NL8402461A

NL8402461A - DEVICE FOR MOUNTING ON A PIPE PIPE.

Info

Publication number: NL8402461A
Application number: NL8402461A
Authority: NL
Original assignee: Williamson Inc T
Priority date: 1983-08-15
Filing date: 1984-08-09
Publication date: 1985-03-01
Also published as: DE3429782C2; FR2550845B1; BE900362A; FR2550845A1; GB2146476B; AU573752B2; DE3429782A1; GB8419735D0; CA1235024A; AU3162784A; GB2146476A

Description

-1- # % * êjt * <-1- #% * êjt * <

Inrichting voor montering op een pijpleiding.Device for mounting on a pipeline.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor montering op een pijpleiding om de doorgang van een pijpleiding-blok door de pijpleiding te signaleren.The invention relates to a device for mounting on a pipeline to signal the passage of a pipeline block through the pipeline.

In het volgende wordt een korte samenvatting van 5 de uitvinding gegeven.The following is a brief summary of the invention.

Veel van de vloeistof en het gas, dat in de wereld gebruikt wordt, en in het bijzonder koolwaterstofvloeistoffen en -gassen, worden overgebracht van productiegebieden naar verbruiksgebieden door pijpleidingen. Om het inwendige van de 10 pijpleidingen schoon te houden, om verschillende bestanddelen te scheiden, en om onderzoeksfuncties uit te voeren, worden vaak inrichtingen gebruikt, die als pijpleidingblokken bekend staan. Daar de pijpleidingblokken met verschillende snelheden in de pijpleiding bewegen kunnen, afhangende van de fluidum-15 stromingssnelheid en andere factoren, is het soms moeilijk voor de bedieningspersoon van een pijpleiding om de plaats van een pijpleidingblók te weten of om te weten wanneer een pijpleiding-blok een bepaald punt in de pijpleiding gepasseerd is.Much of the liquid and gas used in the world, and in particular hydrocarbon liquids and gases, are transferred from production areas to consumption areas by pipelines. To keep the interior of the pipelines clean, to separate different components, and to perform research functions, devices known as pipeline blocks are often used. Since the pipeline blocks can move at different velocities in the pipeline depending on the fluid flow rate and other factors, it is sometimes difficult for the operator of a pipeline to know the location of a pipeline block or to know when a pipeline block is has passed a certain point in the pipeline.

De onderhavige uitvinding is gericht op een inrichting, 20 die een signaal levert, wanneer een pijpleidingblók of ander object door een pijpleiding gevoerd is. De inrichting wordt op een pijpleiding gemonteerd op een punt dat een met betrekkelijk kleine diameter uitgevoerde opening in de pijpleiding heeft. De inrichting omvat een buisvormig romponderdeel, dat op de pijp-25 leiding gemonteerd is, door bijvoorbeeld het aan de pijpleiding lassen daarvan. Het romponderdeel omgeeft de opening. Een as is op afdichtende wijze bevestigd binnen de romp en strekt zich gedeeltelijk omhoog buiten het romponderdeel uit. Een vlagarm is op zwenkbare wijze aan het romponderdeel bevestigd buiten de 30 pijpleiding. De vlagarm is zwenkbaar aangebracht tussen een ingestelde positie en een bediende positie; de bediende positie dient om de doorgang van een pijpleidingblók aan te geven.The present invention is directed to a device that provides a signal when a pipeline block or other object has been passed through a pipeline. The device is mounted on a pipeline at a point that has a relatively small diameter opening in the pipeline. The device includes a tubular hull member mounted on the pipeline, for example by welding it to the pipeline. The body part surrounds the opening. A shaft is sealed within the hull and extends partially upwards outside the hull part. A flag arm is pivotally attached to the hull member outside of the pipeline. The flag arm is pivotally mounted between a set position and an actuated position; the operated position serves to indicate the passage of a pipeline block.

Een veer wordt aangewend om de vlagarm naar de bediende 34 0 2 4 6 1 -2- » ^ positie te drukken.A spring is used to push the flag arm to the actuated 34 0 2 4 6 1 -2- ^ position.

Een plunjerstang is verschuifbaar ondersteund aan het romponderdeel en is beweegbaar ten opzichte van het romponder-deel tussen een ingestelde en een bediende positie. Eén einde 5 van de plunj erstang is in aangrijping met de vlagarm om deze in de ingestelde positie te houden. Een verbindingsinrichting is aangebracht om de plunjerstang te verplaatsen bij de rotatie van de as.A plunger rod is slidably supported on the body part and is movable relative to the body part between a set and an operated position. One end 5 of the plunger rod engages the flag arm to hold it in the set position. A connecting device is provided to move the plunger rod as the shaft rotates.

