NL8402230A - Bestuurbare, spanning omzettende elektrische machine. - Google Patents

Bestuurbare, spanning omzettende elektrische machine. Download PDF

Info

Publication number
NL8402230A
NL8402230A NL8402230A NL8402230A NL8402230A NL 8402230 A NL8402230 A NL 8402230A NL 8402230 A NL8402230 A NL 8402230A NL 8402230 A NL8402230 A NL 8402230A NL 8402230 A NL8402230 A NL 8402230A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cores
core
electric machine
machine according
leg
Prior art date
Application number
NL8402230A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Blum Gmbh & Co E
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Blum Gmbh & Co E filed Critical Blum Gmbh & Co E
Publication of NL8402230A publication Critical patent/NL8402230A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01FMAGNETS; INDUCTANCES; TRANSFORMERS; SELECTION OF MATERIALS FOR THEIR MAGNETIC PROPERTIES
    • H01F29/00Variable transformers or inductances not covered by group H01F21/00
    • H01F29/14Variable transformers or inductances not covered by group H01F21/00 with variable magnetic bias
    • H01F29/146Constructional details
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01FMAGNETS; INDUCTANCES; TRANSFORMERS; SELECTION OF MATERIALS FOR THEIR MAGNETIC PROPERTIES
    • H01F29/00Variable transformers or inductances not covered by group H01F21/00
    • H01F29/14Variable transformers or inductances not covered by group H01F21/00 with variable magnetic bias
    • H01F2029/143Variable transformers or inductances not covered by group H01F21/00 with variable magnetic bias with control winding for generating magnetic bias

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Ac-Ac Conversion (AREA)
  • Iron Core Of Rotating Electric Machines (AREA)
  • Coils Or Transformers For Communication (AREA)
  • Manufacturing Cores, Coils, And Magnets (AREA)
  • Electromagnets (AREA)
  • Coils Of Transformers For General Uses (AREA)
  • Dc-Dc Converters (AREA)

Description

* [ VO 6434
Bestuurbare, spanning omzettende elektrische machine.
De uitvinding heeft betrekking op een bestuurbare, spanning omzettende elektrische machine met steeds ten minste een om steeds een kernsectie aangebrachte primaire, secundaire en besturingsspoel, waarbij over de door gelijkstroom te bekrachtigen besturingsspoel de uit-5 gangswissel van de secundaire spoel kan worden bestuurd.
Dergelijke elektrische machines worden onder meer gebruikt in de lastechniek om bijvoorbeeld de stroomsterkte van lichtboog-lasinstallaties te regelen. Hiervoor worden de elektrische machines van het bovenbeschreven type als transformator met instelbare resp.
10 regelbare uitgangswisselspanning toegepast. De primaire, de secundaire en de besturingsspoel resp. -spoelen zijn daarbij via een uit een ferromagnetisch materiaal resp. ferromagnetische materialen, zoals bijvoorbeeld ijzer, opgebouwde kern magnetisch met elkaar gekoppeld.
De kern is daarbij zodanig uitgevoerd, dat deze tenminste een niet 15 door een secundaire spoel voerende primaire keten voor de door ten minste een primaire spoel in de kern geïnduceerde magnetische flux en ten minste een door een primaire en een secundaire spoel voerende hoofdketen en ten minste een door een besturingsspoel voerende bestu-ringsketen vormt, waarbij ten minste de primaire en besturingsketen 20 een gemeenschappelijke kernsectie bezitten, welke door de stuurspoelen waaraan een instelbare gelijkstroom kan worden toegevoerd, voorgemagnetiseerd kunnen worden, zodat in deze voormagnetiseerbare gebieden de permeabiliteit voor de door de primaire spoel opgewekte magnetische flux kan worden veranderd. Daardoor kan bij toenemende voormagnetise-25 ring een steeds groter wordend fluxaandeel van de door de primaire spoel opgebouwde en bij een niet belaste besturingsspoel voor het grootste gedeelte over de primaire keten vloeiende magnetische flux in de, de secundaire spoel opnemende hoofdketen worden bewogen, zodat '* aan de secundaire spoel een eveneens toenemende uitgangsstroom kan 30 worden afgenomen.
Er zijn reeds elektrische machines van het bovenbeschreven type voorgesteld, waarbij de wikkelas van de stuurspoel loodrecht staat op de wikkelas van de primaire en secundaire spoel resp. spoelen.
De kern bezit daarbij een, de hoofdketen vormend raamvormig kerndeel, 8402230
V
-2- dat twee, de primaire wikkeling en de secundaire wikkeling opnemende beengebieden, evenals twee, de beengebieden verbindende jukgebieden vormt, waarbij dwars resp. loodrecht op dit raamvormige kerndeel twee de besturingsketen en deelgebieden van de primaire keten vormende en 5 steeds twee buitenbeengebieden, een middenbeengebied en twee jukgebieden omvattende besturingskernen aanwezig zijn. De twee buitenbeengebieden van de besturingskernen liggen daarbij ter weerszijden van de secundaire spoel tegen de beengebieden van het, de hoofdkern vormende ;raamvormige kerndeel, en de middenbenen van de beide besturingskernen 10 strekken zich door een gemeenschappelijke besturingsspoel uit.
Een op een dergelijke wijze uitgevoerde elektrische machine is echter duur en omvat veel onderdelen aangezien de machine tengevolge van de spoelconstructie een betrekkelijk gecompliceerde en dure kern-opbouw vereist en een grote hoeveelheid kernmateriaal en koper voor de 15 spoelen nodig is. De machine kan bovendien slechts volgens de zogenaamde legtechniek worden vervaardigd.
De uitvinding stelt zich ten doel elektrische machines van het bovenbeschreven type te verschaffen, welke op een bijzonder eenvoudige, rationele en goedkope wijze kunnen worden vervaardigd resp.
20 gemonteerd, voorts een geringe hoeveelheid materiaal vereisen en een hoger rendement bezitten.
Dit wordt bij een elektrische machine van het bovenbeschreven type volgens de uitvinding verkregen doordat a) de wikkelassen van ten minste de secundaire en de besturings- 25 spoel(en) ten minste bij benadering evenwijdig aan elkaar zijn, b) de stuurspoel tussen secundaire spoelen resp. de secundaire spoel tussen stuurspoelen aanwezig is en de wikkelassen ten minste van deze spoelen ten minste bij benadering in één vlak en de spoelen ten minste bij benadering op dezelfde hoogte, 30 dat betekent derhalve naast elkaar zijn opgesteld, * c) de kernsecties binnen de secundaire spoel resp. spoelen door de door de stuurspoel (en) opgewekte besturingsflux en door de,, door de primaire spoel(en) opgewekte hoofdflux kunnen worden doorvloeid, 35 d) de wikkelassen van ten minste een primaire en ten minste een secundaire spoel ten minste bij benadering in eikaars verlengde liggen, dat wil zeggen praktisch coaxiaal zijn, en 8402230 *- i -3- e) ten. minste een primaire spoel op een axiale afstand van ten minste een secunaire spoel aanwezig is.
Daarbij kan het volgens de uitvinding van voordeel zijn wanneer de, de verschillende spoelen opnemende kern zodanig is uit-5 gevoerd, dat deze ten minste een hoofdketen vormt, waarop ten minste de primaire en secundaire spoel resp. spoelen zijn aangebracht, evenals ten minste een lekketen,. waarop ten minste de primaire spoel resp. spoelen aanwezig zijn, en verder ten minste een. besturingsketen, waarop zich ten minste de stuurspoel(en) en de secundaire spoel(en) 10 bevinden.
Bij het gebruik van een aantal primaire spoelen en/of secundaire spoelen kan het afhankelijk van de toepassing van voordeel zijn wanneer de primaire en/of de secundaire spoelen in serie zijn verbonden resp. kunnen worden verbonden.
15 Daarbij kan het voor vele toepassingen van voordeel zijn wanneer de hoofdketen in wezen als U-I- resp. als M- of E-I-keten is uitgevoerd en de besturingsketen resp. de besturingsketens als M-ketens zijn uitgevoerd. Voor andere toepassingen kan het echter ook van voordeel zijn wanneer de hoofdketen als N-beenkem, waarbij N ten 20 minste twee dient te bedragen, bij voorkeur als 3 ü-I-kern, zoals dit bijvoorbeeld bekend is uit DIN 41300 of 41302, is uitgevoerd en de . besturingsketens in wezen als M-besturingsketens zijn uitgevoerd.
Verder kan het van vóórheel zijn wanneer de kern ten minste een verdere besturingsketen vormt, waarop ten minste een besturings-25 spoel is aangebracht en dat ten minste de kerndeelsectie, waarop deze stuurspoel is aangebracht, een deel vormt van een besturingsketen, waarop slechts een secundaire spoel bovendien is opgenomen. ·
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding kan het voorts van voordeel zijn wanneer ten minste de wikkelassen van de besturings-30 en de primaire spoel (en) ten minste bij benadering evenwijdig aan * elkaar zijn.
Men kan een bijzonder eenvoudige en ruimtebesparende constructie van een elektrische machine van het bovenbeschreven type verkrijgen wanneer de wikkelassen van de besturings-, de primaire en de 35 secundaire spoel (en) ten minste bij benadering evenwijdig aan elkaar zijn.
8402230 r ? -4-
De kerndeelsecties of ten minste enige hiervan kunnen ten minste gedeeltelijk uit ferrietkemen, bijvoorbeeld gesinterde ferriet-kernen bestaan. Ten minste enige van de kerndelen of kerndeelsecties kunnen echter ook uit onderling samengehouden, bijvoorbeeld aan elkaar 5 geplakte lagen plaatmetaal bestaan. In een dergelijk geval kan het van voordeel zijn wanneer de lagen plaatmetaal van de kerndelen of kerndeelsecties zowel voor de primaire, de secundaire als ook de be-sturingsspoel ten opzichte van elkaar bij benadering evenwijdig zijn opgesteld.
10 Om een bijzonder smalle constructie te verkrijgen kan het van voordeel zijn de kern zodanig uit te voeren, dat de wikkelassen van de primaire, de secundaire en de besturingsspoel ten minste bij benadering in eenzelfde vlak zijn gelegen. Daarbij kan het bovendien doelmatig zijn wanneer de constructie van de kern zodanig is, dat de aan de mag-15 netische krachtlijnen evenwijdige vlakken van de besturings- en de primaire keten ten minste bij benadering evenwijdig aan elkaar verlopen.
Een wat rendement en constructie betreft gunstige uitvoering van de elektrische machine kan men verkrijgen wanneer de besturingsspoel om een kernsectie is aangebracht, welke een magnetische sluiting 20 heeft met twee naastgelegen kemsecties, die met ten minste een kernsectie, welke ten minste een secundaire spoel omsluit, magnetisch zijn gekoppeld en wanneer het door de besturingsspoel op te wekken kracht-lijnenveld door de kernsectie, om welke de secundaire spoel is aangebracht, kan worden geleid.
25 Men kan een bijzonder eenvoudige en wat betreft de hoeveel heid te gebruiken materiaal gunstige constructie van de elektrische machine verkrijgen wanneer elk van de spoelen is aangebracht om een kernsectie, welke uit onderling samengehouden lagen plaatmetaal bestaat, die via aan de ijzerkemen gevormde stootvoegen met dwars ten 30 opzichte daarvan gelegen ijzerkemen, die eveneens uit onderling samen-* gehouden lagen plaatmetaal bestaan, magnetisch zijn gekoppeld, waarbij het doelmatig kan zijn wanneer de door de spoelen omgeven ijzerkern-secties beenkernen voorstellen en de, deze magnetisch koppelende ijzer-kernsecties jukken zijn. Dergelijke benen en jukken kunnen op een bij-35 zonder gunstige wijze als vierkante blikpakketten worden vervaardigd, die bijvoorbeeld uit afzonderlijke blikken, die aan elkaar kunnen zijn 8402230 -5- i * geplakt, bestaan- Het gebruik van juk- en beenblikpakketten waarborgt een eenvoudige en goedkope vervaardiging evenals een geringere opslag aangezien dergelijke bouwstenen rationeel kunnen worden vervaardigd en gemonteerd en verder dergelijke afzonderlijke pakketten voor 5 verschillende elektrische machines kunnen worden gebruikt.
Het kan verder van voordeel zijn, wanneer de kern van de elektrische machine is voorzien van twee buitenste jukkernen, twee tussen deze kernen aangebrachte tussenjukkernen, waarbij tussen deze laatste een deze kernen magnetisch koppelende beenkem voor een be-10 sturingsspoel aanwezig is en verder steeds tussen de buitenste en de tussenjukkemen en tussen de tussen jukkernen de beenkernen voor de primaire en secundaire spoelen aanwezig zijn. Daarbij kan het van voordeel zijn wanneer steeds tussen de buitenste en de tussenjukkemen en tussen de tussenjukkemen twee beenkernen aanwezig zijn, waarbij de 15 om deze tussen de tussenjukkemen aanwezige beenkernen aangebrachte spoelen secundaire spoelen zijn en de tussen de beide buitenste juk-kemen en de tussenjukkemen aanwezige beenkernen steeds zijn voorzien van een primaire spoel en verder tussen de twee, de secundaire spoelen ondersteunende ijzerkemen en tussen de tussenjukken de, de besturings-20 spoel ondersteunende beenkem aanwezig is.
Bij een op deze wijze opgebouwde elektrische machine zijn voor de magnetische fluxen, welke door de primaire spoelen resp. door deelwikkelingen van een primaire spoel in de kern worden geïnduceerd, twee primaire ketens aanwezig, die steeds door een buitenste jukkem, 25 een tussenjukkem en twee deze magnetisch met elkaar koppelende en de primaire spoelen resp. deelwikkelingen van een primaire spoel opnemende primaire beenkernen zijn gevormd. In dat geval vormen de beide buitenste jukkernen ook een deelgebied van de hoofdketen. Tussen deze buitenste jukkernen wordt de hoofdketen gevormd door de, de primaire 30 spoelen resp. deelwikkelingen van een primaire spoel opnemende primaire beenkernen, verder door de, de secundaire spoelen resp. deelwikkelingen van een secundaire spoel opnemende secundaire beenkernen, evenals door de secties van de tussenjukkemen, welke door de naar elkaar gerichte stootvoegen van de primaire beenkernen en de secundaire 35 beenkernen worden geflankeerd. De beide tussenjukkemen van de primaire ketens vormen daarbij tegelijkertijd deelgebieden van de bestu- 3402230 > $ -6- ringsketen, welke tengevolge van de beschreven opbouw in twee deelbe-sturingsketens is onderverdeeld, welke steeds uitgaande van de, de be-sturingsspoel opnemende besturingsbeenkern over een tussenjukkern, een secundaire beenkern en van hieruit via de tweede tussenjukkern naar de 5 besturingsbeenkern terugvoeren.
Zoals uit de bovenstaande beschrijving blijkt kunnen zich in de, de secundaire spoelen opnemende beenkernen krachtlijnen van zowel een hoofd- als ook een besturingsketen opbouwen. Om een optimale werking van een elektrische machine volgens de uitvinding te waarborgen 10 is het derhalve 'bijzonder gunstig wanneer de dwarsdoorsnede van de tussenjukkemen geringer is dan de dwarsdoorsnede van de, een secundaire spoel opnemende kernen. Door deze maatregel kan worden gewaarborgd, dat bij volle uitsturing van de elektrische machine, dat wil zeggen, bij volle belasting van de besturingsspoel met gelijkstroom, 15 de tussenjukkemen in het gebied tussen de, een secundaire spoel opnemende beenkernen en de, de stuurspoel opnemende beenkern volledig zijn verzadigd, zodat deze gebieden door de door een primaire spoel geïnduceerde magnetische flux praktisch niet kunnen worden gepasseerd, terwijl daarentegen in de, een secundaire spoel opnemende beenkernen 20 tengevolge van de grotere dwarsdoorsnede de krachtlijndichtheid, dat wil zeggen derhalve de magnetische inductie en daardoor ook de veldsterkte veel geringer is, zodat deze beenkernen zich niet in de verzadigings-toestand bevinden en derhalve geen wezenlijke schadelijke invloed wordt uitgeoefend op de door een secundaire spoel gevoerde magnetische flux, 25 die door een primaire spoel in de kern wordt geïnduceerd. Het is bijzonder gunstig gebleken, wanneer de dwarsdoorsnede van de tussenjuk-kernen tussen 10 en 70%, bij voorkeur tussen 30 en 60% van de dwarsdoorsnede van de, een secundaire spoel opnemende kernen bedraagt.
Verder kan het van nut zijn wanneer de, een primaire spoel 30 opnemende kernen en/of de andere jukkernen ten minste bij benadering * dezelfde dwarsdoorsneden hebben als de primaire en/of secundaire spoel- kernen, waarbij het bovendien gunstig kan zijn wanneer de, een stuurspoel ondersteunende kern ten minste bij benadering een dwarsdoorsnede heeft, die tweemaal zo groot is als die van een tussenjukkern.
35 Verder kan het gunstig zijn, dat ten minste groepen van de afzonderlijke kerndelen uit een materiaal met verschillende permeabi- 8402230 * * -7- liteit bestaan, waarbij het voor vele toepassingen van voordeel kan zijn wanneer de buitenjukkemen en/of de kernen voor de secundaire resp. besturingsspoelen uit een materiaal met grotere permeabiliteit dan de tussenjukkemen bestaan.
5 De uitvinding is op een bijzonder gunstige wijze geschikt voor de constructie van elektrische machines van het bovenbeschreven type in meerfase-uitvoering. Zo kan het bijvoorbeeld voor een elektrische machine met drie fasen bijzonder gunstig zijn wanneer de kern daarvan is voorzien van ten minste twee buitenste jukkemen, ten minste 10 twee tussen deze jukkemen aangebrachte tussenjukkernen, waarbij voor de magnetische koppeling steeds tussen de buitenste en de tussenjuk-keraen en tussen de tussenjukkernen twee buitenste beenkemen en een tussen deze laatste aangebrachte middenbeenkem aanwezig is en verder tussen de tussenjukkernen twee deze kernen magnetisch koppelende been-15 kernen voor het opnemen van besturingsspoelen zijn aangebracht, die steeds tussen de overeenkomstige middenbeenkem en een buitenste been-kem aanwezig zijn. Daarbij kan het doelmatig zijn wanneer om de tussen de buitenste jukkemen en de tussenjukkernen aanwezige buitenste en middelste beenkernen de primaire spoelen zijn aangebracht en de tusssen 20 de tussenjukkernen aanwezige buitenste beenkemen evenals de tussen deze laatste aanwezige middelste beenkem van de secundaire spoelen zijn voorzien.
Om een optimale werking van een dergelijke elektrische machine te waarborgen verdient het de voorkeur de kern daarvan zodanig üit te 25 voeren, dat de dwarsdoorsnede van de centrale beenkemen ten minste bij benadering tweemaal zo groot is als de dwarsdoorsnede van de buitenste beenkemen en/of de dwarsdoorsnede van de buitenste jukkemen en/of de dwarsdoorsnede van de, de bekrachtigingsspoelen opnemende kernen.
Het is doelmatig gebleken wanneer de dwarsdoorsnede van de tussenjuk-30 kernen tussen 10 tot 80%, bij voorkeur 30 tot 60% van de dwarsdoor-* snede van de centrale beenkemen bedraagt, zodat bij een volle uit- sturing van de elektrische machine in de tussenjukkernen een verzadiging optreedt, terwijl in de centrale beenkernen de volle uitsturing van de elektrische machine zich slechts op een geringe wijze uit.
35 Zoals reeds is vermeld, kunnen de jukkemen resp. de been kemen zowel uit gesinterd ferriet als uit op zichzelf samengehouden 8402230 « < -8- blikpakketten bestaan of echter ook uit een ander ferromagnetisch materiaal. Het kan van voordeel zijn wanneer ten minste enkele jukkernen of jukkernsecties als één geheel met ten minste enige beenkernen of beenkernsecties zijn uitgevoerd. Daarbij kunnen ten minste enige juk-5 kernen aangevormde beenkernen bezitten of ten minste enige beenkernen aangevormde jukkernen bezitten. Zowel de benen als ook de aangevormde jukkernen (of de jukken met aangevormde beenkernen) kunnen vierkant zijn uitgevoerd.
Het kan echter ook van voordeel zijn wanneer de been- en/of 10 de jukkernen een ronde dwarsdoorsnede hebben.
Een gunstige uitvoeringsvorm, meer in het bijzonder voor een éénfase-kem, kan men verkrijgen wanneer op ten minste één van de buitenste jukken beenkernen voor de primaire spoelen zijn aangevormd. Het buitenste kerndeel kan dan ü-vormig zijn uitgevoerd, waarbij de 15 buitenbenen van de "U" de beenkernen en de verbindingsribbe van de ”U" het juk voorstellen. Verder kan ten minste één van de tussen jukkernen ten minste gedeeltelijk aangevormde beenkernen ondersteunen. Daarbij kan het van voordeel zijn wanneer ten minste één van de gebruikte tussenjukkernen in de eindgebieden daarvan steeds is voorzien van een 20 buitenribbe, waarbij deze buitenribben de buitenste beenkernen vormen en waarbij een daartussen aanwezige centrale ribbe is aangevormd, zodat deze kern derhalve een E-vorm bezit. Een in elektrisch opzicht en wat de vervaardiging betreft bijzonder eenvoudige uitvoering verkrijgt men wanneer twee E-vormig uitgevoerde kernen als een spiegelbeeld ten 25 opzichte van elkaar worden opgesteld, waarbij de steeds tegen elkaar stotende buiten- en de centrale ribben de beenkernen vormen en verder twee U-vormig uitgevoerde kernen, waarvan de verbindingsribben de buitenste jukkernen en waarvan de buitenribben de beenkernen vormen, eveneens op de wijze van een spiegelbeeld ten opzichte van elkaar worden 30 opgesteld, zodat zij met de aangevormde beenkernen daarvan op de tus-4 senjukken steunen.
Onafhankelijk van het type vervaardiging, namelijk of als blikpakket, uit gesinterd ferriet of op een andere wijze vervaardigde kerndelen worden gebruikt, is het van voordeel wanneer de naar elkaar 35 gerichte gebieden van de ribben resp. tussenribben resp. de been- en de jukkemdelen effen zijn gemaakt, bij voorkeur z-ijn geslepen of gefreesd.
8402230 ·* » -9-
Een kern in driefase-uitvoering kan zodanig zijn opgebouwd, dat op ten minste één van de jukkemen twee buiten- en een middenribbe zijn aangevormd, die ten minste gedeeltelijk de beenkemen vormen en derhalve een E-vormig kerndeel voorstellen. Ten minste één van de kern-5 delen, dat het tussenjuk omvat, kan E-vormig zijn uitgevoerd, waarbij tussen de buiten- en de centrale ribben van de "E” verdere tussenribben zijn aangevormd, die ten minste delen van verdere beenkemen vormen.
Een optimale uitvoeringsvorm van een dergelijke elektrische machine bezit twee van extra tussenribben voorziene E-kemdelen, die steeds het 10 tussenjuk omvatten, waarbij deze kerndelen als een spiegelbeeld ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, en waarbij op de, de tussenjukken voorstellende verbindingsribben de buitenste, E-vormig uitgevoerde kerndelen, eveneens op de wijze van een spiegelbeeld ten opzichte van elkaar aangebracht, met hun, de beenkemen voorstellende buiten- en 15 tussenribben op de tussen jukkemen rusten.
Als bijzonder gunstig is daarbij een symmetrische constructie gebleken, waarbij de buiten- en/of de centrale en/of de tussenribben ten minste bij benadering de halve hoogte van de beenkemen bezitten.
20 De uitvinding zal onder staand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont; fig. I een kern in aanzicht met de daarop aangebracht verschillende spoelen in doorsnede voor een elektrische machine volgens de uitvinding in éénfase-uitvoeringsvorm; 25 fig. 2 een bovenaanzicht van fig. 1; fig. 3 een kern in aanzicht met de daarop aanwezige spoelen in doorsnede voor een elektrische machine volgens de uitvinding in driefase-uitvoeringsvorm; fig. 4 een bovenaanzicht van fig. 3; 30 fig. 5 een soortgelijke uitvoeringsvorm als fig. 1; * fig. 6 een soortgelijke uitvoeringsvorm volgens fig. 3; en fig. 7 een verdere uitvoeringsvorm van een kern voor een elektrische machine volgens de uitvinding in éénfase-uitvoeringsvorm.
De in de fig. 1 en 2 af geheelde kern bezit twee buitenste 35 jukkemen 2 en 2a evenals twee hiertussen aangebrachte tussen jukkemen 3 en 3a, die steeds met de daarbij direkt gelegen buitenste jukkern 2 resp. 2a over steeds twee beenkemen 4, 4a resp. 4b, 4c magnetisch 8402230 *. 4· -10- zijn gekoppeld. Tussen cie tussenjukkernen 3 en 3a zijn verdere beenkernen 5 en 5a en een hiertussen aangebrachte beenkern 6 aanwezig.
De buitenste jukkernen 2, 2a, de tussenjukkernen 3, 3a en de afzonderlijke beenkernen 4, 4a, 4b, 4c, 5, 5a en 6 bestaan hier 5 steeds uit een aantal afzonderlijke blikken, die aan elkaar zijn geplakt.
De verschillende kerndelen 2, 2a, 3, 3a, 4, 4a, 4b, 4c, 5, 5a, 6, die de ijzerkern 1 vormen, zijn daarbij zodanig opgesteld, dat de afzonderlijke blikken daarvan evenwijdig aan elkaar verlopen.
10 " Ten minste enige kerndelen kunnen echter ook ten minste ge deeltelijk uit een ander materiaal bestaan bijvoorbeeld uit gesinterd ferriet.
Om optimale elektromagnetische waarden te verkrijgen zijn de stootvoegen, waarover de afzonderlijke kerndelen 2, 2a, 3, 3a, 4, 4a, 15 4b, 4c, 5, 5a, 6 tegenover elkaar liggen en contact met elkaar maken, bewerkt, bijvoorbeeld geslepen.
Om de beenkernen 4, 4a, 4b, 4c zijn steeds in serie verbonden deelwikkelingen resp. deelspoelen 7, 7a, 7b, 7c van een primaire spoel aanwezig. Om de beenkernen 5 en 5a is de in twee deelwikkelingen 20 resp. deelspoelen 8 en 8a gesplitste secundaire wikkeling aanwezig.
De beenkern 6 neemt de besturingsspoel 9 op.
Zoals blijkt, zijn de deelspoelen 7, 7a, 7b, 7c van de primaire spoel evenals de deelspoelen 8, 8a van de secundaire spoel en de besturingsspoel 9 zodanig aangebracht, dat de wikkelassen 10, 11 en 12 25 daarvan aan elkaar evenwijdig verlopen en, zoals meer in het bijzonder-uit fig. 2 blijkt, In eenzelfde vlak 13 zijn gelegen, dat eveneens evenwijdig aan de afzonderlijke blikken van de verschillende kerndelen 2, 2a, 3, 3a, 4, 4a, 4b, 4c, 5, 5a, 6 verloopt. Zoals uit fig. 1 verder blijkt, is de besturingsspoel 9 tussen de beide secundaire spoelen 8, 30 8a en op dezelfde hoogte als deze spoelen aangebracht. Bovendien zijn * de primaire deelspoelen 7, 7b resp. 7a, 7c ten opzichte van de secun daire spoelen 8 resp. 8a op een afstand coaxiaal opgesteld.
De kern 1 vormt voor de door de deelspoelen 7, 7a, 7b, 7c van de primaire spoel, waaraan een wisselstroom wordt toegevoerd, 35 geïnduceerde magnetische fluxen twee primaire ketens 14, 14a, die in fig. 1 met een streep-stippellijn zijn aangegeven en die steeds worden 8402230 -11- gevormd door een buitenste jukkern 2 resp. 2a, een tussenjukkern 3 resp. 3a en twee deze kernen magnetisch met elkaar koppelende en de deelspoelen 7, 7a resp. 7b, 7c opnemende beenkernen 4, 4a resp. 4b, 4c.
De beide buitenste jukkernen 2 en 2a van de ijzerkern 1 vor-5 men verder deelgebieden van een in wezen U-I-achtige hoofdketen IS voor de magnetische fluxen, die door de deelspoelen 7, 7a, 7b, 7c van de primaire spoel worden geïnduceerd. Deze hoofdketen IS is in fig. 1 met een streep-strippellijn aangegeven. Tussen de buitenste jukkernen 2 en 2a wordt de hoofdketen 15 gevormd door de beenkernen 4, 4a, 4b, 4c, 10 welke de deelspoelen 7, 7a, 7b, 7c van de primaire spoel opnemen, en door de beenkernen 5 en Sa, welke de deelspoelen 3, 8a van de secundaire spoel opnemen, en verder door de secties van de tussenjukkernen 3 en 3a, welke door de naar elkaar gekeerde stootvoegen van de, de primaire deelspoelen opnemende beenkernen 4, 4a, 4b, 4c en de, de IS secundaire deelspoelen opnemende beenkernen 5, 5a worden geflankeerd.
De beide tussenjukkernen 3 en 3a vormen bovendien deelgebieden van een in wezen M-achtige stuurketen, welke bij de af geheelde uitvoeringsvorm in twee deelstuurketens 16, 16a, welke in fig. 1 met een dubbele streep-stippellijn zijn aangegeven, is gesplitst. De deel-20 stuurketens16, 16a verlopen daarbij, steeds uitgaande van de, de be- sturingsspoel 9 opnemende beenkern 6, over de ene tussenjukkern 3, een van de deelspoelen 8 resp. 8a opnemende beenkern 5 resp. 5a en vanuit deze beenkern 5, Sa over de andere tussenjukkern 3a terug naar de beenkern 6 van de besturingsspoel 9.
25 Tengevolge van de ijzerkemconstructie verlopen de magnetische krachtlijnen van de besturings-, de primaire en de hoofdketen in evenwijdig aan elkaar gelegen vlakken.
De tussenjukkernen 3 en 3a bezitten een ten opzichte van de andere kerndelen 2, 2a, 4, 4a, 4b, 4c, 5, 5a, 6 geringere dwarsdoor-30 snede,, welke bij de weergegeven uitvoeringsvorm 50% van de dwarsdoor-* snede van de kerndelen 2, 2a, 4,. 4a, 4b, 4c, 5, 5a, 6 bedraagt.
afhankelijk van de toepassing kan de kern 1 uit kerndelen met dezelfde permeabiliteit doch echter ook uit kerndelen met verschillende permeabiliteit bestaan, waarbij de tussenjukkernen 3, 3a uit een mate-35 riaal met geringere permabiliteit dan het materiaal voor de andere kerndelen 2, 2a, 4, 4a, 4b, 4c, 5, 5a, 6 kunnen zijn vervaardigd.
8402230 -12-
Hiema zal de werking van een elektrische machine volgens fig. 1 en 2 nader worden toegelicht.
Bij niet bekrachtigde besturingsspoel 9 verlopen de door de deelspoelen 7, 7a, 7b, 7c van de primaire wikkeling in de kern 1 ge-5 induceerde magnetische fluxen overeenkomstig de beide primaire ketens 14 en 14a dat wil zeggen, dat de magnetische fluxen de deelspoelen 8 en 8a van de secundaire spoel niet passeren doch de weg van de minste weerstand gaan, nl. door de tussenjukkernen·'3 en 3a.
Wanneer nu aan de besturingsspoel 9 een gelijkstroom wordt 10 toegevoerd, dan bouwen zich magnetische deelfluxen overeenkomstig de beide deelbesturingsketens 16 en 16a op, welke de door deze fluxen doorvloeide gebieden van de kern 1 voormagnetiseren, waarbij deze voormagnetisering van de aan de besturingsspoel 9 aangelegde gelijkspanning afhangt, dat wil zeggen dat naarmate, de aangelegde spanning hoger is, 15 de voormagnetisering des te groter is.
Een dergelijke voormagnetisering bewerkstelligt, dat tengevolge van de geringere dwarsdoorsnede van de tussenjukkernen 3 en 3a in de in fig. 1 door arceren kenbaar gemaakte gebieden van de tussenjukkernen 3 en 3a een voldoend grote magnetische inductie resp. flux-20 dichtheid aanwezig is om deze gebieden gedeeltelijk te verzadigen, zodat een deel van de door de deelspoelen 7, 7a, 7b, 7c van de primaire wikkeling in de kern 1 geïnduceerde magnetische fluxen door de deelspoelen 8, 8a van de secundaire spoel kan worden gedrongen. Het is ook mogelijk door een verandering van de verzadigingstoestand in de door 25 arcering kenbaar gemaakte gebieden een meer· of minder groot aandeel van de door de primaire wikkeling geïnduceerde magnetische fluxen door de secundaire wikkeling te voeren. Zodra de door de arcering kenbaar gemaakte gebieden van de tussenjukkernen 3 en 3a volledig zijn verzadigd, kunnen zij door de door de deelwikkelingen van de primaire 30 wikkeling geïnduceerde magnetische fluxen praktisch niet worden gepas-* seerd, zodat deze magnetische fluxen volledig door de deelspoelen van de secundaire spoel worden gevoerd.
De in de fig. 3 en 4 afgeheelde kern 100 voor een elektrische machine in driefase-uitvoeringsvorm bezit twee buitenste juk-35 kernen 102 en 102a evenals twee hiertussen aangebrachte tussenjukkernen 103 en 103a, waarbij de tussenjukkernen 103. en 103a met elkaar 8402230 -13- door twee buitensta beenkemen 105 en 105a en een hiertussen aanwezige centrale beenkern 105b en verder door tussen de centrale beenkern lOSbende buitenste beenkernen 105 en 105a aanwezige beenkernen 106, 106a voor het opnemen van een besturingsspoel 109, 109a magnetisch zijn gekop-5 peld. De buitenste beenkernen 105 en 105a evenals de hiertussen aanwezige centrale beenkern 105b nemend de secundaire wikkelingen 108, 108a, 108b op, welke steeds voor een fase aanwezig zijn. Elk van de tussenjukkemen 103 en 103a is bovendien met de steeds het dichtst daarbij gelegen buitensta jukkern 102 resp. 102a via twee buitenste 10 beenkemen 104, 104a resp. 104b, 104c en door een centrale beenkern 104e resp. 104f magnetisch gekoppeld. De beenkemen 104, 104a, 104b, !04c, 104e en 104f nemen steeds deelspoelen 107, 107a, 107b, 107c, 107e en 107f van primaire spoelen op, waarbij de deelspoelen 107, 107b resp. 107a, 107c resp. 107e, 107f steeds de spoel voor één primaire 15 fase vormen.
Tengevolge van de kernopbouw is de besturingsspoel 109 tussen de beide secundaire spoelen 108, 108b en de besturingsspoel 109a tussen de beide secundaire spoelen 108a, 108b aangebracht, waarbij verder de secundaire spoelen 108, 108b, 108a en de daartussen aanwezige 20 besturingsspoelen 109, 109a naast elkaar op dezelfde hoogte zijn opgesteld. Verder zijn de primaire deelspoelen 107, 107b ten opzichte van de daartussen aangebrachte secundaire spoel 108a, de primaire deelspoelen 107e, 107f ten opzichte van de daartussen aangebrachte secundaire spoel 108b en de primaire spoelen 107a, 107c ten opzichte van de 25 daartussen aanwezige secundaire spoel 108a op een afstand coaxiaal opgesteld.
Ook bij deze uitvoeringsvorm worden de, de kern 100 vormende kerndelen uit een groot aantal afzonderlijke blikken, die steeds aan elkaar zijn geplakt, gevormd, waarbij deze kerndelen zodanig zijn op-30 gesteld, dat de afzonderlijke blikken daarvan evenwijdig aan elkaar verlopen.
Door de speciale constructie van de kern 100 verlopen ook de wikkelassen 117, 118, 119, 120 en 121 van de afzonderlijke deelspoelen resp. spoelen evenwijdig aan elkaar en zijn deze, zoals meer in het 35 bijzonder uit fig. 4 blijkt, in eenzelfde plat vlak 113 opgesteld.
8402230 -14-
Zoals uit fig. 3 blijkt, bezitten de centrale beenkernen 104e, 105b, 104f een grotere dwarsdoorsnede dan de dwarsdoorsnede van de buitenste beenkernen 104, 104a, 105, 105a, 104b, 104c, dan de dwarsdoorsnede van de buitenste jukkernen 102, 102a en dan de dwarsdoor-5 snede van de, de besturingsspoelen 109, 109a opnemende beenkernen 106, 106a. Verder blijkt uit fig. 3, dat de tussenjukkernen 103, 103a ten opzichte van de andere kerndelen een geringere dwarsdoorsnede bezitten, waarbij bij de afgebeelde uitvoeringsvorm de dwarsdoorsnede van de tussenjukken 103 en 103a ongeveer 40% van de dwarsdoorsnede van de cen-10 trale beenkernen 104e, 105b, 104f bedraagt.
De ijzerkern 100 vormt voor de door de deelspoelen 107, 107a, 107b, 107c, 107e, 107f van de primaire spoelen, waaraan een wisselstroom wordt toegevoerd, geïnduceerde magnetische fluxen vier primaire ketens 114, 114a, 114b, 114c, zoals dit in fig. 3 met een streep-strippellijn 15 is aangegeven, en twee hoofdketens 115 en 115a, welke in fig. 3 gestippeld zijfL aangegeven, en verder besturingsketens resp. deelbestu-ringsketen 116, 116a, 116b, 116c voor de door de besturingsspoelen 109, 109a geïnduceerde magnetische fluxen. De besturings- resp. deelbestu.— ringsketens 116, 1.16a, 116b en 116c zijn in fig. 3 met een dubbele 20 streep-stippellijn aangegeven. Zoals uit fig. 3 verder blijkt, vormen de verschillende kerndelen resp. kernsecties, die de beide hoofdketens 115, 115a vormen, een 3U-I-vormige totale hoofdketen, dat wil zeggen een totale hoofdketen, welke wordt gevormd door drie, over jukken met elkaar verbonden benen. De, de deelbesturingsketens 116, 116a, 116b, 25 116c vormende verschillende kerndelen resp. kernsecties zijn zodanig opgesteld, dat zij steeds tussen twee naast elkaar gelegen benen van de 3U-I-vormige totale hoofdketen een M-vormige besturingsketen vormen, namelijk enerzijds de M-vormige besturingsketen, welke wordt gevormd door de beide deelbesturingsketens 116, 116a en anderzijds de 30 M-vormige besturingsketen, welke wordt gevormd door de beide deelbe-* stüringsketens 116b, 116c.
De werking van een elektrische machine volgens de fig. 3 en 4 komt in principe overeen met die van de in de fig. 1 en 2 afgebeelde elektrische machine. Derhalve kan ook bij een elektrische machine vol-35 gens de fig. 3 en 4 een meer of minder groot gedeelte van de door de primaire spoelen in de kern 100 geïnduceerde magnetische fluxen door de 8402230 -15- secundaire wikkelingen 108,. 108b worden gedrongen doordat door middel van de met gelijkstroom gevoede besturingspoelen 109, 109a de in fig.
3 door arceren kenbaar gemaakte gebieden van de tussenjukkernen 103, 103a meer of minder voor gemagnetiseerd worden.
5 De kerndelen van de elektrische machine volgens de fig. 1-4 kunnen ook uit andere materialen dan aan elkaar geplakte blikdelen worden vervaardigd, bijvoorbeeld uit ferrietlichamen met een vierkante dwarsdoorsnede of kubussen. Verder kan het van voordeel zijn wanneer ten minste enige lichamen een ronde dwarsdoorsnede bezitten.
10 De in de fig. 5 en 6 afgebeelde uitvoeringsvormen tonen ijzer- kernen met een andere dan een configuratie met vierkante dwarsdoorsnede, nl. met aan de jukkernen aangevormde beenkernen. Deze kerndelen kunnen op een bijzonder eenvoudige wijze in de ferriettechniek worden vervaardigd of kunnen door geschikt geponste en onderling tezamen ge-15 houden bliklamellen worden gevormd. :
Fig. 5 toont een éénfase-machine en fig. 6 toont een driefase- machine.
Evenals in fig, 1 bezit de kern 201 van fig. 5 twee buitenste jukkernen 202 en 202a en twee daartussen aangebrachte tussenjukkemen 20 203 en 203a. Deze tussenjukkemen zijn met de steeds het dichtst daar bij gelegen buitenste jukkernen 202 resp. 202a over steeds twee, aan de buitenste jukkernen aangevormde beenkernen 204, 204a resp. 204b, 104c magnetisch gekoppeld. De met de beenkernen 204, 204a resp. 204b, 204c als één onderdeel uitgevoerde jukkernen 202, 202a vormen derhalve 25 ü-vormige kerndelen 201a, 201b, waarbij de benen 204, 204a resp. 204b, 204c steeds de buitenribben en de buitenste jukkernen 202 en 202a de verbindingsribben van de "ü" voorstellen. De Ü-vormige kerndelen 201a, 201b zijn als een spiegelbeeld ten opzichte van elkaar opgesteld en rusten via geschikte stootvoegen op de tussenjukkemen.
30 De tussen de tussenjukkemen 203, 203a aanwezige beenkernen 1 205, 206 en 205a zijn elk voor de helft steeds aan een van de tussen- jufcken 203, 203a aangevormd, zodat E-vormige kerndelen 201c en 201d 11 2 worden gevormd. Daarbij stellen de beenkernen 205 ,. 205a resp. 205 , 2 12 205a steeds de buitenribben, de beenkernen 206 resp. 206 de centrale 35 ribben en de jukken 203, 203a de verbindingsribben van de "E” voor.
8402230 -16-
De beide Ξ-delen 201c en 201d zijn op de wijze van een spiegelbeeld ten opzichte van elkaar opgesteld en rastan over aan de buiten- en de centrale ribben aangevormde stootvoegen tegen elkaar. Deze stoot-voegen worden bij voorkeur effen gemaakt bijvoorbeeld gefreesd en/of 5 geslepen.
Omdat de overige details, zoals de spoelen, de opstelling daarvan enz. van de in de fig. 5 afgeheelde elektrische machine praktisch gelijk zijn aan die volgens fig. 1, zijn voor deze details dezelfde verwijzingen gebruikt, en verkrijgt men praktisch-dezelfde wer-10 king als die, welke onder verwijzing naar fig. 1 en 2 is beschreven.
De in fig. 6 afgeheelde kern 300 voor de daar afgeheelde elektrische machine in driefase-uitvoeringsvorm bezit twee buitenste jukkernen 302, 302a en twee hiertussen aangebrachte tussenjukkernen 303 en 303a.
15 Aan de jukkernen 302, 302a zijn beenkernen 304, 304e en · 304a evenals 304b, 304f en 304c aangevormd, zodat de jukkernen 302 en 302a de verbindingsribbe, de buitenbenen 304, 304a resp. 304b, 304c de buitenribben en de benen 304e, 304f de centrale ribben van E-vormig uitgevoerde kerndelen 300a en 300b voorstellen. Deze beide E-20 kerndelen zijn op de wijze van het spiegelbeeld ten opzichte van elkaar opgesteld en rusten met hun benen op de daartussen aanwezige jukkernen 303, 303a via stootvoegen.
Tussen de tussenjukkernen 303 en 303a zijn beenkernen 305, 306, 305h, 306a en 305a aanwezig, waarbij steeds de helft van deze 25 benen aan één van de jukkernen 303, 303a is aangevormd. Daarbij vormen 12 12 de beenkernen 305 , 305 evenals 305a , 305a de buitenribben, de 1 2 centrale benen 305b , 305b de centrale ribben en de als één geheel daarmede verbonden jukken 302 en 302a de verbindingsribbe van E-vor- mige ijzerkernen 300c en 300e. Tussen de buiten- en centrale ribben 1 2 30 van de E-vormige lichamen zijn verdere tussenribben 306 , 306 even-* 12 als 306a , 306a aanwezig en steeds als één geheel met de daaraan toegevoegde tussenjukken 303 en 303a gevormd. De op deze wijze gevormde kernen 303c en 303d zijn eveneens op de wijze van een spiegelbeeld ten 12 1 opzichte van elkaar opgesteld en rusten via de benen 305 , 305 , 306 , 2 12 12 12 35 306 , 305b , 305b , 306a , 306a , 305a , 305a aangevormde stootvoegen op elkaar. Aangezien ook hier de overige details en de werking praktische gelijk zijn aan die van de elektrische machine volgens de 8402230 -17- fig. 3 en 4, komen de overige referenties overeen met die van de fig.
3 en 4.
De in fig. 7 afgeheelde kern 400 voor een elektrische machine in éénfase-uitvoeringsvorm bezit twee buitenste jukkernen 402 en 402a 5 evenals twee hiertussen aangebrachte tussenjukkernen 403 en 403a.
Elk van de tussenjukkernen 403, 403a is met de steeds het dichtst nabij gelegen buitenste jukkem 402, resp. 402a over twee buitenste been-kernen 404, 404a resp. 404b, 404c en door een centrale beenkern 404e, resp. 4Q4f magnetisch gekoppeld. Bovendien zijn de tussenjukkernen 403 10 en 403a onderling door twee buitenste beenkemen 405 en 405a en een zich hiertussen bevindende centrale beenkern 405b en verder door tussen de centrale beenkern 405b en de buitenste beenkernen 405 en 405a aanwezige beenkemen 406, 406a magnetisch gekoppeld. De centrale beenkernen 404e, 404f nemen steeds deelspoelen 407, 407a van een primaire 15 wikkeling op en de tussen de tussen jukkernen 403 en 403a aanwezige centrale beenkern 405b neemt een secundaire spoel resp. -wikkeling 408 op. De beenkemen 406 en 406a nemen steeds een besturingsspoel 409 resp.
409a op.
De ijzerkem 400 vormt voor de door de deelspoelen 407, 407a, 20 waaraan een wisselstroom wordt toegevoerd, geïnduceerde magnetische fluxen. vier primaire resp. stroo'iketens 414, 414a, 414b, 414c- die in fig. 7 met een streep-stippellijn zijn aangegeven, evenals twee hoofdketens 415, 415a, welke met een stippellijn zijn aangegeven en verder besturingsketens resp. deelbesturingsketens 416, 416a, 416b, 416c 25 voor de door de besturingsspoelen 409, 409a geïnduceerde magnetische fluxen. De besturings- resp. deelbesturingsketens 416, 416a, 416b en 416c zijn in fig. 7 door een dubbele streep-stippellijn aangegeven.
Zoals uit fig. 7 blijkt, kan de door een besturingsspoel 409 resp. 409a opgebouwde magnetische flux zich sluiten over twee wegen, 30 nl. over de door de deelbesturingsketens 416, 416a gevormde weg voor de , door de besturingsspoel 409 geïnduceerde deelfluxen en over de door de deelbesturingsketens 416b, 416c gevormde weg voor de door de besturingsspoel 409a geïnduceerde deelfluxen. Verder blijkt, dat op de deelbesturingsketens 416, 416c steeds uitsluitend een besturingsspoel 35 409, 409a aanwezig is, terwijl daarentegen op de deelbesturingsketens 416a, 416b, zowel een besturingsspoel 409 resp. 4Q9a als ook de secundaire spoel 408 is aangebracht.
8402230 -18-
De uitvinding is niet tot de weergegeven uitvoeringsvoor-beelden beperkt. De uitvinding omvat ook anders gesplitste en opgebouwde juk- en beenkernen resp. juk- en beenkerndelen evenals het gebruik van andere dan de beschreven materialen binnen het kader van de 5 uitvinding.
8402230

Claims (45)

1. Bestuurbare, spanning- omzettende elektrische machine met steeds ten minste één om steeds een kernsectie geplaatste primaire, secundaire en besturingsspoel, waarbij via de met een gelijkstroom te bekrachtigen besturingsspoel de uitgangswisselspanning van de secun-5 daire spoel kan worden bestuurd., en verder de kern ten minste een hoofdketen vormt, waarop de primaire en secundaire spoel resp. spoelen zijn aangebracht, evenals ten minste een besturingsketen, waarop de besturingsspoel resp. -spoelen zijn aangebracht, met het kenmerk, dat a) de wikkelassen (10, 11, 12? 117, 118, 119, 120, 121) van ten 10 minste de secundaire (8, 8a; 108, 108a, 108b; 408) en de bestu ringsspoel (en) (9y 109, 109a; 409, 409a) ten minste bij benadering evenwijdig aan elkaar zijn, b) de besturingsspoel (9; 109, 109a) tussen secundaire spoelen (8, 8a; 108, 108a, 108b; 408) resp. de secundaire spoel (108b, 408) tussen 15 besturingsspoelen (109, 109a; 409, 409a) aanwezig is en de wikkel assen (10, 11, 12; 117, 118, 119, 120, 121) van ten minste deze spoelen ten minste bij benadering in een vlak (13, 113) en de spoelen ten minste bij benadering op dezelfde hoogte naast elkaar zijn opgesteld, 20 c) de kernsecties (5, 5a; 105, 105a, 105b; 405b) binnen de secundaire spoel resp. spoelen (8, 8a; 108, 108a, 108b; 408) door de door de besturingsspoel(en) (1, 109, 109a; 409, 409a) opgewekte besturingsflux (16, 16a; 116, 116a, 116b, 116c; 416a, 416b) en door de door de primaire spoel(en) (7, 7a, 7b, 7c; 107, 107b, 107e, 25 107f, 107a, 107c; 407, 407a) opgewekte hoofdflux (15; 115, 115a; 415, 415a) kunnen worden doorvloeid, d) de wikkelassen (10, 11; 117, 118, 119) van ten minste één primaire en ten minste één secundaire spoel ten minste bij benadering op * één lijn liggen, en 30 e) ten minste een primaire spoel (7, 7a, 7b, 7c; 107, 107b, 107e, 107f, 107a, 107c; 407, 407a) op een axiale afstand van ten minste een secundaire spoel (8, 8a; 108, 108a, 108b; 408) aanwezig is.
2. Bestuurbare, spanning omzettende elektrische machine, meer in het bijzonder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kern 35 (1, 100, 400) ten minste een hoofdketen (15; 115, 115a; 415, 415a) 8402230 -20- vonat, waarop uitsluitend de primaire (7, 7 a, 7b, 7c? 107., 107b, 107e, 107f, 107a, 107c, 407, 407a) en de secundaire spoel resp. spoelen (8, 8a? 108, 108a, 108b? 408) zijn aangebracht, evenals ten minste een lekketen (14, 14a, 114, 114a, 114b, 114c? 414, 414a, 414b, 414c) waar-5 op uitsluitend de primaire spoel resp. spoelen (7, 7a, 7b, 7c? 107, 107b, 107e, 107f, 107a, 107c; 407, 407a) aanwezig zijn, en verder ten minste een besturingsketen (16, 16a? 116, 116a, 116b, 116c? 416'a, 416b), waarop zich uitsluitend de besturingsspoel(en) (109, 109a? 409, 409a) en de secundaire spoel(en) (8, 8a? 108, 108a, 108b? 408) bevinden.
3. Bestuurbare, spanning omzettende elektrische machine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat ten minste enige primaire spoelen (7, 7a, 7b, 7c? 107, 107b, 107e, 'l07f, 107a, 107c? 407, 407a) in serie zijn verbonden.
4. Bestuurbare, spanning omzettende elektrische machine volgens 15 één van.de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat ten minste enige secundaire spoelen in serie zijn verbonden..
5. Bestuurbare, spanning omzettende elektrische machine volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de hoofdketen (15? 115, 115a? 415, 415a) in wezen als U-I resp. als M- of E-X-keten is uitge- 20 voerd en de besturingsketen resp. besturingsketens (16+16a? 116+116a, 116b+116c? 416+416a, 416b+416c) als M-ketens zijn uitgevoerd. 6c Bestuurbare, spanning omzettende elektrische machine volgens één van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de hoofdketen (15? 115+ 115a? 415+415a) als N-beenkem (N δ 2), bij voorkeur als 3U-I-kern 25 (fig. 3, 4, 6 en 7) is uitgevoerd en de besturingsketens in wezen als M-besturingsketens (16+I6a? Il6+116a, 116b+116c? 416+416a, 416b+416c) zijn uitgevoerd.
7. Bestuurbare, spanning omzettende elektrische machine, meer in het bijzonder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kern 30 (400) ten minste een verdere besturingsketen (416, 416c) vormt, waar- * op uitsluitend een besturingsspoel (409, 409a) is aangebracht en ten minste de kerndeelsectie (406, 406a), waarop deze besturingsspoel aanwezig is, deel uitmaakt van een besturingsketen (416a, 416b), waarop Uitsluitend een secundaire spoel (408) bovendien aanwezig is (fig. 7).
8. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat ten minste de wikkelassen (10, 11, 12? 117, 118, 119, 8402230 %r -21- 120, 121) van de besturings- (9, 109, 109a; 409, 409a) en de primaire spoel (en) (7, 7a, 7b, 7c; I07d, 107b; 107e, 107f; 107a, 107c; 407, 407a) ten minste bij benadering evenwijdig aan elkaar zijn.
9. Elektrische machine volgens één van de conclusies. 1-8, met 5 het kenmerk, dat wikkelassen (10, 11, 12; 117, 118, 119, 120, 121) van de besturings- (9, 109, 109a; 409, 409a), de primaire (7, 7a, 7b, 7c; 107, 107b; 107f? 107a, 107c; 407, 407a) en de secundaire spoel(en) (8, 8a; 108, 108a, 108b; 408) ten minste bij benadering evenwijdig aan elkaar zijn.
10. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat ten minste enige van de kerndelen of kerndeelsecties uit ferrietkemen, bijvoorbeeld gesinterde ferrietkemen bestaan (fig. 5, 6).
11. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-10, met 15 het kenmerk, dat ten minste enige van de kerndelen of kerndeelsecties (4, 4a, 4b, 4c, 5, 5a, 6; 104, 104a, 104b, 104c, 104e, 104f; 105, 105a, 105b, 106, 106a; 404, 404a, 404b, 4Q4c, 404e, 404f; 405, 405a, 405b; 4Q6, 406a) uit bij voorkeur onderling samengehouden lagen metaalplaat bestaan.
12. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-11, met het kenmerk, dat ten minste enige van de kerndeelsecties (4, 4a, 4b, 4c, 5, 5a, 6; 104, 104a, 104b, 104c, 104e, 104f; 105, 105a, 105b, 106, 106a; 404, 404a, 404b, 404c, 404e, 404f; 405, 405a, 405b; 406, 406a) uit lagen metalen platen en ten minste een ferrietbestanddeel bestaan.
13. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-12, met het kenmerk, dat bij het gebruik van kerndeelsecties (4, 4a, 4b, 4c, 5, 5a, 6; 104, 104a, 104b, 104c, 104e, 104f; 105, 105a, 105b, 106, 106a; 404, 404a, 404b, 404c, 404e, 404f; 405, 405a, 405b; 406, 406a) uit lagen metalen platen, de2e ten opzichte voor de primaire en/of de 30 secundaire en/of de besturingsspoel ten minste bij benadering evenwij- t dig aan elkaar zijn opgesteld.
14. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-13, met het kenmerk, dat de wikkelassen (10, 11, 12; 117 tot 121) van de primaire, de secundaire en de besturingsspoel(en) ten minste bij benade-35 ring in eenzelfde vlak (13; 113) liggen. 8402230 % V * -22-
15. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-14, met het kenmerk, dat de aan de magnetische krachtlijnen evenwijdige vlakken van de besturings- (IS, 16a; 116, 116a, 116b, 116c; 416, 416a, 416b, 416c) en de primaire keten (14, 14a; 114, 114a, 114b, 114c; 414, 5 414a, 414b, 414c) ten minste bij benadering evenwijdig aan elkaar ver lopen.
16. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-15, met het kenmerk, dat de besturingsspoel (9; 109; 109a; 409, 409a) om een kemsectie (6, 106; 106a; 206, 306, 306a; 406, 406a) is geplaatst, 10 welke een magnetische sluiting bezit met twee naastgelegen kernsecties (3, 3a; 103, 103a; 203, 203a; 303, 303a; 403, 403a), die met ten minste een verdere kemsectie (5, 5a; 105, 105a, 105b, 205, 205a; 305, 305a, 305b; 405b), welke ten minste een secundaire spoel (8, 8a; 108, 108a, 108b; 408) omsluit, magnetisch zijn gekoppeld, en het door de 15 besturingsspoel (9; 109, 109a; 409, 409a) op te wekken krachtlijnen-veld (16, 16a; 116, 116a, 116b, 116c; 416a, 416b) door die kemsectie • (5, 5a; 105, 105a, 105b, 205, 205a; 305, 305a, 305b; 405b), om welke de secundaire spoel (8, 8a; 108, 108a, 108b; 408) is aangebracht, kan worden geleid.
17. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-16, met het kenmerk, dat elk van de spoelen (7, 7a, 7b, 7c, 8, 8a, 9; 107, 107a, 107b, 107c, 107e, 107f, 108, 108a, 108b, 109, 109a; 407, 407a, 408, 409, 409a) om een kemsectie (4, 4a, 4b, 4c, 5, 5a, 6; 104, 104a, 104b, 104c, 104e, 104f; 105, 105a, 105b, 106, 106a; 404e, 404f; 405b; 25 406, 406a) is aangebracht, welke uit onderling samengehouden lagen metaalplaten bestaat, die via aan de ijzerkernsecties aangevormde stoot-voegen met dwars ten opzichte daarvan gelegen ijzerkernsecties (2, 2a, 3, 3a, 102, 102a, 103, 103a; 402, 402a, 403, 403a), die eveneens uit onderling samengehouden lagen metaalplaten, bestaan, magnetisch zijn 30 gekoppeld.
18. Elektrische machine volgens één van de concousies 1-17, met kenmerk, dat de door de spoelen omgeven kernsecties beenkerndelen voorstellen en de, deze magnetisch koppelende kernsecties jukken zijn.
19. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-18, met 35 het kenmerk, dat de kern (1, 201) daarvan twee buitenste jukkernen (2, 2a, 202, 202a) bezit, twee hiertussen aangebrachte tussenjukkernen 8402230 -23- (3, 3a, 303, 303a), waarbij tussen, deze laatste een deze magnetisch koppelende beenkem (6, 206) voor een besturiagsspoel (9) aanwezig is, en verder steeds tussen de buitenste (2, 2a; 202, 2Q2a) en de tussenjukkemen (3, 3a; 203, 203a) evenals tussen de tussenjukkemen (3., 3a; 5 203, 203a) de beenkemen (4, 4a, 4b, 4c; 5, 5a; 204, 204a, 204b, 204c? 205, 205a) voor de primaire (7, 7a, 7b, 7c) en de secundaire spoelen (3, Sa) aanwezig zijn.
20. Elektrische machine volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat steeds tussen de buitenste (2, 2a; 202, 202a) en de tussenjuk- 10 kernen (3, 3a; 203, 203a) evenals tussen de tussenjukkemen (3, 3a; 203, 203a) twee beenkemen (4, 4a; 4b, 4c; 5, 5a; 204, 204a, 204b, 204c? 205, 205a) aanwezig zijn, waarbij de om de tussen cb tussenjukkemen (3, 3a; 203, 203a) aanwezige beenkemen (5, 5a? 205, 205a) aangebrachte spoelen (8, 8a) secundaire spoelen zijn en de tussen de 15 beide buitenste jukkeraen (2, 2a; 202, 202a) en de tussenjukkemen (3, 3a? 303, 303a) aanwezige beenkemen (4, 4a? 4b, 4c; 204, 204a, 204b, 204c) elk zijn voorzien van een primaire spoel (7, 7a, 7b, 7c) en tussen de twee, de secundaire spoelen (8, 8a) ondersteunende ijzer-keraen (5, 5a; 205, 205a) en tussen de tussenjukken (3, 3a? 203, 203a) 20 de, de besturingsspoel (9) ondersteunende beenkem (6, 206) aanwezig is.
21. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-20, met het kenmerk, dat de doorsnede van de tussenjukkemen (3, 3a; 103, 103a; 203, 203a; 303, 303a; 403, 403a) kleiner is dan de door- 25 snede van de, de secundaire spoelenqaiemende kernen (5, 5a? 105, 105a, 105b? 205, 205a; 305, 305a, 305b? 405b).
22. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-21, met het kenmerk, dat de doorsnede van de tussenjukkemen (3, 3a? 103, 103a? 203, 203a? 303, 303a? 403, 403a) tussen 10 en 70%, bij voorkeur 30 tussen 30 en 60% van de doorsnede van de, de secundaire spoelen opnemende kernen (5, 5a? 105, 105a, 105b? 205, 205a? 305, 305a, 305b? 405b) bedraagt.
23. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-22, net het kenmerk, dat de de primaire spoelen opnemende kernen (4, 4a, 35 4b, 4c? 104, 104a, 104b, 104c, 104e, 104f; 204, 204a, 204b, 204c? 304, 304a, 304b, 304c, 304e, 304f? 404e, 404f) ten minste bij benade- 84 0 2 2 3 G j: ♦ -24- * * ring dezelfde doorsnede bezitten als de secundaire spoelkernen (5, 5a; 105, 105a, 105b; 205, .205a> 305, 305a, 305b; 405b).
24. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-23, met het kenmerk, dat de. buitenste jukkemen(2, 2a; 102, 102a; 202,' 5 202a; 302, 302a) ten minste bij benadering dezelfde doorsnede bezitten als de secundaire spoelkernen (5, 5a; 105, 105a; 205, 205a; 305, 305a).
25. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-24, met het kenmerk, dat de, de besturingsspoel ondersteunende kern ten minste bij benadering een doorsnede heeft, welke tweemaal zo groot is 10 als die van een tussenjukkem.
26. Elektrische machine volgens één van de conclusies 1-25, met het kenmerk, dat ten minste groepen van afzonderlijke kernen uit materialen met verschillende permeabiliteit bestaan.
27. Elektrische machine volgens conclusie 26, met het kenmerk, 15 dat de buitenjukkernen (2, 2a; 102, 102a; 402, 402a) en/of de kernen (5, 5a, 6; 105, 105a, 105b, 106a; 405b, 406, 406a) voor de secundaire resp. besturingsspoelen uit een materiaal met grotere permeabiliteit dan de tussenjukkernen (3, 3a; 103, 103a; 403, 403a) bestaan.
28. Elektrische machine volgens ten-minste één van de voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat de kern (100; 300; 400) van de elektrische machine is voorzien van ten minste twee buitenste jukkernen (102, 102a; 302, 302a; 402, 402a), ten minste twee aangebrachte tussen-jukkernen (103, 103a; 303, 303a; 403, 403a), waarbij voor de magnetische koppeling steeds tussen de buitenste (102, 102a; 302, 302a; 25 402, 402a) en de tussenjukkernen (103, 103a; 303, 303a; 403, 403a) evenals tussen deze twee buitenste beenkemen (104, 104a; 104b, 104c; 105, 105a; 304, 304a, 304b, 304c; 305, 305a; 404, 404a, 404b, 404c, 405, 405a) en een tussen deze laatste aangebrachte middenbeenkern (104e, 104f, 105b; 304e; 3G4f; 305b; 404e, 4Q4f, 405b) aanwezig is en 30 verder tussen de tussen jukkernen (103, 103a, 303, 303a; 403, 403a) twee t deze magnetisch koppelende beenkernen (106, 106a; 306, 306a; 406, 406a) voor het opnemen van besturingsspoelen (109, 109a; 409, 409a) zijn aangebracht, die steeds tussen de overeenkomstige middenbeenkern (105b, 305b; 405b) en een buitenste beenkem (105, 105a, 305; 305a, 405, 405a) 35 aanwezig zijn. 8402230 4 -25-
29. Elektrische machine volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat om de tussen de buitenste (102, 102a; 302, 302a) en de tussenjuk-kemen (103, 103a; 303, 303a) aanwezige buitenste en middelste been-kemen (104, 104a, 104b, 104c, 104e, 104f; 304, 304a, 304b, 304c, 304e, 5 3Q4f) primaire spoelen (107, 107a, 107b, 107c, 107e, 107f) zijn aan gebracht en de tussen de tussenjukkemen (103, 103a; 303, 303a) aanwezige buitenste beenkernen (105, 105a; 305, 305a) evenals de tussen deze laatste aanwezige middelste beenkern (105b, 305b) zijn voorzien van secundaire spoelen (108, 108a, 108b).
30. Elektrische machine volgens één van de conclusies 28 of 29, met het kenmerk, dat de doorsnede 'van de middelste beenkernen (104e, 104f, 105b, 304e, 304£, 305b; 404e, 404f, 405b) ten minste bij benadering tweemaal zo groot is als de doorsnede van de buitenste beenkernen (104, 104a, 104b, 104c; 105, 105a; 304, 304a, 304b, 304c; 305, 305a; 15 404, 404a, 404b, 404c) en/of de doorsnede van de buitenste jukkernen (102, 102a; 302, 302a; 402, 402a) en/of de doorsnede van de, de be-krachtigingsspoelen opnemende kernen (106, 106a; 306, 306a; 406, 406a).
31. Elektrische machine volgens één van de conclusies 28-30, met het kenmerk, dat de doorsnede van de tussenjukkernen (103, 103a; 20 303, 303a; 403, 403a) tussen 10 tot 80%, bij voorkeur 30 -tot 60% van de doorsnede van de middelste beenkernen (104e, 104f, 105b, 304e, 304f, 305b; 404e, 404f, 405b) bedraagt.
32. Elektrische machine volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste enige jukkernen of jukkern- 25 secties met ten minste enige beenkernen of beenkemsecties als één geheel zijn uitgevoerd (fig. 5, 6).
33. Elektrische machine volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat ten minste enige jukkernen aangevormde beenkernen bezitten (fig. 5, 6).
34. Elektrische machine volgens conclusie 32 of 33, met het * kenmerk, dat tan minste enige beenkernen aangevormde jukkernen bezit ten.
35. Elektrische machine volgens één van de conclusies 32-34, met het kenmerk, dat aan met een vierkante doorsnede gevormde of cilin-35 derachtige jukkernen beenkernen met een soortgelijke vorm zijn aangevormd (fig. 5,6). 8402230 » * -26-
36. Elektrische machine volgens één van de conclusies 32-35, met het kenmerk, dat ten minste aan één van de buitenste jukken been-kernen voor de primaire spoelen zijn aangevormd (fig. 5, 6) .
37. Elektrische machine volgens’ ten minste één van de conclusies 5 32-36, met het kenmerk, dat ten minste één kerndeel U-vormig is uit gevoerd, waarbij de buitenbenen van ü de beenkemen en de verbindings-ribbe het juk voorstellen (fig. 5).
38. Elektrische machine volgens ten minste één van de conclusies 32-37, met het kenmerk, dat ten minste één van de tussenjukkemen ten 10 minste gedeeltelijk aangevormde beenkemen ondersteunt (fig. 5, 6).
39. Elektrische machine volgens ten minste één van de conclusies 32-38, met het kenmerk, dat ten minste één van de tussenjukkemen in de eindgebieden daarvan steeds een buitenribbe, welke ribben de buitenste beenkemen vormen, bezit en een daartussen aanwezige midden- 15 ribbe bezit, en deze kern derhalve een E-vorm heeft (fig. 5).
40. Elektrische machine volgens ten minste één van de conclusies 32-39, met het kenmerk, dat twee E-vormig uitgevoerde kernen (201c, 201d) op de wijze van een spiegelbeeld ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, waarbij steeds de tegen elkaar stotende buiten- (205*, 20 2052; 205a*, 205a2) en de middenribben (206*, 206a*) de beenkemen (205, 206. vormen.
41. Elektrische machine volgens ten minste één van de conclusies 32-40, met het kenmerk, dat twee U-vormig uitgevoerde kernen (201a, 201b) waarvan de verbindingsribben de buitenste jukkemen (202, 202a) 25 en waarvan de buitenr'ibben de beenkemen (204, 204a) vormen-, op de wijze van een spiegelbeeld ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en met de aangevormde beenkemen daarvan op de tussenjukkernen (203, 203a) rusten.
42. Elektrische machine volgens ten minste één van de conclusies 30 32-41, met het kenmerk, dat aan ten minste één van de jukkernen (302, 302a) twee buiten- (304, 304a; 304b, 304c) een één middenribbe (304e, 304f) zijn aangevormd en de jukkem derhalve een E-vormig kerndeel (300a, 300b) vormt.
43. Elektrische machine volgens ten minste één van de conclusies 35 32-42, met het kenmerk, dat ten minste één van de kerndelen (300c, 300d), welke het tussenjuk (303, 303a) omvat, E-vormig is· uitgevoerd en tussen 1402230 -27- de buiten- (305*, 305^; 305a*, 305a^) en de middenribben (305b*, 305b^) 1 2 verdere tussenribben (306 , 306 ) zijn aangevormd, die ten minste delen van verdere beenkemen vormen.
44. Elektrische machine volgens tan minste één van de conclusies 1 2 5 32-43, met het kenmerk, dat twee van extra tussenribben (306 , 306 ; 1 2 306a , 306a ) voorziene E-kerndelen, die steeds een tussenjuk (303, 303a) omvatten, op de wijze van een spiegelbeeld ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en op de, de tussenjukken (303, 303a) voorstellende ver-bindingsribben de buitenste, E-vormig uitgevoerde kerndelen (300a, 10 3C0b), die eveneens op de wijze van een spiegelbeeld ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, met de, de beenkemen voorstellende buiten-(304, 304a? 304b, 304c) en tussenribben (304e, 3Q4f) daarvan op de tussenjukkemen (303, 303a) rusten.
45. Elektrische machine volgens ten minste één van de conclusies 15 32-44, met het kenmerk, dat de aan de tussenjukken (303, 303a) aange vormde buiten- (305*, 305^; 305a*, 3G5a^) en/of de midden- (305b*, 2 12 12 305b ) en/of de tussenribben (306 , 306 ; 306a , 306a ) ten minste bij benadering de helft van de beenhoogten (305, 305a; 305b; 306, 306a) uitmaken.
46. Elektrische machine volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de naar elkaar te richten gebieden van de ribben resp. tussenribben resp. van de been- en jukkernen effen zijn bewerkt, bij voorkeur zijn geslepen of gefreesd (fig. 5, 6). t 8402230
NL8402230A 1983-07-14 1984-07-13 Bestuurbare, spanning omzettende elektrische machine. NL8402230A (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3325440 1983-07-14
DE3325440 1983-07-14
DE3347800 1983-09-15
DE3347800 1983-09-15
DE3423160 1984-06-22
DE3423160A DE3423160C2 (de) 1983-07-14 1984-06-22 Steuerbare, Spannung wandelnde elektrische Maschine

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8402230A true NL8402230A (nl) 1985-02-01

Family

ID=27191134

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8402230A NL8402230A (nl) 1983-07-14 1984-07-13 Bestuurbare, spanning omzettende elektrische machine.

Country Status (7)

Country Link
CH (1) CH668499A5 (nl)
DE (1) DE3423160C2 (nl)
FR (1) FR2549312B1 (nl)
GB (1) GB2146492B (nl)
IT (1) IT1175578B (nl)
NL (1) NL8402230A (nl)
SE (1) SE8403689L (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT403260B (de) * 1995-04-28 1997-12-29 Fronius Schweissmasch Übertrager, insbesondere für eine schweissvorrichtung
WO2007105187A1 (en) 2006-03-10 2007-09-20 Commergy Technologies Limited A transformer for multi-output power supplies
GB2435964B (en) * 2006-03-10 2010-02-24 Commergy Technologies Ltd A transformer for multi-output power supplies
EP4102523A1 (en) * 2021-06-08 2022-12-14 Katholieke Universiteit Leuven, KU Leuven R&D Variable transformer

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE421778A (nl) * 1936-05-30
GB716114A (en) * 1950-11-30 1954-09-29 Delapena & Son Ltd Improvements in or relating to high-frequency electric induction heating systems
US3171092A (en) * 1958-08-26 1965-02-23 Mid States Welder Mfg Co Adjustable constant-current welding transformer
GB1074702A (en) * 1964-02-07 1967-07-05 Ass Elect Ind Improvements relating to controlled transformers
JPS6013288B2 (ja) * 1979-04-20 1985-04-06 ソニー株式会社 トランス
GB2132821A (en) * 1982-12-24 1984-07-11 Ml Eng Plymouth Saturable transformer

Also Published As

Publication number Publication date
FR2549312B1 (nl) 1987-06-26
IT8421891A1 (it) 1986-01-13
SE8403689L (sv) 1985-02-14
DE3423160C2 (de) 1993-11-25
GB2146492B (en) 1988-05-05
GB2146492A (en) 1985-04-17
DE3423160A1 (de) 1985-01-24
IT8421891A0 (it) 1984-07-13
CH668499A5 (de) 1988-12-30
GB8418055D0 (en) 1984-08-22
IT1175578B (it) 1987-07-01
SE8403689D0 (sv) 1984-07-12
FR2549312A1 (nl) 1985-01-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4206434A (en) Regulating transformer with magnetic shunt
EP2294590B1 (en) Highly coupled inductor and method of manufacturing
US3878495A (en) Magnetic core for electrical inductive apparatus
US3980858A (en) Exciter for induction heating apparatus
KR100318670B1 (ko) 방열 리브를 가지는 고압 트랜스포머
EP0530347A1 (en) Shunt coil controlled transformer
US20150102881A1 (en) Three-phase choke
US4897773A (en) Inverter output circuit
US20010030307A1 (en) Flat lamination solenoid
NL8402230A (nl) Bestuurbare, spanning omzettende elektrische machine.
US3413580A (en) Multi-component electromagnet
US10504645B2 (en) Gapless core reactor
US6784781B1 (en) Reactor and ballast system
JP2023502403A (ja) 電磁誘導装置
Hu et al. Problems of paralleling windings for planar transformers and solutions
RU2037224C1 (ru) Электрический реактор с подмагничиванием
RU99654U1 (ru) Электроиндукционное устройство
JPS6074006A (ja) 制御可能な電圧変換電気機械
EP0056133A2 (en) A ferro-resonant-type transformer
JP2775221B2 (ja) 変圧器の積鉄心
CN117711775A (zh) 电感装置
EP0136809A1 (en) Polyphase assembly for controlling A.C. devices
SU1686510A1 (ru) Трехфазный подмагничиваемый трансформатор
WO2021206979A1 (en) Transformers for multiphase power converters
US4387419A (en) Stationary magnetic frequency multiplier

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed