NL8402309A - Ventilatieluik. - Google Patents

Description

Λ* ΐ VO 6466

Ventilatieluik.

De uitvinding heeft betrekking op een ventilatieluik om-• vattende een op het dak of aan de gevel van een bouwwerk te mon teren raamwerk waarvan de opening door in hoofdzaak U-vormige met de benen daarvan naar buiten gekeerde, dwarsorganen in een aantal 5 vakken is verdeeld, en elk vak door een afzonderlijk schamierbaar deksel afsluitbaar is en de bovenrand van elk vak voorzien is van een verende elastische pakkincf, die samenwerkt met een. bijbehorend deksel, en waarbij de deksels aan dezelfde zijde van de vakken liggen.

10 Een ventilatieluik van dit type is bekend en wordt door aanvrager in de handel gebracht. Bij deze bekende constructie zijn de deksels gemaakt van een lichtdoorlatend materiaal, bv. van een kunststofimateriaal. Het is daarbij gebruikelijk dat dergelijke deksels worden vervaardigd volgens de spuitgietmethode, waarbij 15 dan zowel de evenwijdig met de dwarsorganen verlopende randen van de deksels, alsook het bovenvlak van de deksels als één geheel worden geêxtrudeerd, waarna hef geëxtrudeerde product op de gewenste lengte wordt af gesneden, en de afgesneden einden worden voorzien van een afzonderlijk aan te brengen randprofiel, waaraan schar-20 niertappen bevestigd kunnen worden voor het laten scharnieren van de deksels.

Een bezwaar van een dergelijk extrusieproces is, dat de matrijs slechts geschikt is voor één bepaalde breedte en bovendien meestal niet meer dan één soort kunststof kan verwerken. Wil men 25 een ander lichtdoorlatend kunststofmateriaal verwerken, bv. pvc, macraton, hostalit, plexiglas, etc. dan dient men voor elk soort materiaal een andere matrijs te hebben. Wil men ook nog de mogelijkheid hebben van diverse breedtematen, dan moet voor elke breedte-maat eveneens een andere matrijs worden toegepast. Het is duidelijk 30 dat men moet beschikken over vele matrijzen, en daar de matrijzen nogal kostbaar zijn wordt de vervaardiging van deksels van verschillende breedten en materiaalsoorten een kostbare aangelegenheid.

Wenst men een groot dekseloppervlak dan moet men extra verstijvingen aanbrengen om voldoende stevigheid aan het kunststof-35 profiel te geven. Deze verstijvingen kunnen bv. bestaan door het 8402309 -2- dekseloppervlak te vervaardigen uit twee evenwijdig op afstand tegenover elkaar gelegen platen die met elkaar zijn verbonden door dwars op deze platen op afstand van elkaar geplaatste schotten.

Er ontstaat derhalve een doosvormige constructie bestaande uit 5 een aantal langwerpige holle kokers.

Wanneer men een dergelijke doosvormige constructie met aangevormde dekselranden als één geheel wil extruderen, zullen de assen van de holle kokers evenwijdig verlopen met de dekselranden. Niet alleen dat met dit extrusieproces zeer kostbare matrijzen nodig zijn, 10 maar bovendien kan condensvorming ontstaan in de holle kokers en als gevolg van het feit dat de richting van de holle kokers evenwijdig is aande.richting van de dekselranden, zal - wanneer de aldus vervaardige dekselconstructie om een van zijn aangevormde dekselranden scharniert, het gevormde condenswater in de holle 15 kokers blijven.

Het doel van de uitvinding is de genoemde bezwaren te ondervangen en te voorzien in een zodanig gewijzigde constructie van de deksels dat afgezien kan worden van de vele specifieke matrijzen.

20 Volgens de uitvinding wordt dit verkregen doordat het bovenvlak van elk der deksels een afzonderlijke lamelle is, en dat de evenwijdig met de dwarsorganen verlopende randen van de deksels geprofileerde langsprofielen zijn met een zodanige profilering dat tussen deze beide langsprofielen de lamelle vastklembaar is.

25 Bij voorkeur omvatten de langsprofielen volgens de uitvinding een U-vormig deel, waarbij aan de binnenzijden van de benen flexibele materiaalstroken zijn bevestigd voor het afdichtend vastklemmen van de tussen de beide benen van een U-vormig deel aan te brengen lamelle.

30 Eveneens is het volgens de uitvinding van voordeel dat elk langsprofiel binnen zijn U-vormig deel is voorzien van een op de bodem daarvan aangebrachte richel, die als aanslag dient voor de vast te klemmen lamelle, en van een afvoergoot voor het afvoeren van eventueel condenswater, waarbij een der wanden van deze afvoer-35 goot wordt gevormd door de bodem, terwijl de andere wand daarvan wordt gevormd door het t.o.v. een der benen uitstekende materiaal- 8402309 $ -3- strook van het ü-vormige deel.

Met de constructie volgens de uitvinding is het mogelijk vele in de handel verkrijgbare materiaalsoorten als lamellen aan te brengen, zoals bv. diverse soorten kunststoflamellen, al dan 5 niet met kleurtoeslag of al dan niet voorzien van de hierboven genoemde constructie met holle kamers. Verder kunnen de lamellen glazen platen zijn, al dan niet van gewapend glas of van verschild lende kleuren.

Bestaat de lamelle uit de hierboven genoemde doosconstruc-10 tie met holle kokers, dan kan een dergelijke lamelle zodanig vast geklemd worden tussen de langsprofielen dat de asrichting van deze kokers wijst naar de langsprofielen, zodat eventueel in de holle kokers aanwezige condenswater via de afvoergoten afgevoerd kan worden.

15 Al deze lamellen kan men op zeer eenvoudige wijze aan brengen, waarbij de waterdichtheid van het vervaardigde deksel gegarandeerd is. Bovendien heeft men een eenvoudige mogelijkheid verkregen opeenvolgende deksels van een ventilatieluik van een verschillende lamelle te voorzien, voor het creëren van een spe-20 cifieke lichtinval.

Is in het bouwwerk waar het ventilatieluik wordt geplaatst een verhoogd brandrisico aanwezig, dan worden de lamellen bij voorkeur uitgevoerd in glas, of draadglas.

Met de uitvinding heeft men bovendien een zeer universele 25 constructie verkregen die, voor wat betreft de keus van de lamellen, aan de omstandigheden aangepast kan worden.

De uitvinding zal onderstaand aan de hand van een uit-voeringsvoorbeeld en onder verwijzing naar de tekening nader worden uiteengezet.

30 Hierin toont:

Pig. i een perspectivisch aanzicht van een ventilatie-ruit met een aantal deksels;

Fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een -dekselcon-structie van een deksel van Fig. 1.

35 Het in Fig. 1 aangegeven ventilatieluik omvat een raam werk 1, dat op het dak of aan de gevel van een bouwwerk kan worden 8402309 -4- 5 gemonteerd. De luikopening is door een aantal U-vormige, met de benen naar buiten gekeerde tussenorganen 2,3 en 4 in vakken 5 verdeeld, waarbij elk vak is omgeven door een afzonderlijk rondgaand raamwerk 6, welke raamwerken 6 op ongeveer de breedte van de tussen-5 organen van elkaar zijn aangebracht'. Als materiaal voor deze raam werken kan veredeld metaal of een kunststof worden gebruikt, of eventueel een licht metaal.

Blijkens Fig. 1 is elk vak 5 afsluitbaar door een eenvoudig te vervaardigen deksel 7 waarvan er één in geopende stand 10 is aangegeven. Elk deksel omvat een raamlijst, bestaande uit een tweetal evenwijdig verlopende langsprofielen 8, twee evenwijdig verlopende dwarsprofielen 9 en uit een bovenvlak 10 dat vastklem-baar is tussen de langsprofielen 8, op een wijze zoals in Fig. 2 nader zal worden uiteengezet. Elk deksel is voorzien van schamier-15 punten 11 en 12 waarvan de scharnierassen bv. zijn bevestigd aan de dwarsprofielen 9.

Door de aanwezigheid van de ü-vormige tussenorganen 3, kunnen deze tussenorganen, die in feite kanalen zijn, hemelwater in een richting dwars op het ventilatieluik afvoeren. Wanneer de 20 deksels geopend worden, zal het daarop liggende water eveneens via alle kanalen worden afgevoerd.

Door de langs- en dwarsprofielen te voorzien van naar omlaag gerichte randen 13 (zie Fig. 2) kan een tocht-, water-, en sneeuwdichte afdichting worden verkregen, welke nog doelmatiger 25 wordt als de bovenrand 14 van de dekselraamwerken 6 voorzien is van een veerkrachtige pakking 15, welke pakking eventueel ook aan de langs- en dwarsprofielen 8 en 9 aangebracht kan worden (in Fig.

2 is pakking 15 met stippellijn aangegeven).

In Fig. 2 is perspectivisch aangegeven hoe het bovenvlak 30 10 vastgeklemd kan worden aan de langsprofielen 8. De beide langs profielen, bij voorkeur geéxtrudeerde aluminiumprofielen, bestaan elk uit een U-vormig deel 16, waarbij aan de binnenzijde van de benen 17,18 flexibele materiaalstroken 19, 20 verwijderbaar zijn bevestigd rechtstreeks of bv. in daartoe geschikte houders 21,22 35 voor het afdichtend vastklemmen van het tussen de beide benen in te schuiven bovenvlak 10.

840230® . -5- £

De langsprofielen 8 zijn eveneens voorzien van een op de bodem 23 van het U-vormige deel 16 aangebrachte richel 24, die als aanslag dient voor het vast te klemmen bovenvlak 10. Door de aanwezigheid van de houder 21 ontstaat tussen deze houder en de bodem 5 23 een afvoergoot 25, die dient voor het afvoeren van eventueel condenswater.

Het bovenvlak 10 is gemaakt van een lichtdoorlatend materiaal, bv. van een kunststofmateriaal dat in de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat uit een wafelconstructie met tussenschotten 10 voor het vormen van langwerpige holle kokers 26. Dergelijke con structies zijn in de handel verkrijgbaar.

Wil men nu een deksel 7 van een bepaalde grootte, dan wordt de wafelconstructie of lamelle 10 in de gewenste afmeting afgesneden, en wordt vervolgens geklemd tussen de beide langspro-15 fielen 8. In het geval van de weergegeven wafelconstructie wordt de lamell 10 bij voorkeur zodanig ingeklemd dat de asrichting van de langwerpige kokers 25 in de richting wijzen van de bodem 23 van de langsprofielen, dit met het oogmerk om eventueel condenswater aanwezig in de kokers via de afvoergoot 25, af te voeren. De richel 20 24 dient daarbij als aanslag om ervoor te zorgen dat er een verbin- dingskanaal aanwezig is tussen de afvoergoot 25 en het inwendige van de kokers 26.

Behalve de weergegeven lamelle 10 is het duidelijk dat ook lamellen van andersoortig lichtdoorlatend materiaal, bv. glas 25 of bepaalde typen kunstoffen kunnen worden toegepast of dat de con- structie-opbouw van de lamelle anders is dan weergegeven, bv. alleen een massief vlak.

30 ►

84 02 3 0 S

Claims (4)

1. Ventilatieluik omvattende een op het dak of aan de gevel van een bouwwerk te monteren raamwerk waarvan de opening door in hoofdzaak U-vormige met de benen daarvan naar buiten gekeerde, dwarsorganen in een aantal vakken is verdeeld, en elk vak 5 door een afzonderlijk schamierbaar deksel afsluitbaar is, en de bovenrand van elk vak voorzien is van een verende elastische pakking, die samenwerkt met een bijbehorend deksel en waarbij de deksels aan dezelfde zijde van de vakken liggen, met het kenmerk, dat het bovenvlak (10) van elk der deksels (7) 10 een afzonderlijke lamelle is, en dat de evenwijdig met de dwarsorga nen (2,3,4) verlopende randen van de deksels geprofileerde langs-profielen (8) zijn met een zodanige profilering dat tussen deze beide langsprofielen de lamelle vastklembaar is.

2. Ventilatieluik volgens conclusie 1, 15 met het kenmerk, dat de langsprofielen (8) een U-vormig deel (16) omvatten waarbij aan de binnenzijde van de benen (17,18) flexibele materiaalstroken (19,21; 20,22) zijn bevestigd voor het afdichtend vastklemmen van de tussen de beide benen (17,18) van een U-vormig deel (16) aan te brengen lamelle (10).

3. Ventilatieluik volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat elk langsprofiel (8) binnen zijn U-vormige deel (16) is voorzien van een op de bodem (23) daarvan aangebrachte richel (24) die als aanslag dient voor de vast te klemmen lamelle (10), en van een afvoergoot (25) voor het afvoeren van eventueel 25 condenswater, waarbij een der wanden van deze afvoergoot wordt ge vormd door de bodem (23), terwijl de andere wand daarvan wordt gevormd door het t.o.v. een der benen uitstekende materiaalstrook (19,21). van het U-vormige deel (16).

4- Ventilatieluik volgens conclusie 1-3, 30 met het kenmerk, dat de lamellen (10) van verschillende materialen kunnen worden gemaakt, zoals bv. kunststofplaatmateriaal al dan niet voorzien van inwendig aangebrachte holle kamers (26), of glas. 8402309