NL8401726A - Horizontale afdekking met groot oppervlak. - Google Patents

Horizontale afdekking met groot oppervlak. Download PDF

Info

Publication number
NL8401726A
NL8401726A NL8401726A NL8401726A NL8401726A NL 8401726 A NL8401726 A NL 8401726A NL 8401726 A NL8401726 A NL 8401726A NL 8401726 A NL8401726 A NL 8401726A NL 8401726 A NL8401726 A NL 8401726A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cover
support
grid
cables
cover according
Prior art date
Application number
NL8401726A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Voest Alpine Krems
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Voest Alpine Krems filed Critical Voest Alpine Krems
Publication of NL8401726A publication Critical patent/NL8401726A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B7/00Roofs; Roof construction with regard to insulation
    • E04B7/14Suspended roofs
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H15/00Tents or canopies, in general
    • E04H15/18Tents having plural sectional covers, e.g. pavilions, vaulted tents, marquees, circus tents; Plural tents, e.g. modular

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Tents Or Canopies (AREA)
  • Laying Of Electric Cables Or Lines Outside (AREA)

Description

i -1-
Horizontale afdekking met groot oppervlak
De uitvinding heeft betrekking op een horizontale afdekking met groot oppervlak voorzien van steunposten, die langs de uitgestrektheid van de afdekking in een raster opgesteld en langs het raster aan de bovenzijde door draagkabels 5 verbonden zijn, die een horizontale afdekkap bijvoorbeeld een voor afschaduwing dienende netvormige kap of een zonlicht doorlatende broeikasfolie dragen.
Er is een afdekking bekend, waarbij de draagelemen-ten voor de afdekkap uit in het raster van de steunposten 10 aangebrachte metalen buizen bestaan, die aan de boveneinden van de steunposten in stijve knoopverbindingen samenkomen.
Het zo gevormde stijve draagraster is voorzien van in één van de beide richtingen van het raster verlopende draagkabels, die doorzakken van de afdekkap tussen de door de metalen bui-15 zen gevormde draagelementen voorkomen.
Nadelen van de bekende afdekking zijn de hoge kosten, de tengevolge van de stijfheid optredende gevoeligheid voor winddruk en voor de hoge temperaturen, die de uit metalen buizen bestaande draagelementen tengevolge van zonnestra-20 ling aannemen, waardoor de uit kunststof bestaande afdekkap-pen worden vernield.
Er zijn verder afdekkingen van de in de aanhef genoemde soort bekend met tussen de in een raster opgestelde steunposten gespande draagkabels, die een afdekkap dragen.
25 Ook deze afdekkingen zijn gevoelig voor winddruk en temperatuurschommelingen.
De uitvinding heeft ten doel een horizontale afdekking met groot oppervlak aan te geven, die de genoemde nadelen niet vertoont en die minder gevoelig is voor winddruk en 30 temperatuurschommelingen en die geschikt is als bescherming tegen ongewenste klimaatinvloeden, bijvoorbeeld te sterke zonnestraling, hagel, te sterke uitstraling en afkoeling tijdens de nachtelijke uren, en als windscherm. De afdekking kan worden toegepast bijvoorbeeld als afscherming van cultures, 35 voertuigen op parkeerplaatsen, enz.
Bij een afdekking van in de hefhef beschreven soort bestaat de uitvinding daaruit, dat de draagkabels aan één einde elk aan een bijvoorbeeld aan de rand van het raster 8401726 • i -2- staande steunpost bevestigd en op de andere steunpost beweegbaar gespannen zijn, waarbij bij voorkeur alle steunposten dezelfde hoogte hebben. Bij de afdekking volgens de uitvinding worden alle middelste steunposten door twee rechthoekig 5 op elkaar staande draagkabels slechts van bovenaf belast, zonder dat zijdelingse krachten daarop uitgeoefend kunnen worden.
In een voorkeursuitvoering van de afdekking volgens de uitvinding worden de draagkabels met hun niet vast beves-10 tigde einde over een omlooporgaan, bij voorkeur een keerrol, gevoerd, die aan een aan de rand van het raster staande steunpost is aangebracht, waarbij de kabels met hun einde aan een spangewicht zijn bevestigd. Bij voorkeur zijn verder slechts de aan de rand van het raster staande steunposten, 15 waar de draagkabels eindigen, door hieraan verankerde spandraden aan de buitenzijde getuid.
Het is van voordeel het omlooporgaan, bij voorkeur de keerrol, op een uit de steunpost uitstekende arm te legeren, waarop tevens de tuidraad aangrijpt.
20 Aan de steunposten kunnen bij doelmatige uitvoering aan de bovenzijde oplegkoppen met loodrecht op elkaar staande uitsparingen van verschillende diepte worden bevestigd, waarin de draagkabels verschuifbaar zijn gelegerd. De bijvoorbeeld uit kunststof (PVC) bestaande oplegkoppen kunnen in de 25 boveneinden van de steunposten in de vorm van holle profielen worden gestoken. De minder diepe uitsparing van de oplegkoppen kan met voordeel een horizontale boring bezitten, die van bovenaf door een schuin daarop staande gleuf toegankelijk is. De diepere uitsparing van de oplegkoppen wordt met voordeel 30 door een groef gevormd. De bovenste draagkabel kan in deze uitvoeringsvorm van de afdekking na het inleggen van de onderste draagkabel in de groef via de schuine gleuf in de boring worden geregen, zodat beide draagkabels in hun individuele uitsparingen tegen uittreden naar boven zijn geborgd.
35 De steunposten behoeven geen fundament in de grond te hebben; het is voldoende deze met een aan de voet bevestigde steunplaat af te steunen. De steunposten kunnen in een ongeveer 50 cm diepe boring in de grond worden gestoken, die weer met zand wordt volgestort.
8401726 • « -3-
«4fc T
De steunplaten hebben bij voorkeur van binnen naar beneden uitstekende nagels in de vorm van haken om verdraaiing te voorkomen. Voor een eenvoudige verbinding met de steunposten is het van voordeel de steunplaten te voorzien 5 van hieruit gestanste en naar boven omgebogen delen, waarover het onderste einde van de steunposten in de vorm van holle metaalprofielen geschoven wordt, waarbij een neus is een uitsparing wordt opgenomen.
Bij de afdekking volgens de uitvinding ligt de af-10 dekkap bij voorkeur boven op het raster van draagkabels, waaraan deze door hieraan bevestigde lussen, ogen of dergelijke beweegbaar is bevestigd.
De rand van de horizontale afdekking kan met voordeel worden gevormd door schuin naar onder gerichte afdekkap-15 pen, die zijwind tegenhouden en willekeurige openingen voor in- en uitgangen respektievelijk uitritten vrij kunnen laten.
De de rand van het raster vormende draagkabels dragen tezamen met vanaf de rand naar buiten gespannen spandraden de zijdelingse, vanaf de rasterrand schuin naar beneden verlopende 20 afdekkappen.
De spandraden zijn doeltreffend met eerste ankers verbonden, die weer een nabij de grond verlopende, horizontale draagkabel voor de buitenrand van de zijdelingse afdekkappen dragen.
25 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een horizontale afdekking met grote oppervlakken volgens de uitvinding.
In de tekening tonen: 30 Figuren 1 en 2 een bovenaanzicht respektievelijk zijaanzicht van de afdekking in de met pijl 2 aangeduide richting, figuur 3 een detail van de afdekking, namelijk een boveneinde van een steunpost in een zijaanzicht, 35 figuur 4 een detail van figuur 3 eveneens in zij aanzicht, figuren 5 en 6 hetzelfde detail van de andere zijde respektievelijk van boven af gezien, en.
figuur 7 een uitslag van een verder detail van de 8401726 τ * -4- -Λ.
afdekking, namelijk een onderste einde van een steunpost.
Figuur 1 toont een raster van steunposten 1, 2, 3, 4, die door in het raster aangebrachte draagkabels 5 met elkaar zijn verbonden * De in het midden van het raster aanwezi-5 ge steunposten zijn met 1, die aan de rand van het raster met 2 respektievelijk 3 en die aan de hoeken met 4 aangeduid. Aan de posten 2 is telkens een draagkabel 5 met één einde bevestigd. Op de middenposten 1 zijn telkens twee loodrecht op elkaar staande draagkabels 5 beweegbaar gelagerd, zodat deze 10 steunposten 1 slechts van boven af door deze draagkabels 5 worden belast zonder dat zijdelingse krachten kunnen optreden. De draagkabels 5 zijn vanaf het aan iedere post bevestigde einde over de gehele lengte respektievelijk breedte van de horizontale afdekking (uitgestrekt van het raster van 15 steunposten 1-4) gespannen en zijn met het niet bevestigde einde langs een omlooporgaan gevoerd, dat aan een aan de rand van het raster aanwezige steunpost is aangebracht, waar het einde met een spangewicht is verbonden. Dit spangewicht is in figuur 1 telkens met een dikke streep dwars op de draagkabel 20 5 en 6 aangegeven.
Figuur 1 toont verder, dat slechts de aan de rand van het raster aanwezige steunposten 2, 3, 4 door hieraan verankerde spankabels 7 naar buiten toe zijn getuid. De hoekstijlen 4 worden door telkens twee spankabels 7 en alle ande-25 re randstijlen 2, 3 door telkens één spankabel 7 getuid. De spankabels 7 zijn met hun einde aan grondankers 8 bevestigd, die ongeveer 80 cm in de grond zijn gestoken.
Aan de met 2 aangegeven, aan de rand aangebrachte steunposten is telkens één einde van een draagkabel 5 beves-30 tigd, terwijl deze steunposten zijn voorzien van een beweegbaar leger voor een tweede, dwarsgerichte draagkabel. De steunposten 3 aan de rand hebben, evenals de middelste steunposten, twee loodrecht op elkaar staande, beweegbare legers voor de daaroverheen verlopende draagkabels 5 en verder nog 35 het omkeerorgaan (figuur 3) voor het niet bevestigde einde van de aan het opspangewicht 6 bevestigde draagkabel 5. Aan de hoekposten 4 zijn telkens de einden van een draagkabel 5 bevestigd, terwijl iedere hoekpost 4 een omkering voor het vrije einde van de loodrecht op de genoemde draagkabel 5 8401726 -5- • * », * staande draagkabel 5 bezit.
De in de tekening niet zichtbare afdekkap ligt boven op het raster van draagkabels 5, waaraan deze beweegbaar is bevestigd op een bekende wijze door middel van daaraan be-5 vestigde lassen, ogen of dergelijke, die niet zijn weergegeven. De horizontale afdekkap strekt zich in dezelfde richting uit als het raster van steunposten 1-4. De rand van de horizontale afdekking wordt gevormd door schuin vanaf de rand van het raster naar beneden verlopende, zijdelingse afdekkappen 10 (niet weergegeven). Deze zijdelingse afdekkappen zijn aan de rand van het raster vormende draagkabels 5 en aan de spankabels 7 bevestigd. Aan de buitenste begrenzing zijn zij aan buitenste, nabij de grond aanwezige draagkabels bevestigd, die de bovenste einden van de grondankers 8 met elkaar ver-15 binden.
In figuur 2, die de in figuur 1 weergegeven afdekking in doorsnede in de richting van de pijl 2 vanaf één zijde respektievelijk van onder het maaiveld 10 weergeeft, is het verloop van een draagkabel 5 vanaf het aan de linker 20 hoekstijl bevestigde einde tot aan het vrije einde aangegeven, dat bij de rechter hoekstijl 4 aan het opspangewicht is bevestigd. Verder is te zien het bij de linker hoekstijl 4 aanwezige opspangewicht 6 aan het vrije einde van een loodrecht op de zichtbare draagkabel 5 staande draagkabel 5.
25 Van de overige draagkabels 5, die loodrecht staan op de in figuur 2 over de volle lengte zichtbare draagkabels 5, is in figuur 2 slechts het aan de steunposten 2 bevestigde einde aangegeven. Verder toont figuur 2 dat de steunposten 2, 4 (evenals de hier niet zichtbare steunposten 1, 3) zonder 30 fundering in de grond zijn aangebracht en op een aan de voet bevestigde steunplaat 11 worden afgesteund.
Figuur 3 toont een bovenste einde van een aan de rand van het raster aanwezige steunpost 3 met een omkeerrol 12 voor het vrije einde van een draagkabel 5. De omkeerrol 12 35 is op een boven uit de steunpost 3 uitstekende arm 13 gelegerd, die bovendien door de bij 7 aangegeven draagkabel wordt aangegrepen. De steunpost 3 wordt gevormd door een hol metalen profiel en de arm 13 is bevestigd aan een over de steunpost 3 geschoven manchet 14, die door een schroef 15 aan de 8401726 -6- steunpost 3 is bevestigd. In het boveneinde van het holle, metalen profiel van de steunpost 3 is een uit kunststof bestaande oplegkop 16 passend ingevoerd.
De oplegkop 16 is in de figuren 4-6 in detail weer-5 gegeven. Deze kop vertoont loodrecht op elkaar staande uitsparingen 17 respektievelijk 18, 19 van verschillende diepte, waarin telkens een draagkabel 5 verschuifbaar is aangebracht. De minder diepe uitsparingen 18, 19 (voor de bovenste draagkabel 5) hebben een horizontale boring 18, die van boven af 10 door een schuin daarop staande gleuf 19 toegankelijk is. Deze ondersnijding verhindert de bovenste draagkabel 5 en dus ook de onderste draagkabel 5 uit zijn uitsparing 18, 19 te treden, die dwars daarop in de als groef 17 uitgevoerde uitsparing ligt. Deze boring is belangrijk in geval van storingen. 15 De uitslag in figuur 7 toont de verbinding van het onderste einde van een steunpost 3 met een steunplaat 11.
Zoals aangegeven heeft de steunplaat 11 uitgestanste, naar boven gebogen delen, waaroverheen het onderste einde van de steunpost 3 kan worden geschoven. Neuzen 21 worden 20 daarbij in openingen 22 opgenomen.
De steunplaat 11 heeft verder naar beneden gerichte nagels 23 in de vorm van haken aan de hoeken, om te voorkomen, dat de steunpost zich in de grond verdraait.
De steunposten 1 en 2 zijn gelijk aan de in de fi-25 guren 3-7 weergegeven steunposten 3, echter zonder de arm 13 (dus zonder de delen 12-15 en zonder de spankabel 7). Het telkens aan een steunpost 2 bevestigde einde van een draagkabel 5 kan door een niet weergegeven kabelklem worden gevormd, die direkt kan worden aangesloten aan het einddeel van de 30 draagkabel 5, dat in de uitsparing 17 ligt. De hoekstijlen 4 zijn gelijk aan de steunposten 3, doch dienen tevens voor de bevestiging van een einde van de draagkabel 5. Deze bevestiging kan identiek zijn aan de bevestiging aan de steunpost 2. De in figuur 3 boven de omkeerrol 12 slechts voor een deel 35 van de omtrek met gebroken lijnen aangegeven verdere omkeerrol geeft slechts de hoogte aan, waarop zich de omkeerrol 12 voor de in figuur 3 bovenste draagkabel 5 bevindt.
^ - -conclusies- 8401726

Claims (9)

1. Horizontale afdekking met groot oppervlak met steunposten, die langs de uitgestrektheid van de afdekking in een raster opgesteld en langs het raster aan de bovenzijde door draagkabels met elkaar zijn verbonden, die een horizon- 5 tale afdekkap, bijvoorbeeld een voor afschaduwing dienende netvormige afdekkap of een voor zonlicht doorlaatbare broeikasfolie dragen, met het kenmerk, dat de draagkabels (5) aan één einde aan telkens een bijvoorbeeld aan de rand van het raster staande steunpost (2) bevestigd en op de andere steun- 10 posten (1, 3) onder spanning beweegbaar gelegerd zijn, waarbij bij voorkeur alle steunposten (1, 2, 3) dezelfde hoogte vertonen.
2. Afdekking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draagkabels (5) met hun vrije einde over een omkeeror- 15 gaan, bij voorkeur een omkeerrol (12) zijn gevoerd, die aan een steunpost (3) aan de rand van het raster is aangebracht, welke einden aan een opspangewicht (6) zijn bevestigd.
3. Afdekking volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat slechts de aan de rand van het raster staande 20 steunposten (2, 3), waaraan het einde van de draagkabels (5) is gelegen, door middel van hieraan verankerde spankabels (7) naar buiten zijn getuid.
4. Afdekking volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het omkeerorgaan respektievelijk de omkeerrol (12) 25 op een boven uit de steunpost (3) uitstekende arm (13) is gelegerd, waarop tevens de spankabel (7) aangrijpt.
5. Afdekking volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat aan de steunposten (1-4) aan de bovenzijde oplegkoppen (16) met loodrecht op elkaar staande uitsparingen 30 (17, 18, 19) van verschillende diepte zijn bevestigd, waarin de draagkabels (5) verschuifbaar zijn gelegerd.
6. Afdekking volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de oplegkoppen (16) passend in de boveneinden van de steunposten in de vorm van holle metalen profielen (1-4) kun- 35 nen worden gestoken.
7. Afdekking volgens conclusie 5 of 6, met het ken- 8401726 * -8- merk, dat de minder diepe uitsparing (18, 19) een horizontale boring (18) bezit, die van boven af door een schuin daarop staande gleuf (19) toegankelijk is.
8. Afdekking volgens één van de conclusies 5-7, met 5 het kenmerk, dat de diepere uitsparing (17) in de vorm van een groef is uitgevoerd.
9. Afdekking volgens één van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat op het raster van draagkabels (5) de afdek-kap is gelegen en door middel van daaraan bevestigde lussen, 10 ogen of dergelijke beweegbaar is bevestigd. 8401725
NL8401726A 1983-06-03 1984-05-29 Horizontale afdekking met groot oppervlak. NL8401726A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AT204983 1983-06-03
AT0204983A AT378560B (de) 1983-06-03 1983-06-03 Grossflaechige, horizontale abdeckung

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8401726A true NL8401726A (nl) 1985-01-02

Family

ID=3526673

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401726A NL8401726A (nl) 1983-06-03 1984-05-29 Horizontale afdekking met groot oppervlak.

Country Status (4)

Country Link
AT (1) AT378560B (nl)
FR (1) FR2546937A1 (nl)
IT (1) IT1176240B (nl)
NL (1) NL8401726A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
LU90515B1 (en) * 2000-02-03 2001-08-06 Trefil Arbed Bissen S A Method for assembly of a lightweight construction
LU90708B1 (en) * 2000-12-20 2002-06-21 Trefilarbed Sa Lihtweight construction

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1784051A1 (de) * 1968-07-02 1971-09-16 Zokalj Zlatko Dipl Ing Grossflaechige tragende Membranen aus faserverstaerktem Kunststoff,insbesondere als Dachschalen
US3638368A (en) * 1970-03-09 1972-02-01 Environmental Structures Inc Inflatable shelter and method of erection
DE2422881A1 (de) * 1974-05-11 1975-11-20 Stromeyer & Co Gmbh L Ueberdachung
DE2504898A1 (de) * 1975-02-06 1976-08-19 Schleich Josef Bauweise und bauelementensatz fuer ein weitgespanntes, montierbares hallendach

Also Published As

Publication number Publication date
ATA204983A (de) 1985-01-15
IT1176240B (it) 1987-08-18
AT378560B (de) 1985-08-26
IT8421226A1 (it) 1985-12-01
IT8421226A0 (it) 1984-06-01
FR2546937A1 (fr) 1984-12-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0290640A1 (en) Spring unit
NL8401726A (nl) Horizontale afdekking met groot oppervlak.
KR102259672B1 (ko) 철망 고정프레임
US4459649A (en) Pole mounted lighting system
NL9200389A (nl) Inrichting voor het tegen weers- en zoninvloeden afschermen van een stuk teelgrond.
KR20200014612A (ko) 와이어를 이용한 개폐식 천막
CN210439957U (zh) 一种铁路t梁施工专用梯
CN212105033U (zh) 一种高层建筑装配式钢结构施工架
ATE24974T1 (de) Projektionsschirm-aufbau.
JPS5934848Y2 (ja) 太陽温水器取付架台
NL2006096C2 (nl) Spijl voor een poort en werkwijze voor het vervaardigen van een poort.
CN218764330U (zh) 一种农产品加工用晾晒架
KR102136540B1 (ko) 데크로드 울타리용 알루미늄제 앵커 및 이를 이용한 데크로드 울타리
FI863760A (fi) Plaotprofil.
US1956757A (en) Slat fence post mounting
NL1029396C1 (nl) Tuinafscheiding.
CN210585911U (zh) 一种分拣机的框架结构
CN215482346U (zh) 一种柱式桥墩上的抱箍安装施工吊篮
ITUD20000227A1 (it) Palo a griffe per chiusura a griglia
US6234235B1 (en) Structure of a venetian blind
SU1006615A1 (ru) Анкерное устройство
AU626609B2 (en) Post supports
JPH06124065A (ja) シート状部材張設装置
CN206337693U (zh) 一种凉亭、凉亭顶端组件及其中檩条连接件
US2818921A (en) Venetian blind

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed