NL8401898A - Koppeling voor het zwenkbaar verbinden van buizen. - Google Patents

Description

VO 6369 > * ' Koppeling voor hetzvenkbaar verbinden van buizen.

4

De uitvinding heeft betrekking op een koppeling die zwenkbe-wegingen tussen met elkaar gekoppelde buizen toelaat, welke koppeling van het type is, voorzien van een eindmof waarvan de binnendiameter groter is dan de buitendiameter van een door inlaten in de mof te kop-5 pelen buis, verder voorzien van een ringvormige afdichtpakking die in doorsnede in hoofdzaak C-vormig is en waarvan één van de tegenover elkaar gelegen benen tegen de binnenwand van de eindmof gedrukt wordt gehouden en waarvan het andere been tegen de buitenwand van de aan te koppelen buis wordt gedrukt, alsmede van een bevestigingsring voor de 10 afdichtpakking met een in het algemeen C-vormige dwarsdoorsnede, welke koppeling uiterst eenvoudig in het gebruik is en een-uitstekende afdichting waarborgt onafhankelijk van zwenkbewegingen van de gekoppelde buiseinden.

Bij het aanleggen van buisleidingen in de grond, zoals b.v. riool-15 waterafvoerbuizen of buizen voor afvoer van industriële vloeistoffen, is gebleken dat het inklinken van de grond bijvoorbeeld onder invloed van het verkeer, knik in de leidingen kan veroorzaken. Wanneer een dergelijk leidingstelsel is samengesteld uit buisstukken die door starre koppelingen met elkaar zijn verbonden treedt veelvuldig breuk 20 op en wel in het bijzonder bij de koppelplaatsen.

Ten einde dit nadeel te ondervangen is voorgesteld voor de aansluitingen van de diverse buizen van het leidingenstelsel bijzondere koppelingen te gebruiken die een hoekverplaatsing van de buizen en derhalve ook van de gekoppelde buizenstelsels toelaten.

25 Zo is in het Belgische octrooischrift 678.600 een koppeling voorgesteld voorzien van een verwijde eindmof waarvan de binnendiameter aanmerkelijk groter is dan de buitendiameter van een aan te koppelen buis en voorzien van een ringvormige afdichtpakking met een in het algemeen C-vormige dwarsdoorsnede waarvan één van de tegenover-30 gelegen benen aanligt tegen de buitenwand van de eindmof en waarvan het andere been aanligt tegen de buitenwand van het aangesloten buis-stuk. Bij een dergelijke koppeling kan het aangesloten buisstuk inderdaad een hoekverplaatsing ondergaan omdat de afdichtpakking elastisch 8401898 f i -2- is en omdat er een diameterverschil is tussen de eindmof en het aangesloten buisstuk. Bij een dergelijk type koppeling moet evenwel de afdichtring tevens zorgen voor de afdichting van de koppeling en voor het vasthouden van het aangesloten buisstuk en derhalve worden hoge 5 eisen gesteld aan het materiaal waaruit de afdichtring is vervaardigd met het oog op het bedrijfszeker vervullen van de twee functies.

In de Duitse octrooiaanvrage 2.150.831 heeft men eveneens een koppeling voorgesteld voorzien van een verwijde eindmof waarvan de binnendiamter groter is dan de buitendiameter van een aan te sluiten 10 buis en voorzien van een ringvormige afdichtpakking die steunt tegen de binnenwand van de eindmof en tevens tegen de buitenwand van de aan te sluiten buis. Bij dit type koppeling wordt de afdichtpakking na montage en inschuiven van een aan te sluiten buis op zijn plaats gehouden door met een kracht een bevestigingsring in het uiteinde van 15 de eindmof aan te brengen, welke betrekkelijk weinig vervormbare ring zowel aandrukt tegen de binnenwand van de eindmof als op de buitenwand van het aangesloten buisstuk. Het gevolg hiervan is dat deze ring de • hoek-verplaatsbaarheid van een aangesloten buisstuk vermindert.

Bovendien heeft het geforceerd inbrengen van de bevestigingsring een 20 bepaald breukrisico terwijl de afdichtpaking zich ontspant met als gevolg de kans op verlies van dichtheid van de koppeling.

De uitvinding beoogt een koppeling van het in het voorgaande beschreven type waarvan de montage in situ eenvoudig is en waarbij de in het voorgaande genoemde bezwaren zijn vermeden.

25 Hiertoe is de koppeling die hoekverplaatsingen tussen gekop pelde buisstukken toelaat volgens de uitvinding voorzien van een eindmof waarvan de binnendiameter groter is dan de buitendiameter van een door inlaten te koppelen buis, van een ringvormige afdichtpakking met een in hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsnede waarvan één van de tegen-30 overliggende benen aanligt tegen de binnenwand van de eindmof en waarvan het andere been aanligt tegen de buitenwand van het te koppelen buisstuk en van een bevestigingsring voor de afdichtpakking, welke ring in dwarsdoorsnede eveneens in hoofdzaak C-vormig is, waarbij de bevestigingsring in de afdichtpakking is opgenomen en het bui-35 tenprofiel van de afdichtring in hoofdzaak correspondeert met het binnenprofiel van de afdichtpakking.

8401898 #- \ -3-

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het buitenste van de twee tegenoverliggende benen van de bevestigingsring stijf en houdt het buitenste van de twee tegenoverliggende benen van de afdichtring tegen de binnenwand van de eindmof. Daarbij kan het 5 binnenste van de twee tegenoverliggende benen van de bevestigingsring flexibel zijn en het binnenste van de twee tegenoverliggende benen van de afdichtingring tegen de buitenwand van de aan te sluiten buis houden. De binnenste van de twee tegenoverliggende benen van de bevestigingsring kan flexibel worden gemaakt door uitvoering met een dikte 10 die aanmerkelijk geringer is dan die van de buitenste van de twee tegenoverliggende benen, danwel door uitvoering met een dun gedeelte bij de basis.

De koppeling volgens de uitvinding wordt van het begin af aan uitgerust met de afdichtpakking en met de bevestigingsring en voor 15 het in bedrijf stellen behoeft men slechts het uiteinde van een aan te koppelen buis in de koppeling te steken zonder dat hiervoor een buitengewone inspanning is vereist. Bovendien houden bij de koppeling volgens de uitvinding de tegenoverliggende buitenste en binnenste benen van de bevestigingsring de respectieve tegenoverliggende buiten-20 ste en binnenste benen van de afdichtring tegen de binnenwand van de eindmof en tegen de buitenwand van het aangekoppelde buisstuk ongeacht de hoekstand van het aangekoppelde buisstuk waardoor op effectieve wijze tijdens bedrijf de afdichting wordt gewaarborgd.

Tijdens het vormen van de koppeling volgens de uitvinding kan 25 het, na het in één enkele bewerking, inschuiven en op de plaats brengen van de afdichtring en de bevestigingsring in de eindmof, gunstig blijken het uiteinde van de eindmof radiaal om te buigen ten einde de afdichtpakking en de bevestigingsring definitief op te sluiten.

Deze bewerking kan worden uitgevoerd door het uiteinde van de eind-30 mof te verwarmen ten einde deze te verweken en vervormbaar te maken en vervolgens daaraan met behulp van een geschikt gereedschap de gewenste vorm te geven.

De afdichting van de koppeling volgens de uitvinding kan nog worden verbeterd door de afdichtpakking uit te rusten met afdicht-35 ribben op het buitenoppervlak van de buitenste van de twee tegenoverliggende benen, in aanraking met de binnenwand van de eindmof.

8401898 • -» -4-

In een gunstig gebleken uitvoeringsvorm van de uitvinding, in het bijzonder met betrekking tot de concentrische opstelling van het samenstel van afdichtpakking/bevestigingsring ten opzichte van de eindmof, is bij voorkeur het uiteinde van de buitenste van de twee 5 tegenoverliggende benen van de bevestigingsring in contact met de binnenwand van de eindmof.

In een eveneens gunstig gebleken uitvoeringsvorm is de afdicht-pakking voorzien van een openingsdiameter die in hoofdzaak gelijk is aan de buitendiameter van de aan te koppelen buis en is de binnenste 10 van de twee tegenovergelegen benen van deze pakking naar de hartlijn van de koppeling gericht onder een hoek die tot 30° kan bedragen en is op zijn twee oppervlakken voorzien van afdichtribben. Aldus zal tijdens het inlaten van een aan te koppelen buis dit been van de af-dichtpakking radiaal worden uitgerekt en vast tegen de buitenwand 15 van de aangekoppelde buis worden aangelegd, hetgeen bijdraagt tot het verder verbeteren van de afdichting van de koppeling. De bevestigingsring kan bovendien zijn uit gerust met een uitwendig ringvormig uitsteeksel ter hoogte van de binnenste van de twee tegenovergelegen benen, welk uitsteeksel kan worden opgenomen in een corresponderende 20 ringvormige uitsparing in de afdichtpakking. Op deze wijze wordt vermeden dat de binnenste van de twee tegenovergelegen benen van de afdichtpakking axiaal wordt uitgerekt tijdens het inlaten van de aan te sluiten buis hetgeen de afdichting van de koppeling nadelig zou kunnen beïnvloeden.

25 De koppeling volgens de uitvinding kan worden uitgevoerd in alle materialen zoals metaal of thermoplasten zoals vinyl- of poly-alkeenharsen. Voor het vervaardigen van de afdichtpakking kan men gebruik maken van alle voor het vervaardigen van dergelijke pakkingen gebruikelijke materialen. Ook kan de koppeling volgens de uitvinding 30 worden gebruikt voor het koppelen van alle buizen of leidingen, ongeacht of deze van metaal of kunststof zijn vervaardigd en ongeacht of het daarbij gaat om rechte koppelingen, T-vormige koppelingen, Y-vor-mige koppelingen en dergelijke.

Indien de koppeling volgens de uitvinding is uitgevoerd in 35 kunststof kan de eindmof worden vervaardigd door spuitgieten of door verwijding van een geêxtrudeerde buis.

8401898 9' · -5-

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de tekening, enige uitvoeringsvoorbeelden van de koppeling worden beschreven.

Fig. 1 is een doorsnede-aanzicht van de koppeling volgens de 5 uitvinding? fig. 2 is een vergroot detail van de koppeling volgens fig. 1 en toont de koppeling voordat een aan te koppelen buis is ingelaten; fig. 3 is een vergroot detail van de koppeling volgens fig. 1 en toont de koppeling bij gezwenkt aangekoppeld buisstuk en 10 fig. 4-11 tonen in doorsnede diverse varianten van de koppe ling volgens fig. 1.

Zoals blijkt uit de tekening, in het bijzonder uit fig. 1-3, is de koppeling volgens de uitvinding voorzien van een eindmof 1 waarvan de binnendiameter aanmerkelijk groter is dan de buitendiameter 15 van een door inlaten aan te koppelen buisstuk 12. Dit verschil in diameter maakt het moge lijk dat het aangekoppelde buisstuk 12 een hoek-verplaatsing ondergaat met een maximale hoek a.

De koppeling is voorzien van een ringvormige afdichtpakking 5 met een in hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsnede waarvan het buitenste 20 been 2 tegen de binnenwand van de eindmof 1 aanligt en waarvan het binnenste been 7 tegen de buitenwand van de aangekoppelde buis 12 (fig. 1 en 3) aanligt terwijl een bevestigingsring 8 voor de afdichtpakking 5 en met een eveneens in het algemeen C-vormige dwarsdoorsnede die volgens de uitvinding in de afdichtpakking 5 is ingelaten. Zoals 25 uit de figuren blijkt correspondeert het buitenprofiel van de bevestigingsring 8 in hoofdzaak met het binnenprofiel van de afdichtpakking 5.

Het buitenste been 13 van de bevestigingsring heeft een bepaalde dikte waardoor dit been stijf is. Dit buitenste been 8 drukt en houdt het buitenste been 2 van de afdichtpakking tegen de binnenwand 30 van de eindmof 1.

Het binnenste been 10 van de bevestigingsring 8 vertoont bij zijn basis een dunner deel 14 dat aan dit been een goede flexibiliteit geeft. Het binnenste been 10 drukt en houdt het binnenste been 7 van de afdichtpakking 5 tegen de buitenwand van de aangekoppelde buis 35 12 (fig. 1 en 3).

8401898 -6-

De afdichtpakking 5 is voorzien van afdichtribben 4,6 op het buitenoppervlak van het buitenste been 2 dat in aanraking is met de binnenwand van de eindmof 1.

Zoals blijkt uit de fig. 1-3 heeft de afdichtpaking 5 een ope-5 ningsdiameter die in hoofdzaak gelijk is aan de buitendiameter van de aan te koppelen buis 12 en het binnenste been 7 van deze pakking is naar de hartlijn van de koppeling gericht onder een hoek van 30° (fig. 2) en is uitgerust met afdichtribben op beide oppervlakken.

De bevestigingsring 8 is voorzien van een uitwendig ringvormig 10 uitsteeksel 11 ter hoogte van het binnenste been 10 daarvan, welk ringvormige uitsteeksel is opgenomen in een corresponderende uitsparing in de afdichtpakking 5.

Ten slotte is zoals uit de figuren blijkt, het uiteinde 9 van het buitenste been 13 van de bevestigingsring 8 aan gedrukt tegen de 15 binnenwand van de eindwand 1.

Voor het vormen van de koppeling volgens de uitvinding brengt men de bevestigingsring 8 aan in de afdichtpakking 5 en het samenstel wordt in de eindmof 1 geschoven. Het op de juiste wijze op zijn plaats brengen van het samenstel wordt gewaarborgd doordat het eind-20 deel 9 van het buitenste been 13 van de bevestigingsring 8 tot aan- ligging komt tegen de binnenwand van de eindmof 1. Na het op de plaats brengen van het samenstel van bevestigingsring 8/afdichtpakking 5, brengt men het uiteinde 3 van de eindmof 1 op de vervormingstempera-tuur en men buigt het uiteinde 3 radiaal om met behulp van een ge-25 schikt gereedschap zodat het samenstel definitief in de eindmof 1 is opgesloten.

Een aldus gevormde koppeling is voor direkt gebruik gereed en voor het in bedrijf stellen behoeft men slechts een aan te koppelen buisstuk 12 in te laten.

30 Tijdens dit inlaten veroorzaakt het uiteinde van het buisstuk het radiaal uitrekken van het binnenste been 7 van de afdichtpakking en het strak aanleggen daarvan op de buitenwand van de aangekoppelde buis 12. Gezien de flexibiliteit van het binnenste been 10 van de bevestigingsring kan het aangekoppelde buisstuk 12 hoekverplaatsingen 35 ot ondergaan zonder dat de koppeling aan afdichting verliest en zonder de kans op breuk, e.e.a. door de aanwezigheid van de bevestigingsring 8401898 -7- 8 die dergelijke hoekverplaatsingen toelaat en steeds het binnenste > been 7 van de afdichtpakking 5 in nauw contact houdt met de buiten wand van het aangekoppelde buisstuk (fig. 3).

De beschreven koppeling is vervaardigd van PVC en de bevesti-5 gingsring 8 is vervaardigd van materiaal op basis van hetzij PVC, hetzij een polyamide.

De fig. 4-11 tonen diverse mogelijke varianten van de koppeling volgens de uitvinding.

De eindmof van de koppeling kan zijn vervaardigd hetzij door 10 spuitgieten (fig. 1-6, 8-10), hetzij door verwijding van een deel van de geëxtrudeerde buis (fig. 7 en 11).

34 0 1 S 9 8

Claims (10)

1. Koppeling die hoekverplaatsingen van aaneengekoppelde buis-stukken toelaat, voorzien van een eindmof waarvan de binnendiameter groter is dan de buitendiameter van een door inlaten aan te koppelen buis, een ringvormige afdichtpakking met een in het algemeen C-vbrmige 5 dwarsdoorsnede waarvan één van de tegenover elkaar gelegen benen aanligt tegen de binnenwand van de eindmof en waarvan het andere tegenoverliggende been aanligt tegen de buitenwand van de aan te koppelen buis en verder voorzien van een bevestigingsring voor de afdichtpakking, welke ring eveneens een in het algemeen C-vormige dwarsdoorsnede 10 heeft, met het kenmerk, dat de bevestigingsring (8) in de afdichtpakking (5) is opgenomen en het buitenprofiel· van de bevestigingsring in hoofdzaak correspondeert met het binnenprofiel van de afdichtpakking .

2. Koppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buiten-15 ste (13) van de twee tegenoverliggende benen van de bevestigingsring (8) stijf is en de buitenste (2) van de twee tegenoverliggende benen van de afdichtpakking (5) tegen de binnenwand van de eindmof (1) houdt.

3. Koppeling volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de binnenste (10) van de twee tegenover elkaar gelegen benen van de beves- 20 tigingsring (8) flexibel is en de binnenste (7) van de twee tegenover elkaar gelegen benen van de afdichtpakking tegen de buitenwand van een aan te koppelen buis (12) houdt.

4. Koppeling volgens één'van de conclusies 2 of 3, met het kenmerk, dat het uiteinde (3) van de eindmof (1) radiaal binnenwaarts is 25 gebogen voor het opsluiten van de afdichtpakking (5) en de bevestigingsring (8).

5. Koppeling volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afdichtpakking (5) is voorzien van afdichtribben (4)(6) op het buitenoppervlak van de buitenste (2) van de twee tegenover elkaar 30 gelegen benen, in aanraking met de binnenwand van de eindmof (1).

6. Koppeling volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het uiteinde (9) van de buitenste (13) van de twee tegenover elkaar gelegen benen van de bevestigingsring (8) steun neemt tegen de binnenwand van de eindmof (1). 8401898 -9-

7. Koppeling volgens één van de voorgaande conclusies, met het * kenmerk, dat de afdichtpakking (5) is voorzien van een openingsdia- meter die in hoofdzaak gelijk is aan de buitendiameter van de aan te koppelen buis (12), waarbij de binnenste (7) van de twee tegenover 5 elkaar gelegen benen van deze pakking naar de hartlijn van de koppeling is gericht volgens een hoek die tot 30° kan bedragen.

8. Koppeling volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de binnenste (7) van de twee tegenover elkaar gelegen benen van de afdichtpakking (5) is voorzien van afdichtribben op beide 10 oppervlakken.

9. Koppeling volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bevestigingsring (8) is uitgerust met een uitwendig ringvormig uitsteeksel (11) ter hoogte van de binnenste (10) van de twee tegenover elkaar gelegen benen, welk uitsteeksel is opgenomen 15 in een corresponderende ringvormige uitsparing in de afdichtpakking (5).

10. Kbppeling volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze uit kunststof is vervaardigd. 8401898