bestaan, en ook van een draaitap zijn 25 voorzien, welke, in een overeenkomstige uitsparing in het frame van de ladingdrager grijpt.

Om het richten op het railonderstel te vergemakkelijken, heeft de ladingdrager in zijn voorste gedeelte uitzetbare of uitklapbare steunen met railwielen voor het ondersteunen- op. bij voorkeur gelijk met de 30 grond liggende, rails.

Als enige aanvulling kan de ladingdrager doorlopende remleidingen voor het remmen van de railonderstellen bezitten, welke op de remleidingen van de railonderstellen gekoppeld kunnen, worden. Bovendien kunnen het railonderstel. en het frame van de ladingdrager ook van oplegaan-35 slagen zijn voorzien, welke het brengen in de juiste horizontale richting vergemakkelijken.

/ 8403153 *7 0 -3- %

De uitvinding wordt aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht. In de tekening tonen: fig. 1 een treinverband. volgens de uitvinding; fig. 2 twee door een rail onderstel verbonden opleggers; 5 fig. 3 het railonderstel volgens £ig. 2 op vergrote schaal en fig- 4 een schematische voorstelling van een verloop van het laden.

Eet transportsysteem volgens de uitvinding bestaat bijvoorbeeld in hoofdzaak. uit een oplegtrekker 1, opleggers 2, een locomotief 3 en t 10 de de afzonderlijke ladingdragers, respectievelijk opleggers 2 onderling direct verbindende railonderstellen 4. Elk onderstel heeft een frame 5 en ten minste twee gebruikelijke wielstellen. 6 alsmede twee elk door een pers luchtbalg 7 bedienbare hefschommels 3 met een in een opening 9 in het frame IQ van deopbouw 2 grijpende draai tap 11. Het frame 5 van het 15 onderstel heeft de gebruikelijke uitrustingen van een railvoertuig/ zoals buffers, remmen en koppelingen alsmede een persluchtaccumulator voor het bedienen van de hefschommels ook zonder van railonderstel tot railonder-stel doorlopende remleidingen.

In het oplegframe 10 lopen doorgaande remleidingen 13, welke 20 met niet weergegeven remleidingen van de railonderstellen 4 gekoppeld kunnen worden. Voorts zijn aan het oplegframe 10 twee uitzetbare steunen 14 met railwielen 15 voor het ondersteunen in het bijzonder op in het laadbereik gelijk liggende rails 16, aangebracht.

Om het ladingdrageronderstel met de hemden 17 op te kinnen lich-25 ten, kan zich tussen de assen en de langsdragerframes 10 een kettingband bevinden, welke door de hefschommel. 8 gespannen wordt en alsdan, het onderstel tegen.het frame 10 aantrekt.

Bij het laden worden normaliter allereerst een aantal opleggers met uitgeschoven steunen 14 opgesteld, tot een voor een treinverband 30 lonend aantal ontstaat. Alsdan worden de afzonderlijke opleggers 2 door een trekker 1 gesteund en achterwaarts in het bereik van de rails 16 gereden, totdat de achterkant van een oplegger zich op de juiste wijze boven de hefschommel 3 van een railonderstel 4 bevindt en niet weergegeven aanslagen op het frame 10 van de ladingdrager die aan het railonder-35 stel 4 raken. Dit is zonder meer mogelijk, omdat bij het gebruik van de gebruikelijke onderstellen 5 en wielstellen 6 tussen het railonderstel t « 8403153 '4 ,-w -4- en de achterzijde van een oplegger een voldoende afstand aanwezig is.

Na het uitzetten van de steunen 4 steunt de oplegger 2 met zijn rail wielen 15 op de rails 16 en met zijn wielen 17 op de grond, . zodat de trekker 1 af gekoppeld en weggereden kan worden. Alsdan brengt de loco-5 motief 3 een. railonderstel 4 op de juiste plaats onder het voorste gedeelte van de op zijn steunen 14, respectievelijk zailwielen. 15 en zijn wielen. 16 rustende opbouw. 2. Bij het bedienen van de pers luchtbalgen 7 van , de beide railonderstellen 4 onder het voorste en het achterste gedeelte van de oplegger 2 zwenken de hefschommels. 8 naar omhoog, totdat hun tap-10 pen 11 in de openingen 9 in. het. voorste en achterste gedeelte van het opleggerframe 10 grijpen en de oplegger tot op de noodzakelijke vrijheid van de grond van zijn railwielen 15 en wielen 17 van bijvoorbeeld 200 mm oplicht* vervolgens is.de voorste helft van het laatst gereden.railonder-15 stel 4 gereed, voor het opnemen van de achterzijde van een volgende, door de trekker 1 reeds aangevoerde oplegger 2. Op deze wijze ontstaat langzamerhand met behulp van de trekker een- treinverband, waarvan het grote volume· uit de kleine kopafstanden tussen de afzonderlijke ladingdragers van bijvoorbeeld 300 mm ontstaat* Op de. plaats van bestemming worden de 20 ladingdragers op bovenbeschreven wijze, doch in omgekeerde volgorde afgezonderd en tenslotte door de gebruikelijke motorvoertuigen, bijvoorbeeld trekkers,, weggevoerd.

Op dezelfde wijze als bij opleggers - kunnen ook. andere ladingdragers zoals containers, en wisselopbouwsels geladen worden, wanneer de 25 betreffende dragervoertuigen van voren en van achteren van een met een draaitapopening overeenstemmende opneemruimte voorzien zijn en de met betrekking to thet railonderstel noodzakelijke vrijheid aan de achterzijde bezitten. Bet transportsysteem volgens de uitvinding maakt het daarbij ook mogelijk, verschillende ladingdragers tot een goederentrein samen te 30 stellen.

8403153 ψ

Claims (8)

1. Gecombineerd weg- en. rail tramsport systeem onder toepassing van een motorvoertuig (1) een ladingdrager (2) en een locomotief (3), met het kenmerk, dat steeds twee ladingdragers (2) via een frame (10) en een railonderstel (4) tot een goederentrein verbonden zijn.

2. Transportsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de railonderstellen (4) van twee bij een opneemmiddei (9) van de ladingdrager (2) beherendehef koppelingen (8, 11) voorzien zijn.

3. Transportsysteem volgens conclusie 2, gekenmerkt door door middel van persluchtbalgen (7) bedienbare hefkoppelingen (8, 11).

4. Transportsysteem volgens een van de conclusies 2 en 3 met het kenmerk, dat de hefkoppelingen (8, 11) uit blokkeezbara hef schommels (8) bestaan.

5« Transportsysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de hefschommels (8) van een. in een opening (9) in de ladingdrager (2) 15 grijpende draaitap (11) voorzien is.

6. Transportsysteem volgens een of meer van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat uitschuifbaren steunen (14) van de ladingdrager (2) van railwielen (15) voorzien zijn.

7. Transportsysteem volgens een of meer van de conclusies 1-6, met 20 het kenmerk, dat de ladingdrager (2) remleidingen (13) voor het remmen van de railonderstellen (4) heeft.

8. Transportsysteem volgens een of meer van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat aan het railonderstel (4) en aan het laüingdragerframe (10) oplegsteunen zijn aangebracht 8403153