NL8400762A - Combinatiesteen. - Google Patents

Description

* i»' — VO 6096

Combinatiesteen.

De uitvinding heeft betrekking op een combinatiesteen, in het bijzonder een combinatisstraatsteen, bij voorkeur met de basisvorm van een vierhoek, met evenwijdig of nagenoeg evenwijdig verlopende basisvlakken alsmede daartussen verlopende, eventueel instulpingen 5 bezittende zijvlakken.

De bekende combinatiestenen, zoals deze bijvoorbeeld in het Duitse Auslegeschrift 16 58 485 of in het Duitse Gebrauchsmuster 80 07 289 beschreven zijn, hebben in hun zijvlakken, welke haaks op de basisvlakken, dus het bovenste loop-, resp. berijdbare en het naar 10 de grond taegekeerde vlak, verlopen, instulpingen van zodanige vorm, dat zij met dienovereenkomstig bijbehorende uitsteeksels van aanliggende combinatiestenen in wisselwerking treden, om aldus een verschuiving evenwijdig aan de oppervlakken te vermijden.

De bekende, een eenvoudige meetkundige vorm bezittende combina-15 tiestenen hebben echter het nadeel, dat zij nauwelijks voor grote belastingen geschikt zijn, daar dan in het bijzonder in de bereiken, < waar veelvuldig een belastingoverdracht plaatsvindt, putten worden gevormd, welke tot ongewenste oneffenheden en waterverzamelplaatsen én dergelijke leiden. Derhalve zijn de bekende bij voorkeur in hun 20 basisvorm een vierhoek zoals bijvoorbeeld een rechthoek of een vierkant bezittende combinatiestenen voor parkeerplaatsen of dergelijke alleen dan geschikt, wanneer de ondergrond dienovereenkomstig is gevormd, dus via deze het opnemen van een belasting en de verdeling daarvan plaatsvindt.

25 Doel van de onderhavige uitvinding is, een combinatiesteen van het hierboven bedoelde type zodanig uit te voeren, dat in het bijzonder, het opnemen van grote belastingen mogelijk is, waarbij de lastverdeling ever de steen zelf kan plaatsvinden, zodat in hoge mate, onafhankelijk van de ondergrond gewaarborgd is, dat de met de combi-30 stenen belegde vlakken ook na een veelvuldige belasting, verdiepingen of dergelijke niet vertonen.

Dit probleem wordt volgens de uitvinding opgelost, doordat ten minste twee tegenover elkaar liggende zijvlakken van de combinatiesteen door tegen elkaar aanliggende vlakdelen een trapvormige geometrie 35 hebben, waarbij gemeenschappelijk kanten van de tegen elkaar liggende 8400762 ? *2 -2- delen evenwijdig of nagenoeg evenwijdig aan de basisvlakken verlopen. Door de leer volgens de uitvinding wordt dientengevolge een combina-tiesteen verkregen, welke een in twee bij voorkeur de kopvlakken vormende zijvlakken ingelaten vertanding heeft, om aldus bij in· ver-5 band aangebrachte stenen een gelijkmatige lastverdeling vanuit een punt kan doen plaatsvinden, waarop een druk wordt uitgeoefend.

Met andere woorden wordt door de trapvormige geometrie verhinderd, dat de stenen haaks op de basisvlakken, dus ten opzichte van het boven- resp. grondvlak, kunnen verschuiven. Het zijdelings verschui-10 ven wordt bovendien ook dan verhinderd, wanneer de afzonderlijke stenen verzet ten opzichte van elkaar zijn aangebracht. Wordt bij voorkeur een. trapvormige geometrie in de kopvlakken voorgesteld, zo kan ook een zaagtandvormige of een trapvormige structuur gekozen worden, zonder dat de volgens de uitvinding verkregen voordelen prijs-15 gegeven behoeven te worden. Daarbij is uiteraard de geometrie van het ene kopvlak zodanig aan de geometrie van het andere kopvlak aangepast, dat zij elkaar in vorm aanvullen, om de steen in verband te kunnen leggen.

>

De de trapvormige geometrie veroorzakende vlakdelen sluiten 20 onderling bij voorkeur dezelfde of nagenoeg dezelfde hoek in. Voorts moeten de buitendelen als even groot of nagenoeg even groot vlak uitgevoerd zijn, waarbij de binnenste van deze ingesloten delen als groot vlak gekozen kan zijn. Een dergelijke geometrie heeft getoond, dat dan een bijzonder goed opnemen van lasten en verdeling daarvan 25 gewaarborgd is. Wordt zoals opgemerkt de trapvormige geometrie bij voorkeur door drie delen gevormd, zodat in .zijaanzicht een S-vorm ontstaat, dan kunnen uiteraard de de vertanding bezittende zijvlakken meer dan drie, onderling een hoek makende vlakdelen omvatten, waarbij echter gewaarborgd moet zijn, dat voor een gelijkmatige lastverdeling 30 ten minste één van de gemeenschappelijke door tegen elkaar aanliggende delen gevormde .binnen-, resp. buitenkanten evenwijdig of nagenoeg evenwijdig aan de basisvlakken verloopt.

Volgens de uitvinding moet bij voorkeur de combinatiesteen in hoofdzaak een vierhoekige vorm hebben, waarbij echter de basis-35 vlakken bij een projectie langs hun loodlijnen niet geheel overeenstemmen. Dat wil zeggen het bovenste en onderste basisvlak zijn in de langsrichting van de steen onderling verzet.

84 0 Ö 7 6 2 ? - TÉ -3-

Om een eenvoudige geometrie bij een hoog rendement ter beschikking te stellen is de steen volgens de uitvinding bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat bij een volgens een middenas plaatsvindende doorsnijding twee congruente delen ontstaan.

5 Tenslotte is een uitvoeringsvorm van een combinatiesteen in het bijzonder te vermelden, waarbij de trapvormige geometrie door drie vlakdelen gevormd wordt, waarbij de buitenste vlakdelen gelijk of nagenoeg gelijk uitgevoerd zijn en kleiner dan het middenvlakdeel. Daarbij is de vlakverhouding tussen het binnenste vlakdeel en het be-10 treffende buitenste deel ongeveer als 5 tot 4.'Voorts is de hoek, welke de vlakdelen met elkaar maken, bij voorkeur bij 110° gekozen.

De uitsteeksels, respectievelijk uitstulpingen, van het ene zijvlak en de daarbij behorende instulpingen, respectievelijk uitsteeksels vsin de andere zijvlakken liggen bij voorkeur op een evenwijdig of na— 15 genoeg evenwijdig aan de basisvlakken verlopende lijn. De afstand tussen de bij elkaar behorende instulpingen, respectievelijk uitstulpingen bedraagt ongeveer 200 mm, waarbij de hoogte van de steen 110 mm en de diepte 140 mm moeten bedragen. Door<een geschikte geometrie ontstaat een in vastheid en vorm optimale combinatiesteen, waar-20 bij de daarop werkende drukken gelijkmatig over de aangrenzende stenen verdeeld worden.

Volgens een zeer doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding geschiedt de fabricage van de combinatiesteen in afwijking van het bekende doordat het vormen door drukbelasting op de de trapvormige 25 geometrie niet bezittende zijvlakken plaatsvindt. Daardoor ontstaat in het bijzonder het voordeel, dat de basisvlakken in het algemeen glad uitgevoerd zijn, zodat een in vergelijking tot de bestaande combina-tiestenen zeer plat oppervlak ter beschikking staat, zodat zelfs keramische materialen voor het maken van de combinatiestenen toepassing 30 kunnen vinden. Bij voorkeur wordt echter als basismateriaal zware beton genoemd.

Verdere details, voordelen en kenmerken van de uitvinding volgen uit de beschrijving van in de tekening weergegeven uitvoerings-voorbeelden. Daarin tonen: 35 fig. 1 een uit combinatiestenen opgebouwd wegdek, fig. 2 een samengestelde combinatiesteen, 8400782 3 t -4- fig. 3 en 4 verschillende uitvoeringsvormen van combinatie-stenen in zijaanzicht, fig. 5 een de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm van een ' combinatiesteen in zijaanzicht, en 5 fig. 6 de combinatiesteen volgens fig. 5 in perspectivisch aanzicht.

In fig. 1 is een gedeelte van een bestrating 10 weergegeven, welke uit. combinatiestenen 12 volgens de uitvinding is samengesteld, welke een vorm kunnen hebben, zoals deze met betrekking tot de 10 fig. 2 tot 5 nader gedetailleerd worden. De combinatiestenen 12 zijn daarbij onderling verzet aangebracht, dat wil zeggen dat de combinatiestenen in op elkaar volgende rijen 14, resp. 16 onderling over een halve kantlengte 18 van de combinatiesteen verschoven zijn.. Uiteraard kunnen de combinatiestenen ook in een andere vorm zijn aangebracht.

15 Het verzet heeft echter het voordeel, dat de nog te bespreken structuur van de zijvlakken, welke in hoofdzaak een verschuiving van de combinatiestenen 12 haaks op het bestratingsvlak moet waarborgen, ook een zijdelings verschuiven verhindert.

In fig. 2 zijn twee combinatiestenen 20 volgens de uitvinding 20 weergegeven, welke eenvoudigheidshalve niet onderling verzet zijn aangebracht. De combinatiesteen 20 heeft in hoofdzaak een vierhoekige vorm, waarbij de kopvlakken 20, respectievelijk 24 een trapvormige geometrie hebben. Deze geometrie wordt verkregen, doordat de kopvlakken 22, resp. 24 uit drie een hoek onderling insluitende vlakdelen 26, 25 28, 30, resp. 32, 34 en 36 uitgevoerd zijn. Daarbij is de vorm van de kopvlakken 24 en 26 zodanig gekozen, dat zij elkaar aanvullen om aldus een verband mogelijk te maken. Zoals uit de fig. 2 tot 5 kan worden afgeleid, is de bij voorkeur trapvormige geometrie van de kopvlakken 24 en 26 zodanig gekozen, dat de gemeenschappelijke kanten 38, 40, 30 resp. 42 en 44 van tegen elkaar aanliggende delen 26, 28, resp. 28, 30, resp. 32, 34, resp. 34, 36 evenwijdig of nagenoeg evenwijdig aan de bestrating 10, dus aan de basisvlakken 46, resp. 48 verlopen. Daardoor onstaat het voordeel, dat op grond van de gegeven vertanding de inwerking van de druk op een combinatiesteen over de aangrenzende stenen 35 verdeeld wordt, zodat in hoge mate het gevaar is uitgesloten, dat bij veelvuldig sterke belastingen, zoals bijvoorbeeld op een parkeerplaats 8400762 -5- voor vrachtwagens of dergelijke de in verhand liggende bestrating oneffenheden, in het bijzonder verdiepingen vormen.

Speciale vormen van de de trapvormige geometrie vertonende combinatiestenen zijn in de fig. 3, 4 en 5 weergegeven. De combinatie-5 steen 50 volgens fig. 3 heeft in de zijvlakken 52 en 54 een trapvormige geometrie, welke bepaald wordt, doordat het middelste vlakdeel 56, resp. 58 ten opzichte van de middellijn 61 van de combinatiesteen 50 een hoek insluit. In analogie tot een trap sluit dientengevolge het als tweede aan te duiden deel 56 een hoek in met de horizontaal.

10 De aangrenzende vlakdelen 60, 62, resp. 64, 66 zijn met betrekking tot hun richting ten opzichte van de omgevende delen 56, resp. 58 zodanig gekozen, dat steeds dezelfde hoek wordt ingesloten. Dat wil zeggen de hoek ot en S is even groot gekozen. Daarbij is gebleken, dat de hoek α gelijk aan hoek β ongeveer 110° bedraagt. Zijn in het uit-15 voeringsvoorbeeld volgens fig. 3 de vlakdelen even groot gekozen, zo kunnen ook andere afmetingen gekozen worden, zoals in samenhang met de fig. 4 en 5 is verduidelijkt. Voorts blijkt uit fig. 3, dat de projectie van de basisvlakken langs hm verticaal elkaar niet volledig dekken.

20 In fig. 4 is een combinatiesteen 68 weergegeven, waarvan de zijvlakken een trap 70, resp. 72 toont, waarvan de trede evenwijdig aan het oppervlak van de combinatiesteen 68 verloopt. Gelijktijdig is in dit uitvoeringsvoorbeeld het middenvlakdeel 74, resp. 76 op de middellijn 78 gelegen. Uiteraard kunnen de delen 74 en 76 ook symme-25 trisch ten opzichte van de middellijn 78 gericht zijn.

In fig. 5 en 6 is een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van een combinatiesteen 80 volgens de uitvinding weergegeven, waarvan de trapvormige geometrie in de zijvlakken 82, resp. 84 door drie vlakdelen 86, 88, 90, resp. 92, 94 en 96 gevormd wordt. Daarbij zijn de 30 buitenste vlakdelen 36, 90, resp. 92, 96 kleiner gekozen dan de mid-denvlakdelen 88, resp. 92. 3ij voorkeur is de vlakverhouding ongeveer 5 tot 4, dat wil zeggen dat het binnenvlakdeel 88, resp. 94 ongeveer 25% groter is dan het betreffende buitenvlakdeel 36, resp. 90, resp.

92, resp. 96. Voorts is dan een bijzonder goede drukverdeling over de 35 in verband gelegde stenen 80 verkregen, wanneer de vlakdelen 86, 88, resp. 88, 90, resp. 92, 94, resp. 94, 96 een hoek γ van ca. 110° in- 8400782 - * ψ -δε luiten. Tenslotte is de uitstulping 98 aan de kopzijde 82 met de bijbehorende instulping 102 aan de kopzijde 84, respectievelijk de instulping 100 aan de kopzijde 82 en de instulping 104 aan de kopzijde 84 op een evenwijdig of nagenoeg evenwijdig aan de basisvlakken 5 106, resp. 108 verlopende rechte 110, resp. 112 gelegen. De afstand tussen de bij elkaar behorende uit- en instulpingen 98, 102, resp.

100, 104 is daarbij ongeveer 200 mm, waarbij de hoogte van de combi-natiesteen 110 mm zal zijn. De lengte van de basisvlakken 106, resp. 108 is eveneens ongeveer 200 mm, waarbij de projectie van de basis-10 vlakken 106 en 108 volgens hun loodlijnen niet geheel op elkaar komen te liggen. Dat wil zeggen, dat de buitenkanten van de kopvlakken 82, resp. 84 ten opzichte van elkaar verzet zijn aangebracht. Een perspectivisch aanzicht van een in zijaanzicht getoonde combinatiestaen 80 volgens fig. 5 wordt door fig. 6 getoond. Uit deze figuur blijkt ook 15 in het bijzonder de trapvormige geometrie van de kopvlakken 82, resp. 84, welke de S-vorm benadert.

Als verder bijzonder kenmerk van de uitvinding moet worden opgemerkt, dat de beschreven combinatiestenen liggend gevormd worden. Onder liggen moet men verstaan, dat de drukinwerking bij het vormen 20 van de combinatiesteen evenwijdig aan de middenas 61, 78, resp. 114 verloopt. Met andere woorden zijn de vormen voor het maken van combinatiestenen zodanig uitgevoerd, dat de de trapvormige geometrie niet bezittende zijvlakken door de vormbodemvlakken, respectievelijk door het vormstempel bepaald worden. Daaruit ontstaat het voordeel, dat de 25 vorm van de trap- of tandvormige kopvlakken willekeurig gekozen kan worden, zonder dat men daarbij het gevaar loopt, dat op ondersnij-dingen gelet moet worden. Voorts zijn de basisvlakken van de combinatiestenen, daar zij niet rechtstreeks met het vormstempel. in aanraking komen, bijzonder glad uitgevoerd, zodat behalve zware beton ook 30 bijvoorbeeld keramische materialen voor het vormen van de combinatiestenen toepassing kunnen vinden.

Tenslotte zij er nog op gewezen, dat de combinatiestenen bij voorkeur een ruimtelijke vorm hebben, welke bij een doorsnede volgens de middellijn (60, 78, resp. 114) de combinatiesteen in twee congruente 35 delen splitsen, 8400762

Claims (13)

1. Combinatiesteen, in het bijzonder ccmbinatiestraatsteen, bij voorkeur met de basisvorm van een vierhoek, met evenwijdig of nagenoeg evenwijdig verlopende basisvlakken alsmede daartussen verlopende, eventueel instulpingen'of uitsteeksels bezittende zijvlakken, met het 5 kenmerk, dat ten minste twee tegenover elkaar liggende zijvlakken (22, 24; 56, 58? 82, 84) door tegen elkaar aanliggende vlakdelen (26, 28, 30? 32, 34, 36? 56, 60, 62? 58, 64, 66; 86, 88, 90? 92, 94, 96) een trapvormige geometrie hebben, waarbij gemeenschappelijke kanten (38, 40? 42, 44) van tegen elkaar aanliggende delen evenwijdig of 10 nagenoeg evenwijdig aan de basisvlakken verlopen.

2. Combinatiestsen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kopvlakken, 22, 24; 52, 54? 82, 84) van de combinatiesteen (20; 50; 68? 80) trapvormig uitgevoerd zijn en in vorm elkaar aanvullen.

3. Combinatiesteen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 trapvormige geometrie zaagtandvormig is. * 4. Combinatiesteen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vlakdelen (26, 28, 30? 32, 34, 36? 56, 60, 62? 64, 68, 66? 86, 88, 90? 92, 94, 96) dezelfde of nagenoeg dezelfde hoek (α,Β,γ) insluiten.

5. Combinatiesteen volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de 20 hoek (α,Β,γ) bij voorkeur ongeveer 110° bedraagt.

6. Combinatiesteen volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de hoek (α,Β,γ) bij voorkeur ongeveer 55° bedraagt.

7. Combinatiesteen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste de buitenste delen (26, 30; 32, 36; 60, 62; 64, 66? 86, 90? 25 92, 96) als even groot of nagenoeg even groot vlak uitgevoerd zijn.

8. Combinatiesteen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de trapvormige geometrie door drie delen (26, 28, 30; 32, 34, 36? 60, 56, 62? 64, 58, 66; 86, 88, 90? 92, 94, 96) gevormd is.

9. Combinatiesteen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 30 combinatiesteen (12, 20, 50, 68, 80) in hoofdzaak een vierhoekige met de kopvlakken ingelaten trappen bezit. 840075? * j τ »» -δ- ΙΟ. Combinatiesteen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de combinatiesteen (12, 20, 50, 68, 80) volgens zijn middenas (61, 78, 114) in twee congruente delen gesplitst kan worden.

11. Combinatiesteen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 5 combinatiesteen (12, 20, 50, 68, 80) door in werking van druk op de de trapvormige geometrie niet bezittende zijvlakken, gevormd is.

12. Combinatiesteen volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het middelste vlakdeel (88, 94) ongeveer 1/4 of 1/5 groter dan het betreffende buitenste vlakdeel (86, resp. 30,- 92, resp. 96) is.

13. Combinatiesteen volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het uitsteeksel (90, resp. 104) van de trapvormige geometrie van de ene kopzijde (82, resp. 84) en de instulping (100, resp. 102) van de trap-vormige geometrie van de andere kopzijde (84, resp. 82) op een evenwijdig of nagenoeg evenwijdig aan de basisvlakken (106, 108) verlopen-15 de lijn (110, 112) liggen.

14. Combinatiesteen volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de afstand tussen de instulping (.100, resp. 102) en het overliggende uitsteeksel (104, resp. 98) ca. 200 mm is.

15. Combinatiesteen volgens conclusies 12 tot 14, met het kenmerk, 20 dat de combinatiesteen een hoogte van ongeveer 110 mm, een diepte van ca. 140 mm en met betrekking tot zijn basisvlakken (106, 108) een lengte van ca. 200 mm heeft. 8400762