NL8400958A

NL8400958A - CYLINDER FOR OPERATING MAGNETIC TRAIL BRAKES.

Info

Publication number: NL8400958A
Application number: NL8400958A
Authority: NL
Original assignee: Bergische Stahlindustrie
Priority date: 1983-04-13
Filing date: 1984-03-27
Publication date: 1984-11-01
Also published as: ES287003U; ES287003Y; FR2544406A1; SE455186B; IT8448026A1; FR2544406B1; YU65984A; IT8448026A0; SE8401543L; ATA86184A; SE8401543D0; IT1180699B; AT393480B

Description

t- r— *t- r— *

Cilinder voor het bedienen van magneetrailrermnenCylinder for operating magnetic rail brakes

De uitvinding betreft een cilinder voor de hydraulische of pneumatische bediening van een railrenmagneet, waarbij in de cilinder een gedeelde veer staat opgesteld, die de zuiger in de ruststand drukt en houdt, waarbij de railrenmagneet is qpgelicht.The invention relates to a cylinder for the hydraulic or pneumatic operation of a rail magnet, in which a divided spring is arranged, which presses and keeps the piston in the rest position, the rail magnet being lifted.

5 In het bijzonder hydraulische of pneumatische cilinders voor de bediening van railremmagneten, dat wil zeggen voor het laten zakken ai optillen van de magneten qp en van de rails moeten een betrekkelijk grote bouwlengte bezitten. Het terugplaatsen van de zuiger en de cilinder ei zodoende van de reirmagneet in de bovenste ruststand 10 wordt overgenomen door een in de cilinder aangebrachte terugstelveer, hetgeen in het bijzonder enkele stuurfcechnische voordelen met zich meebrengt, echter ook het voordeel dat de railrenmagneet in de opgelichte stand, dus in de ruststand als het ware elastisch is gelegerd cp de veer en zodoende verend kan uitwijken voor de van de rail en het wiel 15 komende stoten. Het is nu bekend bij koppelstangsteunen met een betrekkelijk lange veer geleidingsbussen voor de veren aan te brengen, de veren te verdelen en in de geleidingsbussen aanwezige afdichtorganen tegelijkertijd als tussenlegers voor de delen van de veer te gebruiken. Het nadeel is hierin gelegen dat bij in een hydraulische of pneumatische 20 cilinder aangebrachte veren geen geleidingsbussen aangebracht kunnen worden en afdichtorganen, die de slijtage in het bijzonder op de cilinderbinnenwanden kunnen bewsrkstelligen, niet aangebracht mogen worden.In particular hydraulic or pneumatic cylinders for operating rail brake magnets, ie for lowering and lifting the magnets qp and of the rails, must have a relatively large construction length. The return of the piston and the cylinder egg thus of the brake magnet in the upper rest position 10 is taken over by a return spring arranged in the cylinder, which in particular entails some steering advantages, but also the advantage that the rail magnet in the raised position Thus, in the rest position, it is elastic, as it were, mounted on the spring and can thus yield resiliently for the impacts coming from the rail and the wheel. It is now known in connecting rod supports with a relatively long spring to provide guide bushes for the springs, to distribute the springs and to use sealing members present in the guide bushes simultaneously as intermediate bearings for the parts of the spring. The drawback lies in the fact that in the case of springs arranged in a hydraulic or pneumatic cylinder, no guide bushes can be provided and sealing members, which can cause wear in particular on the cylinder inner walls, must not be fitted.

De onderhavige uitvinding beoogt de nadelen van de be-25 kende constructies te vermijden en bovendien de tot nu toe kiekende functie van de bedieningscilinder voor een railremmagneet in stand te houden zonder dat belangrijke constructie veranderingen uitgevoerd moeten worden.The present invention aims to avoid the drawbacks of the known constructions and moreover to maintain the function of the operating cylinder for a rail brake magnet, which has hitherto been viewed, without major construction changes having to be carried out.

De oplossing van dit doel is hierin gelegen dat tussen 30 de afzonderlijke delen van de veer drukschotels verschuifbaar evenwel geleid cp de zuigerstang of in de cilinder aanwezig zijn, die êên of meer openingen bezitten, waardoor de aan beide zijden van de drukschotels gelegen ruimten van de cilinder onderling verbonden zijn.The solution for this purpose lies in the fact that pressure plates are slidably displaceable between the individual parts of the spring, however, there are guided on the piston rod or in the cylinder, which have one or more openings, so that the spaces of the pressure plates located on both sides of the cylinder are interconnected.

8400958 - 2 -8400958 - 2 -

Het is van voordeel dat de drukschotel is gelegerd op de zuigerstang en de buitendiameter hiervan kleiner is dan de binnen-diameter van de cilinder.It is advantageous that the pressure plate is mounted on the piston rod and its outer diameter is smaller than the inner diameter of the cylinder.

Voorts is het gunstig dat het cilindereind aan de uit-5 gang van de zuigerstang een afdichtring draagt, waartegen een bevesti-gingsflens of een afdichtplaat in de naar binnen geschoven stand van de zuigerstang aanligt en de ruimte cm de zuigerstang af dicht.It is furthermore advantageous that the cylinder end at the outlet of the piston rod carries a sealing ring, against which a fixing flange or a sealing plate abuts in the retracted position of the piston rod and the space closes the piston rod.

Het voordeel van de onderhavige constructie is duidelijk. De veer in het cilinderhuis kan niet meer uitknikken en hiérbij de 10 cilinderbinnenwand beschadigen. Dit verhindert dat de cilinder zijn werking verliest. Anderzijds wordt ook een beschadiging van de cilinderbinnenwand door de tussen de delen van de veer aangebrachte drukscho-tels verhinderd. Bovendien kan niet bij. het verschuiven van de zuiger in een van de aan beide zijden van de drukschotels gelegen ruimten 15 een druk worden opgebouwd, die de werking van de cilinder zou kunnen beïnvloeden.The advantage of the present construction is clear. The spring in the cylinder housing can no longer buckle and damage above the 10 cylinder inner wall. This prevents the cylinder from losing its function. On the other hand, damage to the cylinder inner wall is also prevented by the pressure plates arranged between the parts of the spring. Moreover, it is not possible. sliding the piston into one of the spaces 15 located on either side of the pressure plates, builds up a pressure which could affect the operation of the cylinder.

m de tekening is bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven, waarin 11 de cilinder is, die aan beide zijden is afgesloten door de deksels 12 en 13. Op het deksel 20 12 is met tussenplaatsing van een centreerrubber 14 een flens 15 aan gebracht, waarmee de cilinder 11 op het draaistel of het wagenframe kan worden aangebracht. In een deksel 12 is bovendien een inlaatopening 16 voor het medium, dat de cilinder bedient, aanwezig. Het deksel 13 bezit een afgedichte boring voor de zuigerstang 17, die op zijn beurt 25 via een centreerrubber 18 een flens 19 draagt, waaraan de railremmag-neet wordt bevestigd. Bovendien is in het deksel 13 nog een ontluchtings-boring 20 aanwezig. Voorts draagt het deksel 13 qp zijn naar de flens 19 toegékeerde zijde 21 een boven, deze zijde 21 uitstékende ongeveer dakvormige rubberring 22.The drawing shows by way of example an embodiment of the invention, in which 11 is the cylinder, which is closed on both sides by the lids 12 and 13. On the lid 20 12, a flange 15 is mounted on the lid 20 with an intermediate rubber 14 with which the cylinder 11 can be mounted on the bogie or the wagon frame. In a lid 12, there is also an inlet opening 16 for the medium which serves the cylinder. The cover 13 has a sealed bore for the piston rod 17, which in turn carries a flange 19 via a centering rubber 18 to which the rail brake magnet is attached. In addition, a vent bore 20 is also present in the cover 13. Furthermore, the cover 13 carries its side 21 facing the flange 19 and an approximately roof-shaped rubber ring 22 projecting above this side 21.

30 Aan het andere eind van de zuigerstang 17 is een in de cilinder 11 glijdende zuiger 23 aangébracht, die tesamen met het deksel 12 een met de inlaatopening 16 verbonden drukruimte 24 vormt. De zuigerstang 17 is voorbij de zuiger 23 met het deel 25 verlengd, waarmee de zuigerstang 17 in de in de tekening weergegeven ruststand van de 35 zuiger 23 ligt in een in het deksel 12 aanwezige boring 26. In. de 8*00958 <r.At the other end of the piston rod 17, a piston 23 sliding in the cylinder 11 is arranged, which together with the lid 12 forms a pressure space 24 connected to the inlet opening 16. The piston rod 17 is extended beyond the piston 23 by the part 25, with which the piston rod 17 lies in the rest position of the piston 23 shown in the drawing, in a bore 26 present in the cover 12. In. the 8 * 00958 <r.

- 3 - cilinderruimte 27 is een uit twee deelstukken 28 en 29 bestaande veer gelegerd, vaarbij tussen de deelstukken 28, 29 een drukscbotel 30 verschuifbaar op de zuigerstang 17 is gelegerd. De buitendiameter van de drukscbotel 30 is over het deel 31 kleiner dan de birmendia-5 meter van de cilinder 11, waardoor de aan beide zijden van de druk-schotel 30 gelegen ruimten 27 onderling zijn verbonden. Het deelstuk 28 van de veer ligt enerzijds aan tegen de zuiger 23 en anderzijds tegen de ene zijde van de drukscbotel 30, terwijl het deelstuk 29 aanligt tegen de andere zijde van de drukschotel 30 en tegen het 10 onderste deksel 13 van de cilinder 11. Beide deelstukken 28 en 29 van de veer hebben ongeveer dezelfde karakteristiek en ongeveer dezelfde lengte.The cylinder space 27 is alloyed with a spring consisting of two parts 28 and 29, a pressure plate 30 being slidably mounted on the piston rod 17 between the parts 28, 29. The outer diameter of the pressure dish 30 over the part 31 is smaller than the diameter of the cylinder 11, so that the spaces 27 located on both sides of the pressure dish 30 are mutually connected. The spring piece 28 rests against the piston 23 on the one hand and on the one side of the pressure plate 30 on the other hand, while the piece 29 rests against the other side of the pressure plate 30 and against the bottom cover 13 of the cylinder 11. Both Spring sections 28 and 29 have approximately the same characteristic and approximately the same length.

De onderhavige cilinder werkt zodanig, dat in de weergegeven ruststand de aan de zuigerstang 17 bevestigde flens 19 15 door de veer 28, 29 getrokken wordt tegen de rubberring 22, waardoor de ruimte 32 om de uittreeopening van de zuigerstang 17 uit het cilinderdèksel 13 wordt af gedicht tegen uitwendige invloeden zoals water, vervuiling, etc. Door de centreerrubber 18 worden verkantin-gen van de flens 19 ten opzichte van de rubberring 22 met zekerheid 20 vermeden, zodat de afdichting is verzekerd.The present cylinder acts in such a manner that in the shown rest position the flange 19 attached to the piston rod 17 is pulled by the spring 28, 29 against the rubber ring 22, so that the space 32 around the outlet opening of the piston rod 17 is removed from the cylinder cover 13. sealed against external influences such as water, contamination, etc. The centering rubber 18 avoids the canting of the flange 19 relative to the rubber ring 22, so that the sealing is ensured.

Vfenneer nu de r ai Ir emnagneet omlaag gelaten moet warden, die bevestigd is aan de flens 19, wordt via de inlaatopening 16 een druk in de drukruirnte 24 afgegeven, waardoor de zuiger 23 in de richting van het deksel 13 wordt verschoven. Hierbij worden de 25 beide deelstukken 28, 29 van de veer samengedrukt, waarbij tegelijkertijd de drukschotel 30 op de zuigerstang 17 verschuift. De lucht aanwezig in de tegen de zuiger 23 aanliggende ruimte 27 wordt dan via de opening 31 in de drukschotel 30 in de andere ruimte 27 en vandaar naar buiten via de ontluchtingsopening 20 gedrukt. De ver-30 schuiving van de zuiger 23 gaat zolang tot dat de windingen van de delen 28, 29 van de veer tegen elkaar aanliggen, üi deze stand ligt de railremnagneet cp de rail en rent.Now that the ir magnet has to be lowered, which is attached to the flange 19, a pressure is released in the pressure space 24 via the inlet opening 16, whereby the piston 23 is displaced in the direction of the cover 13. The two parts 28, 29 of the spring are hereby compressed, while the pressure plate 30 on the piston rod 17 simultaneously shifts. The air present in the space 27 abutting the piston 23 is then forced through the opening 31 in the pressure plate 30 into the other space 27 and from there out through the vent opening 20. The displacement of the piston 23 continues until the windings of the parts 28, 29 of the spring abut, in this position the rail brake magnet is located on the rail and runs.

Wanneer de rallremnagneet wederom moet worden cpgelicht, WDrdt de druk van het medium uit de drukruirnte 24 via de opening 16 35 afgevoerd, zodat de zuiger 23 door de veer 28, 29 wederom in de rich- 8400958 - 4 - ting van het deksel 12 -wordt verschoven, totdat deze in de weergegeven ruststand is gekcmen. Hierbij is het deel 25 van de zuigerstang 17 in de opening 26 van het deksel 12 verschoven, waardoor de zuigerstang 17 en de zuiger 23 ten opzichte van zijdelingse stoten zijn 5 beveiligd. Door de opening 20 is tijdens de teruggaande beweging van de zuiger 23 wederom.lucht in de ruimten 27 aangezogen, zodat deze ruimten drukloos blijven. Bij het gaan aanliggen van de flens 19 tegen de rubberring 22 zorgt deze ring voor een demping van de stoot bij het gaan aanliggen en tegelijkertijd wordt de ruimte 32 10 cm de zuigerstang af gedicht, zodat daar geen vuil kan binnendringen.When the rall brake magnet is to be lifted again, the pressure of the medium is discharged from the pressure space 24 through the opening 16, so that the piston 23 is again directed by the spring 28, 29 in the direction of the cover 12 - is moved until it has entered the displayed idle state. The part 25 of the piston rod 17 has been displaced in the opening 26 of the lid 12, whereby the piston rod 17 and the piston 23 are secured against side impacts. During the return movement of the piston 23, air is again drawn into the spaces 27 through the opening 20, so that these spaces remain pressureless. When the flange 19 comes into contact with the rubber ring 22, this ring dampens the impact when it comes into contact and at the same time the space 32 is sealed off the piston rod by 10 cm, so that no dirt can penetrate there.

De drukschotel kan ook over de binnenwand van de cilinder worden geleid, waarbij tussen de zuigerstang en de drukschotel een opening blijft, waardoor het compenseren van de druk kan plaatsvinden.The pressure plate can also be guided over the inner wall of the cylinder, leaving an opening between the piston rod and the pressure plate, through which the pressure can be compensated.

15 De rubberring 22 kan ook uit een ander elastisch materiaal bestaan, bijvoorbeeld kunststof, en kan ook andere dwarsdoorsnede vormen bezitten.The rubber ring 22 can also consist of another elastic material, for instance plastic, and can also have other cross-sectional shapes.

Men kan ook de delen van de veer verschillende karakteristieken geven, hetgeen bijvoorbeeld bij het optillen van de 20 railremnagneet leidt tot verschillende snelheden.It is also possible to give the parts of the spring different characteristics, which leads to different speeds when lifting the rail brake magnet, for example.

84009588400958

Claims

1. Cylinder for hydraulically or pneumatically operating a rail magnet, in which a split spring is provided, which presses and holds the piston in the rest position, in which the rail brake magnet is lifted, characterized in that between the individual parts (28 , 29) of the spring pressure plates (30) are displaceably displaceable the yet guided piston rod (17) or are present in the cylinder (11), which have one or more openings (31), through which the pressure plates (30) on both sides ) spaces (27) of the cylinder (11) are mutually connected.

Cylinder according to claim 1, characterized in that the pressure plates (30) are mounted on the piston rod (17) and that the outer diameter thereof is smaller than the inner diameter of the cylinder (11).

3. Cylinder, characterized in that the cylinder end (13) 15 at the outlet of the piston rod (17) carries a ring (22) of elastic material, such as rubber, etc., against which a mounting flange (19) or a plate in the retracted position of the piston rod (17).

Cylinder according to any one of claims 1 to 3, characterized in that the mounting flange (19) or the plate is mounted with intermediate rubber elements (18) on the piston rod (17).

Cylinder according to any one of claims 1 to 4, characterized in that the piston rod (17) is extended past the piston (23) backwards over the part (25) which fits into a bore (26) in the cylinder cover ( 12). * 14 0 0 9 5 8