NL8401326A - Vaartuig met evenwijdige rompen. - Google Patents

Vaartuig met evenwijdige rompen. Download PDF

Info

Publication number
NL8401326A
NL8401326A NL8401326A NL8401326A NL8401326A NL 8401326 A NL8401326 A NL 8401326A NL 8401326 A NL8401326 A NL 8401326A NL 8401326 A NL8401326 A NL 8401326A NL 8401326 A NL8401326 A NL 8401326A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hull
thrusters
thruster
hulls
vessel according
Prior art date
Application number
NL8401326A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Goetaverken Arendal Ab
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Goetaverken Arendal Ab filed Critical Goetaverken Arendal Ab
Priority to NL8401326A priority Critical patent/NL8401326A/nl
Publication of NL8401326A publication Critical patent/NL8401326A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63HMARINE PROPULSION OR STEERING
    • B63H25/00Steering; Slowing-down otherwise than by use of propulsive elements; Dynamic anchoring, i.e. positioning vessels by means of main or auxiliary propulsive elements
    • B63H25/42Steering or dynamic anchoring by propulsive elements; Steering or dynamic anchoring by propellers used therefor only; Steering or dynamic anchoring by rudders carrying propellers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B1/00Hydrodynamic or hydrostatic features of hulls or of hydrofoils
    • B63B1/02Hydrodynamic or hydrostatic features of hulls or of hydrofoils deriving lift mainly from water displacement
    • B63B1/10Hydrodynamic or hydrostatic features of hulls or of hydrofoils deriving lift mainly from water displacement with multiple hulls
    • B63B1/107Semi-submersibles; Small waterline area multiple hull vessels and the like, e.g. SWATH

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)

Description

t
Vaartuig met evenwijdige rompen
De uitvinding heeft betrekking op vaartuigen met even- : wijdige rompen, in de eerste plaats half-afzirikbare buitengaatse vaartuigen net dubbele onderwaterrompen, voorzien van voortstuwings-machinerie bestaande uit een aantal azimut-stuwschroeven. De uit- i 5 vinding kan ook toegepast worden voor bepaalde catamaran-type ! vaartuigen. !
Elke stuwschroef is 360° roteerbaar ten opzichte van een verticale hartlijn, en wordt gebruikt voor voortstuwing zowel als voor het sturen. Een zeer belangrijke functie van deze schroeven 10 is om het vaartuig in een gewenste werkpositie te houden tijdens het bedrijf.
Deze stuwschroeven zijn noodzakelijk onder de bodem-beplating van de rompen gemonteerd.
Tijdens een reis maakt de werking van wind, golven en 15 stromen het nodig om een of meer schroeven ter plaatse van een van j 1 de rompen zo te richten dat de waterstraal, of -stralen naar de ! andere romp gericht zullen zijn. Een dergelijk richten van een of meer schroeven zal vooral opmerkelijk zijn, wanneer het wenselijk is om het vaartuig in een gewenste positie te houden. Het gedeelte 20 van een waterstraal, dat de zijde van de aangrenzende romp treft, , zal natuurlijk een kracht op de laatste uitoefenen, wat een onwenselijke stuurwerking veroorzaakt.
Het feit dat de stuwschroeven uit de bodembeplating van de rompen zullen steken zal problemen veroorzaken tijdens het 25 dokken en wanneer het vaartuig in een haven met een beperkte water- j diepte gebracht wordt.
Teiv-einde de in het voorgaande vermelde bezwaren te ondervangen wordt nu voorgesteld dat de rotatiehartlijn van het huis van elke stuwschroef hellend is ten opzichte van de verticale 30 hartlijn zodat de waterstraal van een stuwschroef ter plaatse van één ronp, die gebeurlijk naar de aangrenzende ramp gericht wordt, voornamelijk onder die romp passeren zal.
De stuwschroefhartlijn is bij voorkeur naar beneden/ 8401326 - 2 - ! naar buiten hellend ten opzichte van de verticale hartlijn.
Teneinde de stuwwerking verder te verbeteren kan de in hoofdzaak vlakke bodem van een romp, tenminste in het gedeelte daarvan i aangrenzend aan een stuwschroef, onihoog / naar buiten hellend zijn.
i S
|5 Het bezwaar met de stuwschroeven, die onder de bodem van de romp uitstéken, en zodoende het dokken verhinderen indien de schroeven niet gedemonteerd worden, kan tegengegaan worden door de beplating i ! in de voorromp alsmede in de achterromp van elke romp voldoende omhoog ί j ; te brengen boven de basislijn van de ramp, zodat elke stuwschroef, die i i |10 binnen een omhoog gebracht gedeelte aangebracht is, boven de basislijn ' ! blijven zal. De stuwschroefhartlijn is dan bij voorkeur naar buiten/ naar beneden hellend ten opzichte van een dwarsvlak. i
Bij een buitengaats vaartuig met twee stuwschroeven aan-grenzend aan tenminste een van de kolommen die door een romp gedragen 15 worden, zijn de stuwschroeven bij voorkeur aan weerszijden van een langs-middenvlak en een dwarsvlak door de kolom aangebracht.
Bij een buitengaats vaartuig met vier kolommen en twee stuwschroeven ter plaats van elk daarvan, worden de stuwschroeven, die ' aangebracht worden tussen de kolommen, welke door dezelfde romp gedragen 20 worden, bij voorkeur buiten een langsmiddenvlak door de romp aangebracht, terwijl stuwschroeven, die aangebracht worden buiten de kolommen, binnen dit langsmiddenvlak aangebracht worden.
De uitvinding zal in het volgende aan de hand van de bijgaande tekeningen beschreven worden.
25 Fig. 1 toont een verticale afbeelding van een buitengaats vaartuig dat met stuwschroeven volgens de uitvinding uitgerust is, fig. 2 toont een bovenaanzicht aan de dubbele rompen waarbij de posities van de stuwschroeven enigzins gewijzigd zijn, vergeleken met fig. 1, 30 fig. 3 toont schematisch hoe een gedeelte van een water straal van ëën stuwschroef met een gebruikelijke uitvoering tegen een aangrenzende romp terecht komt, fig. 4 toont een eindaanzicht van rompen met vlakke bodem-beplating en stuwschroeven die paarsgewijs gemonteerd zijn, 35 fig. 5 toont een gewijzigde uitvoering voor het verkrijgen 8401326 > - 3 - van een verbeterde waterstroming van de buitenste schroeven, en fig. 6 toont rteer in detail een stuwschroef met een onder een hoek werkend drijfwerk.
; Fig. 1 toont zeer schematisch een verticale afbeelding van j 5 een buitengaats vaartuig geschikt voor het boren of voor productie.
Het is voorzien van twee evenwijdige onderwaterronpen 10 ' en 11 (waarvan slechts ëên gezien kan worden in fig. 1), die door j middel van vier kolommen 12 - 15 een werkplatform 16 dragen, dat werkplaatsen, onderkomens voor de staf, bergplaatsen en dergelijke i I 10 voorzieningen omsluit. Het platform draagt voorts 'een booruitrusting : 17, of een draaikraan.
Het watemiveau voor het vaartuig onderweg is met 18 aan- ; gegeven, en het watemiveau tijdens het bedrijf is met 19 aangegeven, ί In het voorste gedeelte, alsmede in de achterromp van elke: 15 romp bevindt zich een stuwschroef 20, 21 of een paar van dergelijke schroeven. Teneinde verstoringen doordat de schroef waterstralen naar I een aangrenzende romp gericht worden te vermijden zijn de rotatie-hartlijnen 22 van de stuwschroeven op de in fig. 4 voorggstelde wijze voldoende naar beneden / naar buiten gericht ten opzichte van een 20 geometrische verticale hartlijn 23 om te verzekeren dat de waterstraal I voornamelijk onder de romp passeren zal. Ruw genomen zal de helft van j de kegelhoek in de waterstraal onder 10° verlopen.
Teneinde een dokking van het vaartuig mogelijk te maken zender de stuwschroeven te verwijderen, wordt de bodembeplating 24, i 25 25 van de voor- en achterrorrpen van de rompen voldoende omhoog gebracht boven de basislijn 26 van elke romp om te verzekeren dat de schroeven 20, 21 niet onder deze basislijn uitsteken.
Bij de onderhavige uitvoering is de stuwschroefhartlijn verder hellend ten opzichte van een dwarsvlak 27, in bij voorkeur 30 voldoende mate om de rotatiehartlijn van de schroef evenwijdig aan het aangrenzende gedeelte van de bodembeplating te brengen.
Fig. 2 toont een bovenaanzicht van de rompen bij een enigszins gewijzigde uitvoering van de aanbrenging van de stuwschroeven. Een paar stuwschroeven 20a, 20b zijn ter plaatse van elk van de achter-35 ste kolommen 12 en 14 aangebracht, en een paar stuwschroeven 21a, 21b 8401326 - 4 - zijn ter plaatse van elk van de voorste kolommen 13 en 15 aangebracht.
Deze schroeven worden aangebracht in gedeelten van de bodenfoeplating, die in hoofdzaak vlak is. Indien de hartlijn van een schroefhuis op een gebruikelijke wijze verticaal blijft zou de ; 5 schroef waterstraal van een schroef ter plaatse van een van de rompen, j bijvoorbeeld 10, voldoende kegelvormig verwijd zijn, wanneer deze de andere romp 11 bereikt, om daarop terecht te komen binnen het j gearceerde gedeelte 30 in fig. 3. Het terecht kernen tegen de zijde ; ΐ j van de romp 11 zou een onwenselijke stuurwerking op de romp uit- i ! 10 oefenen.
Zoals uit fig. 4 blijkt is de hartlijn 22 van het huis I van de stuwschroef voldoende hellend on te verzekeren dat de schroef-waterstraal 31 van de stuwschroef 21a ter plaatse van de romp 10 ongestoord onder de bodem van de remp 11 passeren zal.
15 Vervolgens wordt fig. 2 weer beschouwd, waarin twee stuwschroeven ter plaatse van elke kolom gezien worden. Het opper-vlakgebied van een schroef waterstraalkegel 31 ter plaatse van de tegenovergestelde romp zal natuurlijk afhangen van hoe de schroef gericht is.
20 Het oppervlakgebied zal zijn kleinste afmeting hebben indien de schroef recht op de romp gericht is, en zal toenemen als de invalshoek toeneemt. Tegelijkertijd zal de door de waterstraal I uitgeoefende kracht verminderd worden als gevolg van de toenemende afstand tussen de schroef en het daadwerkelijke gebied van de romp.
! 25 Opdat de waterstralen elkaar zo min mogelijk zullen verstoren worden de stuwschroeven 20b, 21b, die zich tussen de kolommen bevinden, buiten het langsmiddenvlak van de rompen aangebracht, terwijl de stuwschroeven 20a, 21a, die zich buiten de kolommen bevinden, binnen dit vlak aangebracht worden.
30 Indien de bodenbeplating van de romp binnen het gedeelte waar een stuwschroef aangebracht is, vlak is zal de schroefstraal van een schroef, die zich buiten het langsmiddenvlak bevindt, tegen de bodenfoeplating aangrenzend aan de zijbeplating terecht kanen, wanneer de schroef naar buiten gericht is. Dit is in fig. 4 aangegeven.
35 Teneinde deze nadelige werking te verminderen is het voor- 8401326 Λ - 5 - delig om de bodembeplating, tenminste in het gedeelte daarvan waar zich een stuwschroef bevindt, die buiten het langsmiddenvlak aange-: bracht is, zo te modelleren dat de beplating omhoog/ naar buiten hellend is op de met 32 in fig. 5 aangegeven wijze.
I 5 Fig. 6 toont meer in detail een gewijzigde uitvoering van ; een stuwschroef die volgens de uitvinding aangebracht is. De bodem- j beplating van de romp is met 40 aangegeven, en in een opening daarin: is een buisvormige omkasting 41 aangebracht, aan het ondereinde waarvan het schroefhuis 42 verbonden is.
'10 De gecombineerde omkasting 41 net het huis 42 zijn 360° roteerbaar om de verticale hartlijn .23 door middel van hydraulische motoren 43, die aandrijven op een tandkrans 44a dié op de aandrijfas 44 gemonteerd is.
Een aider een hoek werkend drijfwerk 45, dat een hoek 15 groter dan 90° insluit, verbindt de verticale aandrijfas 44 met de schroefas 46. De rotatiehartlijn voor de schroef is, evenals hiervoor, met 22 aangegeven. De schroef is met 47 aangegeven en is op een gebruikelijke wijze omsloten door een omhullingsring 48. De bladen van de schroef zijn verstelbaar, en het bladverstelmechanisme, dat in de | 20 naaf van de schroef ingebouwd is, wordt bediend door een verbindings-mechanisme 49, 50, 51.
De in het voorgaande beschreven en in de tekeningen weergegeven uitvoeringen zijn alleen voorbeelden van de uitvinding, waarvan de details op vele wijze gevarieerd kunnen worden zonder buiten i ! 25 het kader van de uitvinding te treden. De vorm van de rompen alsmede het aantal kolommen kan variëren, en voorts kunnen het aantal en de plaats van de stuwschroeven variëren afhangende van de eisen voor wat betreft de voortstuwing en het instelvermogen van het vaartuig, die aan het stuwschroef machinerie opgelegd worden.
30 Kort samengevat is in het voorgaande beschreven dat de plaatsing van azimut-stuwschroeven 20, 21 ter plaatse van de evenwijdige rompen 10, 11 van half-afzinkbare buitengaatse vaartuigen, of bij catamaran-type vaartuigen, zo ingericht is dat de waterstraal van een schroef ter plaatse van één romp, die gebeurlijk naar de aangrenzende 35 romp gericht wordt, voornamelijk onder laatstgenoemde romp passeren zal.
8401326 * - 6 -
Wanneer stuwschroeven 21a, 21b paarsgewijs aangebracht worden, zul-! len de bodems van de rompen bij voorkeur omhoog / naar buiten hellend zijn binnen het gedeelte 32 rond een stuwschroef 21b die buiten een langsmiddenvlak door de romp aangebracht is.
5 Teneinde het dokken van het vaartuig te vergemakkelijken moet de bodemfoeplating in het voorste gedeelte en de achterromp | van de rompen, waar de stuwschroeven gemonteerd zijn, voldoende ί omhoog gebracht worden om te voorkomen dat de schroeven onder de I basislijnen van de rompen uitsteken, waarbij met name op fig. 5 10 gewezen wordt.
i 8401326

Claims (8)

1. Vaartuig met twee evenwijdige rompen (10, 11), die eUc een voortstuwingsmachinerie dragen, daarónder begrepen een aantal azimut-stuwschroeven (20, 21), gekenmerkt doordat de rotatiehartlijn 1 (22) van het huis van elke stuwschroef (20, 21) hellend is ten ; 5 opzichte van de verticale hartlijn (23) zodat de waterstraal (31) van een stuwschroef ter plaatse van één romp, die gebeurlijk naar de : aangrenzende romp gericht wordt, voornamelijk onder die romp passeren ! zal.
2. Vaartuig volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de : 10 stuwschroefhartlijn (22) naar beneden / naar buiten hellend ! is ten opzichte van de verticale hartlijn.
3. Vaartuig volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de in hoofdzaak vlakke bodem van een romp, tenminste in het gedeelte daarvan aangrenzend aan een stuwschroef, cmhoog / naar buiten hellend ; 15 is.
4. Vaartuig volgens een der voorgaande conclusies, geken-merkt doordat de beplating (24, 25) in de voorromp zowel als in de achterromp van elke romp voldoende omhoog gébracht is boven de basislijn (26) van de romp, zodat elke stuwschroef (20, 21), die binnen ; 20 een omhoog gebracht gedeelte aangébracht is, boven de basislijn ; blijven zal.
5. Vaartuig volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat de stuwschroefhartlijn (22) naar buiten / naar beneden hellend is ten opzichte van een dwarsvlak (27).
6. Buitengaats vaartuig volgens een der voorgaande conclusies en met twee stuwschroeven aangrenzend aan tenminste een van de kolommen die door een romp gedragen worden, gekenmerkt doordat de stuwschroeven aan weerszijden van een langsmiddenvlak en een dwarsvlak door de kolom aangebracht zijn.
7. Buitengaats vaartuig volgens conclusie 6, en met vier kolommen (12, 15) en twee stuwschroeven ter plaatse van elk daarvan gekenmerkt doordat de stuwschroeven (20b, 21b), die aangebracht worden tussen de kolommen, welke door dezelfde romp gedragen worden, buiten een langsmiddenvlak door de romp aangébracht worden, terwijl 8401326 * V - 8 - stuwschroeven (20a, 21a), die aangebracht worden buiten de kolommen, binnen dit langsmiddenvlak aangébracht worden.
8. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 8401326
NL8401326A 1984-04-25 1984-04-25 Vaartuig met evenwijdige rompen. NL8401326A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8401326A NL8401326A (nl) 1984-04-25 1984-04-25 Vaartuig met evenwijdige rompen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8401326 1984-04-25
NL8401326A NL8401326A (nl) 1984-04-25 1984-04-25 Vaartuig met evenwijdige rompen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8401326A true NL8401326A (nl) 1985-11-18

Family

ID=19843855

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401326A NL8401326A (nl) 1984-04-25 1984-04-25 Vaartuig met evenwijdige rompen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8401326A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2013108033A3 (en) * 2012-01-18 2013-11-14 Mojo Maritime Limited A vessel

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2013108033A3 (en) * 2012-01-18 2013-11-14 Mojo Maritime Limited A vessel

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7252047B1 (en) Wave-forming apparatus for boats
US4580517A (en) Vessel having parallel hulls with 360 degree rotatable thrusters
RU2075421C1 (ru) Ледокольное судно
EP1208035B1 (en) Design for tugboat
SE8402792L (sv) Propelleraggregat
US6152791A (en) External electric drive propulsion module arrangement for swath vessels
US4223625A (en) Outboard thruster for boats
US3653349A (en) Self-propelled semi-submersible drilling rig
EP0074938A2 (en) Freely floating wind power plant
GB2026970A (en) Rudder installation
US4652244A (en) Propulsion unit for water craft
US4775340A (en) Freely-floating wind power plant
NL8401326A (nl) Vaartuig met evenwijdige rompen.
AU2003292278B2 (en) Arrangement in a propulsion system
DE3581640D1 (de) Steuerbarer kiel.
US7357687B1 (en) Marine propulsion steering system
US4010707A (en) Marine propulsion unit
US2732819A (en) Outboard motor rotatable on an in-
US2791196A (en) Outboard motor with planing surface
AU670789B2 (en) Rudder device
NL1015629C2 (nl) Gekromd scheepsroer.
US2930342A (en) Outboard propeller mechanism
RU2096255C1 (ru) Судовой полупогружной движитель
RU2096256C1 (ru) Судовой движительно-рулевой комплекс
US8585450B2 (en) Water flow limiting system for a boat including a water flow limiting plate positioned relative to propeller shaft and propeller of a boat for limiting water flow to the propeller

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed