NL8402103A

NL8402103A - Vat met sluitdeksel.

Info

Publication number: NL8402103A
Application number: NL8402103A
Authority: NL
Original assignee: Wiva Bv
Priority date: 1984-07-02
Filing date: 1984-07-02
Publication date: 1986-02-03
Also published as: EP0168877B1; US4585138A; DK292985A; EP0168877A1; ATE44702T1; US4585138B1; NO852614L; DK162041C; DE3571590D1; DK162041B; DK292985D0

Description

t% * * “**· .t

Hw/Mv/1 Wiva Vat met sluitdeksel

De uitvinding heeft betrekking op een vat, in het bidder voor het opslaan van gevoelige produkten, bijvoorbeeld besmet afval, zoals ziekenhuisafval, welk vat een bodemdeel en daarop aansluitende opstaande wandoelen heeft, 5 waarbij de door de bovenrand van de wanddelen begrensde open bovenzijde door een deksel afsluitbaar is, waarvan het rand-deel door de bovenrand van de opstaande wanddelen is gedragen.

Een dergelijk vat of deksel is in het bijzon-10 der bedoeld voor eenmalig gebruik. Het vat behoeft slechts te worden gevuld en gesloten, waarna het naar een afvalverwerkingsbedrijf wordt gebracht voor bijvoorbeeld verbranding. Aangezien en dergelijk vat niet in een keer wordt gevuld maar geleidelijk, is het noodzakelijk om het deksel regelmatig van 15 het vat te kunnen lichten en .daarop luchtdicht weer aan te brengen. Als het vat gevuld is moet het deksel permanent op het vat worden bevestigd, waarvoor dikwijls externe klemmid-delen worden gebruikt, bijvoorbeeld klembanden, welke niet alleen moeilijk hanteerbaar zijn, maar tevens, indien van 20 metaal vervaardigd, moeilijk verwerkbaar bij de afvalverwerking zijn.

De uitvinding beoogt een vat met sluitdeksel te verschaffen dat door het bedienend personeel gemakkelijk te hanteren is, dat wil zeggen tijdelijk gemakkelijk afsluit-25 baar is, terwijl een permanente vergrendeling handmatig gemakkelijk is uit te voeren en bovendien visueel controleerbaar is.

De uitvinding verschaft daartoe een vat dat zich onderscheidt doordat het randdeel van het deksel een 30 groefvormig kanaal vertoont voor het opnemen van de bovenrand van de ópstaande wanddelen of omgekeerd, waarbij het randdeel en de bovenrand zijn voorzien van aarigevormde vergrendelmid-delen voor het permanent op elkaar sluiten van deksel en vat, 8402103 t Λ -2- r en in het groefvormig kanaal een dichtingsmiddel is aange-bracht.

Het voorgestelde dichtingsmiddel verzorgt zowel een tijdelijke afsluiting tussen deksel en vat, waardoor 5 het deksel weer is te verwijderen, alsmede een permanente afsluiting indien het deksel op het vat is vergrendeld. Dankzij de aangevormde vergrendelingsmiddelen is een permanente afdichting gewaarborgd, omdat geen grendels kunnen worden overgeslagen, bijvoorbeeld door verlies daarvan bij de ge-10 bruikelijke losse vergrendelingsmiddelen.

In de voorkeursuitvoeringsvorm is als dichtingsmiddel een ribbe op een randdeel aangevormd teneinde de speling tussen beide randdelen in de groef af te sluiten. Een dergelijke ribbe verzorgt een tijdelijke afsluiting voordat 15 het deksel permanent is vergrendeld.

Als extra maatregel kan als dichtingsmiddel tevens een in de groeibodem aangebrachte buigzame strook materiaal dienen, welke een permanente afsluiting waarborgt, zodra het deksel definitief is vergrendeld.

20 Bij voorkeur zijn de vergrendelmiddelen telkens gevormd door een aan het deksel aangebracht eerste aanslagvlak en een aan het vatwanddeel aangebracht tweede aanslagvlak, waarbij de afstand tussen eerste aanslagvlak en groeibodem kleiner is dan de som van de dikte van de buigzame 25 strook en de afstand van het tweede aanslagvlak tot de eindrand van het wanddeel.

In een bijzonder eenvoudige uitvoeringsvorm is het eerste aanslagvlak gevormd door telkens een dwarsvlak van een flexibele omlaag gerichte strook langs de buitenomtrek 30 van het deksel.

Indien het deksel door middel van bijvoorbeeld spuitgieten wordt gevormd, is het uit oogpunt van een lossende vorm voordelig om het eerste aanslagvlak aan de ten opzichte van het deksel buitenste zijde van de strook aan te 35 brengen, waarbij de randstrook plaatselijk is ingesneden en waarbij in een het tweede aanslagvlak dragende uitstekende ribbe op de staande wanddelen een uitsparing is aangebracht voor het doorleiden van de resterende delen van de rand- . strook.

8402103 « ·> -3-

Een bijzondere soepele vergrendeling kan worden verkregen door de resterende delen van de randstrook in staande doorsnede een V-vormige gestalte te geven.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de 5 hand van de hieronderstaande figuurbeschrijving van een aantal uitvoeringsvoorbeelden.

In de tekening toont:

Fig. 1 een perspektivisch aanzicht van een vat met een daarop aangebracht deksel volgens de uitvinding, dat 10 niet is vergrendeld,

Fig. 2, 3 en 4 telkens een staande doorsnede door de randdelen van vat respectievelijk deksel in de vergrendelde toestand.

In fig. 1 is met het cijfer 1 een vat van 15 willekeurig materiaal, bij voorkeur van kunststof materiaal aangegeven. Het vat kan door willekeurige produktieprocessen worden vervaardigd, maar kan bij voorkeur volgens het blaas-vormprocédé worden vervaardigd, waarbij tevens de bovenrand 2 gelijktijdig kan worden aangevormd.

20 Het vat heeft een bodemgedeelte 3, waarop lucht en lichtdicht opstaande wanddelen 4 aansluiten die aan de bovenzijde eindigen in het voornoemde randdeel 2 dat een open bovenzijde van het vat begrenst. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn een viertal wanddelen 4 aangegeven, maar het 25 zal duidelijk zijn dat het wanddeel 4 ook een cirkelvormige of kegelvormige gestalte kan hebben.

De open bovenzijde wordt afgesloten door een deksel 5, dat eveneens van willekeurig materiaal kan zijn vervaardigd.

30 In de fig. 2, 3 en 4 is telkens een detail van de randdelen van vat 1 en deksel 5 aangegeven.

Volgens een kenmerk van de uitvinding is hetzij het deksel 5 langs de rand voorzien van een groefvormig kanaal 6, zie fig. 2 en 3, hetzij het randdeel van het vat 1, 35 zie fig. 4. De breedte van het groefvormige kanaal 6 is zodanig dat de bovenrand van de opstaande wanddelen 4 kan opnemen, zodanig dat het deksel 5 weer gemakkelijk is te verwijderen in opwaartse zin. Aan de binnenzijde van de groef "6 is 84 0 2 1 0 3- 4 -½ -4- een ribbe 7 aangebracht, die luchtdicht afsluit op de buitenzijde van het bovenranddeel van de wanden 4.

De buitenwand van de groef 6 is gevormd als een flexibele strook, die plaatselijk bij 8 is ingesneden, 5. zie fig. 1, zodat de resterende flexibele randstroken 9 overblijven. Deze zijn in staande doorsnede V-vormig van gestalte, zie fig. 2. De bovenrand van de staande wanddelen 4 zijn voorzien van een aangevormde ribbe 10, die tevens plaatselijke uitsparingen 11 vertoont. Deze uitsparingen 11 komen· 10 overeen met de V-vormige flexibele stroken 9 van het deksel-deel, zodanig dat deze gezamenlijk de vergrendelmiddelen kunnen vormen.

Tenslotte is in de bodem van de groef 6 een flexibele afdichtstrook 12 aangebracht.

15 Het vat kan als volgt worden gebruikt. Bij het normaal op de bovenrandstrook van de staande wanddelen 4 plaatsen van het deksel 5 zal het deksel met de groef 6 over de bovenrand vallen, waarbij een tijdelijke afdichting wordt gevormd door de ribbe 7. Het deksel 5 kén willekeurig weer 20 worden verwijderd. Zodra het vat is gevuld kan het deksel worden doorgedrukt zodanig dat de flexibele stroken 9 door de openingen 11 van de ribbe 10 worden gevoerd, totdat het omgezette deel van de strook 9 tegen de onderzijde van de ribbe 10 terechtkomt. Hierdoor ontstaat een permanente vergrende-25 ling, zodat het vat definitief is afgesloten. Een permanente afdichting wordt verzekerd door de dichtingsstrook 12.

Fig. 3 toont een alternatieve uitvoeringsvorm, waarbij de groef 6 van het deksel 5 aan de binnenzijde van de buitenwand een ribbe 13 heeft, die afsluit tegen de buiten-30 zijde van de bovenrand van de staande wanddelen 4 van het vat. De buitenwand van het vat vertoont een aanslagribbe 14, waarachter de aanslagribbe 13 te haken valt, zodra het deksel op de hierboven beschreven wijze vanuit de gestippelde stand in fig. 3 wordt doorgedrukt tot in de met volle lijnen gete-35' kende stand. Enerzijds wordt hierdoor een tijdelijke afdichting door de ribbe 13 verzorgd, en anderzijds een permanente afdichting door de dichtingsstrook 12 in de bodem van de groef 6 en de vergrendeling tussen de aanslagribben 13 en 14.

8402103 -5- Λ

Jr·

De flexibele neerhangende randstrook van de groef 6 is hier niet ingesneden en vormt een doorlopende rand, die voldoende stijf en krachtig is om de permanente vergrendeling te verzekeren.

5 Fig. 4 toont een uitvoering waarbij het groef- vormige kanaal 6 aan de bovenrand van de staande wanddelen 4 van het vat 1 is aangebracht. De buitenwand van de groef 6 is voorzien van insnijdingen overeenkomstig insnijdingen 8 van het deksel uit fig. t zodat reststroken ontstaan overeenkom-10 stig 9 in fig. 1. Deze zijn door een uitsparing 11 in een aan het deksel aangevormde ribbe 10 te voeren, teneinde een vergrendeling tussen deksel en vat tot stand te brengen. Daartoe is de flexibele reststrook van het groefvormig kanaal 6 uitgevoerd met een aanslagribbe 15, die haakt achter het boven-15 vlak van de ribbe 10.

De neerhangende rand 16 van het deksel 5 is aan de binnenzijde voorzien van een ribbe 17, voo^-het verkrijgen van een tijdelijke afsluiting.

Tenslotte zij opgemerkt dat van alle getoonde 2o uitvoeringsvormen, die volgens fig. 2 het gemakkelijkst is te vormen in een spuit-gietmatrijs. Dankzij de S-vormige gestalte van het randdeel van het deksel 5, is deze geheel lossend, zodat bijzonder eenvoudige matrijsvormen kunnen worden gebruikt, hetgeen de kostprijs omlaag brengt.

25 Vanzelfsprekend is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.

8402103

Claims

1. Vat, in het bijzonder voor het opslaan van gevoelige produkten, bijvoorbeeld besmet afval, zoals zieken-huisafval, welk vat een bodemdeel en daarop aansluitende opstaande wanddelen heeft, waarbij de door de bovenrand van de 5 wanddelen begrensde open bovenzijde door een deksel afsluitbaar is, waarvan het randdeel door de bovenrand van de opstaande wanddelen is gedragen, met het kenmerk, dat het randdeel van het deksel een groefvormig kanaal (6) vertoont voor het opnemen van de bovenrand van de opstaande wanddelen 10 (4) of omgekeerd, waarbij het randdeel en de bovenrand zijn voorzien van aangevormde vergrendelmiddelen {9-11) voor het permanent op elkaar sluiten van deksel (5) en vat (1), en dat in het groefvormig kanaal (6) een dichtingsmiddel (7, 12, 13, 17) is aangebracht.

2. Vat volgens conclusie 1, met het ken merk, dat het dichtingsmiddel tenminste één aangevormde ribbe (7, 13, 17) is voor het afsluiten van de speling tussen beide randen.

3. Vat volgens conclusie 1 en/of 2, met het 20 kenmerk, dat het dichtingsmiddel een in de groeibodem aangebrachte buigzame strook materiaal (12) is.

4. Vat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vergrendelmiddelen telkens zijn gevormd door een aan het deksel (5) aangebracht eerste aan- 25 slagvlak en een aan het vatwanddeel (4) aangebracht tweede aanslagvlak, waarbij de afstand tussen het eerste aanslagvlak en groefbodem kleiner is dan de som van de dikte van de buigzame strook (12) en de afstand van het tweede aanslagvlak tot de eindrand van het wanddeel (4).

5. Vat volgens conclusie 4, met het k e n - m e r k, dat het eerste aanslagvlak is gevormd door telkens een dwarsvlak van een flexibele omlaag gerichte randstrook langs de buitenomtrek van het deksel (5). 84 0 2 10 3 -7- Η

6. Vat volgens conclusie 4 en 5, met het kenmerk, dat het eerste aanslagvlak aan de ten opzichte van het deksel buitenste zijde van de strook is gelegen, waarbij de randstrook plaatselijk is ingesneden en in een het 5 tweede aanslagvlak dragende uitstekende ribbe (10) op de staande wanddelen (4) een uitsparing (11) is aangebracht voor het doorleiden van de resterende delen (9) van de randstrook.

7. Vat volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de randstrook (9) in staande doorsnede een 10 v-vorm vertoont. ·—«*«= -A 8402103