NL8400844A - Werkwijze en inrichting voor het palletiseren van in zakken verpakte produkten. - Google Patents

Description

Φ -s % VO 6074 *

Titelï Werkwijze en inrichting voor het palletiseren van in zakken verpakte produkten.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het palletiseren van in zakken verpakte produkten, zoals uien, aardappelen of dergelijke, waarbij op een in een kooi opgestelde pallet, onder het aanbrengen van hoeksteunen, de zakken in verband worden afgelegd 5L en daaromheen vervolgens een of meer sealbanden worden aangebracht.

Bij een dergelijke tot op heden toegepaste werkwijze wordt een pallet in een aan één zijde geheel open kooi gebracht en daarop, nadat de hoeksteunen zijn aangebracht, de gevulde zakken met de hand in verband af gelegd. Na het afleggen van één of meer lagen wordt daaromheen telkens, 10 deels met de hand, een sealband aangebracht. Nadat de pallet geheel is beladen, wordt deze met behulp van een vorkheftruck af gevoerd.

Het geheel vergt veel mankracht, is zwaar werk en is een tijdrovende bezigheid.

Bij een andere werkwijze voor het palletiseren wordt gebruik IS gemaakt van een bijna geheel gesloten, kartonnen doos, waarin de gevulde zakken met de hand in verband worden af gelegd. Bij deze werkwijze wordt dus geen gebruik gemaakt van sealbanden.

De uitvinding beoogt genoemde werkwijzen te rationaliseren.

Hiertoe vertoont de werkwijze van de in de aanhef genoemde 20 soort het kenmerk, dat door de aan de boven- en onderzijde open kooi een hefplateau voor het pallet beweegbaar is, waarop telkens vooraf in verband gelegde, gevulde zakken worden afgelegd. Door gebruik te maken van een aan de boven- en onderzijde open kooi, kan een vaste, geringe afstand tussen de toevoerband en het aflegoppervlak wor-25, den verkregen, waarop de vooraf in verband gelegde gevulde zakken gemakkelijk en in de juiste stand kunnen worden afgelegd.

Bij deze werkwijze kunnen de buitenwaarts van de kooi rond de te vormen stapel opgestelde hoekstukken, buiten langs de kooi, benedenwaarts worden bewogen tot onder het niveau van de kooi en 30 vervolgens, bijvoorbeeld door nieten met de pallet worden verbonden.

Nadat deze verbinding tot stand is gebracht, worden de hoekstukken automatisch met de pallets mee naar beneden bewogen. Bij deze werkwijze worden de hoeksteunen eerst na het vormen van althans van een deel van de stapel aangebracht, dit in tegenstelling tot bij de bekende 35 werkwijze, waarbij eerst de hoeksteunen worden aangebracht, vddrdat 8400844 -2- de stapel tot stand wordt gebracht.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding kan verder het hefplateau stapsgewijs benedenwaarts worden bewogen en bij het uit de kooi treden, nadat de hoeksteunen zijn aangebracht, telkens een seal-5 band rond één of meer lagen worden aangebracht.

De uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting vóór het palletiseren van in zakken verpakte produkten, zoals uien, aardappelen of dergelijke, voorzien van een toevoertransporteur en een kooi, ingericht voor het opnemen van een pallet, met het kenmerk, _ 10 dat boven de toevoertransporteur een keerinrichting is opgèsteld, stroomafwaarts van de toevoertransporteur, boven de kooi, een zakken-' valinrichting en door de kooi een hefplateau beweegbaar is.

De zakkenvalinrichting kan bestaan uit twee in de transport-richting parallel opgestelde transportbanden, welke telkens aan de 15 buitenzijde om een in de langsrichting verlopende hartlijn draaibaar in een frame zijn opgehangen. Daarbij kan zijn voorzien in middelen voor het gecombineerd doen uitvoeren van de bewegingen van de beide zakken val transportbanden. Door het combineren van de genoemde bewegingen en deze beweging bovendien snel uit te voeren wordt, mede door 20 de geringe afstand tussen het laadvlak en de transportbanden, gewaarborgd dat de af te leggen gevulde zakken een vooraf ingenomen verband blijven behouden.

Bij het beladen van grotere pallets kan gebruik worden gemaakt van een frame, dat in dwarsrichting boven de kooi verplaatsbaar is.

25 In verdere uitwerking van de uitvinding kunnen boven de zakkenvalinrichting één of meer beweegbare tegenhoudplaten zijn opgesteld. Hierdoor wordt bereikt, dat de aangevoerde zakken niet kunnen botsen tegen reeds op hun plaats op de banden van de valinrichting gelegen zakken, waardoor bij het toevoeren van verdere zak of zakken 30 een opstuiken plaatsvindt, waardoor het gewenste verband niet wordt bereikt.

Buitenwaarts van elke hoek van de kooi kan telkens een hoek-steuntoevoerinrichting zijn opgesteld. Daarbij kan boven één of meer hoeksteuntoevoerinrichtingen een hoeksteunduwinrichting zijn opgesteld *35 met behulp waarvan de hoeksteunen telkens benedenwaarts kunnen worden bewogen tot zij onder de kooi uitsteken en daar met een pallet kunnen worden verbonden, bijvoorbeeld door nieten.

8400844 > -3-

Het geheel kan computer-bestuurd zijn uitgevoerd, waarbij de diverse standen telkens kunnen worden bepaald met behulp van bijvoorbeeld foto-elektrische cellen.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal thans, onder 5 verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting voor het palletiseren van in zakken verpakte produkten worden beschreven. In de tekening toont: fig. 1 een schematisch zijaanzicht, onder weglating van een aantal delen, van een inrichting voor het palletiseren van met uien, aard-10 appelen of dergelijke gevulde zakken.

fig. 2 een bovenaanzicht van de inrichting volgens fig. 1; fig. 3 een schematisch zijaanzicht van een deel van de inrichting volgens de figuren 1 en 2? fig. 4 een schematisch bovenaanzicht van de inrichting volgens 15 fig. 3? fig. 5 een bovenaanzicht van een deel van de inrichting volgens de figuren 1 en 2 en fig. 6 een schematisch zijaanzicht van de inrichting volgens fig. 5.

20 Volgens de tekening is een inrichting 1 voor het palletiseren van in zakken verpakte produkten, zoals uien, aardappelen en dergelijke voorzien van een opvoerband 2, een stroomafwaarts daarop aansluitende transportband 3, waarboven en vast ten opzichte daarvan een keerinrichting 4 is opgesteld. Stroomafwaarts hiervan bevindt zich 25 een zakkenvalinrichting 5, welke is opgesteld boven een kooi 6, waarbinnen een als rollenbaan 7 uitgevoerd hefplateau 8 beweegbaar is.

In de benedenwaartse stand van het plateau 8 sluit daarop een afvoer-transporteur 9 aan.

De kooi 6 is opgenomen in een frame 10, waarvan de bovenzijde 30 dient als rolbaan voor rollen 11, die een ondersteuning vormen voor een hulpframe 12, waarin zowel de transportband 3 als de zakkenvalinrichting 5 zijn opgenomen.

De hiervoor reeds genoemde zakkenkeerinrichting 4 is een op zich bekende inrichting met behulp waarvan de via de opvoerband 2 35 en de transportband 3 aangevoerde zakken naar keuze worden doorgelaten of over 90° worden gedraaid.

8400844 i s -4-

Na het passeren van de zakkenkeerinting liggen de aangevoerde zakken in de juiste stand en worden in deze stand' overgebracht op de zakkenvalinrichting 5.

De zakkenvalinrichting bestaat in wezen uit twee transport-5 banden 13,14. Deze transportbanden zij··, aan de van elkaar af gekeerde langsranden middels scharnieren IS resp. 16 in het hulpframe 12 opgehangen„ Doordat het hulpframe· 12. verrijdbaar op het frame 10 is opgesteld, kunnen meerdere rijen gevulde zakken naast elkaar wo'rden afgevoerd. Teneinde bij het aanvoeren van zakken geen opstuiken daarvan: 10 te krijgen, is boven de transportbanden een op zichzelf bekende en daarom niet-weergegeven tegenhoudplaat opgesteld.

Nadat de·, transportbanden zijn beladen met de in het gewenste verband daarop opgestelde, gevulde zakken, worden de transportbanden 13 en 14 bewogen rond hun scharnieren 15, 16. De beweging van de béide 15 transportbanden dient snel en gelijk te verlopen.

Hiertoe is het hulpframe aan de huitenzijde (fig. 5 en 6) voorzien van een luchtcilinder 17, waarvan de zuigerstang 18 is verbonden met de uiteinden van gelijkloopstangen 19 waarvan het andere uiteinde telkens is verbonden met één van de beide transportbanden 13, 14.

20 Doordat de transportbanden 13,. 14 buitenwaarts openen, de valafstand laag is, en het openen snel gebeurt, wordt gewaarborgd, dat het verband waarin de zakken op de transportbanden 13,14 zijn gelegd, bij het. afleggen daarvan wordt gehandhaafd.

Dit afleggen vindt plaats op een niet-weergegeven pallet. De pallet 25 wordt zijdelings aangevoerd via een pallettaevoeropening 20. Ten tijde van deze palletaanvoer bevindt zich het uit rollen 7 bestaande hefplateau 8 ter plaatse· van de onderrand van genoemde opening 20 (fig.1). Het vertikaal bewegen van het hefplateau vindt plaats met behulp van kettingen 21, die in. het. frame zijn bevestigd op kettingwielen 22 resp.

30 23, waarvan eerstgenoemde zijn bevestigd op een as 24 op een uit stekend einde waarvan zich een rondsel 25 bevindt, dat via verder niet-weergegeven middelen wordt aangedreven.

In het frame 10 zijn verder ter plaatse van de kooi 6 nog hoeksteuntoevoerinrichtingen 26 (zie figuren 3 en 4) opgesteld. Elke 35 hoeksteuntoevoerinrichting bestaat in wezen uit een huis 27, buiten-* 8400844 -5- * t waarts waarvan twee luchtcilinders 28 zijn opgesteld. Het uitstekende einde van de verder niet-weergegeven zuigerstang is voorzien van een aandrukelement 29, met behulp waarvan in het huis 27 opgestelde hoek-steundelen tegen de hoeken van de kooi worden aangedrukt. De hoek-5 steunen worden naar beneden geduwd met behulp van een hoeksteunduwinrich-ting 30. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt één hoeksteunduw-inrichting gebruikt voor het duwen van twee hóeksteunen. De hoeksteun-duwinrichting 30 is voorzien van een hoekenduwer 31, bevestigd aan gelijkloopstangen 32, waarvan het andere uiteinde is opgenomen in gelijk-10 looprails 33 en tevens is verbonden met het uiteinde van de zuigerstang van een zuiger^ cilindersamenstel 34.

Ter plaatse van de onderzijde van de kooi 6 bevindt zich onder de hoeksteunhuizen 27 telkens een glijplaat 35, welke waarborgt, dat de aangevoerde hóeksteunen nauwkeurig tegen de buitenzijdei van de 15 pallet en de zich daarop bevindende zakken aanligt. Onder de kooi bevindt zich achtereenvolgens een sealinrichting 36 en een niet-inrichting 37.

De sealinrichting zal hier niet verder worden beschreven, daar dit een op zichzelf bekende inrichting is, welke door de firma Signode 20 te Hoofddorp op de markt wordt gebracht. De door aanvraagster toegepaste inrichting betreft een "automatische signode-omsnoeringsmachine, model HSMCTW-700Z”.

Hieronder bevindt zich ter plaatse van de hoeken telkens tenminste een nietinrichting 37 met behulp waarvan de aangevoerde 25 hóeksteunen aan de palletsteun worden bevestigd.

Nadat het gewenste aantal lagen op de pallet is afgelegd, en de lagen op de gewenste wijze van een sealband zijn voorzien, wordt het plateau 8 zover benedenwaarts bewogen tot de rollen hiervan in één lijn liggen met de rollen van de afvoerband 9. Zodra genoemde in-lijn-ligging 30 is bereikt, wordt de geladen pallet middels een niet-weergegeven zuiger-cilindersamenstel van het hefplateau 8 op de afvoerband 9 geduwd. Hierna beweegt het plateau 8 weer bovenwaarts tot nabij de pallettoevoeropening 20, teneinde een volgende pallet te ontvangen, waarna het beladen hiervan op de vorenbeschreven wijze kan plaatsvinden.

35 . Het geheel wordt met behulp van een computer bestuurd, waarbij 8400844 ί i -6- dlverse standen worden gecontroleerd met behulp van foto-elektrische cellen.

De aandrijving van de verschillende delen is, daar zij voor een deskundige voor de hand liggend zijn, duidelijkheidshalve weggelaten.

J

8400844

Claims (10)

1. Werkwijze voor het palletiseren van in zakken verpakte produkten, zoals uien, aardappelen of dergelijke, waarbij op een in een kooi opgestelde pallet onder het aanbrengen van hoeksteunen, de zakken in verband worden afgelegd en daaromheen vervolgens een of meer sealbanden 5 worden- aangebracht, met het kenmerk, dat door de aan de boven- en onderzijde open kooi een hefplateau voor de pallet beweegbaar is, waarop telkens vooraf in verband gelegde gevulde zakken worden afgelegd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoeksteunen buitenwaarts van de kooi rond de te vormen stapel zijn opgesteld, 10 benedenwaarts worden bewogen tot onder het niveau van de kooi en vervolgens met de pallet worden verbonden.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het hefplateau stapsgewijze benedenwaarts wordt bewogen en bij het uit de kooi treden, nadat de hoeksteunen zijn aangebracht, telkens een 15 sealband rond één of meer lagen wordt aangebracht.

4. Inrichting voor het palletiseren van in zakken verpakte produkten, zoals uien, aardappelen of dergelijke, voorzien van een toevoertransporteur en een kooi, ingericht voor het opnemen van een pallet, met het kenmerk, dat boven de toevoertransporteur een keerinrichting is 20 opgesteld, stroomafwaarts van de toevoertransporteur, boven de kooi, een zakkenvalinrichting en door de kooi een hefplateau beweegbaar is.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de zakkenvalinrichting bestaat uit twee in de transportrichting parallel opgestelde transportbanden, welke telkens aan de buitenzijde om een in 25 langsrichting verlopende hartlijn draaibaar in een frame zijn opgehangen.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, gekenmerkt door middelen voor het gecombineerd doen uitvoeren van de bewegingen van de beide zakkenveltransportbanden.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat 30 genoemd frame in dwarsrichting boven de kooi verplaatsbaar is.

8. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 4-7, met het kenmerk, dat boven de zakkenvalinrichting één of meer beweegbare tegen-houdplaten zijn opgesteld.

9. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 4 t/m 8, 3400844 ν' 5 -8- S <· met het kenmerk, dat buitenwaarts van elke hoek van de kooi telkens een hoeksteuntoevoerinrichting is opgesteld.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat telkens boven één of meer hoeksteuntoevoerinrichtingen een hoeksteun-5 duwinrichting is opgesteld. a , 8400844