NL8401664A - Sleutelhouder. - Google Patents

Description

Ά 84.5074/Rey/sme

Korte aanduiding: Sleutelhouder.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een sleutelhouder, omvattende een houderlichaam, waarin aan weerszijden een pen is aangebracht, waarbij elke pen is voorzien van een ringvormig orgaan voor het opnemen van sleutels.

5 Een dergelijke sleutelhouder is bekend, waarbij aan elk van de ringvormige organen verschillende sleutels kunnen worden bevestigd. Zo kan men aan het ene ringvormige orgaan bijvoorbeeld huissleutels en aan het andere ringvormige orgaan autosleutels bevestigen. Tevens is het bekend om een van de 10 ringvormige organen uit te voeren als een mousquetonhaak, teneinde de sleutelhouder aan een lus van een kledingstuk te bevestigen.

De onderhavige uitvinding beoogt deze bekende sleutelhouder zodanig te verbeteren, dat het gebruik hiervan wordt 15 vereenvoudigd, bijvoorbeeld wanneer men zijn autosleutels wil afgeven of uitlenen, of in het geval de sleutelhouder aan een kledingstuk is bevestigd, men bij het gebruik van een van de sleutels de sleutelhouder niet in zijn geheel van het kledingstuk behoeft los te maken.

20 Het bovengenoemde oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het houderlichaam bestaat uit twee losneembaar met elkaar te koppelen gedeelten, waarbij elk van de gedeelten een pen met ringvormig orgaan bevat.

Op deze wijze is het mogelijk de sleutelhouder te split-25 sen in twee afzonderlijke helften met elk een ringvormig orgaan voor het opnemen van sleutels. Op deze wijze kan men het ene gedeelte van de sleutelhouder aan het kledingstuk laten en het andere gedeelte gebruiken of men kan op eenvoudige wijze een of meerdere sleutels afgeven, zonder dat men deze los hoeft 30 te maken van het ringvormige orgaan.

Volgens een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen de beide gedeelten van het houderlichaam door middel van een snapverbinding aan elkaar worden gekoppeld, welke snapverbinding kan worden verbroken door een axiale 35 verplaatsing van een van de pennen in het bijbehorende gedeelte van het houderlichaam. De beide gedeelten van de sleutelhouder 840166*

/- jA

- 2 - kunnen zodoende bijzonder eenvoudig van elkaar worden gescheiden en weer met elkaar worden verbonden.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 5 fig. 1 een perspektivisch aanzicht toont van de sleutel- houder volgens de uitvinding; fig. 2 een doorsnede toont van de sleutelhouder uit fig.

1, waarbij de beide gedeelten enigszins uit elkaar zijn geschoven; en 10 fig. 3 op grotere schaal een detail toont van de doorsnede volgens fig. 2, waarbij de beide gedeelten in gekoppelde toestand zijn weergegeven.

Zoals te zien is in fig. 1, bestaat de sleutelhouder volgens de uitvinding uit een houderlichaam 1, waarin aan weers-15 zijden een pen 2 resp. 3 is aangebracht, waarbij elke pen is voorzien van een conventionele sleutelring 4.

Zoals duidelijker blijkt uit de fig. 2 en 3, bestaat het houderlichaam 1 uit twee gedeelten, namelijk een eerste gedeelte bestaande uit een huls 5, die aan één uiteinde is af-20 gesloten door een hierin aangebracht koppelelement 6, en een tweede gedeelte 7, dat in de huls kan worden geschoven en pp hierna te beschrijven wijze met het koppelelement kan worden verbonden.

De huls 5 van het eerste gedeelte heeft in de weergege-25 ven uitvoeringsvorm een langwerpige platte vorm met afgeronde uiteinden.

Het koppel-element 6 is voorzien van een axiaal boorgat 8, waarvan de hartlijn samenvalt met de longitudinale hartlijn van de huls 5. In het boorgat 8 is de pen 2 aangebracht, waar- 30 van het buiten de huls stekende uiteinde is voorzien van een verdikking 9 met een dwars op de longitudinale hartlijn van de pen staand boorgat 10, waarin de sleutelring 4 of dergelijke kan worden aangebracht.

Het koppelelement 6 is in de huls 5 vastgezet door middel 35 van twee aan weerszijden van het koppelelement aangebrachte verende lippen 11, 11’, die aan hun uiteinden zijn voorzien van een haakvormig orgaan 12, 12'. De verende lippen 11, 12; 11’, 12', die zich in hoofdzaak in de lengterichting van de 8401864 - 3 - huls uitstrekken, vormen een snapverbinding met aan de binnenzijde van de huls 5 aangebrachte uitsteeksels 13, 13'.

Vervolgens is het koppelelement 6 voorzien van twee verende lippen 14, 14’, die tussen de lippen/aaA weerszijden 5 van het boorgat 8 liggen en zich eveneens in longitudinale richting binnen de huls uitstrekken. De lippen 11, 11’ zijn aan hun uiteinden voorzien van haakvormige organen 15, 15’.

Op naar elkaar toe gerichte oppervlakken van de lippen 14, 14’ is elke lip voorzien van een nok 16, 16’ die elkaar naderen nabij de longitudinale hartlijn van de huls, welke nokken op nader te beschrijven/saïenwerken met de pen 2.

De pen 2 is nabij zijn van de kop 9 afgelegen uiteinde voorzien van een versmald deel, dat vanaf de zijde van de kop 9 wordt gevormd door een conisch oppervlak 17, dat zich voort-15 zet in een versmald cilindrisch deel 18. Het cilindrisch deel 18 gaat vervolgens trapvormig over in een eindstuk 19 van de pen.

De nokken 16, 16' hebben een in hoofdzaak driehoekige vorm met een schuine zijde 20, 20’ die is gericht naar het 20 conische oppervlak 17 van de pen 2 en een rechte zijde 21, 21’ loordrecht staat op de longitudinale hartlijn van de huls 5 en in aanraking staat met de trapvormige verdikking van het eindstuk 19 van de pen 2. De naar elkaar toe gerichte uiteinden van de nokken 16 en 16’ nemen tussen zich in het smalle 25 cilindrische oppervlak 18 van de pen op.

Het tweede gedeelte 7 van het houderlichaam 1 heeft een in de lengterichting van de huls 5 lopend boorgat 22, waarin de pen 3 op geschikte wijze is bevestigd, die een kop 23 heeft met een dwars boorgat 24, waarin een sleutelring 4 aan kan wor-30 den bevestigd (zie fig. 2).

Het tweede gedeelte 7 is voorts voorzien van twee ope-ningen 25, 25' die zijn aangebracht in de naar het koppelelement 6 gerichte wand 26 van het gedeelte 7. De openingen 25 en 25’ geven toegang tot een in het gedeelte 7 aangebrachte 35 holte 27 en zijn bestemd om de haakvormige organen 15, 15’ van de verende lippen 14, 14' op te nemen.

In fig. 3 is de sleutelhouder weergegeven in een stand, waarbij het eerste gedeelte 5, 6 en het tweede gedeelte 7 84 0 1 5 6 4 - 4 - aan elkaar zijn gekoppeld. De haakvormige organen 15, 15’ steken in de resp. opening 25 en 25' en grijpen achter de wand 26.

Het loskoppelen van de beide gedeelten van de sleutel-5 houder geschiedt op de volgende wijze.

Vanuit de in fig. 3 weergegeven stand wordt de pen 2 in axiale richting bewogen volgens de pijl A. Het conische oppervlak 17 van de pen komt hierdoor in aanraking met de schuine zijden 20, 20' van de nokken 16, 16' waardoor de lippen 14, 14’ 10 veerkrachtig verdraaien volgens de pijlen B. Bij het indrukken van de pen 2, zullen de lippen 14, 14’ de in fig. 3 voor de lip 14 met streeplijnen aangegeven stand innemen, in welke stand de haakvormige organen 15, 15’ het tweede gedeelte 7 vrijgeven. Het tweede gedeelte 7 kan vervolgens uit de huls 15 5 worden geschoven, zoals is weergegeven in fig. 2.

Als de druk op de pen 2 wordt opgeheven, zal deze pen ten gevolge van de veerkracht van de lippen 14, 14’ door de druk van de schuine vlakken 20 en 20' op het conische oppervlak 17 weer worden teruggedrukt naar de beginstand. De nokken 20 16, 16' hebben hierbij tevens een functie in het vasthouden van de pen 2 via het versmalde gedeelte en de eindkop 19.

Indien men hierna het tweede gedeelte weer aan het eerste gedeelte wil bevestigen, behoeft men dit tweede gedeelte 7 slechts in de huls 5 te schuiven, totdat de haakvormige orga-25 nen 15, 15’ weer in de openingen 25, 25’ snappen.

Het zal duidelijk zijn, dat binnen het kader van de uitvinding een groot aantal varianten mogelijk zijn. Zo kan het koppelelement 6 ook op andere wijze in de huls zijn bevestigd of kunnen de haakvormige organen en de uitsparing 27 in het 30 tweede gedeelte 7 een andere configuratie hebben.

3401664

Claims (7)

1. Sleutelhouder, omvattende een houderlichaam, waarin aan weerszijden een pen is aangebracht, waarbij elke pen is voorzien van een ringvormig orgaan voor het opnemen van sleutels, met het kenmerk, dat het houderlichaam bestaat uit 5 twee losneembaar met elkaar te koppelen gedeelten, waarbij elk van de gedeelten een pen met ringvormig orgaan bevat.

2. Sleutelhouder volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de beide gedeelten van het houderlichaam door middel van een snapverbinding aan elkaar kunnen worden ge- 10 koppeld, welke snapverbinding kan worden verbroken door een axiale verplaatsing van één van de pennen in het bijbehorende gedeelte van het houderlichaam.

3. Sleutelhouder volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat het ene gedeelte van het houderlichaam 15 bestaat uit een aan één uiteinde gesloten kokervormig element, waarin het andere gedeelte kan worden opgenomen binnen welk kokervormig element verende haakvormige lippen zijn aangebracht, die kunnen grijpen in geschikte holten van het andere gedeelte voor het vormen van de snapverbinding.

4. Sleutelhouder volgens conclusie 3,met het ken merk, dat de verende lippen zijn voorzien van nokken, die kunnen samenwerken met een conisch oppervlak van de bijbehorende pen, teneinde de lippen in zijdelingse richting te verplaatsen voor het losmaken van de snapverbinding.

5. Sleutelhouder volgens conclusie 3 of 4,met het kenmerk, dat het kokervormige element bestaat uit een huls, waarin aan één uiteinde een koppelelement is bevestigd, welk koppelelement een axiaal boorgat heeft voor de pen en de haakvormige verende lippen zich in axiale richting binnen de 30 huls uitstrekken. 8401684 4 ► - 6 -

6. Sleutelhouder volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de in het koppelelement aangebrachte pen nabij het van het ringvormige orgaan afgelegen uiteinde is voorzien van een versmald deel, dat vanaf de zijde van het ringvormige 5 orgaan eerst een conisch oppervlak heeft, dat overgaat in een smal cilindrisch oppervlak, dat trapvormig overgaat in een dikker eindstuk van de pen, en de nokken van de verende lippen zijn opgenomen in het versmalde deel van de pen, welke nokken elk een schuin vlak hebben dat samenwerkt met het 10 conische oppervlak, en een loodrecht op de longitudinale hartlijn van de huls staand vlak, dat samenwerkt met de trap-vormige verdikking van het eindstuk.

7· Sleutelhouder volgens één der voorafgaande conclusies 4 - 6, m e t het kenmerk, dat het koppelelement is 15 vervaardig! van een veerkrachtig kunststofmateriaal en door middel van een snapverbinding in de huls is vastgezet. 8401664