Zich op zwenkbare wijze uitstrekkend vanaf het onder-10 einde van het buisvormige romponderdeel door de opening in de pijpleiding is een asbediening. Door middel van een schuin tandwiel aan het boveneinde van de asbediening en een daarmee samengaand schuin tandwiel op het ondereinde van de as wordt, wanneer de bediening verplaatst wordt door de doorgang van een pijpleiding-15 blok door de pijpleiding, de as geroteerd. Door de verbinding, die van het boveneinde van de as uitgaat, wordt de plunjerstang op verschuifbare wijze teruggetrokken, waarbij de vlagarm losgelaten wordt naar de bediende positie daarvan, onder het zodoende signaleren van de doorgang van een blok door de pijp-20 leiding.Pivotally extending from the bottom end of the tubular hull member through the opening in the pipeline is shaft actuation. By means of an bevel gear at the top end of the shaft actuation and an associated bevel gear on the bottom end of the shaft, when the actuation is moved through the passage of a pipeline block through the pipeline, the shaft is rotated. The plunger rod retracts slidably through the joint extending from the top of the shaft, releasing the flag arm to its actuated position, thereby signaling the passage of a block through the pipeline.

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoor-beelden daarvan.The invention will be explained in more detail below with reference to illustrative embodiments thereof shown in the drawings.

Fig. 1 is een afbeelding in recht perspectief van een 25 uitvoering van de uitvinding, die gedeeltelijk weggesneden weergegeven is. Fig. 1 toont een pijpleiding in doorsnede, waarbij het romponderdeel van de signaleerinrichting aan de pijpleiding bevestigd is. In fig- 1 is de inrichting in de ingestelde positie weergegeven.Fig. 1 is a right perspective view of an embodiment of the invention, shown in partial cutaway. Fig. 1 shows a pipeline in section, the hull part of the signaling device being attached to the pipeline. In fig. 1 the device is shown in the set position.

30 Fig. 2 is een bovenaanzicht van de inrichting voor het signaleren van de doorgang van een pijpleidingblok, dat gedeeltelijk weggesneden is om de inwendige inrichting te onthullen.FIG. 2 is a plan view of the device for signaling the passage of a pipeline block partially cut away to reveal the internal device.

Fig. 3 is een zijaanzicht, dat de inrichting gedeeltelijk in doorsnede weergeeft.Fig. 3 is a side view partially showing the device.

35 Fig. 4 is een zijaanzicht van de inrichting, die in 8402461 3- -¾ -3- de bediende positie weergegeven is, waarbij het buisvormige rompgedeelte niet weergegeven is.FIG. 4 is a side view of the device shown in 8402461 3-¾ -3- the actuated position with the tubular body portion not shown.

Fig. 5 is een doorsnede van het bovenste gedeelte van de bloksignaleerinrichting.Fig. 5 is a sectional view of the top portion of the block signaling device.

5 Fig. 6 is een bovenaanzicht zoals in fig. 2 weergegeven, op enigszins grotere schaal, en geeft een alternatieve uitvoering van de uitvinding weer.FIG. 6 is a top view as shown in FIG. 2, to a slightly larger scale, illustrating an alternative embodiment of the invention.

Vervolgens wordt een gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoering gegeven.A detailed description of the preferred embodiment is then provided.

10 Bij het nu beschouwen van de tekeningen en in de eerste pleats van fig. 1 wordt eexuitvoering van de bloksignaleerinrichting volgens de onderhavige uitvinding gezien. Een pijpleiding is met het verwijzingscijfer 10 aangegeven. Een opening 12 is in de wand van de pijpleiding gevormd.De pijpleiding 10 15 kan van het type zijn, dat voor het transporteren van vloeistoffen of gassen gebruikt wordt en waardoor een pijpleidingblok of ander fysisch object periodiek gevoerd wordt. De bedoeling van de onderhavige uitvinding is om een middel te verschaffen om aan te geven wanneer een blok of dergelijk fysisch object door 20 de pijpleiding gevoerd is.Now considering the drawings and in the first pleats of Fig. 1, an embodiment of the block signaling device according to the present invention is seen. A pipeline is indicated by the reference numeral 10. An opening 12 is formed in the wall of the pipeline. The pipeline 10 may be of the type used to transport liquids or gases through which a pipeline block or other physical object is periodically fed. The purpose of the present invention is to provide a means of indicating when a block or the like physical object has passed through the pipeline.

De pijpsignaleerinrichting is algemeen aangegeven met het verwijzingscijfer 14. De inrichting omvat een buisvormig huis 16, waarvan het ondereinde 16A aan de pijpleiding 10 gelast is om de opening 12 te omgeven.The pipe signaling device is generally indicated by the reference numeral 14. The device comprises a tubular housing 16, the lower end 16A of which is welded to the pipeline 10 to surround the opening 12.

25 Zoals weergegeven is in fig. 3, is het boveneinde van het buisvormige huis van schroefdraad voorzien bij 16B en wordt hierdoor een van inwendige schroefdraad voorzien huiskaponder-deel 18 opgenomen, dat een opening 18A heeft- Bevestigd aan het boveneinde van het huiskaponderdeel 18 is een horizontale plaat 30 20 met een opening 20a daarin in uitgericht verband met de opening 18 A.As shown in Fig. 3, the top end of the tubular housing is threaded at 16B and thereby incorporates an internally threaded body cap member 18 which has an opening 18A attached to the top end of the casing member 18. a horizontal plate 30 20 with an opening 20a therein aligned with the opening 18A.

Het buisvormige huis 16 is voorzien van inwendige schroefdraad 16C dat een buisvormige asopsluiting 22 opneemt.The tubular housing 16 is provided with internal threads 16C that receive a tubular shaft retainer 22.

Zoals eerder vermeld, is het huis 16 bestemd om aan de pijp 10 35 gelast te worden. Daar het lassen vervorming van het huis veroor- 8402461 -4- ί > zaken kan, is de inrichting zo geconstrueerd dat al de andere elementen van de bloksignaleerinrichting op onafhankelijke en gescheiden wijze aan het huis bevestigd worden nadat het in positie gelast is.As mentioned earlier, the housing 16 is intended to be welded to the pipe 10. Since welding can cause deformation of the housing, the device is constructed so that all other elements of the block signaling device are independently and separately secured to the housing after it has been welded into position.

5 De buisvormige asopsluiting 22 heeft een groef 24 in het boveneinde, die een O-ringpakking 26 opneemt, zodat het inwendige van het buisvormige huis 16 afgedicht is.The tubular shaft retainer 22 has a groove 24 in the top end which receives an O-ring gasket 26 so that the interior of the tubular housing 16 is sealed.

Op roteerbare wijze opgenomen binnen de buisvormige asopsluiting 22 is een onderste as 28. Bevestigd aan het onder-10 einde van de as 28 is een schuin tandwiel 30. De onderste as 28 is ondersteund door legers 32 en 34.Rotatably received within the tubular shaft retainer 22 is a lower shaft 28. Attached to the lower end of the shaft 28 is an bevel gear 30. The lower shaft 28 is supported by bearings 32 and 34.

Roteerbaar opgenomen in het bovenste inwendige van de buisvormige asopsluiting 22 is een huls 36. Het ondereinde van de huls 36 heeft een met vierkante doorsnede uitgevoerde opening, 15 die op telescopische wijze het vierkante boveneinde van de onderste as 28 opneemt. Het bovenste inwendige gedeelte van de huls 36 heeft een zeskante inwendige vormgeving.Rotatably received in the upper interior of the tubular shaft retainer 22 is a sleeve 36. The lower end of the sleeve 36 has a square section opening 15 which telescopically receives the square upper end of the lower shaft 28. The top interior portion of the sleeve 36 has a hexagonal interior shape.

Ingesteld binnen de opening 18A in het kaponderdeel 18 en de opening 20A van de plaat 20 zijn bussen 40 en 42. In deze 20 bussen is een bovenste as 44 opgenomen. Het ondereindgedeelte van de bovenste as neemt een afstandshuls 46 op. Het ondereinde van de as 44 is uitgevoerd met een verbreed gedeelte 46A, dat een zeskante vormgeving heeft, die telescopisch opgenomen wordt binnen de zeskante bovenste uitsparing in de huls 36. Zodoende is 25 de bovenste as 44 op roteerbare wijze opgesloten aan de onderste as 28 door middel van de huls 36. Bij de huls 36 is een veer 38 aangebracht, die spankracht aan de as 44 verleent.Set within the opening 18A in the hood member 18 and the opening 20A of the plate 20 are sleeves 40 and 42. In these 20 sleeves a top shaft 44 is included. The lower end portion of the top shaft receives a spacer sleeve 46. The lower end of the shaft 44 is formed with a widened portion 46A, which has a hexagonal shape, which is telescopically received within the hexagonal upper recess in the sleeve 36. Thus, the upper shaft 44 is rotatably locked to the lower shaft 28 by means of the sleeve 36. A spring 38 is provided at the sleeve 36, which imparts tension to the shaft 44.

Gezien kan worden dat de inrichting samengesteld kan worden op deze wijze. In de eerste plaats wordt het buisvormige 30 huis 16 aan de pijp 10 gelast. In de tweede plaats wordt de buisvormige asopsluiting 22 in een positie geschroefd, waarbij deze de onderste as 28, huls 36 en veer 38 op roteerbare wijze ondersteunt. Vervolgens wordt het kaponderdeel 38 op het buisvormige huis 16 geschroefd, waardoor de bovenste as 44 aan de 35 onderste as 28 gekoppeld wordt door de aangrijping van de sleuf 8402461 * -5- 46A van de huls met één einde van de veer 38.It can be seen that the device can be assembled in this manner. First, the tubular housing 16 is welded to the pipe 10. Second, the tubular shaft retainer 22 is screwed into a position, rotatably supporting the lower shaft 28, sleeve 36, and spring 38. Then, the cap member 38 is screwed onto the tubular housing 16, whereby the top shaft 44 is coupled to the bottom shaft 28 by engaging the slot 8402461 * -5- 46A of the sleeve with one end of the spring 38.

De buisvormige asopsluiting 22 heeft een met verkleinde diameter uitgevoerd, zich omlaag uitstrekkend, als één geheel daarmee uitgevoerd gedeelte 22A, dat een sleuf 48 daarin 5 heeft. De sleuf 48 bevindt zich in een vlak evenwijdig aan het vlak van tekening van fig. 3. Opgenomen in de sleuf 48 is een schuin drijfwerkonderdeel 50, dat om de as 52 geroteerd wordt.The tubular shaft retainer 22 has a reduced diameter, extending downwardly, integrally formed portion 22A, which has a slot 48 therein. The slot 48 is in a plane parallel to the plane of the drawing of Fig. 3. Included in the slot 48 is an inclined gear part 50, which is rotated about the axis 52.

Het aandrijftandwiel 50 is in ingrijping met het schuine tandwiel 30. Verbonden aan en zich omlaag uitstrekkend van het schuine 10 drijfwerkonderdeel 50 is een langwerpig aangrijpingsonderdeel 54. Wanneer een blok of ander fysisch object door het inwendige van de pijpleiding 10 gaat, komt het in contact met het aangrijpingsonderdeel 54, onder het bewegen van het schuine drijfwerkonderdeel 50 om de as 52. Hierdoor wórdt de onderste as 28 en door tussenis komst van de veer 38 de bovenste as 44 geroteerd.The drive gear 50 engages the bevel gear 30. Connected to and extending downward from the bevel gear member 50 is an elongated engagement member 54. When a block or other physical object passes through the interior of the pipeline 10, it contacts with the engaging part 54, while moving the bevel gear part 50 about the shaft 52. This causes the lower shaft 28 and the upper shaft 44 to rotate through the intervention of the spring 38.

Aan het boveneinde van de as 44 is een kamarm 56 vastgehecht. Bij de voorgestelde inrichting omvat de kamarm 56 een als één geheel daarmee uitgevoerd, zich omhoog uitstrekkend, buisvormig gedeelte 56A, dat aan het boveneinde gesloten is 20 en voorzien is van een sleuf 58. Dit wordt duidelijk infig. 1 en 2 in samenhang met fig. 3 gezien.A comb arm 56 is attached to the top end of the shaft 44. In the proposed arrangement, the comb arm 56 comprises an upwardly extending tubular portion 56A formed integrally therewith, which is closed at the top end and is provided with a slot 58. This is clearly infig. 1 and 2 seen in conjunction with Fig. 3.

Aan het bovenoppervlak van de plaat 20 is een bgerblok 60 bevestigd. Het legerblok heeft eerste en tweede horizontale openingen 60A en 60B daardoor. Verschuifbaar opge-25 nomen in de openingen 60A is een plunjerstang 62. Het binneneinde van de plunjerstang is bevestigd aan een bedieningsplaat 64, die een langssleuf 64A daarin heeft, waarbij de lengte van de sleuf loodrecht op de langsas van de plunjerstang 62 verloopt.A top block 60 is attached to the top surface of the plate 20. The bearing block has first and second horizontal openings 60A and 60B therethrough. Slidably received in the apertures 60A is a plunger rod 62. The inner end of the plunger rod is attached to an actuating plate 64 having a longitudinal slot 64A therein, the length of the slit extending perpendicular to the longitudinal axis of the plunger rod 62.

Aan het buiteneinde van de kamarm 56 bevindt zich een loodrecht 30 daarop gerichte pen 56, die in de sleuf 64 opgenomen is.At the outer end of the comb arm 56 there is a pin 56 directed perpendicular thereto, which is received in the slot 64.

Bevestigd aan de bovenkant van de plaat 20 aan weerseinden van de bedieningsplaat 64 zijn leiblokken 68A en 68B.Attached to the top of the plate 20 at opposite ends of the actuating plate 64 are guide blocks 68A and 68B.

Wanneer de bovenste as 44 geroteerd wordt, onder het roteren van de kamarm 56, worden de bedieningsplaat en plunjerstang 62 op 35 verschuifbare wijze naar achter teruggetrokken. Dit gebeurt onge- 8402461When the top shaft 44 is rotated, while rotating the comb arm 56, the actuating plate and plunger rod 62 are slidably retracted backward. This happens about 8402461

i Vi V

-6- acht de richting van de rotatie van de bovenste as 44.-6- observe the direction of rotation of the top shaft 44.

Roteerbaar opgenomen in de opening 60b in het legerblok is een vlagarmas 70. Roteerbaar opgenomen op de as 70 is een schijf 72 en vanaf deze schijf strekt zich een vlagarm 74 uit, 5 die een vlagonderdeel 76 aan het buiteneinde vastgehecht heeft. Opgenomen rond de schijf 72 is een gewonden veer 78. Het ene einde 78A van de veer is in aangrijping met een pen 80 terwijl het andere einde 78B in aangrijping is met de vlagarm 74. De veer heeft, een zodanige vormgeving dat een koppel in de zin 10 tegengesteld aan die van de wijzers van het uurwerk op de vlagarm uitgeoefend wordt in fig. 1 beschouwd om de vlagarm en het vlagonderdeel zich normaal in een rechtopstaande positie te laten uitstrekken, zoals in fig. 4 weergegeven is. Dit is de bediende positie. Fig. 1 en 2 tonen de vlagarm in een ingestelde positie, 15 waarin deze op zijn plaats gehouden wordt door de uitgezette plunjerstang 62.Rotatably received in the opening 60b in the bearing block is a flag arm shaft 70. Rotatably received on the shaft 70 is a disc 72, and from this disc extends a flag arm 74 which has a flag member 76 attached to the outer end. Included around the disc 72 is a wound spring 78. One end 78A of the spring engages a pin 80 while the other end 78B engages the flag arm 74. The spring is configured to have torque in the sentence 10 opposite to that of the clock hands applied to the flag arm is considered in Figure 1 to allow the flag arm and flag member to extend normally in an upright position, as shown in Figure 4. This is the operated position. Fig. 1 and 2 show the flag arm in a set position, 15 in which it is held in place by the expanded plunger rod 62.

Een deksel^xs aan het boveneinde van de plaat 20 bevestigd om het bedieningsmechanisme te beschermen. Het deksel 82 heeft een opening 82A die het buisvormige verlengstuk 56A 20 van de kamarm op roteerbare wijze opneemt om zodoende de sleuf 58 bloot te leggen en in het zicht te brengen. In aanvulling hierop heeft de deksel openingen voor het opnemen van de plunjer-stang 62 en vlagarmas 70.A cover ^ xs attached to the top end of the plate 20 to protect the operating mechanism. The cover 82 has an opening 82A which rotatably receives the tubular extension 56A 20 of the comb arm to expose and expose the slot 58. In addition to this, the lid has openings for receiving the plunger rod 62 and flag arm shaft 70.

Wanneer het gewenst is om de bloksignaleerinrichting in 25 de ingestelde positie te brengen, kan de bedieningspersoon de plunjerstang 62 terugtrekken door een schroevedraaier in de sleuf 58 in het boveneinde van de kamarm te steken. Door het roteren van de kamarm worden de bedieningsplaat en plunjerstang teruggetrokken. De vlagarm 74 kan omlaag geroteerd worden 30 naar de ingestelde positie en het koppel op de kamarm kan vrijgegeven worden, onder het zich naar buiten laten uitstrekken van de plunjerpen om de vlagarm in de ingestelde positie te houden. Wanneer een blok of ander fysisch object door de pijpleiding gaat in een van beide richtingen, komt het 35 in contact met het aangrijpingsonderdeel 54, onder het verplaat- 84 0 24 6 1 -7- ·& * sen daarvan, hetgeen tot rotatie van de onderste as 28 en zodoende van de bovenste as 44 leidt, waarbij de kamarm en zodoende de bedieningsplaat geroteerd worden, onder het terugtrekken van de plunjerstang 62, De veer 78 beweegt de vlagarm 5 dan in de rechtopstaande positie, hetgeen aangeeft dat het blok door de pijpleiding gevoerd is. De vlagarm blijft in deze rechtopstaande bediende positie, tot deze door een bedienings-persoon teruggesteld wordt. Het zich omlaag uitstrekkende aan-grijpingsonderdeel 54 is vrij zwenkbaar in elke richting door IQ een blok, dat door de leiding gevoerd wordt, en belemmert de doorgang van het blok niet, ongeacht of de signaleerinrichting zich in de ingestelde of de bediende positie bevindt.When it is desired to bring the block signaling device into the set position, the operator can retract the plunger rod 62 by inserting a screwdriver into the slot 58 in the top end of the comb arm. The actuating plate and plunger rod are retracted by rotating the comb arm. The flag arm 74 can be rotated downward to the set position and the torque on the comb arm released, allowing the plunger pins to extend outwardly to hold the flag arm in the set position. When a block or other physical object passes through the pipeline in either direction, it comes into contact with the engaging member 54 as it moves, causing rotation of the lower shaft 28 and thus of the upper shaft 44, rotating the comb arm and thus the actuation plate, while retracting the plunger rod 62, the spring 78 then moves the flag arm 5 into the upright position, indicating that the block is moving through the pipeline. The flag arm remains in this upright actuated position until it is reset by an operator. The downwardly extending engaging member 54 is freely pivotable in any direction through a block passing through the conduit, and does not obstruct passage of the block whether the signaling device is in the set or actuated position.

Fig. 4, 5 en 6 tonen een alternatieve uitvoering. Het onderste gedeelte is niet weergegeven daar het in hoofdzaak zo 15 kan zijn als met betrekking tot de uitvoeringen van fig. 1, 2 en 3 aangegeven is.Fig. 4, 5 and 6 show an alternative embodiment. The bottom portion is not shown as it may be substantially as indicated with respect to the embodiments of Figures 1, 2 and 3.

Zoals duidelijk in fig. 6 gezien wordt, heeft de bedieningsplaat 84 twee uiteengelegen pennen 86A en 86B. Tegenovergesteld hieraan bevinden zich pe'nnen 88A en 88B die zich omhoog 20 uitstrekken vanaf de plaat 20. Veren 90A en 90B strekken zich tussen de paren pennen uit en drukken de bedieningsplaat 84 in de richting naar de vlagarm 74 toe. De sleuf 92, die in de bedieningsplaat 84 gevormd is, heeft een zich loodrecht daarop uitstrekkend gedeelte 92A. Dit maakt het voor de bedienings-25 plaat 84 mogelijk om naar binnen gedrukt te worden zonder beweging van de bovenste as 44. Zoals duidelijk in fig. 5 gezien wordt, verloopt het buiteneinde 62A van de plunjerstang 62 onder een hoek ten opzichte van de langsas van de plunjerstang.As is clearly seen in Figure 6, the actuating plate 84 has two spaced pins 86A and 86B. Opposite to this, pins 88A and 88B extend upwardly from the plate 20. Springs 90A and 90B extend between the pairs of pins and push the actuating plate 84 toward the flag arm 74. The slot 92 formed in the actuating plate 84 has a portion 92A extending perpendicular thereto. This allows the actuating plate 84 to be pressed inward without movement of the top shaft 44. As seen clearly in Fig. 5, the outer end 62A of the plunger rod 62 extends at an angle to the longitudinal axis of the plunger rod.

Dit maakt het voor de signaleerinrichting mogelijk om naar de 30 ingestelde positie bewogen te worden zonder te vereisen dat de plunjerstang teruggetrokken wordt daar de omlaagbeweging van de bedieningsarm 74 er toe leiden zal dat de plunjerstang en zodoende de bedieningsplaat naar binnen ingedrukt worden, waarbij de sleuf 92a de pen 66 opneemt.This makes it possible for the signaling device to be moved to the set position without requiring the plunger rod to be retracted as the downward movement of the actuating arm 74 will cause the plunger rod and thus the actuating plate to be pressed inward, with the slot 92a receives the pin 66.

35 Bij de alternatieve uitvoering strekt de kamarm 94 8402461 Λ35 In the alternative version, the comb arm extends 94 8402461 Λ

* -C* -C

-8- zich in beide richtingen vanaf de bovenste as 44 uit. Tegenovergesteld aan de pen 66 bevindt zich een tweede pen 96. Gevormd rond het zich omhoog uitstrekkende eindgedeelte 44a van de bovenste as in een gewonden veer 98, die tegenovergestelde armen 98A en 5 - 98B heeft, waarbij de armen zich aan weerszijden van de pen 66 uitstrekken. Een kamaanslagpen 100 is aan de bovenste plaat 20 bevestigd. De veer 98 dient zodoende om de bovenste as 44A in de centrale of niet-bediende positie te houden. Zodoende wordt als de as 44 in een van beide richtingen geroteerd wordt hierop 10 een drukkracht uitgeoefend om deze naar de voorverkozen rotatie-positie zoals door de veer 98 vastgesteld terug te voeren. Dit houdt zodoende het aangrijpingsonderdeel 44 zoals in fig. 1 t/m weergegeven 3/in de zich omlaag uitstrekkende positie terwijl het niettemin voor het aangrijpingsonderdeel mogelijk gemaakt wordt om in een 15 van beide richtingen verplaatst te worden door een blok dat door de pijpleiding gaat.-8- extends from the top shaft 44 in both directions. Opposite of the pin 66 is a second pin 96. Formed around the upwardly extending upper shaft end portion 44a in a wound spring 98, which has opposite arms 98A and 5 - 98B, the arms being on either side of the pin 66 stretch out. A cam stop pin 100 is attached to the top plate 20. The spring 98 thus serves to hold the top shaft 44A in the central or non-actuated position. Thus, when the shaft 44 is rotated in either direction, a compressive force is applied thereto to return it to the preselected rotation position as determined by the spring 98. This thus keeps the engaging member 44 as shown in FIGS. 1 to 3 / in the downwardly extending position while nevertheless enabling the engaging member to be moved in either direction by a block passing through the pipeline .

De werking van de uitvoering van fig. 1 t/m 3 en die van fig. 4 t/m 6 is in hoofdzaak dezelfde. De uitvoeringen illustreren het feit dat het in de voorverkozen ingestelde posities 20 houden van de bedieningsplaat en het aangrijpingsonderdeel tot stand gebracht kan wordenmet gebruikmaking van veren die op meer dan één plaats aangebracht zijn.The operation of the embodiment of FIGS. 1 to 3 and that of FIGS. 4 to 6 is essentially the same. The embodiments illustrate the fact that holding the actuating plate in the preselected positions and engaging member can be accomplished using springs arranged in more than one location.

Bij de uitvoering van fig. 4, 5 en 6 is het huis, dat het bovenste bedieningsmechanisme bedekt, als één geheel uitge-.25 voerd met de plaat 20 waarbij een verwijderbaar bovenste deksel 102 weergeeft dat het huis ook op een verscheidenheid van wijzen gevormd kan worden.In the embodiment of FIGS. 4, 5 and 6, the housing covering the top actuating mechanism is integrally formed with the plate 20 with a removable top cover 102 showing that the housing is also formed in a variety of ways can become.

Bij beide uitvoeringen van de uitvinding heeft de plaat 20 boogvormige sleuven 104A en 104B, waarbij de krommingsas van 30 de sleuven die van de bovenste as 44 is. Bouten 106 in de sleuven strekken zich tot in (niet weergegeven) van schroefdraad voorziene openingen in het boveneinde van het kaponderdeel 18 uit. Wanneer de bouten 106 losgedraaid worden, kan de plaat 20 ten opzichte van het kaponderdeel geroteerd worden om zodoende het 35 door de plaat ondersteunde bedieningsmechanisme met de bovenste 8402461 I 5 % -9- as 44 uit te richten. Dit maakt de gemakkelijke afstelling vein het mechanisme nadat het samengesteld is mogelijk zodat wanneer het aangrijpingsonderdeel 54 zich verticaal omlaag uitstrekt, de pen 66 gecentreerd is binnen de sleuf 64a in de bedieningsplaat 5 64 of, met betrekking tot de alternatieve uitvoering, de sleuf 92 in de bedieningsplaat 84.In both embodiments of the invention, the plate 20 has arcuate slots 104A and 104B, the axis of curvature of the slots being that of the top shaft 44. Bolts 106 in the slots extend into threaded openings (not shown) in the top end of the cap member 18. When the bolts 106 are loosened, the plate 20 can be rotated relative to the cap part so as to align the actuating mechanism supported by the plate with the top 8402461 5% -9 axis 44. This allows for easy adjustment of the mechanism after it is assembled so that when the engaging member 54 extends vertically downward, the pin 66 is centered within the slot 64a in the actuating plate 64 or, with respect to the alternative embodiment, the slot 92 in the operating plate 84.

Kort samengevat is hier in het voorgaande een inrichting voor montering op een pijpleiding beschreven om de doorgang van een pijpleidingblok door de pijpleiding te signa-10 leren. Een buisvormige romp is op de pijpleiding gemonteerd. Een vlagarm is scharnierend aangebracht aan het romponderdeel en zwenkbaar tussen een ingestelde en een bediende positie. Een plunjerstang is op verschuifbare wijze ondersteund op de romp en is in aangrijping met de vlagarm wanneer beide zich in de 15 ingestelde positie bevinden. Een verbindingsstelsel verplaatst de plunjerstang bij de rotatie van eaias binnen de romp en een aangrijpingsonderdeel strekt zich op zwenkbare wijze vanaf het ondereinde van de romp tot in de pijpleiding uit voor verplaatsing als een blok door de pijpleiding beweegt. De aangrijpingsonder-20 delen dienen om de as te roteren wanneer deze verplaatst wordt om zodoende de plunjerstang terug te trekken om de vlagarm naar de bediende positie te laten bewegen, hetgeen de doorgang van het pijpleidingblok aangeeft.Briefly, a pipeline mounting device has been described hereinbefore to signal passage of a pipeline block through the pipeline. A tubular hull is mounted on the pipeline. A flag arm is hinged to the hull part and pivotable between a set and an operated position. A plunger rod is slidably supported on the hull and engages the flag arm when both are in the set position. A connector assembly moves the plunger rod within the hull as it rotates, and an engaging member pivotally extends from the lower end of the hull into the pipeline for displacement as a block moves through the pipeline. The engaging parts serve to rotate the shaft as it is moved so as to retract the plunger rod to move the flag arm to the actuated position, indicating the passage of the pipeline block.

Hoewel de uitvinding onder het in zekere mate in 25 bijzonderheden treden beschreven is, is het duidelijk dat vele wijzigingen uitgevoerd kunnen worden ten aanzien van constructie-details en de inrichting van bestanddelen zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. Het dient wel te worden verstaan dat' de uitvinding niet beperkt is tot de hier met het oog op de toe-30 lichting uiteengezette uitvoeringen, maar alleen beperkt wordt door de reikwijdte van de hierna volgende conclusies, die het volle bereik van gelijkwaardigheid omvatten, waarop voor elk element daarvan aanspraak gemaakt wordt.While the invention has been described in some detail, it is apparent that many modifications can be made to construction details and the arrangement of components without departing from the scope of the invention. It is to be understood that the invention is not limited to the embodiments set forth herein for the purpose of the explanation, but is limited only by the scope of the following claims, which include the full range of equivalence, to which claims are made for each element thereof.

84024618402461

Claims

1. Pipeline mounting device for signaling passage of a pipeline block or similar physical device through the pipeline, the pipeline having an opening therein, which device is a tubular pipe mounting hull member, which surrounding the opening therein, a shaft sealingly extending inside and partially outside the hull part, a flag arm pivotally attached to the hull part and pivotable between a set and an actuated position, means to move the flag arm to the actuated position, a plunger rod slidably supported on the hull and slidable relative to the hull between a set and an actuated position, which plunger rod engages the flag arm when both are in the set position to keep the flag arm in the set position, means to slide the plunger rod on in the manner of rotation of the shaft, and shaft actuators extending from the hull member into the pipeline to cause rotation of the shaft when engaged by a pipeline block or the like passing through the pipeline so as to slidably displacing the plunger rod to the actuated position, releasing the flag arm to pivot to the actuated position signaling passage of a pipeline block or the like.

2. Device according to claim 1, characterized in that it is provided with an operating plate slidably supported on said hull, said operating plate being slidable between a set and an actuated position, said plunger rod being connected to said operating plate and wherein said means for slidably displacing the plunger rod upon rotation of said shaft includes means for slidably displacing the actuating plate upon rotation of the shaft.

Device according to claim 2, characterized in that said operating plate is slidably supported in a plane perpendicular to the axis of rotation of said axis, and the operating plate has an elongated slot therein and is provided with a comb arm extending in the radial sense of the axis, and a pin member starting from the comb arm and received in said operating location slot.

Device according to claim 1, characterized in that said means for pushing said flag arm to the actuated position comprise spring members.

Device according to claim 1, characterized in that it comprises an bevel gear wheel coaxially connected to said shaft, an bevel drive gear rotatably supported on said hull about an axis perpendicular to said shaft axis of rotation and in engagement 15 is to said shaft gear, and an elongated engaging member connected to said driving gear extending within the pipeline, a pipeline block or the like passing through the pipeline displacing this engaging member, rotating the drive gear and thus off the shaft to move said plunger rod to release said flag arm to the actuated position.

6. Device according to claim 5, characterized in that it is provided with a spring member which is received around said shaft in order to push the shaft to the position, in which the said operating part extends substantially radially into the pipeline and the said plunger rod is in the set position.

Device according to claim 2, characterized in that it is provided with spring members which press said operating plate 30 and thus pushing said plunger rod to the adjusted position.

8. Device according to claim 1, characterized in that said plunger rod is tapered on one side at the end thereof opposite to said actuating plate, said flag arm being rotatable from the actuator to the 8402461-12C set position, and the flag arm engages with said tapered end to move said plunger rod and actuating plate inward as the flag arm passes to move to the set position.

The device according to claim 3, characterized in that it includes a wound spring received about said shaft and wherein the ends of the spring are attached with respect to said body part and said comb arm to automatically return the shaft and comb arm. to the set position except when the shaft is rotated by the occurrence of a pipeline block or the like.

10. Device as claimed in claim 9, characterized in that said spring has two arm parts, which start from a wound part, which is received around said axis, and wherein said comb has a pin, which, starting from it, is parallel to and spaced from the shaft, said spring arm extends on either side of said pin, and a cam stop pin is mounted on said hull member parallel to and spaced from the shaft and camps, and said spring arms extend on either side of these cam stop pins stretch out.

11. Device according to claim 3, characterized in that said slot in said operating plate forms an operating surface which engages said comb arm pin members when the operating plate is displaced by the rotation of said comb arm, and said slot is has such a design that the inward movement of the actuating plate is enabled to allow said flag arm to move from the actuator to the set position.

12. Device substantially as suggested in the description and / or drawings. 8402461