NL8401904A - Coaxiale kabelstekker. - Google Patents

Description

[ ·— * Ψ ...

Coaxiale kabelstekker.

De uitvinding heeft betrekking op een coaxiale kabelstekker, in het bijzonder voor vliegveldverlich-tingskabels, bestaande uit een stekker- respectievelijk con-tra-stekkerhuls, waarin een kabel met opgeperste contactstift 5 respectievelijk opgeperste contacthuls is ingeschoven.

Het toepassingsgebied is de verbinding vein coaxiale kabels en speciaal van vliegveldverlichtingskabels met of zonder afscherming.

Bij bekende kabelstekkers wordt de samen-10 gestelde kabel met opgeperste contactstift respectievelijk op geperste contacthuls gebruikelijk omwikkeld met een rubberachtige kunststof uit gesulfoneerd polyethyleen (Hypalon van Du Pont) in een stekkervorm respectievelijk contra-stekkervorm gelegd en gewoonlijk bij een temperatuur van 180°C gedurende 15 10 minuten gevulkaniseerd. Dit systeem vindt toepassing bij kabels met of zonder afscherming. Volgens deze werkwijze kunnen slechts met butylneopreenrubber geïsoleerde kabels worden samengesteld. De vulkanisering kan slechts op het werk bij vastgelegde kabellengten geschieden.

20 Volgens een andere werkwijze wordt op de samengestelde kabel met aangeperste contactstift of aangeperste contacthuls een stekker respectievelijk contrastekker van Hypalon met behulp van siliconenvet opgeschoven. De binnendiameter van het kabelopneemgedeelte is iets kleiner dan die van de kabel.

25 Aldus oefent de stekker respectievelijk contrastekker op de kabel een druk uit, welke een duurzame afdichting waarborgt, welke de werking van het siliconenvet nog versterkt. Bij deze werkwijze moet echter voor elke kabelsoort een anders gedimensioneerde stekker respectievelijk contrastekker worden gebruikt, 30 welke slechts bij kabels zonder afscherming bruikbaar is.

De uitvinding beoogt de nadelen van de bekende kabelstekkers op te heffen en in het bijzonder op de bouwplaats een eenvoudige en snelle montage van de coaxiale kabelstekker toe te laten.

8401904 - 2 -

4 ‘'C

Hiertoe wordt de coaxiale kabelstekker gekenmerkt, doordat in het achterste deel van de stekkerhuls respectievelijk contrastekkerhuls, waarin de samengestelde kabel met opgeperste contactstift respectievelijk opgeperste 5 contacthuls is ingeschoven, een gietruimte is gevormd.

Geschikte verdere uitvoeringen van de kabelstekker volgens de uitvinding zijn in de volgconclusies aangegeven.

De uitvinding zal aan de hand van de teke-10 ning in het volgende nader worden toegelicht.

Figuur 1 toont een langsdoorsnede door een coaxiale stekker volgens de uitvinding met een contactstift.

Figuur 2 toont een langsdoorsnede van het 15 tegenstuk van de coaxiale stekker van figuur 1 volgens de uit vinding met een contacthuls.

Figuur 3 toont de verbinding van de kabel-afscherming met een aardgeleider.

De isolerende buitenmantel van de kabel 20 is in alle figuren aangegeven met 1. Daaraan sluit de kabel- afscherming 2 aan, welke bijvoorbeeld uit koper- of messing-band bestaat en die op de in figuur 3 aangegeven wijze door óppersen van een in lengterichting gespleten huls 12 met de aardgeleider 10 wordt verbonden. Bestaat de kabelafscherming 2 25 uit koperdraad of een koperdraadomvlechting respectievelijk een koperdraadomspinning, dan geschiedt de verbinding met de aardgeleider 10 door een gesloten huls 12.

De kabelafscherming 2 is van de geleider 4 gescheiden door een isolatiemantel 3. Op de geleider 4 is 30 hetzij een contactstift 5 (figuur 1) of een contacthuls 6 (fi guur 2) opgeperst.

De uit de delen 1 tot 5, 10 en 12 (figuur 1) respectievelijk 1 tot 4, 6, 10 en 12 (figuur 2) bestaande samengestelde kabel wordt in het achterste deel van de stekker-35 huls 7 (figuur 1) respectievelijk de contrastekkerhuls 7 (fi- 8401904 > % - 3 - guur 2) ingeschoven. De steekdelen van de huls 7, waardoor de contactstift 5 respectievelijk de contacthuls 6 worden geschoven, zijn met een uitstekend deel (figuur 1) respectievelijk een overeenkomstig gevormde verdieping (figuur 2) uitgevoerd.

5 In het achterste deel van de huls 7 is een gietruimte 3 gevormd, welke tot het steekgedeelte kegelvormig is uitgevoerd, om bij het inbrengen van de gietmassa (gebruikelijk een giethars) luchtinsluitingen te vermijden. De gietruimte 3 is boven in het cilindrische deel van de stekker 10 door een langwerpige vulopening 11 begrensd. Dit veroorlooft een storingsvrij gieten en ontluchten van de gietharsvormstof.

De binnenoppervlakken van de gietruimte zijn bij voorkeur geruwd, waardoor een goede hechting tussen de ingegoten giethars en de stekkerhuls respectievelijk contrastek-15 kerhuls en dus een dichte verbinding wordt gewaarborgd.

In het achterste deel van de huls 7 is verder een een doorvoertule 9 aangebracht, waardoor de kabel afsluitend wordt doorgevoerd. De tule veroorlooft het invoeren van kabels met verschillende diameters (ongeveer 10 tot 18 mm).

20 De tule 9 bezit verder een verdere, aanvankelijk gesloten door gang voor het doorstoten met de aardgeleider 10.

De isolatiemantels 1 en 3 bestaan uit isolatiemateriaal, dat met de gietmassa afsluitende verbindingen geeft. Bij voorbeeld worden de volgende materialen gebruikt: 25 butyl- en neopreenrubber, VPE, PVC en gesulfoneerd polyethyleen (Hypalon). Bet gebruik van isolatiemantels van VPE levert een afsluitende verbinding tussen de gietharsvormstof en de isola-tiemantel met behulp van een zelfsmeltende band. Bij de overige kabelmantels is zonder bijzondere maatregelen een storingsvrij 30 hechten van de giethars op de mantels gewaarborgd.

Als afscherming 3 kan koperband respectievelijk messingband of koperdraadomvlechting of koperdraadom-spinning worden gebruikt.

De kabelstekkers volgens de uitvinding 35 hebben het voordeel, dat zij op de bouwplaats snel en eenvoudig 8401904 - 4 - kunnen worden gemonteerd en op vele wijzen te gebruiken zijn. In het bijzonder worden de kabelstekkers volgens de uitvinding bij vliegveldverlichtingskabels met of zonder afscherming met succes toegepast. Bijvoorbeeld kan de kabelstekker volgens de 5 uitvinding voor een vliegveldverlichtingskabel met de volgende gegevens worden gebruikt: Doorsnede 6 mm2/AWG 8; spanning tot' 5 kV, Voorschrift FAA-L-823.

8401904

Claims (8)

1. Coaxiale kabelstekker, in het bijzonder voor vliegveldverlichtingskabels, uit een stekker- respectievelijk contra-stekkerhuls, waarin een kabel met opgeperste con- 5 tactstift respectievelijk opgeperste contacthuls is ingeschoven, met het kenmerk, dat in het achterste deel van de stekker-respectievelijk contrastekkerhuls (7) waarin de samengestelde kabel (1, 2, 3, 4) met opgeperste contactstift (5) respectievelijk op-geperste contacthuls (6) is ingeschoven, een gietruimte 10 (8) is gevormd.

2. Stekker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ingangen van de stekker- respectievelijk contra-stekkerhuls (7) met tulen (9) zijn afgesloten en dat de gietruimte (8) is volgegoten met giethars.

3. Stekker volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de gietruimte (8) tot het steekgedeelte kegelvormig is uitgevoerd.

4. Stekker volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de gietruimte (8) boven in het 20 cilindrische deel van de stekker door een langwerpige vulopening (11) wordt begrensd.

5. Stekker volgens een van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de binnenoppervlakken van de gietruimte (8) zijn geruwd.

6. Stekker volgens een van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat bij koper- respectievelijk mes-singbandafschermingen (2) een opgeperste in lengterichting gespleten huls (12) voor verbinding met een geleider (10) is aangebracht.

7. Stekker volgens een van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat bij een afscherming door een koperdraadomvlechting respectievelijk een koperdraadomspinning een opgeperste gesloten huls voor verbinding met een geleider (10) aanwezig is.

8. Inrichting in hoofdzaak zoals beschreven 8401904 - 6 - ύ * in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 8401904 \ , \ , v