NL8401974A - Stelsel voor klimaatregeling in een ruimte. - Google Patents
Stelsel voor klimaatregeling in een ruimte. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8401974A NL8401974A NL8401974A NL8401974A NL8401974A NL 8401974 A NL8401974 A NL 8401974A NL 8401974 A NL8401974 A NL 8401974A NL 8401974 A NL8401974 A NL 8401974A NL 8401974 A NL8401974 A NL 8401974A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- air
- elements
- space
- heating
- air circulation
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/24—Devices or systems for heating, ventilating, regulating temperature, illuminating, or watering, in greenhouses, forcing-frames, or the like
- A01G9/246—Air-conditioning systems
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F7/00—Ventilation
- F24F7/007—Ventilation with forced flow
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A40/00—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
- Y02A40/10—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
- Y02A40/25—Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Greenhouses (AREA)
Description
f * Ν.Ο. 52622 1
Stelsel voor klimaatregeling in een ruimte,
Aanvraagster noemt als uitvinder Gerke Houwer te Alphen a/d Rijn.
De uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor klimaatregeling in een ruimte, in het bijzonder de ruimte in gebouwen voor het kweken van planten of het onderbrengen van dieren, voorzien van een of meer verwarmings/koelingselementen van een open structuur en een of meer 5 ventilatoren voor het doen circuleren van lucht langs de genoemde ver-warmings/koelingselementen.
In kassen voor het kweken van planten en gebouwen voor het onderbrengen van dieren, zoals bijvoorbeeld kippenrennen of groentenkassen, heeft men in relatief koudere gebieden op aarde het probleem dat het 10 gebouw of de kas althans gedurende een deel van het jaar moet worden verwarmd, en in relatief warmere gebieden op aarde heeft men het probleem dat het gebouw althans gedurende een deel van het jaar moet worden gekoeld.
In kassen voor het kweken van groenten of in gebouwen voor het on-15 derbrengen van dieren, bijvoorbeeld in koudere gebieden zoals Nederland, Engeland, Duitsland en andere landen op vergelijkbare breedtegraad, moet in elk geval gedurende een deel van het jaar de kas of het gebouw verwarmd worden en daarvoor wordt gebruik gemaakt van bijvoorbeeld hete luchtgeneratoren die op één plaats verwarmde lucht in de kas 20 inblazen, of van buisleidingen die meestal over de lengte door de kas verlopen, door welke buisleidingen een verwarmingsmedium stroomt. Dergelijke verwarmingsstelsels hebben het nadeel dat de warme lucht wordt ingevoerd respectievelijk opgewekt in de kas in een relatief beperkt volume en in een relatief beperkt gebied en dat er daarom relatief 25 sterke temperatuurvariatles in een kas kunnen optreden.
In kassen en gebouwen in relatief warmere gebieden, bijvoorbeeld in Saoedi Arabië, Iran, Indonesië, enzovoort zal het veelal noodzakelijk zijn om het inwendige van het gebouw of de kas te koelen om te voorkomen dat de binnentemperatuur als gevolg van warmte-acumulatie te 30 sterk oploopt. De tot nu toe toegepaste koelsystemen hebben allemaal het nadeel dat in een relatief klein volume en op een relatief klein gebied koele lucht wordt opgewekt of ingeblazen zodat ook hier aanzienlijke temperatuurgradiënten in het gebouw of in de kas kunnen voorkomen. Andere bekende koelsystemen hebben verder het nadeel dat voor de 35 koeling grote hoeveelheden water moeten worden verdampt waarbij het verdampte water in de atmosfeer wordt afgeblazen, hetgeen in het bij- 8401974 r * ' 2 zonder in gebieden waar water relatief schaars is een ernstig nadeel vormt. Bovendien werken dergelijke koelsystemen onvoldoende bij een hoge luchtvochtigheid, waardoor het toepassingsgebied van deze verdam-pingskoeling wordt beperkt.
5 Verder kent men in beide gevallen het probleem dat de relatieve luchtvochtigheid in het gebouw bij voorkeur binnen vooraf bepaalde grenzen moet worden geregeld. Daarvoor moet afzonderlijke apparatuur worden tpegepast hetgeen extra kosten voor installatie en onderhoud en extra energiekosten met zich meebrengt.
10 De uitvinding heeft nu ten doel een stelsel voor klimaatregeling van een ruimte in een gebouw te verschaffen waarmee althans een aantal van de bovengenoemde nadelen wordt geëlimineerd. Aan deze doelstelling wordt voldaan door een stelsel van in de aanhef genoemde soort, dat volgens de uitvinding het kenmerk draagt dat in de ruimte vertikale 15 luchtdichte scheidingselementen zijn geplaatst zodanig dat door telkens een of meer van de aanwezige ventilatoren lucht kan worden verplaatst langs een uit een aantal door de positionering van de scheidingselementen en de ventilatoren bepaalde horizontale luchtcirculatiewegen waarin telkens tenminste een verwarmings/koelingselement is opgenomen, welke 20 luchtcirculatiewegen gedeeltelijk parallel aan elkaar lopen in welke gedeelten de lucht in dezelfde richting stroomt. Door de toepassing van een aantal afzonderlijke, alhoewel niet geheel gescheiden luchtcirculatiewegen kan de lengte van elk van deze luchtcirculatiewegen worden beperkt zodanig dat de onvermijdelijk optredende temperatuurgradiënt 25 langs elke circulatieweg binnen vooraf bepaalde grenzen blijft waardoor in de praktijk een gewenste temperatuur binnen de gehele ruimte gehandhaafd kan worden. Bovendien treden er vanwege het gesloten karakter van de circulatiewegen binnen de ruimte relatief weinig warmteverliezen op.
30 Aan de bovengenoemde doelsteil ing wordt verder voldaan door een stelsel van in de aanhef genoemde soort, dat volgens de uitvinding het kenmerk draagt dat in de ruimte vertikale weinig of geen lucht doorlatende scheidingselementen zijn gerealiseerd zodanig dat de ruimte althans niet in fysieke zin in afzonderlijke afgesloten deelruimten wordt 35 verdeeld en dat door telkens een of meer van het aantal ventilatoren lucht kan worden verplaatst langs een uit een aantal door de positionering van de scheidingselementen en de ventilatoren bepaalde horizontale luchtcirculatiewegen, waarin telkens tenminste een verwarmings/koelingselement is opgenomen. Als er fluidumgordijnen worden toegepast dan 40 mogen deze in veel gevallen best van een wand van het gebouw naar een 8 4 0 1 9 7 4 # * 3 andere wand van het gebouw verlopen om dat daarmee toch geen verdeling van het inwendige van het gebouw in van elkaar gescheiden deelruimten wordt gerealiseerd zoals wel het geval zou zijn met uit vaste stof vervaardigde scheidingselementen. Fluidumgordijnen kunnen door mensen en 5 materiaal gemakkelijk en ongehinderd worden gepasseerd, terwijl ze voor luchtstromingen jiust wel een obstakel vormen.
Essentieel voor de uitvinding is dat een inwendige luchtcirculatie tot stand komt waarbij de lucht middels ventilatoren door verwar-mings/koeleenheden wordt gevoerd zodanig dat: 10 a. de vrije weglengte tussen de doorgangen van de lucht niet een aanvaardbare maat overschrijdt (dit in verband met het variëren van de luchttemperatuur. Tijdens de beweging van de lucht neemt deze in de ruimte waar de lucht circuleert warmte op ofwel door zoninstraling ofwel door binnen de ruimte zelf geproduceerde warmte door het metabolis-15 me van de inhoud van de ruimte) terwijl b. de samenhangende ruimte waarin dit circulatiepatroon in stand wordt gehouden onbeperkt groot kan zijn. Onder samenhangende ruimte wordt verstaan een alzijdig begrensde ruimte waarbij het mogelijk is om via de vloer elke plek in de ruimte te bereiken zonder een deur te moeten 20 passeren of gedwongen op andere wijze door een afscheiding te moeten gaan.
Teneinde de uniformiteit van de luchtcirculatie te bevorderen verdient het de voorkeur dat de in het inwendige van het gebouw gecreëerde luchtcirculatiewegen bij benadering hetzelfde dwarsdoorsnede-oppervlak 25 bezitten.
Bij voorkeur zijn de scheidingselementen in het gebouw ongeveer parallel aan elkaar geplaatst. De scheidingselementen verdelen daarmee de ruimte in met elkaar gekoppelde deelruimten. Rond elk van de scheidingselementen verloopt een luchtcirculatieweg zodanig dat in de tus-30 senruimte tussen twee scheidingselementen de daar verlopende luchtcir-culatiewegen eveneens parallel en in dezelfde richting verlopen. Op deze wijze kan een uniforme lay out van de gehele ruimtelijke verdeling worden gerealiseerd. Anderzijds is het echter op eenvoudige wijze mogelijk om de gehele lay out tevens aan te passen aan de algemeen bekende 35 en toegepaste modulaire konstruktie van kassen en stallen.
Dit samengaan van dwangwegen voor de luchtstroming plus onbeperkte bereikbaarheid kan worden gerealiseerd op een aantal manieren.
1. Het aanbrengen van vertikale scheidingselementen die maximaal slechts één vertikale grens met een ander ruimte bepalend element of 40 wand gemeen hebben. Onder element wordt verstaan een hoofdzakelijk niet 8401974 f 4 4 voor lucht transparant vlak (recht of gebogen) dat vertikaal staat opgesteld waarbij de boven- of onderkant van het element aansluit op of gepositioneerd is dichtbij het plafond respectievelijk de vloer van de ruimte.
5 2. Het aanbrengen van vertikale fluïdumgordijnen (gevormd door gas of vloeistof) gerealiseerd met behulp van lokale stromingen in vertikale zin van bijvoorbeeld gassen, dampen, vloeistoffen (water) of lucht. Be gordijnen hebben de vorm van een vlak in die zin dat de vertikale afmeting ervan tezamen met één horizontale afmeting (bijv. de lengte) 10 beide beduidend groter zijn dan de andere horizontale afmeting (bijv. de breedte). Evenals bij de scheidingselementen is de vertikale afmeting genomen tot of dichtbij de vloer respectievelijk tot of dichtbij het plafond of dak van de ruimte. De stromingssnelheid in de gordijnen is zodanig groot dat de drukgradiënt, op te bouwen door de hoofdcircu-15 latiestroming, niet in staat is om het gordijn zodanig opzij te drukken dat de beïnvloeding door het gasgordijn gering wordt (in de praktijk een waarde van ongeveer 2 Pa dwars op het gordijn).
3. Combinaties van scheidingselementen of fluidumgordijnen zowel in horizontale zin (scheidingselementen en fluïdumgordijnen afwisselend 20 achter elkaar geplaatst) als in vertikale zin (stromingsbegrenzing wordt gevormd door een samenstel van een scheidingselement en een fluï-dumgordijn. Het scheidingselement kan daarbij in principe beperkt transparant zijn. Bovendien kan het scheidingselement zowel boven als onder het fluïdumgordijn gepositioneerd zijn).
25 In een uitvoeringsvorm strekken de scheidingselementen zich uit tot een der wanden van de ruimte en zijn in de betreffende wand openin-gen aangebracht die via kanalen twee aan twee met elkaar in verbinding staan zodanig dat elk der luchtcirculatiewegen verloopt via een van deze kanalen vanaf de ene zijde van het betreffende scheidingselement 30 naar de andere zijde ervan. Daarbij kan gekozen worden voor een situatie waarin alle scheidingselementen zich uitstrekken tot aan dezelfde wand. Het is echter ook mogelijk dat de scheidingselementen zich om en om uitstrekken naar tegenovergestelde wanden.
Alhoewel de ventilatoren en de verwarmings/koelingselementen op 35 diverse plaatsen in elk van de luchtcirculatiewegen gepositioneerd kunnen zijn moet rekening worden gehouden met het feit dat deze ventilatoren en verwarmings/koelingselementen een obstakel kunnen vormen binnen de gehele ruimte. Het verdient daarom de voorkeur dat de ventilatoren alsmede de verwarmings/koelingselementen geplaatst zijn in de genoemde 40 openingen in de wanden en/of in de kanalen tussen deze openingen.
8401974 • « 5
Met behulp van het stelsel volgens de uitvinding kan een zodanige klimaatregeling worden gerealiseerd dat binnen een gehele ruimte de temperatuur, afgezien van een geringe temperatuurgradiënt die binnen i vooraf bepaalde grenzen blijft, een nagenoeg constante waarde heeft.
5 Het is echter ook mogelijk om de luchttemperatuur van de circulatiewe-gen afzonderlijk te regelen en bewust temperatuurverschillen tussen de diverse stromingen in stand te houden en wel zodanig dat het temperatuurverschil tussen de temperaturen van aangrenzende luchtcirculatiewe-gen een vooraf bepaalde waarde niet overschrijdt. Daarmee kan een situ-10 atie worden gerealiseerd waarbij binnen de ruimte gebieden van enigszins verschillende temperatuur voorkomen waarbij de temperatuur binnen elk van de gebieden, weer afgezien van de kleine temperatuurgradiënt, nagenoeg constant is. Een gebied met relatief hoge temperatuur kan bijvoorbeeld worden toegepast voor het laten ontkiemen van zaad terwijl 15 gebieden met iets lagere temperatuur de voorkeur kunnen verdienen voor het opkweken van bijvoorbeeld jonge planten.
Door temperatuurdifferentiatie is het bovendien mogelijk om op tamelijk nauwkeurige wijze het oogsttijdstip te bepalen waardoor bijvoorbeeld een synchronisatie kan worden gerealiseerd tussen de plukcapaci-20 teit of oogstcapaciteit of de opnamecapaciteit van de markt.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding strekken de genoemde luchtdichte elementen zich vertikaal uit tussen de vloer en het plafond van de ruimte. Vertikale plaatsing van de luchtdichte elementen maakt het mogelijk om niet alleen vaste panelen of wanden toe te 25 passen, maar bijvoorbeeld ook gordijnen, hangende folies en andere vaak relatief goedkope en eenvoudig aan te brengen elementen. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van licht doorlatende materialen zodat de lichtinval in het gebouw door deze scheidingselementen niet of slechts in geringe mate wordt beperkt. Hangende folies en gordijnen hebben verder 30 het voordeel dat ze relatief gemakkelijk opzij geschoven kunnen worden of verwijderd kunnen worden indien bijvoorbeeld werkzaamheden in de ruimte dit noodzakelijk of wenselijk maken.
De fluldumgordijnen kunnen gebruikt worden voor diverse verdere functies zoals: 35 a. Toevoer van gassen welke bevorderend werken op de groei en de pro-duktie van de inhoud van de kas of stal (bijvoorbeeld CO2)· b. Ventilatie. Door middel van de gordijnen kan ventilatielucht ingébracht worden.
c. Vochtigheidsregeling. Het toevoegen van waterdamp aan de lucht die 40 door een luchtgordijn stroomt beïnvloedt de totale luchtvochtigheid in 8401974 ¥ ¥ * 6 de ruimte.
d. Het toevoegen van voedingsstoffen bijvoorbeeld in de vorm van aero-solen.
e. Toevoer van bestrijdingsmiddelen tegen parasieten.
5 f. De toevoer van een sproeinevel (is eventueel te combineren met c.). g. Het fluïdum van het fluldumgordijn kan gebruikt worden voor extra koeling of verwarming. In dit geval is bijvoorbeeld kasverwarming met water van een lage temperatuur mogelijk.
De uitvinding zal in het volgende aan de hand van in de figuren 10 weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden verklaard.
In de figuren 1, 2 en 3 wordt op schematische wijze aan de hand van enkele voorbeelden aangegeven hoe een ruimte door middel van schei-dingselementen zodanig kan worden ingedeeld dat een aantal afzonderlijke, zij het niet geheel gescheiden luchtcirculatiewegen kan worden ge-15 realiseerd.
Figuur 1 laat zien dat binnen de ruimte 10, die in principe wordt afgebakend door de vier wanden 1, 2, 3 en 4, drie scheidingselementen 11, 12, 13 zijn geplaatst die het mogelijk maken om drie luchtcirculatiewegen 14, 15, 16 te creëren. De scheidingswanden kunnen bestaan uit 20 vaste wanden maar ook uit gordijnen of andere eenvoudig aan te brengen of te verwijderen elementen. De ventilatoren 17, 18 en 19 zijn aangebracht in de wand 4 van de ruimte 10 evenals de verwarmings/koelings-elementen 5, 6 en 7. Elk van de luchtcirculatiewegen verloopt voor een gedeelte door een buiten de ruimte 10 gelegen kanaal dat bepaald wordt 25 door de wand 20 en de daarin aangebrachte schotten 8 en 9.
Zoals uit de figuur blijkt verlopen de luchtcirculatiewegen 14, 15 en 16 telkens gedeeltelijk parallel aan elkaar tussen de scheidingswanden 11 en 12 respectievelijk 12 en 13.
Figuur 2 toont een andere configuratie waarin de scheidingselemen-30 ten 21, 22 en 23 om en om aansluiten op een tegenover liggende wand. De scheidingselementen 21 en 23 verlopen naar de wand 40 en het schei-dingselement 22 verloopt naar de wand 37. Ook in deze configuratie zijn de ventilatoren 27, 28 en 29 alsmede de verwarmings/koelingselementen 31, 32, 33 op de in figuur 2 getoonde wijze geplaatst in de wanden 40 35 en 37 van de ruimte 30. De luchtcirculatiewegen verlopen ook in deze uitvoeringsvorm via kanalen die aan de buitenzijde van de ruimte zijn gerealiseerd bijvoorbeeld met behulp van wandelementen 34, 35, 36 of met behulp van afzonderlijke pijpverbindingen of kanalen aangebracht binnen een dubbele wand op de wijze als schematisch aangegeven is in 40 figuur 1. De luchtcirculatiewegen 24, 25, 26 verlopen ook in deze con- 8401974
ψ· V
7 figuratie telkens gedeeltelijk parallel tussen de scheidingselementen 21 en 22 respectievelijk 22 en 23.
Figuur 3 toont een derde uitvoeringsvorm van een indeling volgens l de uitvinding. In deze uitvoeringsvorm zijn de scheidingselementen 41, 5 42 en 43 onderling in hoofdzaak evenwijdig geplaatst binnen de ruimte 50 zonder dat ze zich geheel uitstrekken tot een der wanden. De lucht-circulatiewegen 44, 45 en 46 verlopen nu op de getoonde wijze rond elk van deze scheidingswanden door de respectievelijke verwarmings/koe-lingselementen 51, 52 en 53. De luchtcirculatie langs elk van deze we-10 gen wordt in dit uitvoeringsvoorbeeld in stand gehouden met behulp van de ventilatoren 47, 48 en 49. Ook hier verlopen de luchtstromingen tussen de scheidingselementen 41 en 42 respectievelijk 42 en 43 parallel en in dezelfde richting.
Opgemerkt wordt dat de uitvinding toegepast kan worden bij wille-15 keurig grote ruimten. Figuur 4 geeft een voorbeeld van een volgens de uitvinding ingedeelde ruimte die ongeveer twee keer zo groot is als de ruimte die in figuur 1 is geïllustreerd. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat ook andere nog veel grotere ruimten op een binnen het kader van de uitvinding passende wijze kunnen worden verdeeld zodanig dat 20 er telkens afzonderlijke deelluchtstromingen ontstaan waarbij de luchtweerstand in elke deelstroming voldoende klein is om ervoor te zorgen dat er over de afzonderlijke deelstromingen slechts een zeer kleine t emp erat uur sgradi ënt ontstaat.
Om een Indruk te krijgen van de mogelijke afmetingen van de ruinr-25 ten waarbinnen de uitvinding kan worden toegepast kan de ruimte in figuur 1 bijvoorbeeld een lengte en breedte hebben van 200 x 50 meter. De ruimte uit figuur 4 kan afmetingen hebben van 200 x 100 meter.
Het zal duidelijk zijn dat in plaats van een ventilator en een verwarmings/koelingselement per ventilatieweg ook meerdere ventilatoren 30 en/of verdere verwarmlngs/koelingselementen per dLrculatieweg kunnen worden toegepast.
Teneinde de uniformiteit binnen elke luchtcirculatieweg zoveel mogelijk te handhaven wordt bij voorkeur het doorsnede-oppervlak over de gehele luchtcirculatieweg gelijk gekozen. Dat betekent voor figuur 1 35 bijvoorbeeld dat de afstand tussen de scheidingselementen 11 en 12 gelijk is aan de afstand tussen de scheidingselementen 12 en 13. Verder is de afstand tussen de scheidingselementen 11 en 12 ongeveer twee maal de afstand tussen de wand 1 en het scheidingselement 11 respectievelijk de wand 3 en het scheidingselement 13. Deze laatste afstand tussen de 40 wand 1 en het scheidingselement 11 is weer ongeveer gelijk aan de af- 8401974 8 stand die gehandhaafd wordt tussen de uiteinden van de scheidingselementen 11, 12 en 13 en de wand 2 van de ruimte 10. Soortgelijke dimen-sioneringseisen kunnen gelden voor de figuren 2 en 3.
Zoals reeds werd opgemerkt kan in elk van de luchtcirculatiewegen 5 een nagenoeg constante temperatuur worden gerealiseerd afgezien van de onvermijdelijke maar binnen bepaalde grenzen te handhaven temperatuur-gradiënt gemeten over de gehele luchtcirculatieweg. Daarmee is het enerzijds mogelijk om de gehele ruimte op een nagenoeg constante temperatuur te handhaven. Anderzijds is het echter ook mogelijk om in figuur 10 1 bijvoorbeeld de luchtcirculatieweg 14 in te stellen op bijvoorbeeld 22eC, de luchtcirculatieweg 15 op bijvoorbeeld 20°C en de luchtcirculatieweg 16 op bijvoorbeeld 18°C. Daardoor kunnen in de gehele ruimte als het ware deelgebieden worden gecreëerd waarbinnen de temperatuur nagenoeg constant blijft en elk van deze deelgebieden kan dan voor een be-15 paald doel worden gebruikt. Gebieden met relatief hoge temperatuur zijn over het algemeen gunstiger voor het laten ontkiemen van zaaigoed terwijl gebieden met een wat lagere temperatuur veelal gunstig kunnen zijn voor het opkweken van jonge planten. Ook in veestallen, kippenrennen en dergelijke kunnen temperatuurverschillen soms gewenst zijn.
20 Het zal uit de bovenstaande beschrijving duidelijk zijn dat het een van de belangrijke kenmerken van de uitvinding is dat niet tegenstaande het aanbrengen van scheidingselementen de gehele ruimte van het gebouw niet fysisch wordt onderverdeeld in een aantal kleinere ruimten of kamers die elk voor zich geheel omgeven zijn door fysische wanden.
25 De scheidingselementen worden volgens de uitvinding zodanig geplaatst dat elk gebied binnen de gehele ruimte toegankelijk blijft zonder dat er deuren moeten worden geopend of andere obstakels moeten worden verwijderd. Indien fluïdum gordijnen worden gebruikt als (deel van) scheidingselementen dan is het binnen het kader van de uitvinding mogelijk 30 om deze gordijnen te laten verlopen van een wand van het gebouw naar een andere wand ervan waardoor voor de luchtstromingen een onderverdeling van de inwendige ruimte in tenminste twee deelgebieden wordt verkregen, waarbij in elk Van de deelgebieden in principe een onafhankelijke luchtstroming kan worden gegenereerd. Een dergelijk fluïdumgor-35 dijn vormt echter geen obstakel voor een persoon, een voertuiig die ongehinderd van het ene naar het andere gebied kunnen bewegen. Ook in dat geval-kunnen de luchtstromingen in de diverse deelgebieden worden gekoppeld via externe kanalen buiten de feitelijke inwendige ruimte van het gebouw op de wijze als in de figuren is aangegeven.
8401974
Claims (14)
1. Stelsel voor klimaatregeling in een ruimte, in het bijzonder de ruimte in gebouwen voor het kweken van planten of het onderbrengen van dieren, voorzien van een of meer verwarmings/koelingselementen van een 5 open structuur en een of meer ventilatoren voor het doen circuleren van lucht langs de genoemde verwarmings/koelingselementen, met het kenmerk, dat in de ruimte vertikale weinig of geen lucht doorlatende scheidings-elementen zijn gerealiseerd zodanig dat de ruimte niet in afzonderlijke afgesloten deelruimten wordt verdeeld en dat door telkens een of meer 10 van het aantal ventilatoren lucht kan worden verplaatst langs een uit een aantal door de positionering van de scheidingselementen en de ventilatoren bepaalde horizontale luchtcirculatiewegen, waarin telkens tenminste een verwarmings/koelingselement is opgenomen, welke luchtcir-culatiewegen gedeeltelijk parallel aan elkaar lopen in welke gedeelten 15 de lucht in dezelfde richting stroomt.
2. Stelsel voor klimaatregeling in een ruimte, in het bijzonder de ruimte in gebouwen voor het kweken van planten of het onderbrengen van dieren, voorzien van een of meer verwarmings/koelingselementen van een open structuur en een of meer ventilatoren voor het doen circuleren van 20 lucht langs de genoemde verwarmings/koelingselementen, met het kenmerk, dat in de ruimte vertikale weinig of geen lucht doorlatende scheidingselementen gerealiseerd zodanig dat de ruimte althans niet in fysieke zin in afzonderlijke afgesloten deelruimten wordt verdeeld en dat door telkens of meer van het aantal ventilatoren lucht kan worden verplaatst 25 langs een uit een aantal door de positionering van de scheidingselementen en de ventilatoren bepaalde horizontale luchtcirculatiewegen, waarin telkens tenminste een verwarmings/koelingselement is opgenomen
3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de genoemde luchtdichte elementen zich vertikaal uitstrekken tussen de vloer 30 en het plafond van de ruimte.
4. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de scheidingselementen de ruimte zodanig indelen dat de luchtcirculatiewegen overal nagenoeg hetzelfde doorsnede-oppervlak bezitten.
5. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 35 dat de scheidingselementen bij benadering evenwijdig aan elkaar geplaatst zijn en in de ruimte met elkaar in verbinding staande deelruimten afbakenen en dat rond elk scheidingselement een luchtcirculatieweg verloopt zodanig dat in de tussen de scheidingselementen gelegen deelruimten de luchtcirculatiewegen bij benadering parallel verlopen.
6. Stelsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de schei- 8401974 t* • 10 •dingselementen zich uitstrekken tot een der wanden van de ruimte en dat in de respectievelijke wand openingen zijn aangebracht die via kanalen twee aan twee met elkaar in verbinding staan zodanig dat elk der lucht-circulatiewegen verloopt via een van de kanalen vanaf de ene zijde van 5 het betreffende scheidingselement naar de andere zijde ervan.
7. Stelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat alle scheidingselement en zich uitstrekken tot aan dezelfde wand.
8. Stelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de scheidingselement en zich om en om uitstrekken naar tegenover staande wan- 10 den.
9. Stelsel volgens conclusie 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat de ventilatoren alsmede de verwarmings/koelingselementen geplaatst zijn in de genoemde openingen in de genoemde wanden en/of in de kanalen tussen deze openingen.
10. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het ken merk, dat de wanden worden gevormd uit flexibel lichtdoorlatend materiaal.
11. Stelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de wanden worden gevormd door gordijnen die aan rails zijn opgehangen.
12. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het ken merk, dat de scheidingselementen gerealiseerd worden in de vorm van fluidumgordi j nen.
13. Stelsel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat aan het fluïdum doteringsstoffen worden toegevoegd.
14. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het ken merk, dat de luchttemperatuur in elk van de circulatiewegen afzonderlijk kan worden geregeld zodanig dat het temperatuurverschil tussen de temperaturen van aangrenzende luchtcirculatiewegen een vooraf bepaalde waarde niet overschrijdt. 0 ********* 8401974
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8401974A NL8401974A (nl) | 1983-06-21 | 1984-06-21 | Stelsel voor klimaatregeling in een ruimte. |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8302202 | 1983-06-21 | ||
NL8302202 | 1983-06-21 | ||
NL8401974A NL8401974A (nl) | 1983-06-21 | 1984-06-21 | Stelsel voor klimaatregeling in een ruimte. |
NL8401974 | 1984-06-21 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8401974A true NL8401974A (nl) | 1985-01-16 |
Family
ID=26645871
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8401974A NL8401974A (nl) | 1983-06-21 | 1984-06-21 | Stelsel voor klimaatregeling in een ruimte. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8401974A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1028445C2 (nl) * | 2005-03-02 | 2006-09-06 | Lek Installatietechniek B V | Werkwijze voor het beïnvloeden van het klimaat in een kas en daarvoor geschikte kas. |
-
1984
- 1984-06-21 NL NL8401974A patent/NL8401974A/nl not_active Application Discontinuation
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1028445C2 (nl) * | 2005-03-02 | 2006-09-06 | Lek Installatietechniek B V | Werkwijze voor het beïnvloeden van het klimaat in een kas en daarvoor geschikte kas. |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
Zhang et al. | A CFD study on improving air flow uniformity in indoor plant factory system | |
US3824736A (en) | Method and apparatus for producing plants | |
US4062983A (en) | Method for maintaining heat and moisture in food | |
DK2521436T3 (en) | Greenhouses and forced greenhouse climate control | |
CN100587346C (zh) | 包括毛细管垫的空气冷却与空气除湿模块及其使用方法 | |
US20230136063A1 (en) | Phenotypic horticulture systems and methods | |
US4632020A (en) | Air conditioning systems for a room | |
DE10315626A1 (de) | Klimagerät sowie Klimatisierungsverfahren für die Pflanzenzucht | |
US3593538A (en) | Refrigerator floral display cabinet | |
NL8401974A (nl) | Stelsel voor klimaatregeling in een ruimte. | |
EP1945020B1 (en) | System for conditioning crops | |
JP6744647B2 (ja) | 植物栽培用ハウス | |
NL2027656B1 (en) | Greenhouse having an air treatment unit with perforated air tubes | |
US11971215B2 (en) | Plant material drying methods and systems | |
Campen | Dehumidification of greenhouses | |
NL2024182B1 (en) | Horticultural or agricultural greenhouse | |
JP2016097368A (ja) | 除湿装置 | |
EP0585319A1 (en) | Plant cultivation chamber | |
US2066817A (en) | Air conditioning, heating, and cooling units | |
CN109416190A (zh) | 用于在两股气流之间交换能量的换热器 | |
Kittas et al. | Characterization and analysis of the effects of greenhouse climate control equipment on greenhouse microclimate and crop response | |
Zurigat et al. | Greenhouse-State of the art review and performance evaluation of dehumidifier | |
JP6699425B2 (ja) | 空調システム | |
JP2020188788A (ja) | 植物栽培用ハウス | |
JP2016097367A (ja) | 除湿用熱交換器 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |