NL8402102A - Werkwijze en inrichting voor een gesponnen vezelprodukt. - Google Patents

Description

« N.0. 32560 1

Werkwijze en Inrichting voor eea gesponnen vezelprodukt

Be uitvinding heeft betrekking op een produkt van het type gesponnen vezels, verkregen door de combinatie van een bekende spinwerkwijze met pneumatische middelen voor het verwarren van de textielvezels, even-5 als een werkwijze en een inrichting voor toepassing van de uitvinding.

In de Franse octrooiaanvrage 81/24469 van 28.12»81 gepubliceerd onder het nummer 2.519,035 van de aanvraagster, wordt bescherming gevraagd voor een produkt van het type gesponnen vezels met onderling verwarde elementairdraden, waarbij de draad een structuur vertoont met 10 evenwijdige elementairdraden zonder spoed, voorzien van open gebieden en gesloten gebieden, waarbij de onderling verwarde vezels niet met elkaar verbonden zijn in de gesloten zones en evenwijdige elementairdraden hebben in de open zones, welke open zones anderzijds vrije vezels bevatten, en waarbij de cohesiefactor van de gesponnen vezels boven de 15 100 bedraagt en bij voorkeur tussen 120 en 180.

Ondanks de hoge cohesiefactor van de verkregen gesponnen vezels, kon men in bepaalde gevallen onderling schuiven of glijden van de elementairdraden waarnemen gedurende hun uiteindelijke verwerking, hetgeen bij bepaalde toepassingen kan lelden tot fouten en zelfs tot breuk, om-20 dat de weerstand van het spinsel toch verzwakt was door dat glijden.

Volgens de Franse octrooiaanvrage 82/16347 van 27.09.82, gepubliceerd onder het nummer 2*533.593 ten name van de aanvraagster, werd een produkt van het type gesponnen vezels van dit soort voorgesteld, waarbij de kerndraad van de onderling verwarde vezels in een centrale posi-25 tie ligt of de kern vormt, waaromheen de vrije einden van de open zones gewikkeld zijn, waarbij de lengte van de vrije einden ten minste gelijk was aan de gemiddelde omtrek van de kerndraad, waarbij deze vrije einden de omhullende vormen.

Men verkreeg aldus een betere verdichting welke het mogelijk maak-30 te om het glijden van de vezels ten opzichte van elkaar in de open zónes welke niet verward waren te vermijden; desondanks was de verwar-ringscoëfficiënt gering, omdat het knoeiwerk een draad met betere weerstand mogelijk maakte doch met een veel geringere verlenging.

Voor het verkrijgen van produkten van het type gesponnen vezels 35 met hogere weerstand en zonder de indruk te wekken knoeiwerk te zijn, welke niet gewenst is in bepaalde toepassingen zoals bij artikelen vervaardigd van "poils piqués" was het aldus mogelijk de parameters van de druk van de hoeveelheid gecomprimeerde lucht of de snelheden van de draad te beïnvloeden door ze te verminderen, terwijl dit niettemin wei-40 nig paste bij de doelstellingen van een economische produktie van het $4 0 2 1 0 2 ·β 2 spinsel#

Aanvraagster heeft toen gevonden dat het mogelijk was om een spinsel met een goede weerstand te verkrijgen, vervaardigd onder economische condities, door niettemin de pneumatische middelen te blijven ge-5 bruiken.

De onderhavige uitvinding beoogt het verschaffen van gesponnen vezels met onderling verwarde elementairdraden, daardoor gekenmerkt dat in het spinsel de vezels een schroeflijnvormige structuur vertonen, met open en gesloten gebieden, waarbij de cohesiefactor van de gesponnen 10 vezels minder was dan 100, en bij voorkeur tussen 20 en 80, waarbij de torsiecoëfficiënt van het spinsel een waarde had tussen 25 en 40% van de gebruikelijke torsiecoëfficiënt toegepast bij de bekende werkwijzen voor een spinsel met dezelfde titer.

De uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor de fabricage van 15 dit produkt van het type gesponnen vezels, gekenmerkt doordat men aan een continue spinmachine een lont of lint toevoert welke men strekt, waarbij het verkregen produkt vervolgens onderworpen wordt bij de uitgang van het strektraject aan ten minste een verwar-behandeling van de elementairvezels Via pneumatische weg waarvan de druk van het fluïdum 20 bij voorkeur ligt tussen 1,5 en 4.10^ Pa, waarbij de hoek gevormd ten opzichte van de hartlijn van de doorlaatopening van de draad door de pneumatische inrichting en de draad gelegen is tussen 0° en 80°, bij voorkeur tussen 20° en 60°, waarbij de afstand tussen de pneumatische inrichting en de uitgang van de strekinrichting ten minste gelijk is 25 aan de gemiddelde lengte van de behandelde vezels, vervolgens aan een torsiebehandeling door het opspoelen van het spinsel op een pijp of kern gemonteerd op een verticale roterende spil, via een bekende ring/ loper, waarbij het spinsel gedurende zijn vorming eventueel onderworpen is aan ten minste een relaxatie, en waarbij de torsiecoëffifiënt van 30 het spinsel ligt tussen 25% en 40% van de gebruikelijke torsiecoëffici-ent toegepast bij de bekende werkwijze voor het vervaardigen van een spinsel met dezelfde titer.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het toepassen van de werkwijze voor het fabriceren van de bovenbeschreven gespon-35 nen vezels met het kenmerk, dat op een bekende klassieke spinmachine men tussen de lamineerreeks en het geheel bestaande uit de spil met de ring/loper een inrichting tussenplaatst voor het verwarren van de vezels met een fluïdum en een relaxatie-inrichting.

Niettemin is de spinwerkwijze· beperkt door het feit van de beperk-40 te snelheid van de verticale spillen en door het geringe gewicht van de 8402102 « ¥ * 3 pijpen of kernen voor het opwikkelen en door de weerstand van het materiaal. Het kan derhalve interessant zijn om bij de fabricage van het spinsel het pneumatische proces te scheiden van het eigenlijke torsie-proces. In dat geval, is de fabricagewerkwijze van het spinsel volgens 5 de uitvinding discontinu.

De uitvinding heeft derhalve ook betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van de bovenbeschreven gesponnen vezels gekenmerkt doordat dit spinsel eerst op een spinmachine onderworpen is aan ten minste een verwarbewerking met zeer hoge doorloopsnelheid van de draad 10 door het mondstuk, waarbij de cohesiecoëfficiënt onder de 100 ligt, gewikkeld wordt op een klos of spoel met verhoogd gewicht en vervolgens getordeerd wordt op een bekende inrichting.

Er is inderdaad geconstateerd dat de pseudo-knopen welke aangebracht zijn door het verwarren van de gekarnde vezels een geringe weer-15 stand hebben tegen glijden of. verschuiven in langsrichting wanneer de vezels verplaatst zijn onder trekspanning, waarbij de aangebrachte tor-sieslagen bij het compacteren van de vezels in een schroeflijnvormige beweging ertoe neigen om het geheel van het spinsel vaster aaneen te sluiten en om het onderlinge glijden of slippen van de vezels te ver-20 mijden door de hechtingscoëfficiënt tussen de vezels te verhogen en door aldus de pseudo-knopen te vergrendelen.

Verder is eveneens gebleken dat de cohesiefactor tussen de vezels met voordeel 60% van de gebruikelijke torsiewaarde kon vervangen en, bij bepaalde vezels met een geringe wrijvingscoëfficiënt van de vezels 25 onderling, kan leiden tot weerstanden welke in hoofdzaak dezelfde waarde hadden als die verkregen bij de bekende spinwerkwijzen.

Verder is gebleken dat het verkregen produkt van het type gesponnen vezels een voldoende weerstand vertoonde voor alle textieltoepassingen, in het bijzonder voor toepassingen in de meubelindustrie zoals 30 artikelen met polls piqués* Het spinsel kan alléén toegepast worden of getwijnd of samengesteld of tezamen met andere produkten zoals een continue draad of andere spinsels. Het gesponnen produkt vertoont een goede regelmaat dankzij het feit dat de open zones en de gesloten zones minder duidelijk zijn, waarbij deze afname van de bemerkbaarheid van de 35 zones interessant was in weefsels a polls piqués voor vloerbedekking alwaar dit een goede ontplooiing van de bosjes mogelijk maakt en een goed dekvermogen.

Deze werkwijze heeft het voordeel gebruik te kunnen maken van bekende inrichtingen voor het spinnen zonder grote veranderingen voor het 40 bereiken van een produktie met een aanzienlijk grotere snelheid, waar- 8402102

Vi. > 4 door de produktiviteit van de inrichtingen kan stijgen tot 1 op 3.

Wat betreft de discontinue werkwijze, de doorloopsnelheid van de draad door de pneumatische inrichting is verhoogd, en kan gaan tot snelheden in de orde van 300 m/min, terwijl de cohesiefactor onder 100 5 is. De draad wordt opgewikkeld op een pijp of kern in de vorm van een spoel waarvan het gewicht zeer groot kan zijn. Hij wordt vervolgens opnieuw behandeld en alleen voor torsie behandeld of voor meerdere behandelingen, op bekende inrichtingen zoals een splitsmachine, een spil voor een dubbele torsie, een twijninrichting, enz.. Het verkregen voor-10 deel bestaat uit de mogelijkheid bekende inrichtingen te gebruiken en in bepaalde gevallen het aantal stappen in de bewerking van het produkt te reduceren.

Voor de stromingsinrichting, wordt in het algemeen een mondstuk met enkele straal van het open type gebruikt, in het bijzonder met een 15 spleet om het inbrengen van een draad, band of strip te vergemakkelijken gedurende de fabricage. Dit mondstuk wordt gevoed met fluïdum, in het algemeen met lucht onder een druk bij voorkeur tussen 1,5 en 4.105 Pa. De temperatuur van het fluïdum is in het algemeen gelijk aan de omgevingstemperatuur, doch zij kan veel hoger zijn wanneer men 20 bijzondere effecten wenst te bereiken gedurende het gebruik van de vezels met bijzondere eigenschappen (zoals krimpen, latente kroezing enz.). De afstand tussen de pneumatische inrichting en de uitgang van de reeks strekinrichtingen is ten minste gelijk aan de gemiddelde lengte van de behandelde vezels.

25 De verwar-inrichting is in het algemeen geplaatst tussen de uit gang van de reeks strekinrichtingen en een stel tussengelegen cilinders welke de besturing van de trekspanning in de straalpijp mogelijk maken, waarbij de afstand tussen de strek-relaxatie-inrichtingen kan variëren tussen 40 en 200 ram· De hoek gevormd door de hartlijn van het doorlaat-30 kanaal voor de draad door het mondstuk en de draad zoals deze uit de reeks strekinrichtingen uittreedt, ligt tussen 0° en 80°, bij voorkeur tussen 20° en 60°, zodanig dat de opgewekte luchtstraal bij de uitlaat de ligging van de vezels bij de uitgang van de reeks strekinrichtingen niet zal verstoren.

35 De bijgevoegde figuur evenals de navolgende beschrijving welke er op betrekking heeft vergemakkelijkt het begrip en de toepassing van de uitvinding, zonder deze te beperken.

In de figuur is het te spinnen textiel 1 weergegeven, de toevoer-rollen 2 aan de uitgang van de reeks niet weergegeven klassieke strek-40 inrichtingen, het mondstuk 3, de rollen 4, de varkensstaart 5, het §4 0 2 1 0 2 ' ψ ' ^ 5 systeem ring/Ιοper 6 dat omhoog en omlaag beweegt, de pijp of kern 7 waarop de gesponnen vezels 8 opgewikkeld worden.

In bedrijf werd het te spinnen textiel 1 in de vorm van een lont of lint toegevoerd aan een reeks niet weergegeven strekinrichtingen 5 vanwaar het uittreedt via de afvoerrollen 2. Het geaffineerde textiel-produkt passeert vervolgens door het mondstuk 3 dat gevoed wordt met een fluïdum dat de vezels in elkaar verwart, waarna het verwarde pro-dukt tussen de rollen 4 door passeert, welke roteren met een snelheid welke in het algemeen lager is dan die van de toevoerrollen, passeert 10 vervolgens door de varkensstaart 5 en ondergaat een torsie bij het opwikkelen op de pijp of kern 7, gemonteerd op een draaiende spil, in de vorm van de gesponnen draad 8, na eerst de ring/loper 6 gepasseerd te zijn welke op klassieke wijze voor een beweging omhoog en omlaag aangedreven Is.

15 Het verkregen produkt van dit type gesponnen vezels wordt gebruikt voor alle textieltoepassingen, en bij voorkeur voor artikelen van het soort poils piqués, voor meubelbekleding, band, binnenbekleding van ca-rosserieën, enz..

De pneumatische inrichting kan gemakkelijk gemonteerd worden op 20 elk bestaand systeem voor het spinnen van korte of lange vezels, zowel van katoen, kamgaren, half gekamd linnen, enz..

De navolgende voorbeelden illustreren de uitvinding zonder deze evenwel te beperken.

Voorbeeld I

25 Men vervaardigt een produkt van gesponnen vezels met een metrisch nummer Nm : 3,8 uitgaand van een lint van 8,5 g/meter verkregen na kaarden van een mengsel 70/30% van vezels met respectievelijke titers 19 en 11 dtex van polyhexamethyleenadipamide met een lengte van respectievelijk 170 en 150 mm, en 3 maal gekruist. Bét voorspinsel van 8,5 30 g/m wordt toegevoerd aan een halfkammmende spininrichting van het fabrikaat SCHLUMBERGER, voorzien van een reeks strekinrichtingen SKF-PK-704, met een vermelde strekverhouding van 35,6 per meter. Aan de uitgang van de reeks strekinrichtingen, wordt het geaffineerde voorspinsel omgevormd in gesponnen vezels volgens de klassieke werkwijze en 35 volgens de werkwijze van de uitvinding onder de navolgende condities: 8 4 0 2 ! 0 2 v τ 6 A - Bekende werkwijze torsiecoëfficiënt: 80 toerental van de spil: 6500 omw/min 5 torsie: 156 slagen per meter snelheid van uittreden uit de reeks strekinrichtingen: 38,8 m/min loper nr. 630, fabrikaat BRA£KERT: diameter van de ring: 93 mm

Het verkregen spinsel vertoont de volgende eigenschappen : 10 Metrisch nummer: 3,8

Regelmatigheid ü % : 13, breukbelasting 4290 gram, 4 zwakke punten, 4 sterke punten.

B - Werkwijze volgens de uitvinding 15 torsiecoëfficiënt: 31 toerental van de spil: 6500 omw/min torsie: 61 slagen per meter snelheid van uittreden uit de reeks strekinrichtingen,: 106 m/min nummer van de loper: 1250 20

Het mondstuk voor het verwarren werd gevoed met lucht op omgevingstemperatuur en een druk van 3.1θ5 pa, gelegen op 100 mm afstand van de toevoerrollen, het binnentredende voorspinsel en de hartlijn van het mondstuk maakt ten opzichte van het loodrechte vlak door de hart-25 lijn van de toevoerrollen een hoek van 45°, de afstand tussen het mondstuk en de relaxatierollen bedraagt 100 mm, een relaxatie van 2% tussen de uittrede uit het mondstuk en de tussengelegen rollen.

De verkregen draad heeft de volgende eigenschappen:

Metrisch nummer : 3,8 30 ü % = 14,5

Cohesiefactor: 55

Breuklast: 3520 gram, 120 zwakke punten, 20 sterke punten, 15 imperfecties.

De verkregen draad vertoont goede eigenschappen vergeleken met die 35 gesponnen met hezelfde metrische nummer volgens de bekende werkwijze, doch bovendien is er geproduceerd met een snelheid welke bijna 3 maal die van de bekende werkwijze is, hetgeen van belang is vanuit economisch gezichtspunt.

8402102 - > 7

Voorbeeld IX

Een. lint van 8,5 g/meter vervaardigd op traditionele manier door kaarden en 3 maal kruisen uitgaande van vezels van polyhexamethyleen-adipamide met een titer van 19 dtex en 11 dtex in een mengsel van 70% 5 vezels van 19 dtex en een lengte van 170 mm en 30% spinsel van 11 dtex en 150 mm lengte, wordt gevoed aan een halfkammende inrichting van het fabrikaat SCHLUMBERGER NSG CF 33. De snelheid van de spindel van de machine is constant 6500 omw/min, de toegepaste torsiecoëfficiënt bedraagt 31, voor een gewenst metrisch nummer van 3,8 en een torsie van 10 61 slagen per meter.

Bij een eerste beproeving, wordt de straalpijp van het type met enkele straal gemonteerd volgens voorbeeld I doch wordt niet gevoed met gecomprimeerde lucht.

Het verkregen spinsel bij het opspoelen met 61 torsiewikkelingen 15 of slagen per meter is bijzonder harig en vertoont een breukweerstand van minder dan 100 g, zodat een gebruik van de inrichting onder deze condities onmogelijk zou zijn, rekening houdend met de breuken ter plaatse van de loper.

Bij een tweede beproeving, wordt de straalpijp met een enkele 20 straal gevoed met een druk van 3.10-5 pa. <je relaxatie tussen het walsen en de tussengelegen cilinder is ingesteld op 2% van de voeding, om ervoor te zorgen dat de vezels zich correct plaatsen in het verwar-ringsmondstuk.

De torsie wordt gehandhaafd op dezelfde waarde* Het verkregen 25 spinsel vertoont een breukweerstand van 2989 g.

Voorbeeld III

Onder de condities volgens voorbeeld I, vervaardigt men een spinsel volgens de gebruikelijke werkwijze (proef D) en gesponnen vezels met de werkwijze volgens de uitvinding terwijl men de voedingsdruk van 30 het penumatisch medina laat variëren (proeven A, B en C).

De condities en resultaten zijn als volgt: £ <3 2 1 0 2 8

Proeven___A_B_C D_

Druk .105 pa 3,5 3 2,5 0 5 ito 3,8 3,8 3,8 3,8

Torsiecoëfficiënt 31 31 31 31

Slagen/m 61 61 61 61

Toerental spillen omw/min 6500 6500 6500 6500

Snelheid spinsel m/min 106 106 106 38,5 10 U % Uster 14,5 14,9 15,1 15,9

Breukweerstand g 3580 2989 2181 4280 CV weerstand 13 17,8 44,9 11

Zwakke plaatsen 150 425 532 12

Sterke plaatsen 20 50 44 4 15 Imperfecties 15 30 144 4

Cohesiefactor 55 42 20 0

Deze resultaten tonen dat de verkregen draden met de werkwijze 20 volgens de uitvinding vergelijkbare eigenschappen hebben met die van de draad verkregen met de bekende werkwijze: proef A, of voldoende voor bepaalde toepassingen: proeven B en C, doch telkens met een produktie-snelheid die circa 3 maal zo hoog is.

Voorbeeld IV

25 Men maakt, uitgaande van een geverfde kabel, een lint van gemat teerd acrylvezel in een mengsel van 50% gefixeerde vezels en 50% krimp-bare vezels met een titer van 5 dtex per elementairdraad. Het gewicht van het lint verkregen met de bekende wijze bedraagt 7 g/m.

Op een halfkammende machine van het type CF 33 NSC, onder de con-30 dities beschreven bij voorbeeld III, vervaardigt men een vezelspinsel met Nm 5. De opgegeven strekverhouding bedraagt 35,6, de relaxatie tussen de uittrede uit de reeks strekinrichtingen en de tussengelegen cilinder bedraagt 1,5%, het mondstuk is op gelijke afstanden van de twee cilinders geplaatst, dus op 100 mm afstand van elk; het mondstuk met 35 een enkele straal heeft een injectiediameter van 2 mm en een doorlaat-diameter voor de draad van 3 mm en wordt gevoed met lucht onder een druk tussen 1 en 3.10^ Pa. De snelheid van de spil bedraagt 6500 omw. /min. De vergelijkbare resultaten zijn als volgt: 8402102 * > 9

Proeven E F G H

_bekend 5 Druk (.105 pa) 1 2 3 0

Nm 5 5 5 5

Torsiecoëffici'ént 29 29 29 60

Torsie(slagen)/meter 65 65 65 134

Wikkelsnelheid m/min 100 100 100 48,5 10 U % 9 8,3 8,8 7,4

Cohesiefactor 36 64 86 0

Breukweerstand/g 1738 2074 2157 2387

Zwakke plaatsen 0 000

Sterke plaatsen 00 16 0 15 Imperfecties 0 8 56 0

De verkregen draad vertoont eigenschappen nabij die van de draad verkregen met de bekende werkwijze doch is vervaardigd met een tweemaal 20 zo hoge snelheid.

Voorbeeld V

Men vervaardigt een vezelspinsel met een metrisch nummer van 20/1 volgens de uitvinding op de Volgende wijze.

Men behandelt een voorspinsel met een metrisch nummer van 1,2 be-25 staande uit een vezelig mengsel van 60% polyestervezels met een titer van 3,3 dtex, halfmat, verkregen door omvorming van een kabel met een lengte van 3,5 duim en 40% dubbellaags polyestervezels met een titer van 3,3 dtex, halfmat, verkregen door omvorming van een kabel met een lengte van 3,5 duim.

30 De condities bij de werkwijze en het verkregen resultaat zijn als volgt: 8 4 0 2 1 C · i

’V

10

Proef I Proef J

volgens de uitvinding be^eui strekinrichting PK 628 idem 5 strekverhouding 16,6 idem lengte strekzone mm JP& idem spiltoerental omw/min 8600 8600 torsiecoëfficiënt 36 85 slagen per meter 161 380 10 diameter van oog mm 55 55 loper n° 19 19 relaxatie % 3 - produktiesnelheid v.d. draad m/min 53 22,6 druk in straalpijp ..10^ Pa 1 - 15 metrisch nummer Mm 19,9/1 20,5/1 rek % 23,2 27,6 breukweerstand g 750 1004 •HKm 14,9 20,18 variatiecoëfficiënt 14 9,96 20 U % 13 11,2 zwakke plaatsen - 64 36 sterke plaatsen 28 12 imperfecties 48 20 25 De verkregen draad via het continue proces volgens de uitvinding toont eigenschappen dicht bij die van het spinsel dat verkregen is volgens de bekende werkwijze zonder pneumatische middelen maar is vervaardigd met een twee keer zo hoge snelheid.

84 0 2 1 0 2

Claims (4)

1. Getordeerd spinsel van vezels met ouderling verwarde elemen- —----------tairdraden, met het kenmerk, dat in het spinsel de vezels een schroef— lijnvormige structuur vertonen met open zones en gesloten zones, dat de 5 cohesiefactor van het spinsel lager is dan 100, bij voorkeur tussen 20 en 80, de torsiecoëfficiënt van het spinsel een waarde heeft tussen 25 en 40% van de coëfficiënt welke normaliter toegepast wordt bij de bekende werkwijzen voor een spinsel met dezelfde titer.

2. Werkwijze voor de vervaardiging van een spinsel volgens conclu-10 sie 1, met het kenmerk, dat men een spininrichting voedt met een lont of lint welke gestrekt wordt, dat het verkregen produkt vervolgens onderworpen wordt aan de uitgang van de reeks strekinrichtingen aan ten minste een verwarbewerking van de elementairdraden met behulp van pneumatische middelen waarvan de fluïdumdruk bij voorkeur ligt tussen 1,5 15 en 4.1Q5 Pa, dat de hoek gevormd door de hartlijn van het doorlaatka-naal voor de draad door het pneumatische middel en de draad gelegen is tussen 0Q en 80°, bij voorkeur tussen 20° en 60°, dat de afstand tussen het pneumatische middel en de uitgang van de reeks trekinrichtingen ongeveer gelijk is aan de gemiddelde lengte van de behandelde vezels, dat 20 vervolgens het produkt onderworpen wordt aan een torsiebewerking door middel van het opspoelen van het spinsel op een pijp of kern gemonteerd op een verticale draaibare spil met behulp van een bekende ring/loper-inrichting, waarbij het spinsel gedurende zijn vorming eventueel onderworpen wordt aan een relaxatiebewerking, en dat de torsiecoëfficiënt 25 van de draad gelegen is tussen 25 en 40% van de gebruikelijke torsieco-efficiënt zoals deze toegepast wordt bij de bekende werkwijze voor een spinsel met dezelfde titer.

3. Werkwijze voor de discontinue fabricage van het spinsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men een reeks strekinrichtingen voedt 30 met een lont of een lint van vezels, dat aan de uitgang van de reeks strekinrichtingen het produkt door een pneumatische inrichting passeert met een verhoogde snelheid welke kan oplopen tot 300 m/min, dat de cohesiefactor minder dan 100 is, vervolgens de draad opgewikkeld wordt op een pijp of kern in de vorm van een spoel; dat het produkt vervolgens 35 opnieuw bewerkt wordt en getordeerd wordt, op een plaats of op verscheidene plaatsen, door middel van elke willekeurige bekende inrichting.

4. Inrichting voor de fabricage van een vezelspinsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat men op een bekende spinmachine tussen de 40 lamineermiddelen en het geheel bestaande uit de spil met de ring en de 8402102 -Cr loper een door fluïdum bedreven inrichting tussenplaatst voor het onderling verwarren van de elementairvezels en een relaxatie-inrichting. ********** 8402102