NL8401085A - Apparatus for handling yarn strands. - Google Patents

Apparatus for handling yarn strands. Download PDF

Info

Publication number
NL8401085A
NL8401085A NL8401085A NL8401085A NL8401085A NL 8401085 A NL8401085 A NL 8401085A NL 8401085 A NL8401085 A NL 8401085A NL 8401085 A NL8401085 A NL 8401085A NL 8401085 A NL8401085 A NL 8401085A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
yarn
winding
cam roller
layer
spool
Prior art date
Application number
NL8401085A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Martin Processing Co Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Martin Processing Co Inc filed Critical Martin Processing Co Inc
Publication of NL8401085A publication Critical patent/NL8401085A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H54/00Winding, coiling, or depositing filamentary material
    • B65H54/02Winding and traversing material on to reels, bobbins, tubes, or like package cores or formers
    • B65H54/10Winding and traversing material on to reels, bobbins, tubes, or like package cores or formers for making packages of specified shapes or on specified types of bobbins, tubes, cores, or formers
    • B65H54/20Winding and traversing material on to reels, bobbins, tubes, or like package cores or formers for making packages of specified shapes or on specified types of bobbins, tubes, cores, or formers forming multiple packages
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H54/00Winding, coiling, or depositing filamentary material
    • B65H54/70Other constructional features of yarn-winding machines
    • B65H54/74Driving arrangements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H59/00Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators
    • B65H59/38Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators by regulating speed of driving mechanism of unwinding, paying-out, forwarding, winding, or depositing devices, e.g. automatically in response to variations in tension
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2555/00Actuating means
    • B65H2555/20Actuating means angular
    • B65H2555/23Actuating means angular magnetic, e.g. rotary solenoids
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2701/00Handled material; Storage means
    • B65H2701/30Handled filamentary material
    • B65H2701/31Textiles threads or artificial strands of filaments

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Yarns And Mechanical Finishing Of Yarns Or Ropes (AREA)
  • Winding Filamentary Materials (AREA)
  • Artificial Filaments (AREA)
  • Coil Winding Methods And Apparatuses (AREA)

Description

» « X *+ -1- VO 6197X * + -1- VO 6197

Inrichting voor het behandelen van garenstrengen.Device for treating yarn strands.

De -uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het warm verstevigen en opwinden van een of meer garenstrengen.The invention relates to a device for heat-strengthening and winding one or more yarn strands.

Reeds vele jaren bestaat de wens te beschikken over de flexibiliteit voor het warm verstevigen en opwinden van elk gewenst 5 aantal garenstrengen gelijktijdig, waarbij de hoeveelheid behandeld garen slechts afhangt van de produktieeisen van de fabrikant en niet van de capaciteit van de installatie. Bij een dergelijke behandeling is het in het bijzonder gewenst de garenstrengen eerst warm te verstevigen en de spanning in te stellen, waarbij elke garenstreng wordt opgewikkeld, 10 zodat dit met een bepaalde spanning kan worden verpakt. Een dergelijke mogelijkheid om de spanning in te stellen,is geschikt om verschillende typen garen gelijktijdig op te wikkelen.For many years, there has been a desire to have the flexibility of hot-strengthening and winding any number of yarn strands simultaneously, the amount of yarn being treated depending only on the production requirements of the manufacturer and not on the capacity of the plant. In such a treatment it is particularly desirable to first heat-reinforce the yarn strands and adjust the tension, with each yarn strand being wound up so that it can be packed with a certain tension. Such an ability to adjust the tension is suitable for winding different types of yarn simultaneously.

Het is voorts gewenst te beschikken over een inrichting met aandrijfmiddelen, welke gelijktijdig garenstrengen op kleine en grote 15 spoelen op doelmatige wijze op kunnen wikkelen. Het is bekend een aantal afzonderlijke opwindinrichtingen te besturen, om gelijktijdig een aantal garenstrengen te wikkelen, doch deze afzonderlijke opwindinrichtingen worden gedreven door gescheiden aandrijfmiddelen. Bij het gelijktijdig opwikkelen van garen op grote en kleine spoelen met een aandrijfeenheid, 20 ontstaan verschillende moeilijkheden, aangezien, wanneer een grote en een kleine spoel door een gemeenschappelijke aandrijf eenheid worden gedreven, elk van deze spoelen garen met een verschillende snelheid opwikkelt.It is further desirable to have a device with drive means which can efficiently wind yarn strands on small and large spools simultaneously. It is known to control a number of separate winders in order to simultaneously wind a number of yarn strands, but these separate winders are driven by separate drive means. Simultaneous winding of yarn on large and small spools with a drive unit presents several difficulties, since when a large and a small spool are driven through a common drive unit, each of these spools wind up yarn at a different speed.

De grotere spoel zal een gegeven lengte garen sneller op-25 wikkelen dan een kleinere spoel, als gevolg van het verschil in omtrek. Wanneer de kleine spoel wordt geroteerd, zodat deze garen bij de juiste snelheden opwikkelt, zal het garen, dat wordt opgewikkeld door de grote spoel aan een hogere spanning onderworpen worden en breekt.The larger spool will wind a given length of yarn faster than a smaller spool due to the difference in circumference. When the small bobbin is rotated so that it winds up at the correct speeds, the yarn wound up by the large bobbin will be subjected to higher tension and break.

Wanneer de grotere spoel wordt geroteerd en het garen met 30 de juiste snelheid opwikkelt, zal het garen, dat wordt gewikkeld door de kleinere spoel slap gaan hangen_e®-"blij ft haken achter de installatie of aan andere garenstrengen. Wanneer dergelijke inrichtingen worden gebruikt, is het vaak noodzakelijk, het garen opnieuw op een spoel te wikkelen met een afzonderlijke opwindinrichting voor het verkrijgen van de 35 gewenste spanning. Het is dus gewenst een opwikkeleenheid te ontwikkelen, 8401085 -2-When the larger bobbin is rotated and the yarn winds up at the correct speed, the yarn being wound by the smaller bobbin will become slack in hooking behind the installation or on other yarn strands. When such devices are used, it is often necessary to rewind the yarn on a bobbin with a separate winding device to obtain the desired tension, so it is desirable to develop a winding unit, 8401085 -2-

t It I

V * welke de mogelijkheid heeft van een gelijktijdig opwikkelen van garen op spoelen van verschillende afmeting, zonder dat bovengenoemde problemen optreden.V * which has the possibility of simultaneously winding yarn on spools of different sizes, without the above-mentioned problems occurring.

Aanvraagster „heeft een verbeterde inrichting ontwikkeld 5 voor het gelijktijdig opwikkelen van een aantal garenstrengen. Ofschoon de inrichting beschreven wordt met betrekking tot een eenheid voor het warm verstevigen, kan de opwindinrichting ook worden gebruikt bij middelen voor het gelijktijdig behandelen van een aantal gareneinden, zoals een inrichting voor het meervoudig verven, een oppervlaktebehandeling 10 of het merceriseren. Hoewel de uitvinding in het bijzonder geschikt is voor het behandelen van nylon of acryl of polyestergaren, kan deze ook worden toegepast voor het behandelen van elk ander type garen, koord, of ander opwindbaar produkt.Applicant has developed an improved device for winding a number of yarn strands simultaneously. Although the device is described with respect to a heat-strengthening unit, the winding device can also be used with means for simultaneously treating a number of yarn ends, such as a multi-dyeing device, a surface treatment or mercerization. While the invention is particularly suitable for treating nylon or acrylic or polyester yarn, it can also be used to treat any other type of yarn, cord, or other winding product.

Volgens de uitvinding worden een of meer garenstrengen van 15 hun betreffende spoelen getrokken en gevoerd naar een warmtebehandelings-eenheid, voorzien van een poreuse transportband, welke horizontaal via de lengte van de verstevigingsinrichting loopt. De gaxenstrengen worden gelijkmatig over de breedte van de transportband neergelaten of daarop gebracht en vervolgens over de lengte van de verwarmingsinrichting be-20 wogen in een tijdsperiode, welke afhankelijk van het type garen varieert. In de verwarmingseenheid worden de garenstrengen verhit tot een temperatuur van 137,5 tot 215°C door het naar omlaag doen stromen van hete lucht door het garen en de transportband.According to the invention, one or more yarn strands of their respective spools are drawn and fed to a heat treatment unit, provided with a porous conveyor belt, which runs horizontally along the length of the reinforcing device. The gas strands are evenly lowered or placed on the width of the conveyor belt and then moved along the length of the heater in a period of time which varies depending on the type of yarn. In the heating unit, the yarn strands are heated to a temperature of 137.5 to 215 ° C by blowing down hot air through the yarn and the conveyor belt.

Aangezien de lucht vertikaal door het garen heen treedt, 25 zal dit niet verwarren, doch daarentegen op natuurlijke wijze op de band rusten, zonder dat verstoringen optreden. Beweging van het garen, terwijl dit zich op de transporteur bevindt, worden verhinderd door het' aanvankelijk voeren van het garen naar de bij warmte verstevigende eenheid met een snelheid., welke groter is dan de snelheid van de trans-30 porteur, zodat het garen ontspant, terwijl dit zich op de transporteur bevindt. In de verwarmingsinrichting, wordt het garen aanvankelijk volumineus of dikker gemaakt en krimpt dan wanneer de temperatuur van het garen toeneemt. Deze techniek van het wam verstevigen, geeft aan het garen een natuurlijke veedaacht en daardoor betere eigenschappen. De 35 verwarmingstijd en de temperatuur kan enigszins variëren,afhankelijk van het type garen, dat behandeld moet worden, de denier, de twijn en 8 4 0 1 0 8 5 » * '* «* —J- of de garen bestaat uit continue oi niet continue filamenten.Since the air passes vertically through the yarn, this will not confuse, but will instead rest naturally on the belt without disturbances occurring. Movement of the yarn while it is on the conveyor is prevented by initially feeding the yarn to the heat-strengthening unit at a speed greater than the speed of the conveyor, so that the yarn relaxes while it is on the feed dog. In the heating device, the yarn is initially made bulky or thicker and then shrinks as the temperature of the yarn increases. This technique of stiffening the wam gives the yarn a natural cattle feel and therefore better properties. The heating time and temperature may vary slightly depending on the type of yarn to be treated, the denier, the twine and 8 4 0 1 0 8 5 »* '*« * —J- whether the yarn is continuous oi not continuous filaments.

Nadat het garen is verhit, verlaat dit de behandelingseenheid in een enigszins plastische toestand en wordt dan door de transportband naar een koelsectie gevoerd. In de koelsectie wordt het garen •5 door de omgevingstemperatuur gekoeld tot 37.,5°C, zodat dit zich niet meer in plastische toestand .bevindt. De koellucht wordt vertikaal door het garen en de transporteur gevoerd, om te voorkomen, dat het garen tijdens de koelhandeling verward raakt. Het garen wordt dan verzameld in bakken, waarin het blijft totdat het garen wordt weggetrokken naar 10 een openereenheid, waar elke garenstreng op een afzonderlijke spoel wordt gewikkeld. Voor een lengtegarenstreng in de bakken te verzamelen, nadat dit warm is behandeld en voor dit op spoelen wordt gewikkeld, kan de warmtebehandelingseenheid en de openende eenheid van elkaar gescheiden blijven.After the yarn is heated, it leaves the treatment unit in a slightly plastic state and is then conveyed through the conveyor to a cooling section. In the cooling section, the yarn is cooled by the ambient temperature to 37.5 ° C, so that it is no longer in a plastic state. The cooling air is fed vertically through the yarn and the conveyor to prevent tangling of the yarn during the cooling operation. The yarn is then collected in trays, in which it remains until the yarn is withdrawn to an opener unit, where each yarn strand is wound on a separate spool. For a long yarn strand to be collected in the trays after it has been heat treated and before being wound on spools, the heat treatment unit and the opening unit can remain separate.

15 Een dergelijke scheiding maakt het voor de verstevigings- eenheid mogelijk continu te werken, zelfs wanneer, de openereenheid wordt gerepareerd of omgekeerd.Such a separation allows the stiffening unit to operate continuously, even when the opener unit is being repaired or vice versa.

Deze mogelijkheid is in het bijzonder'nuttig, wanneer garen in de openende eenheid breekt of in de war raakt.This possibility is particularly useful when yarn breaks or tangle in the opening unit.

-20 De openereenheid volgens de uitvinding is voorzien van een aantal opwindeenheden, teneinde elk van de verzamelde warm behandelde garenstrengen op afzonderlijke spoelen te wikkelen.-20 The opener unit according to the invention is provided with a number of winding units to wind each of the collected heat treated yarn strands on separate spools.

Elk van de opwindeenheden is voorzien van een spoel, welke draait door rotatie van een draaiende, gegroefde nokkenrol op de opwind-25 eenheid, wanneer een draad van het garen op de spoel wordt gewikkeld.Each of the winding units is provided with a bobbin, which rotates by rotating a rotating, grooved cam roller on the winding unit, when a thread of the yarn is wound on the bobbin.

De openereenheid heeft centrale aandrijfmiddelen, welke de beweging op een aantal aandrijfbanden binnen de openereenheid bewerkstelligen. Deze aandrijfbanden veroorzaken rotatie van een aantal nokkenrollen, waarbij elke nokkenrol een paar opwindeenheden aandrijft ter weerszijden van de 30 nokkenrol. De nokkenrol en de gegroefde nokkenrol zijn gemonteerd op assen en verbonden door een wervelstroom-koppelingeenheid. Deze wervel-stroomkoppeiiirgeenheid bevat een aandrijfplaat met een stroomvoerende laaxj^welke verbonden is met de nokkenrol, zodat de rotatie van de nokkenrol de aandrijfplaat doet draaien, en een andere aandrijfplaat met een 35 permanente magneet, welke gekoppeld is met de gegroefde nokkenrol. Deze koppe lings eenheid, welke de rotatie van de nokkenrol overbrengt op de 84 0 1 0 85 1 „ » 4' * -4- gegroefde nokkenrol, heeft een luchtspleet tussen de stroomvoerende laag en de permanente magneet van de aandrijf platen. Deze spleet kan worden ingesteld, teneinde de magnetische fluxdichtheid binnen de luchtspleet in te stellen, en dus de grootte van het koppel, welke door de 5 nokkenrol wordt overgebracht op -de gegroefde nokkenrol.The opener unit has central drive means which effect movement on a number of drive belts within the opener unit. These drive belts cause rotation of a number of cam rollers, each cam roller driving a pair of winding units on either side of the cam roller. The cam roller and the grooved cam roller are mounted on shafts and connected by an eddy current coupling unit. This eddy current coupling unit includes a drive plate with a current carrying shaft connected to the cam roller so that the rotation of the cam roller rotates the drive plate, and another permanent magnet drive plate coupled to the grooved cam roller. This coupling unit, which transmits the rotation of the cam roller to the grooved cam roller, has an air gap between the current-carrying layer and the permanent magnet of the drive plates. This gap can be adjusted in order to adjust the magnetic flux density within the air gap, and thus the magnitude of the torque transmitted from the cam roller to the grooved cam roller.

De grootte van het koppel, dat wordt uitgeoefenÖ op de gegroefde nokkenrol, is aldus-een funktie van de afmetingen van de luchtspleet tussen de magnetische en de stroomvoerende lagen in de wervelstroomkoppelingseenheid en de snelheid van de centrale aandrijf-10 middelen. Aangezien de gegroefde nokkenrol een vaste diameter heeft, is de spanning, waarmee het garen wordt opgewikkeld, eveneens afhankelijk van de afmetingen van die spleet en de snelheid van de aandrijf-middelen. Wanneer garen naar de opwindeenheid wordt gevoerd met een snelheid lager dan de opwindsnelheid, veroorzaakt door de nokkenrol, 15 of wanneer een spoel met een grotere omtrek wordt gebruikt, zal de wervelstroomkoppelingeenheid slippen, doordat de spleet en de snëheid van de aandrijfmiddelen zodanig zijn ingesteld, dat het koppel van de gegroefde nokkenrol en de garenspanning niet overschreden wordt. Wanneer het gekozen koppel en de spanning niet bereikt worden, zal de 20 rotatiesnelheid van de gegroefde kamrol toenemen., totdat de gewenste waarden van deze parameters zijn bereikt. Op deze wijze wordt garen met een gelijkmatige spanning op spoelen gewikkeld en deze spanning kan worden ingesteld, teneinde verschillende soorten garen op spoelen van verschillende afmeting te wikkelen.The magnitude of the torque applied to the grooved cam roller is thus a function of the size of the air gap between the magnetic and current carrying layers in the eddy current coupling unit and the speed of the central drive means. Since the grooved cam roller has a fixed diameter, the tension with which the yarn is wound also depends on the size of that slit and the speed of the drive means. When yarn is fed to the take-up unit at a speed lower than the take-up speed caused by the cam roller, or when a spool of a larger circumference is used, the eddy current coupling unit will slip, because the slit and the speed of the drive means are adjusted, that the torque of the grooved cam roller and the thread tension is not exceeded. If the selected torque and voltage are not reached, the rotational speed of the grooved cam roller will increase until the desired values of these parameters are reached. In this way, yarn is wound onto spools with an even tension and this tension can be adjusted to wind different types of yarn on spools of different sizes.

25 Het opwindmechanisme bij de openereenheid volgens de uit vinding heeft een aantal belangrijke voordelen- Door het gebruik van een wervelstroomkoppelingseenheid is geen mechanische verbinding vereist, en derhalve treden geen problemen met betrekking tot wrijving en slijtage 'op. Ook kan elk gewenst aantal afzonderlijke opwindeenheden in de 30 opener gelijktijdig in werking worden gesteld om verschillende garenstrengen te wikkelen..De opwindeenheden, welke niet worden gebruikt, kunnen worden ontkoppeld door de spoel naar omhoog te bewegen, zodat deze niet meer samenwerkt met de gegroefde nokkenrol.The winding mechanism in the opener unit according to the invention has a number of important advantages. The use of an eddy current coupling unit does not require a mechanical connection, and therefore no problems with regard to friction and wear occur. Also, any desired number of individual winding units in the opener can be simultaneously operated to wind different strands of yarn. The winding units, which are not used, can be disconnected by moving the bobbin upward so that it no longer interacts with the grooved cam roller.

Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden' onder ver-35 wijzing naar de tekening besproken. Daarin toont: figuur 1 schematisch een zijaanzicht- van een inrichting voor 8401085Further details of the invention are discussed with reference to the drawing. In the drawing: figure 1 schematically shows a side view of a device for 8401085

> ' ΐ -I> 'ΐ -I

-5- het warm -verstevigen en opwinden van garen; figuur 2 op vergrote schaal een zijaanzicht van de openende eenheid, figuur 3 op vergrote schaal een dwarsdoorsnede door de 5 openende eenheid volgens de lijn III-IHvan figuur 2; figuur 4 op vergrote schaal een doorsnede van de rieffi-aandrijving voor elke opwindeenheid in de opener volgens de lijn IV-IV van figuur 3; figuur 5 op vergrote schaal een zijaanzicht van de wervel-10 stroomkoppelingseenheid; figuur 6 op vergrote schaal een zijaanzicht van de wervel-stroomkoppelingseenheid volgens de lijn VI-VI van figuur 3; figuur 7 een zijaanzicht van een stel opwindeenheden volgens de lijn VII-VII van figuur 3.-5- hot-strengthening and winding yarn; figure 2 is an enlarged side view of the opening unit; figure 3 is an enlarged cross-section through the opening unit along the line III-IH of figure 2; figure 4 is an enlarged cross-section of the rffi drive for each winding unit in the opener according to line IV-IV of figure 3; Fig. 5 is an enlarged side view of the vortex-flow coupling unit; figure 6 is an enlarged side view of the eddy current coupling unit according to the line VI-VI of figure 3; figure 7 shows a side view of a set of winding units according to the line VII-VII of figure 3.

15 Figuur 1 toont een inrichting voor het warm verstevigen en opwinden van een aantal garendraden, welke gevoed worden uit een aantal - 1000-2000 spoelen in het rek 1« Vanaf het rek 1, bewegen garenstrengen Y naar een drie-rollenframe 2 met rollen 3, welke de garens opnemen en afbuigen naar de warm-verstevigingseenheid. Vanaf het drie-20 rollenframe 2 loopt het garen Y naar een scheidingsinrichting 4, voorzien van een aantal geperforeerde oogborden 5, waardoorheen het garen loopt.Figure 1 shows a device for hot-strengthening and winding a number of yarn threads, which are fed from a number of 1000-2000 spools in the rack 1 «From the rack 1, yarn strands Y move to a three-roll frame 2 with rollers 3 , which receive the yarns and deflect them to the heat-strengthening unit. From the three-20 roller frame 2, the yarn Y runs to a separator 4, provided with a number of perforated eye plates 5, through which the yarn passes.

Elk van de oogborden 5a-5d oscilleert vertikaal zodanig, dat naburige garenstrengen vertikaal in tegengestelde zin verzet worden. Deze verplaatsing scheidt de garenbanen, zodat de neiging, dat naburige garen-25 draden in de war raken, wordt beperkt. Het garen Y wordt van het rek 1 getrokken, en—door het drierollenframe 2 en de scheidingsinrichting 4 door een trekrollenframe 6 met drie aangedreven' trekrollen 7. Desgewenst kan het garen behandeld worden met een lichte stoomstraal voordat dit in het trekrollenfarme 6 treedt, zodat elke statische elektriciteit 30 op het garen wordt vermeden.Each of the eye boards 5a-5d oscillates vertically such that adjacent yarn strands are vertically opposed. This displacement separates the yarn webs so that the tendency for neighboring yarn threads to tangle is reduced. The yarn Y is pulled from the rack 1, and through the three-roller frame 2 and the separator 4 through a draw-roller frame 6 with three driven draw-rollers 7. If desired, the yarn can be treated with a light jet of steam before entering the draw-roller farm 6, so that any static electricity on the yarn is avoided.

Het trekrollenframe 6 verdeelt de garendraden dwars over de breedte van de eindloos geperforeerde transportband 9, welke het garen horizontaal naar en door de warm verstevende eenheid 8 voert.The pull roller frame 6 distributes the yarn threads across the width of the endlessly perforated conveyor belt 9, which carries the yarn horizontally to and through the heat-stiffening unit 8.

In deze eenheid 8 wordt hete lucht vertikaal naar omlaag door het garen 35 en de transportband gevoerd door een ventilator Fl, teneinde haken en verwarren vein het garen te voorkomen. De hete lucht wordt dan teruggevoerd via niet weergegeven middelen. In deze verhittingssectie kan 8401085 1 ' i i -6- de lucht op elke gebruikelijke manier worden verhit, bijv. door indi-rekt gestookte gasverwarmers, direkt gestookte gaswarmers, code gestookte verhitters, of elektrische verwarmingsinrichtingen.In this unit 8, hot air is fed vertically down through the yarn 35 and the conveyor belt through a fan F1 to prevent snagging and tangling of the yarn. The hot air is then returned by means not shown. In this heating section, the air can be heated in any conventional manner, e.g., by indirectly fired gas heaters, direct fired gas heaters, code fired heaters, or electric heaters.

De transportband 9 kan zijn gemaakt uit Kevlar (een inge-5 schreven'handelsmerk van de E.X.duPont de Nemours .& Company, Inc., Wilmington, Delaware, USA), .roestvrij staal, of elk ander type open band, welke de doorlaat van .lucht mogelijk maakt en glad genoeg om het garen zonder haken en verwarren te ondersteunen* De snelheid waarmede de transporteur 9 het garen door de verstevigingsinrichting 8 voert 10 is een funktie van de lengte van deze eenheid. De temperatuur van de verstevigingseenheid en de tijdsperiode, waarin het warm verstevigen plaatsvindt, varieert afhankelijk van het type garen, dat behandeld moet worden.The conveyor belt 9 may be made of Kevlar (a registered trademark of the EXduPont de Nemours. & Company, Inc., Wilmington, Delaware, USA), stainless steel, or any other type of open belt which allows the passage of air and smooth enough to support the yarn without hooking and tangling. * The speed at which the conveyor 9 passes the yarn through the reinforcing device 8 is a function of the length of this unit. The temperature of the reinforcement unit and the period of time during which the hot reinforcement takes place varies depending on the type of yarn to be treated.

Het garen verlaat de verstevigingseenheid 8 in een eniger-15 mate plastische toestand, en wordt dan door de transportband 9 gevoerd naar een koelsectie 10. In de koelsectie 10 wordt het garen gekoeld tot een temperatuur van ongeveer 37,5°C, zodat dit niet langer plastisch is. Het koelen wordt verkregen door het voeren van omgevingslucht vertikaal omlaag door het garen en de transportband met een ven-20 tilator F2. De verwarmde omgevingslucht uit de koelsectie wordt dan uit de koelsectie afgevoerd.The yarn exits the reinforcing unit 8 in some plastic state, and is then passed through the conveyor 9 to a cooling section 10. In the cooling section 10, the yarn is cooled to a temperature of about 37.5 ° C so that it does not longer plastic. The cooling is accomplished by passing ambient air vertically down through the yarn and the conveyor belt with a fan F2. The heated ambient air from the cooling section is then exhausted from the cooling section.

Het gekoelde garen wordt van de transportband 9.laf genomen door een garenopneemgeleidingseenheid 11 met geleidingsrollén 12. Het garen loopt dan door de rallenframes 13 en 16 met aangedreven trekrollen 25 14, resp. 17, welke dan het garen van de transportband 9 afnemen en rekken, zodat dit de vorm krijgt van een lineaire baan. Een afwerk-of appretteertrog 15 bevindt zich tussen de trekrollenframes 13 en 16. Wanneer het gewenst is het ’garen te appretteren voor dit wordt opgewikkeld, worden de garendraden onder de rol 15 aangevoerd en door de 30 appretteervloeistof in de behandelingstrog 15. Verschillende afwerk-middelen kunnen worden toegepast, afhankelijk van de eigenschappen, welke aan het garen gegeven moeten worden. Een normale behandeling is een anti-statische, waardoor het garen zijn antistatische eigenschappen verkrijgt.The cooled yarn is taken off the conveyor belt 9 by a yarn take-up guiding unit 11 with guide rollers 12. The yarn then passes through the rally frames 13 and 16 with driven pulling rollers 14 and 14, respectively. 17, which then take off and stretch the yarn from the conveyor belt 9 so that it takes the form of a linear path. A finishing or finishing trough 15 is located between the draw roller frames 13 and 16. When it is desired to finish the yarn before it is wound up, the yarn threads are fed under the roller 15 and through the finishing liquid in the treatment trough 15. Different finishing agents can be used depending on the properties to be imparted to the yarn. A normal treatment is an anti-static, which gives the yarn its anti-static properties.

35 Het gerekte garen wordt dan uit het trekrollenfarme 16 gevoerd naar een vouwinri dating 18 door een stel gedreven vouwrollen 19.The stretched yarn is then fed from the draw roller farm 16 to a folding device 18 by a pair of driven folding rollers 19.

« 8401085 s + -7- τ *«8401085 s + -7- τ *

De vouwinrichting 18,welke boven een bak 21 is geplaatst, oscilleert horizontaal over.de top van de bak 21, zodat de garenstrengen, welke de uitlaat 20 van de vouwinri chting verlaten over de lengte van de bak zijn gelaagd. Wanneer de bak 21 gevuld JLs, -wordt een reservebak 5 21 onder de vouwinrichting 18 gebracht, teneinde het garen in deze reservebak in lagen te kunnen aanbrengen. Het garen aan de -bodem van de bak 21 wordt uit de bak getrokken en door een geleidingsbuis 22 door een leidrollenframe 23 met leidrollen 24. Met het leidrollenframe 23 is geen motor verbonden; de trekkracht wordt geleverd door een daar-10 achter gelegen openende eenheid 26. Vanaf het leidrollenframe 23 loopt het garen door een oogboord 25 met afzonderlijke gaten voor het doorlaten van elke afzonderlijke garenstreng. De gaten in het oogboord 25 staan zover mogelijk van elkaar, zodat een maximale scheiding van de afzonderlijke garenstrengen wordt verkregen. Het garen beweegt zich door 15 buizen 61 naar de opener 26, waar elke streng op een afzonderlijke spoel wordt gewikkeld.The folding device 18, which is placed above a tray 21, oscillates horizontally over the top of the tray 21, so that the yarn strands leaving the outlet 20 of the folding device are layered along the length of the tray. When the bin 21 is filled with JLs, a spare bin 21 is placed under the folding device 18 in order to layer the yarn in this spare bin. The yarn at the bottom of the bin 21 is pulled out of the bin and passed through a guide tube 22 through a guide roller frame 23 with guide rollers 24. No motor is connected to the guide roller frame 23; the tensile force is provided by an opening unit 26 located behind it. From the guide roller frame 23, the yarn passes through an eyeball 25 with separate holes for passage of each individual yarn strand. The holes in the eye collar 25 are as far apart as possible so that maximum separation of the individual yarn strands is obtained. The yarn travels through tubes 61 to opener 26 where each skein is wound on a separate spool.

Aanvankelijk wordt een eind van het garen tot een bol gerold, in het stroomopwaartse einde van de buis 61 gebracht en dan door een stroom samengeperste lucht uit een luchtslang naar een opwindeenheid 20 in de opener 26 geblazen. In de opwindeenheid wordt het garen aan de spoel bevestigd, waarop dit gewikkeld moet worden.Initially, one end of the yarn is rolled into a ball, introduced into the upstream end of the tube 61, and then blown by a stream of compressed air from an air hose to a winding unit 20 in the opener 26. In the winding unit, the yarn is attached to the bobbin onto which it is to be wound.

Figuur 2 toont een vergroot en meer gedetailleerd aanzicht van de openende eenheid 26. Deze eenheid 26 is voorzien van een aantal opwindeenheden 27, welke worden aangedreven door aandrijfbanden 28 25 welke horizontaal over de lengte van de opener bewegen. Deze aandrijfbanden 28. worden bewogen door een gelijkstroommotor of andere aandrijf-middelen 29, welke de hoofdaandrijfpoelie 30 rechtstreeks’beïnvloeden.Figure 2 shows an enlarged and more detailed view of the opening unit 26. This unit 26 is provided with a number of winding units 27, which are driven by drive belts 28 which move horizontally along the length of the opener. These drive belts 28 are moved by a DC motor or other drive means 29 which directly affect the main drive pulley 30.

De hoofdaandrijfpoelie 30 ós gekoppeld met een secondaire - aandrij fpóelie 32 door een secondaire poelieaandrijfband 34. De hoofdaandrijfpoelie 30 30 en de secondaire aandrijfpoelie 32 drijven elk aandrijfbanden 31 aan, welke op hun beurt de poelies 33 aandrijven, welke de aandrijfbanden 28 om de poelies 35 doen bewegen.The main drive pulley 30 is coupled to a secondary drive pulley 32 by a secondary pulley drive belt 34. The main drive pulley 30 and the secondary drive pulley 32 each drive drive belts 31, which in turn drive the pulleys 33 about the pulleys 35 move.

In figuur 2 zijn de uitwendige delen van twee individuele opwindeenheden 27 weergegeven in de bovenste stand van de openende een-35 heid 26. Aan de linker zijde van de twee opwindeenheden bevinden zich twee andere naburige opwindeenheden, waarbij de uitwendige delen zijn * 8401085 • * 1 .In Figure 2, the external parts of two individual winding units 27 are shown in the top position of the opening unit 26. On the left side of the two winding units are two other neighboring winding units, the external parts being * 8401085 • * 1.

-8- weggenomen, zodat de naar .binnen opgenomen aandrijfeenheden voor de op-windeenheid te zien zijn. Deze aandrijfmiddelen zijn in detail in figuur 4 weergegeven volgens de doorsneden jn IV-IV, in figuur 3. In elke opwindeenheid beweegt het -bovenpart van de band _28 over losse rollen 5 37 en onder een nokkenrol 36, waardoor rotatie van de lossen rollen 37 en de nokkenrol 36 wordt bewerkstelligd. De losse rollen worden ge* steund door .balken 42, terwijl de nokkenrol gesteund wordt door een langssteunbalk 40. Het onderpart van de band 28 loopt onder de gelèi-dingsrol 39, welke door een hanginrichting 38 .met de langssteunbalk 40 10 verbonden is.-8- so that the internally incorporated drive units for the rewind unit can be seen. These drive means are shown in detail in figure 4 according to the sections IV-IV, in figure 3. In each winding unit the upper part of the belt 28 moves over loose rollers 37 and under a cam roller 36, whereby rotation of the loose rollers 37 and the cam roller 36 is effected. The loose rollers are supported by beams 42, while the cam roller is supported by a longitudinal support beam 40. The lower part of the belt 28 runs under the guide roller 39, which is connected to the longitudinal support beam 40 by a suspension device 38.

Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede van de openende eenheid 26 volgens de lijn III-IHvan figuur 2. Zoals hiervoor reeds opgemerkt, loopt het bovenpart van de band .28 onder de -nokkenrol 36 en wanneer de riem beweegt, wordt de nokkenrol 36 geroteerd. Ben as 44 loopt door 15 het lager 43., dat gemonteerd is op een langssteunbalk 40, en koppelt de nokkenrol 36 met de wervelstroomkoppelingeenheid 45.Figure 3 shows a cross-section of the opening unit 26 taken on the line III-IH of Figure 2. As already noted above, the upper part of the belt 28 runs under the cam roller 36 and when the belt moves, the cam roller 36 is rotated. A shaft 44 passes through the bearing 43, which is mounted on a longitudinal support beam 40, and couples the cam roller 36 to the eddy current coupling unit 45.

Figuur 5 toont de wervelstroomkoppelingeenheid 45 in groter detail. De as 44 is verbonden met de aandrijfplaat 46 van de wervelstroomkoppelingseenheid en de aandrijfplaat -46 is voorzien van 20 een stroomvoerende laag uit. aluminium of koper 47.. De wervelstroomeen-heid 45 is voorts voorzien -van een andere aandrijfplaat 50, welke gekeerd is naar de -aandrijfplaat 46 en heeft een permanente magneet 49, welke daaraan met bouten 51 is bevestigd. De plaat 50 is tevens verbonden met de as 52, welke de rotatie van de plaat 50 overbrengt op de 25 spoelopwindeenheid.Figure 5 shows the eddy current coupling unit 45 in greater detail. The shaft 44 is connected to the drive plate 46 of the eddy current coupling unit and the drive plate -46 is provided with a current-carrying layer. aluminum or copper 47 .. The eddy current unit 45 is further provided with another drive plate 50 which faces the drive plate 46 and has a permanent magnet 49 secured thereto by bolts 51. The plate 50 is also connected to the shaft 52, which transmits the rotation of the plate 50 to the bobbin winding unit.

De stroomvoerende laag 47 en de magneet' 49 bepalen daartussen een luchtspleet 48. De afmeting van de luchtspleet 48 is zodanig, dat de rotatie van de plaat 46 door de as 44 een magnetische flux doet otstaan, welke de plaat 50 en de as 52 doet draaien. -Figuur 6 toont een' 30 ander aanzicht van de wervelstroomkoppelingseenheid volgens de lijn VI-VI van figuur 3.The current carrying layer 47 and the magnet 49 define an air gap 48 therebetween. The size of the air gap 48 is such that the rotation of the plate 46 by the shaft 44 creates a magnetic flux which causes the plate 50 and the shaft 52 to form. to spin. Figure 6 shows a different view of the eddy current coupling unit along the line VI-VI of figure 3.

In figuur 3 is weergegeven, dat de as 52 door de zijwand 72, de nokkenrol 53 en de noksteun 54 heen loopt. .Een moer 55 is op het schroefdraadeinde van de as 52 geschroefd nabij de noksteun 54.Figure 3 shows that the shaft 52 passes through the side wall 72, the cam roller 53 and the cam support 54. A nut 55 is screwed onto the threaded end of the shaft 52 near the cam support 54.

35 Door het draaien van de moer 55, wordt de plaat 50 van de wervelstroom-eenheid 45 naar of van de aandrijfplaat 46 bewogen, waardoor resp. de 8401085 1 * « 3* -9- af metingen van de luchtspleet 48 afnemen of toenemen- Wanneer de lucht-spleet 48 in afmeting toeneemt/ zal de magnetische flux, welke werkt op de plaat 50 door rotatie van de plaat 46 afnemen- Het verminderen van de magnetische flux is oorzaak, dat de nokkenrol 36 een kleiner koppel 5 uitoefent op de nokkenrol -53- Dientengevolge zal de-grootte van het koppel, dat wordt uitgeoefend op de rol 53 een .funktie zijn van de afmetingen van de luchtspleet 48. Aangezien nokkenrol 53 -een vaste diameter heeft, zal de spanning, waarmede het garen wordt opgewikkeld dienovereenkomstig afhangen van de afmetingen van de luchtspleet- Het 10 instellen van de moer 55 maakt dus een instelling mogelijk van het koppel, dat op de nokkenrol 53 wordt uitgeoefend en spanning, waarmede het garen wordt opgewikkeld. Nadat de moer 55 op zijn plaats is gekomen, zodat een ingesteld koppel wordt uitgeoefend op de nokkenrol 53 en het garen bij een gegeven spanning wordt opgewikkeld, zal slip optreden 15 tussen de aandrijfplaten 46 en 50 van de wervelstroomkoppelingeenheid 45, wanneer het garen wordt toegevoerd met een snelheid, die kleiner is dan de opwindsnelheid,veroorzaakt door de nokkenrol 36 of wanneer een spoel van grotere omtrek wordt gebruikt.By rotating the nut 55, the plate 50 is moved from the eddy current unit 45 to or from the drive plate 46, whereby resp. the dimensions of the air gap 48 decrease or increase when the air gap 48 increases in size / the magnetic flux acting on the plate 50 by rotation of the plate 46 decreases. decreasing the magnetic flux causes the cam roller 36 to exert a smaller torque 5 on the cam roller -53- Consequently, the magnitude of the torque exerted on the roller 53 will be a function of the size of the air gap 48 Since cam roller 53 has a fixed diameter, the tension with which the yarn is wound up will depend accordingly on the dimensions of the air gap. Thus adjusting the nut 55 allows an adjustment of the torque applied to the cam roller 53. and tension with which the yarn is wound. After the nut 55 is in place so that a set torque is applied to the cam roller 53 and the yarn is wound at a given tension, slip will occur between the drive plates 46 and 50 of the eddy current coupling unit 45 when the yarn is fed at a speed less than the winding speed caused by the cam roller 36 or when a larger circumference coil is used.

Deze slip treedt op wanneer de luchtspleet 48 zodanig is 20 ingesteld, dat het koppel, dat wordt uitgeoefend op de nokkenrol 53 en de vooraf gekozen spanning, waarmee het garen wordt opgewikkeld, niet overschreden worden- Wanneer het gekozen koppel en de spanning niet bereikt worden, zal de rotatiesnelheid van de gegroefde nokkenrol toenemen, totdat de gekozen waarden van deze parameters zijn bereikt.This slip occurs when the air gap 48 is adjusted so that the torque applied to the cam roller 53 and the preselected tension with which the yarn is wound are not exceeded. - When the selected torque and tension are not reached , the rotational speed of the grooved cam roller will increase until the selected values of these parameters are reached.

25 In overeenstemming met deze wijze van werken, zal de gegroefde nokkenrol 53 de rotatiesnelheid van de nokkenrol 36 bereiken, wanneer het garen niet wordt opgewikkeld- Wanneer het garen wordt opgewikkeld, is de rotatiesnelheid van de gegroefde nokkenrol 53 die -snelheid, welke het vooraf gekozen koppel levert en de vooraf gekozen spanning uitoefent.In accordance with this mode of operation, the grooved cam roller 53 will reach the rotational speed of the cam roller 36, when the yarn is not being wound. When the yarn is wound, the rotational speed of the grooved cam roller 53 is that speed which it selected torque and applies the preselected voltage.

30 Op deze wijze wordt garen met een gelijkmatig spanning op de spoelen gewikkeld-In this way yarn is wound onto the spools with an even tension.

Zoals blijkt uit figuur 3 is de spoel 57 gemonteerd op een spil 58- De spoel 57 heeft zoals blijkt uit figuur 3, een conische vorm en staat bekend als een wikkelconus of huls. Andere spoelvormen, zoals 35 cylindrische spoelen, kunnen echter ook worden toegepast. Een O-ring 59 is in de groef 60 gezet, teneinde de spoel 57 in zijn juiste stand 8401085 !»>·** -10- te houden, wanneer deze over de spil 58 slipt. De spoel 57 loopt in de nokkenrol 53, zodat rotatie van de nokkenrol 53 met wrijving de spoel 57 doet draaien. Het garen, waarvan het einde bevestigd is aan de spoel 57, loopt onder de nokkenrol 53 en vervolgens tussen de spoel 57 en 5 nokkenrol 53 in de -schroeflijnvormige baan 56 van de nokkenrol 53. Wanneer de nokkenrol 53 draait, zal het garen, dat in de. schroeflijn-vormige groefbaan 56 loopt, de lengte van de spoel 57 doorlopen en gelijkmatig op de draaiende spoel worden gewikkeld.As shown in Figure 3, the coil 57 is mounted on a spindle 58- As shown in Figure 3, the coil 57 has a conical shape and is known as a winding cone or sleeve. However, other coil shapes, such as 35 cylindrical coils, can also be used. An O-ring 59 is placed in the groove 60 in order to keep the spool 57 in its correct position when it slips over the spindle 58. The spool 57 runs in the cam roller 53, so that rotation of the cam roller 53 with friction causes the spool 57 to rotate. The yarn, the end of which is attached to the spool 57, passes under the cam roller 53 and then between the spools 57 and 5 cam roller 53 in the helical path 56 of the cam roller 53. When the cam roller 53 rotates, the yarn which in the. a helical groove path 56, run the length of the spool 57 and be wound evenly on the spinning spool.

Figuur 3 en 7 tonen een buisklem 62, welke de holle buizen 10 51 ondersteunt en onder de noksteun 54 plaatst. Garenstrengen lopen door de buizen 61 naar de achterliggende opwindeenheden, als getoond in figuur 7.Figures 3 and 7 show a pipe clamp 62 which supports the hollow pipes 51 and places them under the cam support 54. Yarn strands pass through the tubes 61 to the rewind winding units, as shown in Figure 7.

Figuur 7 is een vergroot zijaanzicht van de uitwendige delen van een stel opwindheden 27, weergegeven in figuur 2, en welke 15 loopt volgens de lijn VII-VII van figuur 3. De spil 58 is gemonteerd op de hefboomvoet 67, welke bevestigd is aan de hefboomvoet 69 door de hefboomarm 68. De hefboomvoet 67 kan draaien om het punt 70 als getoond door de cirkelboog R. Elke opwindeenheid 27 is voorzien van opvang-middelen 65, welke draaien om het punt 66. De opvangmiddelen 65 houden 20 de spil 58 buiten contact met de nokkenrol 53, wanneer geen garen op de spil wordt gewikkeld, zoals aangeduid door stippellijnen in figuur 7. Wanneer de spil 58 wordt gebruikt om garen op te wikkelen, worden de vangmiddelen 65 gedraaid, zodat de spil 58 vrij komt en zakt in een stand nabij de nokkenrol 53 en strokend met een rond gat 73.Figure 7 is an enlarged side view of the exterior parts of a set of windings 27 shown in Figure 2 and running along the line VII-VII of Figure 3. The spindle 58 is mounted on the lever foot 67 which is attached to the lever foot 69 through the lever arm 68. The lever foot 67 can rotate about the point 70 as shown by the circular arc R. Each winding unit 27 is provided with receiving means 65, which rotate about the point 66. The receiving means 65 keep the spindle 58 out contact with the cam roller 53, when no yarn is wound on the spindle, as indicated by dotted lines in Figure 7. When the spindle 58 is used to wind yarn, the catch means 65 are rotated so that the spindle 58 is released and collapses a position near the cam roller 53 and in line with a round hole 73.

25 Tijdens bedrijf worden een of meer garenspoelen afgerold in het rek 1 en getransporteerd naar de warm verstevende eenheid 8 via drie-rollenrek 2, losmaakmiddelen 4 en het trekrollenframe 6. De garenstrengen Y worden over de breedte van de transportband 11 geleid welke het garen door de verwarmingseenheid 8 en de koelsectie 10 voert. 30 De garenstrengen worden vervolgens van de transportband verwijderd en overgebracht naar een bak 21 door de garenopneem- èn geleidingseenheid 11 ,· roll enframes 13 en 16, vouwinrichting 18, en eventueel door de behandelingstrog· 15. Het garen, dat verzameld is in de bak 21 wordt dan door de geleidingsbuis 22,. geleidingsrollenframe 23, oogboord 25, en 35 buizen 61 naar de opener 26 gevoerd.During operation, one or more spools of thread are unrolled in the rack 1 and transported to the hot-stiffening unit 8 via three-roll rack 2, release means 4 and the pull-roller frame 6. The yarn strands Y are guided over the width of the conveyor belt 11 through which the yarn is the heating unit 8 and the cooling section 10. The yarn strands are then removed from the conveyor belt and transferred to a bin 21 through the yarn receiving and guiding unit 11, roll and frames 13 and 16, folding device 18, and optionally through the treatment trough · 15. The yarn collected in the bin 21 is then passed through the guide tube 22 ,. guide roller frame 23, eyeball 25, and tubes 61 are fed to opener 26.

Elke garendraad loopt door een buis 61, totdat deze de be- 8401085 ψ ·» -11- treffende opwindeenheid 27 heeft bereikt. Het garen wordt dan op de spoel 57 gewikkeld door de nokkenrol 53, waarmede de spoel 57 samenwerkt.Each yarn thread passes through a tube 61 until it reaches the respective winding unit 27. The yarn is then wound on the spool 57 by the cam roller 53, with which the spool 57 cooperates.

Het garen wordt regelmatig over de lengte van de spoel 57 gewikkeld doordat dit in de schroeflijnvormige groefbaan 56 van de nokkenrol 53 5 loopt.The yarn is regularly wound along the length of the spool 57 by running in the helical groove path 56 of the cam roller 53.

Eventueel kan de nokkenrol 53 zodanig zijn uitgevoerd, dat een volgorgaan wordt aangedreven, dat op zijn beurt het garen aantrekt.Optionally, the cam roller 53 can be designed such that a follower is driven, which in turn attracts the yarn.

De nokkenrol 56 draait met een constante snelheid. Het koppel, dat wordt uitgeoefend op de nokkenrol 53 kan worden ingesteld, teneinde 10 verschillende soorten garen op verschillende afmetingen spoelen met een bepaalde spanning te wikkelen. Teneinde het koppel in te stellen, dat op de nokkenrol 53 wordt uitgeoefend, is het noodzakelijk de lucht-spleet 48 tussen de aandrijfplaten 46 en 50 in te stellen. De aandrij f-plaat 50 kan naar de aandrijfplaat 46 toe resp. daar vanaf bewogen wor-15 den door het aanschroeven of lossen van de moer 55 op het schroefdraad-einde van de as 52, waardoor de nokkenrol 53 en de aandrijfplaat 50 worden gekoppeld. Door het vergroten van de afmetingen van de lucht-spleet 53 zal de magnetische flux tussen de aandrij fplaten van de wervelstroomkoppelingseenheid 45 worden gereduceerd, derhalve de waarde 20 van het koppel, dat de nokkenrol 36 uitoefent op de nokkenrol 53. Wanneer de afmetingen van de luchtspleet 48 worden verminderd, zal de magnetische flux tussen de platen van de wervelstroomkoppelingseenheid worden vergroot, derhalve het koppel, dat de nokkenrol 36 op de nokkenrol 53 uitoefent. Aangezien de nokkenrol 53 een vaste diameter heeft, 25 zal door het instellen van het uitgeoefende koppel de spanning, waarmee de draad wordt opgewikkeld, zich instellen. Het is duidelijk, dat door het instellen van de afmetingen van de luchtspleet 58 de spanning waarmede Het garen op de spoel 57 wordt gewikkeld, kan -worden ingesteld, teneinde verschillende soorten garen op verschillend bemeten spoelen te 30 kunnen opwikkelen.The cam roller 56 rotates at a constant speed. The torque applied to the cam roller 53 can be adjusted to wind 10 different types of yarn on different sizes of spools with a given tension. In order to adjust the torque exerted on the cam roller 53, it is necessary to adjust the air gap 48 between the drive plates 46 and 50. The drive plate 50 can be moved towards the drive plate 46, respectively. moved therefrom by screwing or loosening the nut 55 onto the threaded end of the shaft 52, thereby coupling the cam roller 53 and the drive plate 50. By increasing the dimensions of the air gap 53, the magnetic flux between the driving plates of the eddy current coupling unit 45 will be reduced, therefore the value of the torque exerted by the cam roller 36 on the cam roller 53. When the dimensions of the cam roller air gap 48 will be reduced, the magnetic flux between the plates of the eddy current coupling unit will be increased, hence the torque that the cam roller 36 exerts on the cam roller 53. Since the cam roller 53 has a fixed diameter, the tension with which the wire is wound will adjust by adjusting the applied torque. It is clear that by adjusting the dimensions of the air gap 58 the tension with which the yarn is wound on the spool 57 can be adjusted so that different types of yarn can be wound on different sized spools.

Figuur 3 toont, dat elke nokkenrol 36 een stel nokkenrollen 53 en spoelen 57 aandrijft. Aangezien elk van deze nokkenrollen en spoelen hun eigen wervelstroomkoppelingseenheid 45, as 52 en moer 55 hebben, zal het koppel, dat op elk van deze nokkenrollen 53 wordt uitgeoefend individueel ingesteld kunnen worden, zodat elke nokkenrol 53 kan worden gebruikt om verschillende soorten garens op te wikkelen of verschillend 8401085 -12-Figure 3 shows that each cam roller 36 drives a set of cam rollers 53 and coils 57. Since each of these cam rollers and spools have their own eddy current coupling unit 45, shaft 52 and nut 55, the torque applied to each of these cam rollers 53 will be individually adjustable so that each cam roll 53 can be used to hold different types of yarn wrap or different 8401085 -12-

, I, I

P % bemeten spoelen te doen draaien.P% sized to run coils.

Het gebruik van een wervelstroomkoppelingseenheid 45 betekent een groot voordeel voor de opwindeenheden volgens de uitvinding. Aangezien geen mechanische verbindingen worden .toegepast, treden ook 5 geen -wrijvings- of -slijtageproblemen op. Derhalve kunnen de individuele opwindeenheden van de openende inrichting 26 lange tijd werken zonder dat zij voor reparatie moeten worden uitgeschakeld.The use of an eddy current coupling unit 45 represents a great advantage for the winding units according to the invention. Since no mechanical connections are used, no friction or wear problems also arise. Therefore, the individual winding units of the opening device 26 can operate for a long time without having to be turned off for repair.

Het is duidelijk, dat de inrichting volgens de uitvinding een grote verbetering betekent met betrekking tot het warm verstevigen 10 en het opwikkelen van grote hoeveelheden garens van verschillende lengtes en vervaardigd uit verschillend materiaal.It is clear that the device according to the invention represents a great improvement with regard to the heat-strengthening and the winding of large quantities of yarns of different lengths and made of different material.

Ofschoon de uitvinding ter illustratie in detail beschreven is, is het duidelijk, dat variaties kunnen worden toegepast zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.While the invention has been described in detail for illustrative purposes, it is understood that variations may be used without departing from the scope of the invention.

15 840108515 8401085

Claims (30)

1. Inrichting voor het opwikkelen van draad of garen op een spoel, bestaande uit een spil voor het opnemen van de spoel, een gegroefde nokkenrol voor het doen draaien van de .spoel, welke op de spil is opgenomen en het garen op de spoel kan wikkelen, draaibare 5 aandrijf mi adelen voor het doen draaien van de gegroefde nokkenrol en middelen voor het koppelen van de aandrijvende middelen naar de gegroefde nokkenrol, bestaande uit een wervelstroonikoppelingseenheid zodanig, dat rotatie van de aandrijfmiddelen een magnetische flux induceert, waardoor de gegroefde nokkenrol gaat draaien en daarmede de 10 spoel en het garen op die spoel wordt gewikkeld.1. Device for winding thread or yarn onto a bobbin, comprising a spindle for receiving the bobbin, a grooved cam roller for rotating the bobbin, which is received on the spindle and the yarn on the bobbin winding, rotatable drive wheels for rotating the grooved cam roller and means for coupling the driving means to the grooved cam roller, consisting of a swirl stub coupling unit such that rotation of the driving means induces a magnetic flux through which the grooved cam roller turn and with it the coil and the yarn are wound on that coil. 2. Inrichting voor het opwikkelen van een draad of garen op een spoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wervelstroom-koppelingseenheid bestaat uit een gedreven plaat met een laag uit stroomvoerend materiaal; en een aandrijfp 1 aat met een laag magnetisch 15 materiaal, welke aandrijvende platen zodanig zijn opgesteld, dat zij naar elkaar toe zijn gekeerd en een luchtspleet tussen de laag stroomvoerend materiaal en de laag magnetisch materiaal begrenzen.Device for winding a thread or yarn on a bobbin according to claim 1, characterized in that the eddy current coupling unit consists of a driven plate with a layer of current-carrying material; and a drive plate with a layer of magnetic material, which drive plates are arranged so that they face each other and define an air gap between the layer of current-carrying material and the layer of magnetic material. 3. Inrichting voor het opwikkelen van draad of garen op een spoel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het stroomvoerende 20 materiaal koper of aluminium is.Device for winding thread or yarn on a spool according to claim 2, characterized in that the current carrying material is copper or aluminum. 4. Inrichting voor het opwikkelen van draad of garen op een spoel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn om de drijvende plaat met een laag magnetisch materiaal naar de drijvende plaat met een laag uit stroomvoerend materiaal te bewegen 25 dan wel daar vanaf, zodat de afmetingen van de luchtspleet gevarieerd kunnen worden.Device for winding thread or yarn on a spool according to claim 2, characterized in that means are provided for moving the floating plate with a layer of magnetic material to the floating plate with a layer of current-carrying material or there from, so that the dimensions of the air gap can be varied. 5. Inrichting voor het opwikkelen van draad of garen op een spoel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de koppelings-middelen bestaan uit een eerste as, welke de aandrijvende plaat met 30 een laag uit stroomvoerend.materiaal en de draaibare aandrijfmiddelen verbindt en een tweede as, welke de aandrijvende plaat met een laag magnetisch materiaal met de gegroefde nokkenrol verbindt.Device for winding thread or yarn on a bobbin according to claim 4, characterized in that the coupling means consist of a first shaft connecting the driving plate with a layer of current-carrying material and the rotatable driving means and a second shaft connecting the driving plate with a layer of magnetic material to the grooved cam roller. 6. Inrichting voor het opwikkelen van draad of garen op een spoel volgens conclusie 5, gekenmerkt door een nokkensteun voor het 35 opnemen van de gegroefde nokkenrol, waarbij de gegroefde nokkenrol gemonteerd is op de tweede as, waarbij het einde van de tweede as tegen- 8401085 I * * -14- over het gedeelte, dat bevestigd is aan de gedreven plaat met een laag magnetisch materiaal door een opening in de nokkensteun heenloopt en de middelen voor het doen bewegen van de aandrijfplaat met een laag magnetisch materiaal gevormd worden door een moer, welke bevestigd is '5 op het van schroefdraad voorziene einde van de tweede as, waarbij de moer zodanig kan worden gedraaid,, dat de tweede as en de aandrijvende plaat met. een magnetische laag naar de gedreven plaat met een laag stroomvoerend materiaal wordt toebewogen dan wel daar vanaf.Device for winding thread or yarn on a spool according to claim 5, characterized by a cam support for receiving the grooved cam roller, wherein the grooved cam roller is mounted on the second shaft, the end of the second shaft being opposed 8401085 I * * -14- about the portion attached to the driven magnetic material sheet passes through an opening in the cam support and the means for moving the magnetic material driving plate is formed by a nut which is mounted on the threaded end of the second shaft, whereby the nut can be rotated such that the second shaft and the driving plate are with. a magnetic layer is moved to or from the driven plate with a layer of current carrying material. 7. Inrichting voorbat wikkelen van garen of draad op een 10 spoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de roteerbare aandrijf- middelen bestaan uit een nokkenrol, banden, welke kunnen samenwerken met de nokkenrol, zodat, wanneer de band beweegt, de nokkenrol gaat draaien en middelen voor het doen bewegen van die band.7. Device for winding yarn or thread on a spool according to claim 1, characterized in that the rotatable drive means consist of a cam roller, belts which can cooperate with the cam roller, so that, when the belt moves, the cam roller turns and means for moving that belt. 8. Inrichting voor het opwikkelen van draad of garen op 15 een spoel volgens conclusie 1, met hetkenmerk, dat de spoel over de gegroefde nokkenrol loopt, zodat rotatie .van de gegroefde rol oorzaak is, dat de spoel onder invloed van -wrijving gaat draaien.8. Device for winding thread or yarn onto a bobbin according to claim 1, characterized in that the bobbin runs over the grooved cam roller, so that rotation of the grooved roller causes the bobbin to rotate under the influence of friction . 9. Inrichting voor het opwikkelen van draad of garen op een spoel volgens conclusie 8, met het kenmerk., dat de gegroefde nok- 20 kenrol een schroeflijnvormige groef heeft, zodat garen, welke in de groef verplaatst, gelijkmatig over de lengte van de spoel gewikkeld wordt.Device for winding thread or yarn on a spool according to claim 8, characterized in that the grooved cam roller has a helical groove, so that yarn moving in the groove evenly along the length of the spool is wrapped. 10. Inrichting voor het opwikkelen van draad of garen om een spoel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat vangmiddelen aan- 25 wezig zijn, welke kunnen samenwerken met de spil, zodat deze spil boven de gegroefde nokkenrol kan worden gehouden, wanneer garen niet op de spoel wordt gewikkeld, welke zich op die spil bevindt.10. Device for winding thread or yarn around a spool according to claim 8, characterized in that catch means are provided which can cooperate with the spindle, so that this spindle can be held above the grooved cam roller when yarn is not is wound on the spool, which is located on that spindle. 11. Inrichting voor het opwikkelen van een uit een aantal garendraden op gescheiden spoelen, bestaande uit een opener met een 30 aantal draadopwindeenheden, die elk een draad wikkelen, waarbij elk van de draadopwindeenheden bestaat uit een spil voor het opnemen van een spoel, een gegroefde nokkenrol, welke de spoel kan doen draaien, welke op die spil is opgenomen en garen op die spoel kan wikkelen, draaibare aandrijfmiddelen voor het doen draaien van de gegroefde nok-35 kenrol en middelen voor het koppelen van de aandrij fmiddelen met de gegroefde nokkenrol, bestaande uit een wervelstroomkoppelingseenheid, zodanig, dat rotatie van de aandrijvende middelen magnetische flux. 84 0 1 0 8 5 f I t - -15- induceren en de gegroefde nokkenrol doen. draaien en daarmede de spoel, waardoor garen op de spoel wordt gewikkeld.11. Device for winding a number of yarn threads on separate spools, consisting of an opener with a number of thread winding units, each winding a thread, each of the thread winding units consisting of a spindle for receiving a bobbin, a grooved cam roller, which can rotate the spool, which is received on that spindle and which can wind yarn on that spool, rotatable drive means for turning the grooved cam roller and means for coupling the driving means to the grooved cam roller, consisting of an eddy current coupling unit such that rotation of the driving means magnetic flux. 84 0 1 0 8 5 f I t - -15- induce and do the grooved cam roller. turn the bobbin, winding yarn onto the bobbin. 12. Inrichting voor het opwikkelen van elk van een aantal garendraden op gescheiden spoelen volgens conclusie 11, met het ken- 5 merk, dat de wervelstroomkoppelingseenheid bestaat uit -een drijvende plaat met een laag stroomvoerend materiaal en een drijvende plaat met een laag magnetisch materiaal, welke drijvende platen zodanig zijn opgesteld, dat zij naar elkaar toe zijn gekeerd en een luchtspleet tussen de laag stroomvoerend materiaal en de laag magnetisch materiaal 10 begrenzen.12. Device for winding each of a number of yarn threads on separate spools according to claim 11, characterized in that the eddy current coupling unit consists of a floating plate with a layer of current-carrying material and a floating plate with a layer of magnetic material, which floating plates are arranged so that they face each other and define an air gap between the layer of current-carrying material and the layer of magnetic material. 13. Inrichting voor het opwikkelen van elk van een aantal garendraden op gescheiden spoelen volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn voor het bewegen van de drijvende plaat met een laag magnetisch materiaal naar de drijvende plaat met een laag 15 stroomgeleidend materiaal .toe of daar vanaf, zodat de afmetingen van de luchtspleet gevarieerd kunnen worden.13. Device for winding each of a number of yarn threads on separate spools according to claim 12, characterized in that means are provided for moving the floating plate with a layer of magnetic material to the floating plate with a layer of current-conducting material. in or out, so that the dimensions of the air gap can be varied. 14. Inrichting voor het opwikkelen van elk van een aantal garendraden op gescheiden spoelen volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de koppelingsmiddelen bestaan uit een eerste ais, welke verbonden 20 is met de drijvende plaat met een laag stroomvoerend materiaal en de roterende aandrijf middelen en een tweede as, welke de aandrijvende plaat met een laag magnetisch materiaal koppelt met de gegroefde nokkenrol.Device for winding up each of a number of yarn threads on separate spools according to claim 13, characterized in that the coupling means consist of a first axis connected to the floating plate with a layer of current-carrying material and the rotary driving means. and a second shaft, which couples the driving plate with a layer of magnetic material to the grooved cam roller. 15. Inrichting voor het opwikkelen van elk van een aantal 25 garendraden op gescheiden spoelen volgens conclusie 14, gekenmerkt door een noksteun voor het opnemen van de gegroefde nokkenrol, waarbij de gegroefde nokkenrol op de tweede as is gemonteerd, waarbij het einde van de .tweede as tegenover het gedeelte,-dat bevestigd is aan de drijvende plaat met een laag magnetisch materiaal door een opening van de nokken-30 steun heenloopt, terwijl de middelen voor het aandrijven van de plaat met een laag magnetisch materiaal bestaan uit een moer, welke bevestigd is op schroefdraad aan het einde van de tweede as, waarbij de moer kan worden gedraaid, teneinde de tweede as en de aandrijf plaat met de magnetische laag naar de aandrijfplaat met een laag stroomvoerend materiaal 35 toe te bewegen ofwel daar vanaf.15. Device for winding each of a plurality of yarn threads on separate spools according to claim 14, characterized by a cam support for receiving the grooved cam roller, the grooved cam roller being mounted on the second shaft, the end of the second shaft opposite to the portion attached to the floating sheet with a layer of magnetic material passes through an opening of the cam support, while the means for driving the sheet with a layer of magnetic material consists of a nut, which is threaded at the end of the second shaft, whereby the nut can be rotated to move the second shaft and the drive plate with the magnetic layer towards the drive plate with a layer of current carrying material 35 or therefrom. 16. Inrichting voor het wikkelen van elk van een aantal 8401085 1 . ' -16- garendraden op gescheiden spoelen volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de roterende aandrijfmiddelen bestaan uit een nokkenrol, banden, welke samenwerken met de nokkenrol, zodat wanneer. de band beweegt, de nokkenrol gaat draaien en -bandaandrijfmiddelen.16. Device for winding each of a number of 8401085 1. Separate spool yarn threads according to claim 11, characterized in that the rotating drive means consists of a cam roller, belts which cooperate with the cam roller, so that when. the belt moves, the cam roller rotates and belt drive means. 17. Inrichting voor het opwikkelen van elk van een aantal garendraden op gescheiden spoelen volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat elke nokkenrol de rotatie van een stel gegroefde nokkenrollen, geplaatst ter weerskanten van de nokkenrol bewerkstelligt.Device for winding each of a plurality of yarn threads on separate spools according to claim 16, characterized in that each cam roller effects the rotation of a set of grooved cam rollers disposed on either side of the cam roller. 18. Inrichting voor het opwikkelen van elk van een aantal 10 garendraden op gescheiden spoelen volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de banden horizontaal bewegen en een aantal nokkenrollen langs de horizontale bewegingsbaan in werking stellen.18. Device for winding up each of a number of yarn threads on separate spools according to claim 17, characterized in that the belts move horizontally and actuate a number of cam rollers along the horizontal movement path. 19. Inrichting voor het opwikkelen van elk van een aantal garendraden op gescheiden spoelen volgens conclusie 18, met hetkenmerk, 15 dat de opener voorzien is van een aantal horizontaal bewegende banden, welke vertikaal boven elkaar liggen en elk vertikaal op afstand liggende opwindeenheden in werking stellen, waarbij de bandaandrijving alle bandaandrijfmiddelen beïnvloeden.19. Device for winding each of a number of yarn threads on separate spools according to claim 18, characterized in that the opener comprises a number of horizontally moving belts which lie vertically one above the other and actuate each vertically spaced winding units the tape drive affecting all tape drive means. 20. Inrichting voor het wikkelen van elk van een aantal 20 garendraden op gescheiden -spoelen volgens conclusie 18, gekenmerkt door een aantal holle buizen onder de opwindeenheden, waarbij het garen door de holle buizen heen beweegt en gewikkeld wordt op spoelen van daar- . achter gelegen opwindeenheden.20. Device for winding each of a plurality of yarn threads on separate spools according to claim 18, characterized by a plurality of hollow tubes under the winding units, the yarn moving through the hollow tubes and being wound on spools from there. rear winding units. 21. Inrichting voor het warm verstevigen en opwinden van 25 een aantal garendraden op gescheiden spoelen, bestaande uit een garen- verzamelinrichting, een door warmte verstevigende eenheid met een horizontaal beweegbare transporteur, middelen voor het voeren van garen van de garenverzamelinridating naar de warmverstevigende eenheid, middelen voor· het koelen van het warm behandelde garen en een opener met 30 een aantal draadopwindeenheden, welke elk een afzonderlijke draad wikkelen, waarbij elk van de draadopwindeenheden bestaat uit een'spil voor het opnemen van een spoel,een gegroefde nokkenrol, welke de spoel kan doen draaien, welke zich op de spil bevindt en het garen op de spoel wikkelt, .draaibare aandri jfmiddelen voor het doen draaien van de ge-35 groefde nokkenrol en middelen voor het koppelen van de aandrijfmiddelen' met de gegroefde nokkenrol, bestaande uit een wervelstroomkoppelings-eenheid, zodanig dat rotatie van de aandrijfmiddelen een magnetische flux 8401085 -17- « . 1 " induceert en de gegroefde nokkenrol doet draaien, waarbij ook de spoel gaat draaien en garen op die spoel wordt gewikkeld.21. Device for hot-strengthening and winding a number of yarn threads on separate spools, consisting of a yarn-collecting device, a heat-reinforcing unit with a horizontally movable conveyor, means for feeding yarn from the yarn-collecting inridation to the heat-strengthening unit, means for cooling the heat-treated yarn and an opener having a plurality of thread winding units each winding a separate thread, each of the thread winding units consisting of a bobbin for receiving a bobbin, a grooved cam roller, which rotating on the spindle and winding the yarn on the spool, rotatable drive means for rotating the grooved cam roller and means for coupling the driving means to the grooved cam roller, consisting of a eddy current coupling unit, such that rotation of the drive means produces a magnetic flux 8401085 -17- «. 1 "and spinning the grooved cam roller, also spinning the spool and winding yarn on that spool. 22. Inrichting voor het warm verstevigen en opwikkelen van •elk van een aantal garendraden op gescheiden spoelen volgens conclusie 5 21, gekenmerkt door een verzamelbak tussen de koelmiddelen en de opener, middelen voor het wegtrekken van gekoeld garen uit de koelmiddelen en middelen voor het in lagen aanbrengen van het garen in de verzamelbak, waarbij de opener het garen uit die verzamelbak wegtrekt.22. Device for heat-strengthening and winding up each of a number of yarn threads on separate spools according to claim 5 21, characterized by a collecting bin between the coolants and the opener, means for withdrawing cooled yarn from the coolants and means for layering the yarn in the collection bin, the opener withdrawing the yarn from that collection bin. 23. Inrichting voorhet warm verstevigen en opwikkelen 10 van elk van een aantal garendraden op gescheiden spoelen volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de wervelstroomkoppelingseenheiö bestaat uit een drijvende plaat met een laag stroomvoerend materiaal en een drijvende plaat met een laag magnetisch materiaal, welke platen zodanig zijn opgesteld, dat zij naar elkaar toe zijn gekeerd en een 15 luchtspleet vormen tussen de laag stroomvoerend materiaal en de laag magnetisch materiaal.23. Device for heat-strengthening and winding up each of a number of yarn threads on separate spools according to claim 22, characterized in that the eddy current coupling unit consists of a floating plate with a layer of current-carrying material and a floating plate with a layer of magnetic material, which plates are arranged so that they face each other and form an air gap between the layer of current carrying material and the layer of magnetic material. 24. Inrichting voor het warm verstevigen en opwikkelen van elk van een aantal garendraden op gescheiden spoelen volgens conclusie 23, gekenmerkt door middelen voor het doen bewegen van de drij- 20 vende platen met een laag magnetisch materiaal naar of vanai de gedreven plaat met een laag stroomvoerend materiaal, zodat de afmetingen van de luchtspleet gevarieerd kunnen worden.24. Device for heat-strengthening and winding each of a plurality of yarn threads on separate spools according to claim 23, characterized by means for moving the floating plates with a layer of magnetic material to or from the driven plate with a layer current-carrying material, so that the dimensions of the air gap can be varied. 25. Inrichting voor het warm verstevigen en opwikkelen van elk van een aantal garendraden op gescheiden spoelen volgens conclusie 25 22, met'het kenmerk, dat de roteerbare aandrijfmiddelen bestaan uit een nokkenrol, banden, welke kunnen samenwerken met de nokkenrol, zodat wanneer de band beweegt de nokkenrol gaat draaien en bandaandrij fmidde-len.25. Device for heat-strengthening and winding up each of a number of yarn threads on separate spools according to claim 25, characterized in that the rotatable drive means consist of a cam roller, belts which can cooperate with the cam roller, so that when the belt moves the cam roller will rotate and belt drive means. 26. Inrichting voor het warm verstevigen en opwikkelen van 30 elk van een aantal garendraden op gescheiden spoelen volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat elke nokkenrol rotatie bewerkstelligt van een stel opwindeenheden.26. A device for heat-strengthening and winding each of a plurality of yarn threads on separate spools according to claim 25, characterized in that each cam roll causes rotation of a set of winding units. 27. Inrichting voor het warm verstevigen en opwikkelen van elk van een aantal garendraden op gescheiden spoelen volgens conclusie 35 26, met het kenmerk, dat de bandaandrijfmiddelen horizontaal bewegen en een aantal nokkenrollen op de horizontale bewegingsbaan in werking 8401085 -18- β 1 - ~ stellen.27. Device for heat-strengthening and winding each of a plurality of yarn threads on separate spools according to claim 35 26, characterized in that the tape drive means move horizontally and a plurality of cam rollers operate on the horizontal path 8401085 -18- β 1 - ~ set. 28. Inrichting voor het warm verstevigen en opwikkelen van elk van een aantal garendraden op gescheiden spoelen volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de opener gezien is van een aantal 5 horizontale bewegingsbanden, welke vertikaal onder elkaar liggen en elk vertikaal op afstand gelegen opwindeenheden in werking stellen, welke bandaandrijfmiddelen alle transportbanden in werking stellen.28. Device for heat-strengthening and winding each of a plurality of yarn threads on separate spools according to claim 21, characterized in that the opener is seen from a number of horizontal moving belts, which are vertically one below the other and each vertically spaced winding units which belt drive means activate all conveyor belts. 29. Inrichting voor het warm verstevigen en opwikkelen van elk van een aantal garendraden op gescheiden spoelen volgens con- 10 clusie 22, met het kenmerk, dat de transporteur een eindloze transportband is met perforaties, welke transportband garen door de warmte-behandelingseenheid voert en voorts middelen voor koeling aanwezig zijn.29. Device for heat-strengthening and winding each of a number of yarn threads on separate spools according to claim 22, characterized in that the conveyor is an endless conveyor belt with perforations, which conveyor belt feeds yarn through the heat treatment unit and further means for cooling are present. 30. Inrichting voor het warm verstevigen en opwikkelen van elk van een aantal garendraden op gescheiden spoelen volgens con-15 clusie 29, met hetkenmerk, dat de door warmte verstevigende eenheid en de middelen voor de koeling voorzien zijn van middelen voor het voeren van hete en koude lucht vertikaal naar omlaag door het garen en de transportband. 840108530. Device for heat-strengthening and winding each of a number of yarn threads on separate spools according to claim 29, characterized in that the heat-strengthening unit and the means for cooling are provided with means for conducting hot and cold air vertically down through the yarn and conveyor. 8401085
NL8401085A 1983-04-07 1984-04-05 Apparatus for handling yarn strands. NL8401085A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US48298483A 1983-04-07 1983-04-07
US48298483 1983-04-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8401085A true NL8401085A (en) 1984-11-01

Family

ID=23918172

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401085A NL8401085A (en) 1983-04-07 1984-04-05 Apparatus for handling yarn strands.

Country Status (14)

Country Link
JP (1) JPS59211647A (en)
AU (1) AU2595484A (en)
BE (1) BE899359A (en)
BR (1) BR8401626A (en)
CH (1) CH660581A5 (en)
DD (1) DD218877A5 (en)
DE (1) DE3410627A1 (en)
ES (1) ES531366A0 (en)
FR (1) FR2543930A1 (en)
GB (1) GB2137669B (en)
HU (1) HUT36422A (en)
IT (1) IT1221750B (en)
NL (1) NL8401085A (en)
PL (1) PL247099A1 (en)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6802472B2 (en) 2001-09-17 2004-10-12 Superba Winding machine transformable onsite
US6729574B2 (en) 2001-09-17 2004-05-04 Superba Gripping device for package, in particular for yarn winding machines
FR2829754B1 (en) * 2001-09-17 2003-11-28 Superba Sa TRANSFORMER ON SITE
CN104773601A (en) * 2015-04-27 2015-07-15 山东恒泰纺织有限公司 Yarn loosening machine
CN112873912A (en) * 2021-02-01 2021-06-01 胡亚华 A silk bundle collecting device for carbon fiber production

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2400324A (en) * 1944-01-11 1946-05-14 Farrel Birmingham Co Inc Strand packaging apparatus
GB626587A (en) * 1947-07-22 1949-07-18 Courtaulds Ltd Improvements in and relating to yarn and like coning machines
GB753765A (en) * 1953-05-06 1956-08-01 Celanese Corp Improvements in or relating to the winding of treated yarn and like filamentary material
NL101141C (en) * 1955-03-31
FR1176203A (en) * 1957-05-24 1959-04-08 Device for winding tape or wire-shaped material with equal tensile tension
GB852425A (en) * 1957-11-16 1960-10-26 Leesona Holt Ltd Improvements in or relating to textile winding machines
CH393157A (en) * 1962-06-01 1965-05-31 Schweiter Ag Maschf Control device on winding machines
US3281087A (en) * 1964-03-27 1966-10-25 Dixie Yarns Winding of yarns of high elasticity
FR1516312A (en) * 1966-02-23 1968-03-08 Barmag Barmer Maschf Winding device for threads, cables, bands and the like
GB1225476A (en) * 1968-05-22 1971-03-17
DE1912374C3 (en) * 1968-07-19 1974-08-08 Veb Spinnereimaschinenbau Karlmarx-Stadt, X 9010 Karl-Marx-Stadt Winding machine, in particular cross-winding machine
FR2335754A1 (en) * 1975-12-18 1977-07-15 Cefilac MODULAR DRIVE CHAIN FOR TRANSMISSION OF A TORQUE WITH SLIP
FR2358486A1 (en) * 1976-07-12 1978-02-10 Asa Sa METHOD AND DEVICE FOR TREATMENT OF TEXTILE ARTICLES
US4157793A (en) * 1977-08-03 1979-06-12 Independent Machine Company Bobbin winding system

Also Published As

Publication number Publication date
IT1221750B (en) 1990-07-12
FR2543930A1 (en) 1984-10-12
ES8503305A1 (en) 1985-02-16
GB2137669B (en) 1986-07-23
AU2595484A (en) 1984-10-11
PL247099A1 (en) 1984-11-19
ES531366A0 (en) 1985-02-16
GB2137669A (en) 1984-10-10
BR8401626A (en) 1984-11-13
HUT36422A (en) 1985-09-30
DE3410627A1 (en) 1984-10-31
IT8420434A0 (en) 1984-04-06
DD218877A5 (en) 1985-02-20
GB8407478D0 (en) 1984-05-02
BE899359A (en) 1984-07-31
CH660581A5 (en) 1987-05-15
JPS59211647A (en) 1984-11-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0906459B1 (en) False twist texturizing machine
US7260873B2 (en) Method of setting up a beam winder
DE102010033570A1 (en) False twist texturing machine for twisting and compressing e.g. polyesters to produce yarn, has heating device and cooling device arranged in upper section of working chamber, and winding device arranged at winding frame in four stages
EP0845550A1 (en) Process and device for spinning and winding up a yarn
EP0539866B1 (en) Process for drawing off a continuous synthetic yarn
EP0143466A2 (en) Apparatus for drawing bundles of synthetic yarns
CN206173541U (en) Warp knitting divides strip copy warper
NL8401085A (en) Apparatus for handling yarn strands.
CH655953A5 (en) METHOD AND DEVICE FOR PRODUCING HIGH-STRENGTH TECHNICAL YARNS BY SPINNING DRAWERS.
US4316370A (en) Yarn conditioning plant
US3606655A (en) Process and apparatus for the continuous tension-free fixing and shrinking of cables of uncrimped filaments
US5046673A (en) Controlled programmable electronic winding
US4566645A (en) Apparatus for winding yarn
CN100422410C (en) Method and device for producing a low-shrinking smooth yarn
US3178123A (en) Method and apparatus for pulling yarn from a yarn pack
US3762141A (en) Machines for producing synthetic yarn
US4420108A (en) Apparatus for the controlled feeding and taking-off of a thread into and out of a thread treatment section
US2018017A (en) Treatment of textile materials
US3359609A (en) Process for crimping thermoplastic filamentary material
JPS62191377A (en) Partial speed change method and device for simultaneously running plural yarns
US3317977A (en) Method and apparatus for unwinding and treating strand from a traversewound package
DE1710089A1 (en) Device for controlling a moving thread of yarn
DE2459239C2 (en) Device for the continuous heat setting of textile thread
JPS61183059A (en) Yarn feeder
EP0423250A1 (en) Method and apparatus for warping using progressively controlled tension on a dye beam and dye beam geometry therefor

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed