NL8402409A - Installaties voor meervoudige besturing van met wisselstroom gevoede organen, zoals lampen en motoren. - Google Patents

Installaties voor meervoudige besturing van met wisselstroom gevoede organen, zoals lampen en motoren. Download PDF

Info

Publication number
NL8402409A
NL8402409A NL8402409A NL8402409A NL8402409A NL 8402409 A NL8402409 A NL 8402409A NL 8402409 A NL8402409 A NL 8402409A NL 8402409 A NL8402409 A NL 8402409A NL 8402409 A NL8402409 A NL 8402409A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
control
output
installation according
coupled
unit
Prior art date
Application number
NL8402409A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Marchal Equip Auto
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Marchal Equip Auto filed Critical Marchal Equip Auto
Publication of NL8402409A publication Critical patent/NL8402409A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08CTRANSMISSION SYSTEMS FOR MEASURED VALUES, CONTROL OR SIMILAR SIGNALS
    • G08C19/00Electric signal transmission systems
    • G08C19/30Electric signal transmission systems in which transmission is by selection of one or more conductors or channels from a plurality of conductors or channels

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Blinds (AREA)
  • Operating, Guiding And Securing Of Roll- Type Closing Members (AREA)

Description

* t N.0. 32666 1
Installaties voor meervoudige besturing van met wisselstroom gevoede organen, zoals lampen en motoren. ,-v
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op installaties voor meervoudige besturing van organen die bestemd zijn om te worden gevoed met elektrische wisselstroom, zoals lampen en motoren, teneinde de toe-standswisselingen van deze Inrichtingen, van hun omgeving, of van ten— 5 minste een ander orgaan of mechanisme waarop ze invloed uitoefenen, te besturen in de ene of de andere van twee verschillende toestanden.
Installaties van dit type bevatten over het algemeen meerdere stuurorganen en een elektronische stuurmodule voor elk orgaan of groep van organen bestemd om te worden gevoed met een elektrische stroom en 10 dergelijke installaties zijn al voorgesteld bijvoorbeeld voor het realiseren van de meervoudige besturing van zonneschermen, gordijnen, of automatische luiken, die elk van een gesloten positie naar een geopende positie kunnen worden gebracht of omgekeerd door een omkeerbare uit het net gevoede wisselstroomnotor, waarbij een van de twee draairichtingen 15 van de motor bijvoorbeeld correspondeert met het ophalen van het zonnescherm en de andere rotatierichting correspondeert met het neerlaten van het zonnescherm.
Deze installaties zijn in het bijzonder interessant als het gaat om het uitrusten van lokalen die voorzien zijn van een groot aantal 20 openingen (vensters en glazen deuren) voorzien van automatische zonneschermen waarvan men de werking individueel of plaatselijk wil kunnen besturen, dat wil zeggen elk zonnescherm afzonderlijk, of ook per groep, bijvoorbeeld door het simultaan besturen van de zonneschermen van een zelfde etage van een gebouw of het besturen van de zonnescher-25 men die aangebracht zijn voor de openingen die zich bevinden in een en dezelfde zijwand van een gebouw, waarbij bij voorkeur een bepaalde hiërarchie wordt aangehouden tussen verschillende commando’s die betrekking hebben op een zelfde zonnescherm of groep van zonneschermen die men vanaf verschillende plaatsen wil kunnen besturen, en de priori-30 teitsinstructies zijn bestemd om simultaan alle zonneschermen van een groep, bijvoorbeeld alle zonneschermen van een gebouw, te brengen naar een gesloten of geopende positie ongeacht de positie waarin elk van de zonneschermen zich bevond voorafgaand aan de actie veroorzaakt door de corresponderende prioriteitsinstructle.
35 Bekende installaties van dit type, gerealiseerd door een traditio nele bekabeling, hebben het nadeel dat de realisatie en installatie ervan complex is, het onderhoud lastig is, en de complixiteit bovendien 8402409 ’ ¥ · * 2 toeneemt met het aantal te besturen zonneschermen. Als gevolg daarvan zijn dergelijke installaties kostbaar en de prijs ervan vormt al snel een belemmering als het aantal zonneschermen toeneemt.
Als tweede toepassingsvoorbeeld worden installaties van het boven 5 beschreven type voorgesteld voor de meervoudige besturing van lampen in verlichtingsinstallaties van gebouwen. Dergelijke installaties zijn voorzien van elektromechanische op afstand bediende schakelaars van bekende uitvoeringsvorm, en uit een analyse van de werking ervan wordt duidelijk dat deze schakelaars niet de mogelijkheid bieden om op een-10 voudige wijze het functioneren of stoppen te veroorzaken van alle op afstand bediende schakelaars van een lokaal, van een etage van een gebouw of van het gehele gebouw, ongeacht de toestand van elk van deze op afstand bediende schakelaars, terwijl een dergelijke mogelijkheid ontegenzeggelijk van belang is bijvoorbeeld voor een nachtwaker, die met 15 êén handeling alle kamers van een gebouw kan verlichten, of voor de laatste persoon die een gebouw verlaat en die met een handeling in alle kamers, waar het licht nog aangebleven was, dit kan uitdraaien ongeacht de lokale of individuele stuursignalen.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt nu voorgesteld een oplos-20 sing te bieden voor deze nadelen door middel van een installatie van een voudige structuur en lage kosten, gemakkelijk aan te brelgen en te onderhouden, en vatbaar voor ontwikkelingen rekening houdend met wenselijke modificaties in de besturingshiërarchie, welke installatie volgens de uitvinding niet alleen kan worden toegepast voor de besturing 25 van zonneschermen of lampen, maar ook voor de besturing van andere elektrische energie opnemende organen, welke worden gevoed met wisselstroom, welke organen van toestand kunnen veranderen of een toestandsverandering in hun omgeving of van andere organen waarop ze invloed uitoefenen, teweeg kunnen brengen.
30 Aan deze doelstelling wordt volgens de uitvinding bij een instal- > latie van het bovengenoemde type voldaan, wanneer deze wordt gekenmerkt door het feit dat tenminste een van de stuurorganen van het passieve dipooltype is en voorzien is van tenminste een gelijkrichtend element en voorzien is van een enkele ingangsklem die via een enkele draad ge-35 koppeld is met de neutrale draad of de fasedraad van een wisselstroom-voedingsleiding die gekoppeld is met de organen, welke bestemd zijn om daaruit te worden gevoed, en een enkele uitgangsklem verbonden via een enkele stuurdraad met tenminste een stuurmodule, welk stuurorgaan van het passieve dipooltype impulsvormige stuursignalen afgeeft wanneer de-40 ze laatste is geactiveerd, elke stuurmodule tenminste twee voedingsin- 8402409 < « i 3 gangen bezit verbonden met de wisselspanningsvoedingsleiding, een enkele stuuringang gekoppeld met de oitgangsklem van tenminste een stuuror-gaan van het passieve dipooltype via de corresponderende stuurdraad, en tenminste een stuuruitgang gekoppeld met tenminste een voedingsonder-5 breker van het corresponderende orgaan of de corresponderende groep van organen bestemd om met elektrische stromen te worden gevoed, welke genoemde stuurmodule voorzien is van een eenheid voor het detecteren van positieve halve golven, en een eenheid voor het detecteren van negatieve halve golven, elk voorzien van een ingang gekoppeld met de stuurin-10 gang en een uitgang gekoppeld met een corresponderende ingang van een interpretatieeenheid die de impulsvormige ontvangen stuursignalen decodeert en die zelf via tenminste een uitgang gekoppeld is met de ingang van tenminste een versterker/aanpassingseenheid verbonden met de corresponderende stuuruitgang of stuuruitgahgen via corresponderende voe-15 dingsonderbrekers op zodanige wijze dat de afwezigheid van tenminste een halve golf van bepaalde polariteit resulterend uit het activeren van tenminste een stuurorgaan van het passieve dipooltype, en gedetecteerd door een van de twee detectoreenheden, indien nodig tenminste een ·/ uitgang van de interpretatie-eenheid activeert via welke een stuurin-20 structie wordt afgegeven die na versterking terecht komt bij de corresponderende voedingsonderbreker of voedingsonderbrekers teneinde deze laatste(n) zodanig te activeren dat het corresponderende orgaan of de corresponderende groep van organen bestemd om te worden gevoed met elektrische stroom, zodanig wordt geactiveerd dat deze laatste, of zijn 25 omgeving, of tenminste een orgaan waarop hij invloed uitoefent, wordt gebracht of gehouden in diegene van de twee verschillende toestanden, die correspondeert met de polariteit van de halve golf of de halve golven waarvan de afwezigheid werd gedetecteerd.
Een dergelijke installatie heeft derhalve een zeer belangrijk 30 voordeel dat de stuurinstructies over een enkele draad worden uitgezonden, hetgeen de bekabeling vereenvoudigd, en de installatie maakt het bovendien mogelijk om meerdere stuurmodulen in parallelle zin op een enkele stuurdraad te combineren teneinde de gecombineerde besturing van organen of groepen van organen, die worden gevoed met wisselstroom, te 35 realiseren, of meerdere stuurorganen in serie te combineren op een enkele stuurdraad hetgeen de realisatie mogelijk maakt van de meervoudige besturing gericht op een zelfde orgaan of groep van organen, gevoed met elektrische wisselstroom, en tenslotte kunnen meerdere stuurorganen parallel worden gecombineerd op een enkele stuurdraad, hetgeen tezamen 40 met de bovengenoemde combinatiemogelijkheden de realisatie toelaat van 8402409 P * 4 algemene en hiërarchisch Ingedeelde Instructies.
De installatie volgens de uitvinding omvat verder bij voorkeur tenminste een prioriteitsstuurorgaan waarmee alle andere stuurorganen stroomafwaarts van het prioriteitsstuurorgaan met betrekking tot de 5 verschillende stuurmodulen waarmee dit prioriteitsstuurorgaan is gekoppeld, worden geblokkeerd wanneer dit prioriteitsstuurorgaan is bekrachtigd, en een dergelijk prioriteitsstuurorgaan kan bijvoorbeeld bestaan uit een kLpschakelaar die ingebracht is in de ene stuurdraad.
Bij voorkeur zijn tenminste de stuurorganen van het passieve di-10 pooltype die tenminste een geiljkrichtend element bevatten, uitgevoerd als een eenheid met. twee druktoetsen waarvan de contacten, die in serie zijn geschakeld, in rust zijn gesloten, en waarbij een diode aangebracht is parallel aan elk van de twee druktoetsen, welke twee dioden tegengesteld gepoold zijn aangebracht zodanig dat het indrukken van een 15 van de twee druktoetsen correspondeert met de afwezigheid van halve golven van een bepaalde polariteit en het indrukken van de andere druk-toets correspondeert met de afwezigheid van halve golven van de andere polariteit» In dat geval kan·een prioriteitsstuurorgaan uitgevoerd zijn als een eenheid met twee druktoetsen waarvan de geactiveerde toestand 20 van tenminste een druktoets kan worden gehandhaafd.
Een dergelijke uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat de stuurorganen zeer eenvoudig van structuur zijn aangezien ze uitsluitend met relatief goedkope passieve componenten kunnen worden gerealiseerd.
Een eerste bepaalde uitvoeringsvorm van de installatie volgens de 25 uitvinding bestemd voor besturing van een aantal omkeerbare wissel-stroommotoren is gekenmerkt door het feit dat wanneer de een of de ander van de twee detectoreenheden de afwezigheid detecteert van halve golven van de ene of de andere polariteit, dan levert de interpretatie-eenheid een stuurinstructie voor het activeren van een motor of groep 30 van motoren in de ene of de andere rotatierichting, terwijl wanneer de twee detectoreenheden de afwezigheid detecteren van halve golven van de twee polariteiten, dan levert de interpretatie-eenheid een stuurinstructie voor het stoppen van de motor of groep van motoren) en wanneer er door de twee detectoreenheden niets wordt gedetecteerd dan levert de 35 interpretatie-eenheid geen enkele stuurinstructie.
Teneinde de realisatie van de stuurmodulen te vergemakkelijken verdient het in dit geval de voorkeur dat de stuurinstructies geleverd door de interpretatie-eenheid, welke respectievelijk corresponderen met de afwezigheid van halve golven van de ene en/of de andere polariteit, , 40 respectievelijk een eerste en/of een tweede voedingsonderbreker van de 8402409 φ » 5 motor of groep van motoren activeren teneinde deze laatste aan te drijven in de ene of de andere rotatie-inrichting of de rotatie te stoppen.
Indien de motoren niet bestemd zijn om op continue wijze te func-5 tioneren na te zijn gestart in de ene of de andere rotatierichting, zoals bijvoorbeeld het geval is bij aandrijfmotoren van zonneschermen, luiken of gordijnen, waarvan de voeding na een bepaalde functietijd moet worden onderbroken, welke functietijd correspondeert met het totaal openen of sluiten van een luik, zonnescherm of gordijn, dan bevat 10 volgens de uitvinding de interpretatie-eenheid een tijdsbepalend orgaan waarmee de activering van de motor of groep van motoren aan het einde van een vooraf bepaald tijdsinterval wordt onderbroken.
Volgens een eenvoudige variant van dit uitvoeringsvoorbeeld bevat de interpretatie-eenheid een geheugen met drie toestanden respectieve-15 lijk corresponderend met het stoppen, het aandrijven in de ene rotatie— richting en het aandrijven in de andere rotatierichting van de motor of groep van corresponderende motoren, welk geheugen twee ingangen bezit die elk gekoppeld zijn met de uitgang van een van de twee detectoreen- - / heden, en twee uitgangen die elk gekoppeld zijn met een ingang van een 20 van twee versterkers/aanpassingseenheden die elk met hun uitgang verbonden zijn met een van twee elektronische onderbrekers van het triac-type die, wanneer de een of de ander is geactiveerd zorgen voor voeding van de motor of de groep van corresponderende motoren op zidanige wijze dat deze in de respectievelijke ene of andere rotatierichting worden 25 aangedreven. Bij voorkeur bestaat het tijdsbepalende orgaan uit een kloktijdmeeteenheld met twee ingangen verbonden met respectievelijk een van de twee uitgangen van het geheugen en een uitgang die parallel verbonden is met de blokkeeringang van elk van de twee versterkers/aanpas-singseenheden teneinde de stuurinstructies overgedragen naar de onder-30 brekers te blokkeren aan het einde van het vooraf bepaalde tijdinterval.
In een tweede bepaalde uitvoeringsvorm, bestemd voor meervoudige besturing van organen met twee toestanden, zoals lampen, die uit of aan kunnen zijn de interpretatie-eenheid een logische OF-poort bevat met 35 twee ingangen die gekoppeld zijn met de uitgangen van de twee detector-eenheden en tenminste een flipflop bestuurt door de OF-poort welke flipflop via een eerste uitgang corresponderend met een van de twee toestanden van een orgaan of groep van organen met twee toestanden, en via een enkele versterker/aanpassingseenheid de activering bestuurt van 40 een enkele voedingsonderbreker van het orgaan of groep van organen met $ 4 (5 2 4 0 9 6 twee toestanden, waarbij de een of de ander van de detectoreenheden wordt geblokkeerd uitgaande van de flipflop indien de halve golven waarvan de afwezigheid is gedetecteerd correponderen met een stuurin-structie voor een toestand die gelijk is aan de toestand waarin het or-5 gaan of de groep van organen met twee toestanden zich bevindt respectievelijk bevinden. Een dergelijke uitvoeringsvorm maakt het dus mogelijk een toestand te detecteren waarin een stuurorgaan zich bevindt zodanig dat een instructie voor het wijzigen van de toestand slechts zo worden uitgezonden indien de geïnstrueerde toestand verschilt van de 10 toestand waarin het orgaan zich bevindt.
Volgens een eerste variant van de tweede uitvoeringsvorm bevat de interpretatie-eenheid een enkele flipflop waarvan de eerste uitgang parallel gekoppeld is met de ingang van de versterker en met een blok-keeringang van de ene detectoreenheid en waarvan een tweede uitgang 15 uitsluitend gekoppeld is met een blokkeeringang. van de andere detectoreenheid. Een dergelijke uitvoeringsvorm maakt het niet alleen mogelijk het aan of uitschakelen van een lamp te besturen maar maakt het ook mogelijk de lamp te laten knipperen als men de twee druktoetsen van het corresponderende stuurorgaan ingedrukt houdt.
20 Volgens een tweede variant van de tweede uitvoeringsvorm bevat het interpretatieblok twee flipflops die parallel geschakeld zijn op de uitgang van de OF-poort welke verbinding voor een van de twee flipflops verloopt via een invertor, waarbij de eerste uitgang van de direct met de OF-poort gekoppelde flipflop verbonden is met de versterker/aanpas-25 singseenheid terwijl de eerste uitgang en een uitgang van de flipflop die via de invertor verbonden is met de OF-poort gekoppeld zijn met de blokkeeringang van respectievelijk de ene en de andere van de twee detectoreenheden. Deze laatste uitvoeringsvorm maakt het mogelijk de os-cillatorwerking te vermijden die zal ontstaan in de eerste variant in-30 dien de twee detectoreenheden de afwezigheid van halve golven van de twee polariteiten detecteren.
In een installatie van het type volgens het tweede toepassings-voorbeeld kunnen bepaalde stuurorganen bestaan uit eenvoudige druk-toetsschakelaars· 35 Voor een beter begrip van de doelstellingen van de uitvinding zul len nu bij wijze van illustratief voorbeeld twee uitvoeringsvormen, weergegeven in de bijgaande figuren, worden beschreven.
Figuur 1 toont het schema van een basisstuurinstallatie voor zonneschermen voorzien van een stuurorgaan, een stuurmodule en een motor 40 voor het doen bewegen van het zonnescherm.
8402409 • * 7
De figuren 2A tot en net 2D tonen signalen die ontvangen worden door de stuurmodule van de instllatie uit figuur I als functie van de posities van het stuurorgaan van deze installatie.
Figuur 3 is een blokschema van de stuurmodule van de installatie 5 van figuur i.
Figuur 4 is een compleet installatieschema waarin prioriteitsin-structies kunnen worden gebruikt.
Figuur 5 is het schema van een besturingsinstallatie voor lampen, en 10 de figuren 6 en 7 zijn blokschema' s van twee voorbeelden van stuurmodulen die in de installatie van figuur 5 kunnen worden toegepast.
In figuur 1 vertegenwoordigt 1 een elektrische wisselspanningsvoe-dlngsleiding met drie aders, waarvan de een, 2, de aarddraad is, een 15 tweede 3 de neutrale draad is en de derde 4 de fasedraad is.
Een stuurmodule, in zijn algemeenheid aangegeven met het referen-tiecijfer 5, is voorzien van drie voedingsspanningsaansluitingen waarvan er een 6 aangesloten is op de aarddraad 2, een andere 7 gekoppeld • * is met de neutrale draad 3 en waarvan de derde 8 verbonden is met de 20 fasedraad 4. De klemmen 6 en 7 van de stuurmodule 5 zijn eveneens verbonden met twee corresponderende klemmen van een omkeerbare wissel-stroommotor 9, die in de ene richting of in de andere richting draait afhankelijk van het feit of de een of de ander van de klemmen 10 en 11 van de module 5 gekoppeld is met de fasedraad de klem 7 van de module 5 25 is tenslotte via een enkele draad 12 verbonden met een enkele ingangs-klem 14 van een stuurorgaan 13, te weten een eenheid met twee druktoet-sen 15 en 16 waarvan de contacten in rust gesloten zijn, welke contacten in serie staan tussen de ingangsklem 14 en de enige uitgangsklem 17. Een diode 18, 19 is patallel geplaatst aan elk van de druktoetsen 30 15, 16 zodanig dat de dioden bij geopende druktoetsen tegengesteld gepoold zijn. De uitgangsklem 17 is verbonden met een stuuringang 20 van de module 5 via een enkele stuurdraad 21, die de verlenging vormt van de met de neutrale ader verbonden draad 12.
De eenheid 13 vormt dus een stuurorgaan met twee druktoetsen die 35 via de enkelvoudige stuurdraad 21 stuursignalen levert aan de module 5 In de vorm van korte impulsen die gerealiseerd worden door het inscha-kelën van gelijk richtende elementen zoals de dioden 18 en 19 in de enkele draad die gekoppeld is met de neutrale ader van het net, tezamen met de druktoetsen 15 en 16.
40 In de figuren 2A tot en met 2D zijn de verschillende signalen 8402409 4 3 1 ♦ 8 weergegeven die ontvangen kannen worden op de stuuringang 20 van de module 5. Als geen van de twee druktoetsen 15 en 16 is ingedrukt, hetgeen correspondeert met de afwezigheid van een instructie, dan is het signaal op de ingang 20 een geheel periodiek signaal zoals weergegeven is 5 in figuur 2A. Als een van de druktoetsen is ingedrukt, bijvoorbeeld de druktoets 16, hetgeen correspondeert met een instructie voor het aandrijven van de motor 9 in de ophaalrichting van het zonnescherm dat door deze motor wordt bediend, dan wordt de diode 19 geïntroduceerd tussen de twee klemmen 14 en 17 en de stuuringang 20 van de module 5 10 ontvangt slechts de positieve halve golven zoals weergegeven is in figuur 2B, terwijl in het omgekeerde geval wanneer de druktoets 15 is ingedrukt, hetgeen correspondeert met een instructie om het zonnescherm via de motor 9 neer te laten, de diode 18 is opgenomen in de schakeling waarbij de stuuringang 20 van de module 5 slechts de negatieve halve 15 golven ontvangt zoals weergegeven is in figuur 2C. Als daarentegen de beide druktoetsen 15 en 16 tegelijkertijd worden ingedrukt dan worden de twee dioden 18 en 19 in de schakeling opgenomen en ontvangt de ingang 20 een nulsignaal zoals weergegeven is in figuur 2D, hetgeen correspondeert met een stopinstructie voor de motor 9.
20 Resumerend komt het complete wisselspanningssignaal overeen met de afwezigheid van een instructie, de afwezigheid van negatieve halve golven correspondeert met een ophaalinstructie voor het zonnescherm, de afwezigheid van de positieve halve golven correspondeert met een neer-laatinstructie voor het zonnescherm, en de afwezigheid van signaal cor-25 respondeert met een stopinstructie voor de motor 9 en derhalve voor het handhaven van het zonnescherm in de positie die het scherm op dat moment in beslag neemt.
Zoals weergegeven is in figuur 3 is de stuurmodule 5 gerealiseerd in de vorm van een gedrukte schakeling, voorzien van een geregelde voe-30 dingseenheid 22, aangesloten op de fasedraad 4 en de neutrale draad 3, welke voedlngseenheid aan de gedrukte schakeling een continue spanning levert van 6,8 V, waarbij de mindraad verbonden is met de massa van de gedrukte schakeling. Deze schakeling bevat twee detectoreenheden voor het detecteren van halve golven, waarvan de een, 23, de afwezigheid van 35 negatieve halve golven detecteert en waarvan de ander, 24, de afwezigheid van positieve halve golven detecteert. De twee eenheden 23 en 24 zijn parallel geschakeld met hun ingang op de stuuringang 20 van de module, en de enige uitgang ervan is verbonden met een corresponderende ingang van een geheugen 25 dat drie toestanden kent, corresponderend 40 met het stoppen, ophalen of neerlaten van het zonnescherm. Het geheugen 8402409 * * 9 25 heeft twee uitgangen die parallel verlopen elk naar een ingang van de twee aanpassingseenheden/versterkers 26 en 27 alsmede naar een van de twee ingangen van een klokpulsgenerator 28, waarvan de enige uitgang verbonden is met de blokkeeringang van beide versterkers 26 en 27. De 5 uitgang van elk van deze laatste is gekoppeld met de stuuringang van een elektronische onderbreker van het triac-type 29 of 30 die beiden gekoppeld zijn enerzijds met de fasedraad 4 van de voedingsspannings-leiding 1 terwijl anderzijds de een, 29, gekoppeld is met de klem 10 en de ander, 30, gekoppeld is met de klem 11 van de module 5« 10 De module functioneert als volgt: na het indrukken van de druk— toets 16 wordt de detectie van de afwezigheid van negatieve halve golven door het blok 23 doorgegeven aan de corresponderende ingang van het geheugen 25 zodat de corresponderende uitgang geactiveerd wordt en de klokpulsgenerator 28 wordt vrij gegeven zodat na versterking in de ver— 15 sterker 26 een stuursignaal terecht komt op de commutatie-ingang van de triac 29 voor het ophalen van het zonnescherm. De triac 29 zorgt voor het voeden van de motor 9 via de klem 10 in de rotatierichting die correspondeert met het ophalen van het zonnescherm. Als anderzijds blok 24 de afwezigheid detecteert van positieve halve golven dan wordt de uit-20 gang van het geheugen 25 die gekoppeld is zowel met de klokpulsgenerator 28 als met de versterker 27 geactiveerd en wordt de triac 30 gecom-muteerd zodat de motor via de klem 11 kan worden aangedreven in de juiste richting voor het neerlaten van het zonnescherm.
Volgend op het activeren van een uitgang van het geheugen 25 en na 25 een vooraf bepaald tijdinterval, bijvoorbeeld in de orde van grootte van 3 minuten, corresponderend met de tijd die nodig is om het zonnescherm van de ene uiterste positie in de andere te brengen, blokkeert de klokpulseenheid 28 diegene van de twee versterkers 26 en 27 die actief was, waardoor de voeding via de triac 29 en 30 wordt onderbroken 30 en de motor 9 wordt gestopt·
Als in tegenstelling daarmee de beide eenheden 23 en 24 een totale afwezigheid van signalen aan de ingang 20 detecteren dan worden de beide uitgangen van het geheugen 25 gedeactiveerd, waardoor direct de voeding van de motor 9 via de ene of de andere triac 29 en 30 wordt onder-35 broken.
In figuur 4 is een complete multiplexstuurinstallatie weergegeven voor zonneschermen die worden bediend door de motoren 31, 32 en 33, die identiek zijn aan de motor 9 van figuur 1 en die bestuurd worden door de stuureenheden 34, 35 en 36 die identiek zijn aan de stuurmodule 5 in 40 de figuren 1 en 3. De motoren en modules worden gevoed vanuit de voe- 8402409 10 * 4 ' * dingsleiding 1, op de wijze als in het bovenstaande is beschreven aan de hand· van de motor 9 en de module 5. De installatie omvat verder de stuurorganen 37 tot en met 42 die elk identiek zijn met de eenheid 13 met twee druktoetsen uit figuur 1, alsmede een stuurorgaan 43, die uit— 5 gevoerd is als een kiponderbreker en die beschouwd kan worden als een eenheid zoals 13 waarin elk van de twee druktoetsen vervangen is door een kipschakelaar.
De ingang van de eenheid 37 is direct gekoppeld met de neutrale ader 3 van de voedingsleiding 1, en de uitgang van de eenheid 37 is ge-10 koppeld met de ingang van de eenheid 43 waarvan de uitgang gekoppeld is met de ingangen van de eenheden 38 en 39. De uitgang van de eenheid 38 is gekoppeld met de ingang van de stuurmodule 34 terwijl de uitgang van de eenheid 39 gekoppeld is zowel met de ingang van de eenheid 40 als die van de eenheid 41. De uitgang van de eenheid 40 is verbonden met de 15 stuuringang van de module 35, terwijl de uitgang van de eenheid 41 gekoppeld is met de ingang van het blok 42 waarvan de uitgang verbonden is met de stuuringang van de module 36.
Men verkrijgt op deze wijze een meervoudige hiërarchische stuurin-stallatie. In feite staat de stuurmodule 34 en daarmee de motor 31 on-20 der invloed van de stuureenheden 37, 43 en 38, die in serie zijn opgenomen in dezelfde stuurleidlng, de stuurmodule 35 en daarmee de corresponderende motor 32 staan onder invloed van de stuurorganen 37, 43, 39 en 40, eveneens in serie opgenomen in een en dezelfde stuurleidlng, en de module 36 met de bijbehorende corresponderende motor 33 tenslotte 25 staan onder invloed van de stuurorganen 37, 43, 39, 41 en 42, in serie geschakeld in dezelfde stuurleiding. Het stuurorgaan 38 maakt het mogelijk een individuele stuurinstructie af te geven aan de module 34 en de motor 31, het stuurorgaan 40 maakt het mogelijk om op dezelfde wijze een individuele instructie af te geven aan de module 35 en de motor 32, 30 terwijl de stuurorganen 41 en 42 elk individueel een instructie kunnen afgeven aan de module 36 en de bijbehorende motor 33. In tegenstelling daarmee kan het stuurorgaan 39 een groepsinstructie afgeven aan de modulen 35 en 36, terwijl de stuurorganen 37 en 43 het mogelijk maken om algemene instructies af te geven. De meervoudige mogelijke combinaties 35 in de montage van de verschillende instructie-organen maakt een hiërarchische configuratie van deze organen mogelijk. Omdat het instructie-orgaan 43 is uitgevoerd als een eenheid met kipschakelaars, vormt dit een instructie-orgaan met prioriteit die alle andere instructie-organen uitsluit als dit orgaan 43 is geactiveerd. Het omkippen van een van 40 zijn contacten zorgt ervoor dat de corresponderende toestand gehand- 8402409 11 ♦ * haafd blijft. Een prioriteitsstuurorgaan van dit type is interessant omdat het daarmee mogelijk is om tegelijkertijd alle zonneschermen in een bepaalde positie te brengen, bijvoorbeeld in de opgehaalde positie teneinde het wassen van de vensters mogelijk te maken.
5 Opgemerkt wordt dat het in een dergelijke installatie mogelijk is om de impulsvolgorden te decoderen die overgedragen worden over een enkele instructiedraad die de daarop volgende meerdere parallel geschakelde instructiemodulen met elkaar verbindt, waardoor groepsinstructies voor de2e stuurmodulen kunnen worden gerealiseerd. Een meervoudige in-10 structie uitgaande van ofwel een module ofwel een groep van stuurmodulen kan worden gerealiseerd door meerdere stuurorganen in serie te plaatsen in de ene stuurdraad. Ook moet opgemerkt worden dat men tijdens het bedienen van een druktoetseenheid door het ingedrukt houden van tenminste een van de druktoetsen een prioriteitsinstructie kan rea-15 liseren. In een installatie die voorzien is van in serie en parallel geschakelde stuurorganen vloeit de hiërarchische configuratie van de instructies voort uit het feit dat alle modulen die zich bevinden stroomafwaarts van een geactiveerd stuurorgaan de op deze wijze gerealiseerde instructie opvolgen.
20 Een multiplexstuurinstallatie voor lampen, weergegeven in figuur 5, omvat de lampen 50, 51, 52 die respectievelijk bestuurd worden door de stuurmodulen of elektronische op afstand functionerende onderbrekers 53, 54 en 55* Elk van de lampen is enerzijds gekoppeld met de neutrale ader 3 van de wisseistroomvoedingsleiding van het net en anderzijds ge-25 koppeld met een corresponderende onderbreker, terwijl de onderbrekers elk enerzijds gekoppeld zijn met de neutrale ader 3 en anderzijds gekoppeld zijn met de fasedraad 4 van de voedingsleiding. De installatie omvat verder vier stuurorganen 56 tot en met 59 die bestaan uit eenvoudige onderbrekers van het druktoetstype en die in dit geval de stuuror-30 ganen vormen voor het inverteren van de toestand van de lampen, alsmede een tóestandsstuurorgaan 60, dat prioriteit heeft en waarvan de werking het mogelijk maakt om alle lampen simultaan te laten branden of te doven* Het orgaan 60 is analoog aan het stuurorgaan 13. De op afstand functionerende onderbreker 53 wordt dus normaal bestuurd door de scha-35 kelaar 56, de op afstand functionerende onderbreker 54 wordt bestuurd door een van de twee schakelaars 57 en 59 die in serie zijn geschakeld in een enkele stuurdraad die verloopt naar de op afstand functionerende onderbreker 54, en de op afstand functionerende onderbreker 55 wordt gestuurd door de schakelaar 58, waarbij het samenstel van de op afstand 40 functionerende onderbrekers 53 tot en met 55 ondertussen afhankelijk is 8402409 # * η 12 van de prioriteitsstuureenheid 60, door het bedienen waarvan men het uitdoven of laten branden van alle lampen 50 tot en met 52 kan instrueren ongeacht een aanvankelijke toestand.
Evenals in het voorgaande voorbeeld is elk van de op afstand func-5 tionerende onderbrekers of stuurmodulen 53 tot en met 55 een elektronisch instrument dat verbonden is met het net en dat een of meerdere lampen kan voeden zodanig dat men groepsinstructies kan realiseren. Bovendien bezit elk van de onderbrekers een enkele ingangsaansluiting die de verschillende impulsvolgorden ontvangt uitgezonden door ofwel de 10 schakelaars 56 tot en met 59 ofwel door het toestandsstuurorgaan 60. Voor elk van de onderbrekers 53 tot en met 55 worden de stuurreeksen overgedragen over een enkele stuurdraad, hetgeen de mogelijkheid biedt om de op afstand functionerende onderbrekers onder invloed te plaatsen van verdeelde of meervoudige en hiërarchische instructies.
15 Be elektronische op afstand functionerende onderbrekers 53 tot en met 55 worden elk bestuurd door de werking van tenminste een van de druktoetsen van de schakelaars 56 tot en met 59 die evenals in het voorgaande voorbeeld verbonden zijn met een draad die gekoppeld is met de neutrale ader van de voedingsleiding, en elk van de genoemde onder-20 brekers 53 tot en met 55 heeft de eigenschap om over te gaan in een vooraf bepaalde toestand als men door het activeren van een van de schakelaars slechts halve golven aanbiedt.
In de figuren 6 en 7 zijn twee uitvoeringsvarianten getoond van een onderbreker die binnen het kader van de in figuur 5 getoonde in-25 stallatie kan worden gebruikt.
In figuur 6 omvat de onderbreker evenals de instructiemodule in figuur 3 een geregelde voedingseenheid 22 en twee detectoreenheden 23 en 24 die respectievelijk de afwezigheid van negatieve halve golven en positieve halve golven detecteren in de signalen ontvangen op de stuur-30 ingang 20, waarmee de ingangen van de twee detectoreenheden zijn verbonden. Via hun uitgang zijn de twee eenheden 23 en 24 verbonden met twee ingangen van een logische 0F-poort 61 waarvan de ene uitgang verbonden is met een flip-flopschakeling 62 met twee uitgangen. De ene uitgang is enerzijds onder tussenkomst van een versterker/aanpassings-35 eenheid 63 gekoppeld met een elektronische onderbreker van het triac-type 64 en anderzijds verbonden met een blokkeeringang van de detector-eenheid 23. Als ze wordt omgeschakeld dan bestuurt de triac 64 de toevoer of onderbreking van stroom naar de bijbehorende lamp. De andere uitgang van de flipflop 62 is gekoppeld met de blokkeeringang van de 40 detectoreenheid 24.
8402409 ψ % 13
Als er vanuit gegaan wordt dat de bijbehorende lamp niet brandt en derhalve de triac 64 niet geleidt en dat de flipflop 62 zich bevindt in een positie waarin de eenheid 24 wordt geblokkeerd, en als de uitdoof'* instructie wordt uitgezonden door het indrukken van de druktoets die de 5 positieve halve golven onderdrukt, dan wordt de afwezigheid van deze halve golven gedetecteerd door de eenheid 24, maar deze is geblokkeerd en kan de flipflop 62 via de OF-poort 61 niet trekkeren. De onderbreker verandert derhalve niet van teostand omdat de geïnstrueerde toestand correspondeert met de al bestaande toestand. Als daarentegen een brand-* 10 instructie wordt uitgezonden door het indrukken van de druktoets die de negatieve halve golven onderdrukt, dan wordt de afwezigheid van deze halve golven gedetecteerd door de niet geblokkeerde eenheid 23. De OF-poort 61 zendt derhalve een signaal naar de flipflop 62, waarvan nu die uitgang, die gekoppeld is met de triac 64 en met de blokkeeringang van 15 de eenheid 23, wordt geactiveerd, zodanig dat de triac 64 in geleiding komt en de lamp wordt ontstoken, en dat de eenheid 23 wordt geblokkeerd zodat elke verdere brandinstructie geen invloed heeft op de toestand van de onderbreker, aangezien deze instructie correspondeert met de al bestaande toestand.
20 De flipflop 62 gaat dus over in de andere toestand bij ontvangst van een positieve flank op zijn ingang, en zonder de terugkerende blokr keerleidingen naar de twee detectors 23 en 24 zal het onderdrukken van een positieve halve golf, een negatieve halve golf, ofwel het gehele signaal leiden tot het uitzenden door een van de twee detectors 23 en 25 24 of door beiden van een impuls naar de OF-poort 61, welke deze impuls doorzendt naar de flipflop 62 waarmee de inrichting in de andere toestand terecht komt. De rol van de twee blokkerende terugkeerleidingen is te verhinderen dat trekkerimpulsen terecht komen bij de flipflop indien de toestand van deze laatste correspondeert met de geïnstrueerde 30 toestand, en het blokkeren van de corresponderende detector 23 of 24.
In tegenstelling daarmee leidt de onderdrukking van het gehele signaal, bijvoorbeeld door het simultaan indrukken van beide druktoetsen van een stuureenheid of door het activeren van een enkele druktoetsschakelaar tot het activeren van de beide detectoren 23 en 24, hetgeen de aankomst 35 van een trekkerimpuls bij de flipflop 62 teweeg brengt omdat telkens slechts een van de twee detectoren 23 en 24 is geblokkeerd. Omdat de flipflop 62 in de andere toestand schakelt wordt nu de andere detector geactiveerd en als de onderdrukking van het gehele signaal aanhoudt, dan wordt een nieuwe trekkerimpuls uitgezonden naar de flipflop 62, die 40 opnieuw van toestand verandert zodanig dat de schakeling zich gedraagt 8402409 14 als een oscillator waarin de inversie-instructie aanwezig blijft zolang de onderdrukking van het gehele signaal aanhoudt. Gedurende deze fase zal de bijbehorende lamp dus cyclisch aan en uitschakelen. Om deze reden gebruikt men bij voorkeur een op afstand functionerende onderbreker 5 van het type waarvan een blokschema is weergegeven in figuur 7, waarin de uitgang van de OF-poort 61 parallel gekoppeld is met de ingang van twee flipflops 65 en 66,· zodanig dat de poort 61 met de flipflop 66 is gekoppeld via tussenkomst van een invertor 67. Evenals in het voorgaande is een van de uitgangen van de flipflop 65 gekoppeld met de triac 10 64, welke de voeding verzorgt voor de bijbehorende lamp 68, en wel on der tussenkomst van een versterker/aanpassingseenheid 63, terwijl de corresponderende uitgang van de andere flipflop 66 gekoppeld is met de blokkeeringang van de detectoreenheid 23 en de tweede uitgang van de flipflop 66 verbonden is met de blokkeeringang van de detectoreenheid 15 24.
In dit vpoorbeeld wordt een positieve flank uitgezonden door de een of de ander van de twee eenheden 23 en 24 bij detectie van de afwezigheid van halve golven van de ene of de andere polariteit, uitgezonden door de OF-poort 61 alleen naar de flipflop 65 die daardoor van 20 toestand verandert en zorgt voor het omschakelen van de triac 64 en daarmee voor het wijzigen van de toestand van de lamp 68, terwijl de invertor 67 het omschakelen van de flipflop 66 voorkomt zodanig dat er geen inversie van de blokkeringsconfiguratie wordt bereikt. Bij doorgang van een negatieve volgende flank zorgt de invertor 67 daarentegen 25 voor het omschakelen van de flipflop 66 en derhalve voor het inverteren van de blokkeringsconfiguratie van de beide eenheden 23 en 24 zonder dat daarbij de flipflop 65 van toestand verandert en derhalve zonder het veranderen van de toestand van de lamp 68 waarmee het oscillatoref-fect, dat optreedt bij de eerder beschreven uitvoeringsvorm is onder-30 drukt.
Men kan bovendien vaststellen dat in dit voporbeeld verder een aanhoudende instructie een prioriteitsinstructie is.
Het zal duidelijk zijn dat de boven beschreven installaties onderworpen kunnen worden aan diverse eventueel wenselijke modificaties zon-35 der buiten het kader van de uitvinding te treden.
8402409

Claims (19)

1. Meervoudige stuurinstallatie voor organen (9, 31, 32, 33, 50, 51, 52) die bestemd zijn om te worden gevoed door elektrische wisselstroom, zoals lampen of motoren, teneinde veranderingen van de toestan-5 den van deze organen, van hun omgeving en van tenminste een orgaan waarop ze invloed uitoefenen te besturen naar de een of.de ander van de twee verschillende toestanden, welke installatie tenminste een stuuror-gaan (13, 37 tot en met 43, 56 tot en met 60) bevat en een elektronische stuurmodule (5, 34, 35, 36, 53, 54, 55) voor elk orgaan of groep 10 van organen bestemd om te worden gevoed met elektrische stroom, gekenmerkt door het feit dat tenminste een van de stuurorganen (13) van het passieve dipooltype is en voorzien is van tenminste een gelijkrichtend element (18, 19) en voorzien is van een enkele Ingangsklem (14) die via een enkele draad (12) gekoppeld is met de neutrale draad (3) of de fa-15 sedraad (4) van een wisselstroomvoedingsleiding die gekoppeld is met de organen, welke bestemd zijn om daaruit te worden gevoed, en een enkele uitgangsklem (17) verbonden via een enkele stuurdraad (21) met tenminste een stuurmodule (5), welk stuurorgaan (13) van het passieve dipooltype impulsvormige stuursignalen afgeeft wanneer deze laatste Is geac-20 tiveerd, elke stuurmodule (5) tenminste twee voedingsingangen (7, 8) bezit verbonden met de wisselspanningsvoedingsleiding, een enkele stuuringang (20) gekoppeld met de uitgangsklem (17) van tenminste een stuurorgaan van het passieve dipooltype (13) via de corresponderende stuurdraad (21), en tenminste een stuuruitgang (10, 11) gekoppeld met 25 tenminste een voedingsonderbreker (29, 30) van het corresponderende orgaan of de corresponderende groep van organen bestemd cm met elektrische stromen te worden gevoed, welke genoemde stuurmodule (5) voorzien is van een eenheid (23) voor het detecteren van positieve halve golven, en een eenheid (24) voor het detecteren van negatieve halve golven, elk 30 voorzien van een ingang gekoppeld met de stuuringang (20) en een uitgang gekoppeld met een corresponderende ingang van een interpretatie-eenheid (25) die de impulsvormige ontvangen stuursignalen decodeert en die zelf via tenminste een uitgang gekoppeld is met de Ingang van tenr minste een versterker/aanpassingseenheid (26, 27) verbonden met de cor-35 responderende stuuruitgang of stuuruitgangen (10, 11) via corresponderende voedingsonderbrekers (29, 30) op zodanige wijze dat de afwezigheid van tenminste een halve golf van bepaalde polariteit resulterend uit het activeren van tenminste een stuurorgaan van het passieve dipooltype (13), en gedetecteerd door een van de twee detectoreenheden 40 (23, 24), indien nodig tenminste een uitgang van de interpretatie-een- 8402409 1 «Γ ’ W held (25) activeert via welke een stuurinstructie wordt afgegeven die na versterking.terecht komt bij de corresponderende voedingsonderbreker of voedingsonderbrekers (29, 30) teneinde deze laatste(n) zodanig te activeren dat het corresponderende orgaan of de corresponderende groep 5 van organen (9) bestemd om te worden gevoed met elektrische stroom, zodanig wordt geactiveerd dat deze laatste, of zijn omgeving, of tenminste een orgaan waarop hij invloed uitoefent, wordt gebracht of gehouden in diegene van de twee verschillende toestanden, die correspondeert met de polariteit van de halve golf of de halve golven waarvan de afwezig- 10 heid werd gedetecteerd.
1 -¾1 CONCLUSIES.
2. Installatie volgens conclusie 1, gekenmerkt door het feit dat tenminste een van de stuurorganen van het passieve dipooltype (13), dat tenminste een gelijkrichtend element bevat, bestaat uit een eenheid met twee druktoetsen (15, 16) waarvan de contacten in rust gesloten zijn en 15 in serie geschakeld zijn, en waarbij een diode (18, 19) parallel geschakeld is aan elk van de twee druktoetsen (15, 16) welke twee dioden (18, 19) tegengesteld gepoold zijn zodanig dat het indrukken van een van de twee druktoetsen (15, 16) correspondeert met de afwezigheid van halve golven van de ene bepaalde polariteit en het indrukken van de an- 20 dere druktoets correspondeert met de afwezigheid van halve golven van de andere polariteit.
3. Installatie volgens een der conclusies 1 en 2, gekenmerkt door het feit dat meerdere stuurmodulen parallel zijn gecombineerd in een enkele stuurdraad.
4. Installatie volgens een der conclusies 1 tot en met 3, geken merkt door het feit dat ze voorzien is van meerdere stuurorganen (37, 43, 39, 41, 42) die in serie zijn gecombineerd in een enkele stuurdraad.
5. Installatie volgens een der conclusies 1 tot en met 4, geken- 30 merkt door het feit dat ze voorzien is van meerdere stuurorganen (38, 39. die parallel zijn gecombineerd in een enkele stuurdraad.
6. Installatie volgens een der conclusies 1 tot en met 5, gekenmerkt door het feit dat ze voorzien is van tenminste een prioriteits-stuurorgaan (43, 60), die alle andere stuurorganen blokkeert wanneer ze 35 is geactiveerd.
7. Installatie volgens conclusie 6, gekenmerkt door het feit dat het priorlteitsstuurorgaan een kipschakelaar (43) is.
8. Installatie volgens een der conclusies 3 tot en met 7, terug verwijzend naar conclusie 2, gekenmerkt door het feit dat het priori- 40 teitsstuurorgaan in zijn geheel wordt gevormd door een eenheid met twee 8402409 <* » 17 druktoetsen (15, 16) waarvan de ingedrukte toestand van tenminste een druktoets kan worden gehandhaafd.
9. Installatie volgens een der conclusies 1 tot en met 8, bestemd voor multiplexsturing van omkeerbare wisselstroommotoren (9, 31, 32, 5 33), gekenmerkt door het feit dat wanneer de een of de ander van de twee detectoreenheden (23, 24) de afwezigheid detecteert van halve golven van de ene of de andere polariteit, dan levert de interpretatie-eenheid (25) een stuurinstructie voor het activeren van een motor (9, 31, 32, 33) of groep van motoren in de ene of de andere rotatierich-10 ting, terwijl wanneer de twee detectoreenheden (23, 24) de afwezigheid detecteren van halve golven van de twee polariteiten, dan levert de in-terpretatie-eenheid (25) een stuurinstructie voor het stoppen van de V motor (9, 31, 32, 33) of groep van motoren) en wanneer er door de twee detectoreenheden (23, 24) niets wordt gedetecteerd dan levert de inter-15 pretatie-eenheid (25) geen enkele stuurinstructie.
10. Installatie volgens conclusie 9, gekenmerkt door het feit dat de stuurinstructies geleverd door de interpretatie-eenheid (25), welke respectievelijk corresponderen met de afwezigheid van halve golven van de ene en/of de andere polariteit, respectievelijk een eerste en/of een 20 tweede voedingsonderbreker (29, 30) van de motor (9, 31, 32, 33) of groep van motoren activeren teneinde deze laatste aan te drijven in de ene of de andere rotatie-inrichting of de rotatie te stoppen.
11. Installatie volgens een der conclusies 9 en 10, gekenmerkt door het feit dat de interpretatie-eenheid (25) een tijdsbepalend or- 25 gaan (28) bevat waarmee de activering van de motor (9, 31, 32, 33) of groep van motoren aan het einde van een vooraf bepaald tijdsinterval wordt onderbroken.
12. Installatie volgens een der conclusies 9 tot en met 11, gekenmerkt door het feit dat de interpretatie-eenheid een geheugen (25) met 30 drie toestanden bevat respectievelijk corresponderend met het stoppen, het aandrijven in de ene rotatierichting en het aandrijven in de andere rotatierichting van de motor (9, 31, 32, 33) of groep van corresponderende motoren, welk geheugen (25) twee ingangen bezit die elk gekoppeld zijn met de uitgang van een van de twee detectoreenheden (23, 24), en 35 twee uitgangen die elk gekoppeld zijn met een ingang van een van twee versterkers/aanpassingseenheden (26, 27) die elk met hun uitgang verbonden zijn met een van twee elektronische onderbrekers van het triac-type (29, 30) die, wanneer de een of de ander is geactiveerd zorgen voor voeding van de motor of de groep van corresponderende motoren op 40 zidanige wijze dat deze in de respectievelijke ene of andere rotatie- 8402409 1 ¥ W* W richting worden aangedreven.
13. Installatie volgens conclusie 12, terugverwijzend naar conclusie 11, gekenmerkt door het feit dat het tijdsbepalende orgaan (28) bestaat uit een kloktijdmeeteenheid met twee ingangen verbonden met res-5 pectievelijk een van de twee uitgangen van het geheugen (25) en een uitgang die parallel verbonden is met de blokkeeringang van elk van de twee versterkers/aanpassingseenheden (26, 27) teneinde de stuurinstruc-ties overgedragen naar de onderbrekers (29, 30) te blokkeren aan het einde van het vooraf bepaalde tijdinterval.
14. Installatie volgens een der conclusies 9 tot en met 13, geken merkt door het feit dat de motor (9, 31, 32, 33) of groep van motoren worden gebruikt voor het bewegen van zonneschermen, gordijnen, luiken en andere soortgelijke mechanische middelen.
15. Installatie volgens een der conclusies 1 tot en met 8, bestemd 15 voor multiplexsturing van organen met twee toestanden (50, 51, 52) gekenmerkt door het feit dat de interpretatie-eenheid (61, 62, 65, 66, 67. een logische OF-poort (61) bevat met twee ingangen die gekoppeld zijn met de uitgangen van de twee detectoreenheden (23, 24) en tenminste een flipflop (62, 65, 66) bestuurt door de OF-poort (61) welke flip-20 flop via een eerste uitgang corresponderend met een van de twee toestanden van een orgaan (50, 51, 52) of groep van organen met twee toestanden, en via een enkele versterker/aanpassingseenheid (63) de activering bestuurt van een enkele voedlngsonderbreker (64) van het orgaan of groep van organen met twee toestanden, waarbij de een of de ander 25 van de detectoreenheden (23, 24) wordt geblokkeerd uitgaande van de flipflop (62, 66) indien de halve golven waarvan de afwezigheid is gedetecteerd correponderen met een stuurinstructie voor een toestand die gelijk is aan de toestand waarin het orgaan of de groep van organen met twee toestanden zich bevindt respectievelijk bevinden.
16. Installatie volgens conclusie 15, gekenmerkt door het feit dat de interpretatie-eenheid een enkele flipflop (62) bevat waarvan de eerste uitgang parallel gekoppeld is met de ingang van de versterker (63) en met een blokkeeringang van de ene detectoreenheid (23) en waarvan een tweede uitgang uitsluitend gekoppeld is met een blokkeeringang van 35 de andere detectoreenheid (24).
17. Installatie volgens conclusie 15, gekenmerkt door het feit dat het interpretatieblok twee flipflops (65, 66) bevat die parallel geschakeld zijn op de uitgang van de OF—poort (61) welke verbinding voor een van de twee flipflops (65, 66) verloopt via een invertor (67), 40 waarbij de eerste uitgang van de direct met de OF-poort (61) gekoppelde 8402409 3T? ^ flipflop (65) verbonden is met de versterker/aanpassingseenheid (63) terwijl de eerste uitgang en een uitgang van de flipflop (66) die via de invertor (67) verbonden is met de OF-poort (61) gekoppeld zijn met de blokkeeringang van respectievelijk de ene en de andere van de twee 5 *detectoreenheden (23, 24).
18. Installatie volgens een der conclusies 15 tot en met 17, gekenmerkt door het feit dat de organen met twee toestanden bestaan uit lampen (50, 51, 52, 62).
19. Installatie volgens een der conclusies 1 tot en met en 15 tot 10 en met 18, gekenmerkt door het feit dat bepaalde stuurorganen (56 tot en met 59) bestaan uit een voudige druktoetsonderbrekers. ******** 8402409
NL8402409A 1983-08-04 1984-08-01 Installaties voor meervoudige besturing van met wisselstroom gevoede organen, zoals lampen en motoren. NL8402409A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8312871A FR2550356B1 (fr) 1983-08-04 1983-08-04 Installations de commande multiplexee d'organes alimentes en courant electrique alternatif, tels que des lampes et moteurs
FR8312871 1983-08-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8402409A true NL8402409A (nl) 1985-03-01

Family

ID=9291403

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8402409A NL8402409A (nl) 1983-08-04 1984-08-01 Installaties voor meervoudige besturing van met wisselstroom gevoede organen, zoals lampen en motoren.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE3428173A1 (nl)
FR (1) FR2550356B1 (nl)
NL (1) NL8402409A (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3811295A1 (de) * 1988-04-02 1989-10-12 Ako Werke Gmbh & Co Schaltungsanordnung mit einem elektromechanischen programmschaltwerk und einer elektronischen auswerteschaltung eines geraets
DE4015853C2 (de) * 1990-05-17 1999-04-01 Ako Werke Gmbh & Co Eingangsschaltung eines Mikrorechners
FR2710477B1 (fr) * 1993-09-24 1995-11-17 Seb Sa Procédé et circuit de transmission d'informations issues de capteurs sur un fil conducteur électrique.
EP0895211A1 (fr) * 1997-07-29 1999-02-03 Somfy Installation de commande d'un ou plusieurs actionneurs
FR2898225B1 (fr) * 2006-03-13 2008-05-30 Somfy Sas Procede de mise en forme d'une tension alternative
FR2892250B1 (fr) * 2005-10-19 2008-01-11 Somfy Sas Procede de commande d'un actionneur de volet roulant
JP2009513093A (ja) * 2005-10-19 2009-03-26 ソムフィ ソシエテ パ アクシオンス シンプリフィエ ローラーブラインドアクチュエータを制御する方法

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE898465C (de) * 1948-10-02 1953-11-30 Siemens Ag Fernsteuersystem
US2997607A (en) * 1959-12-07 1961-08-22 David M Hill Remotely controllable circuit system
DE1763534A1 (de) * 1968-06-20 1971-11-11 Falk Schwigat Elektrische Steuerschaltung fuer bergmaennische Anlagen u.dgl.
DE2058998A1 (de) * 1970-12-01 1972-06-08 Bettels Karl Hermann Motorelektronisch betriebener Fernregler mit zweiadriger elektrischer Verbindungsleitung
DE2144816C3 (de) * 1971-09-08 1978-06-15 Multronic Zuerich Ag, Duebendorf (Schweiz) Schaltungsanordnung zum Steuern von Stören
AT329837B (de) * 1973-05-14 1976-05-25 Dolenz Ernst Schaltungsanordnung zur steuerung der antriebe mehrerer lichtabschrimvorrichtungen, wie jalousien, rolladen, verdunklungen od.dgl.
US4077566A (en) * 1976-02-19 1978-03-07 International Telephone And Telegraph Corporation Night setback-morning ready control system for unit ventilators
CH611969A5 (en) * 1976-07-08 1979-06-29 Lyss Selectron Ag Device for decentralised control of at least one blind for an installation of blinds comprising central control means

Also Published As

Publication number Publication date
FR2550356A1 (fr) 1985-02-08
FR2550356B1 (fr) 1986-03-21
DE3428173A1 (de) 1985-02-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4719446A (en) Remote control for combined ceiling fan and light fixture
US6597291B2 (en) Garage door monitoring system
EP0079340B1 (en) Operator for a door
US5191268A (en) Continuously monitored supplemental obstruction detector for garage door operator
US4578591A (en) Control circuit for automotive accessory system
AU581723B2 (en) Control and drive for sliding wing
NL8902123A (nl) Besturingsinrichting voor een vensterbedieningsorgaan.
NL8402409A (nl) Installaties voor meervoudige besturing van met wisselstroom gevoede organen, zoals lampen en motoren.
US4357564A (en) Closure operator control
WO2001022781A1 (en) Signal generator and control unit for sensing signals of signal generator
EP0107856B1 (en) Lamp control circuit
US4142137A (en) Operator motor control
US1238823A (en) Protective burglary-alarm for buildings, &amp;c.
US4293796A (en) Traffic light dimming technique and circuitry
CA1173104A (en) Instant reverse control circuit for a single phase motor
US4916369A (en) Control system for a sliding-tilting roof of a motor vehicle
EP2765833B1 (en) Control system and control device for luminaires and assembling system therefore
US3976921A (en) Triggering circuit
GB2062982A (en) Electric lighting installation
JPH09259724A (ja) 負荷制御装置
JPH0422706Y2 (nl)
BE880945R (nl) Electrische verlichtingsinstallatie
JPS6386389A (ja) 照明装置
JP2575356Y2 (ja) 車両用ドアロック装置
SU1026151A1 (ru) Устройство дл сигнализации

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed